Opnieuw rechtszaak Indië: Nederlandse leger maakte zich in Indonesië schuldig aan onthoofding

De Stichting Comité Nederlandse Ereschulden draagt opnieuw een zaak aan tegen de Nederlandse staat; advocate Liesbeth Zegveld neemt de zaak op. Het betreft een onthoofding uit 1947, die uitgevoerd werd onder gezag van het Koninklijk Indisch Leger (KNIL) in Zuid-Sulawesi. Het hoofd werd door het leger overgebracht naar een markt, aan een bajonet gespiesd en Indonesische krijgsmannen moesten het kussen waarna het aan een paal werd gehangen. De zoon van de onthoofde verzetsleider, Malik Abubakar, heeft de zaak voorgedragen en baseert zich op 2 getuigen van 86 en 87 en op archiefstukken uit Nederland en Indonesië. (zie ook publicatie in de NRC 21 mei 2016)http://www.nrc.nl/…/malik-wil-excuses-voor-de-onthoofding-v…

Andi Abubakar Lambogo vocht in het Indonesische Republikeinse Leger (TNI).

Op 17 maart 1947 kwamen verschillende Indonesische verzetsgroepen tegen de Nederlandse bezetting bijeen in het dorpje Dessa Salo Wojo op Zuid-Sulawesi (voormalig Celebes) om te vergaderen over betere samenwerking. Er waren veel strijders actief in het verzet tegen de Nederlanders, die het gezag in de kolonie wilden herstellen na de Indonesische Onafhankelijkheidsverklaring van 17 augustus 1945 en het Republikeinse leger drong aan op meer eensgezindheid.

Op de terugweg liep de groep in een hinderlaag en splitsten de strijders zich. De kleinste groep onder leiding van voorman Andi Abubakar Lambogo, afstammeling van een vooraanstaand adellijk islamitische geslacht (de naam Abubakar verwijst naar de eerste opvolger van de profeet Mohammed) werd achtervolgd en kwam in handen van Nederlandse troepen. Abubakar raakte daarbij gewond aan zijn dijbeen. Kort daarna werd hij onthoofd.

Het Nederlandse leger zette ook het huis van AbuBakar in brand. De familie van Abubakar mocht het hoofd de volgende dag meenemen en begroef het samen met het lichaam in Enrekang, waar hij een erebegraafplaats kreeg.

Abubakar was getrouwd en had vier kinderen. Twee getuigen van 86 jaar, M.Z. Bachtiar en mevrouw Puang Kuneng van 87 jaar verklaren dat Abubakar is onthoofd terwijl hij krijgsgevangen was en wijzen erop dat dat een oorlogsmisdaad is volgens de Conventie van Geneve. Zij houden hierbij de Nederlandse districtscommandant en KNIL kapitein Gerardus Blume verantwoordelijk, die de districtscommandant was in Enrekang, De 87-jarige Puang Kuneng die het hoofd op de pasar zag stelt: ‘We waren allemaal vreselijk bedroefd en boos, maar wat konden we doen tegen het Nederlandse leger?’’ Bachtiar: ‘’Het was sadisme. En er werd geprobeerd angst te zaaien. Deze gebeurtenis was voor mij de reden om me later aan te sluiten bij het Republikeinse leger.’ Aldus de 87 jaar M.Z. Bachtiar.

Blume kreeg in 1947 twee keer de militaire ereordes van het Bronzen Kruis. Abubakar ontving in 1958 van de Indonesische president de eretitel van nationale held.

Voorzitter Jeffry Pondaag: “Dit is weer een grove oorlogsmisdaad van Nederland in Indië. Deze zaken zullen blijven komen zolang Nederland niet volmondig verantwoordelijkheid wil erkennen voor oorlogsmisdaden in Indië. Bovendien is er haast geboden, het gaat om stokoude mensen. Snelle actie is nodig. Dat moet veranderen met excuses en collectieve schadevergoeding.’’

Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Jeffry M. Pondaag tel. +31638613795.

 

Jeffry Pondaag

23-5-2015