Herstelbetalingen: Geen woorden, maar daden

Sandew Hira 2-9-2022

In februari 2022 kondigt Klaas Knot, president van De Nederlandse Bank, bij de presentatie van het rapport van Karwan Fatah-Black over het slavernijverleden van DNB dat de bank een aantal stappen zal ondernemen. Knot: “De eerste stap is openbaren en erkennen. Ik vind het belangrijk dat alle Nederlanders en iedereen in het Caribisch gebied en Suriname kennis kunnen nemen van het onderzoek en onze reactie daarop, omdat we heel duidelijk zien hoezeer het slavernijverleden nog altijd een open wond is en doorwerkt in het heden. We kunnen het aangedane leed niet ongedaan maken. Maar we kunnen als DNB wel proberen bij te dragen aan de verwerking van het leed door deze geschiedenis zichtbaar te maken en de feiten en het leed te erkennen. Dat zien we als DNB-directie als onze blijvende opdracht…. Ten tweede gaan we binnenkort in gesprek met medewerkers en vertegenwoordigers van maatschappelijke organisaties. In het bijzonder met mensen die geraakt zijn door deze geschiedenis…. Samen gaan we een passende manier uitwerken om invulling te geven aan onze opdracht. Wat we willen is een gebaar maken dat blijvende waarde heeft voor de betrokkenen en de Nederlandse samenleving. We kiezen voor een zorgvuldige aanpak en daar is enige tijd voor nodig. Uit de dialoog moet blijken welke vervolgstappen we nemen, die we dan later in het jaar met u zullen delen.”

In april 2022 komt de ABN AMRO met excuses over haar slavernijverleden. CEO Robert Swaak zegt bij de presentatie van het rapport van Pepijn Brandon c.s. over ABN AMRO: “In de meer dan 300 jaar geschiedenis van ABN AMRO heeft de bank veel om trots op te zijn. We erkennen dat dit verleden ook zijn schaduwkanten heeft. Het huidige ABN AMRO kan deze periode uit haar geschiedenis niet ongedaan maken. We beseffen dat dit onrecht uit het verleden ook na de officiële afschaffing van de slavernij heeft voortgeduurd. ABN AMRO biedt haar excuses aan voor het handelen en de pijn die deze voorgangers in het verleden hebben veroorzaakt.”

Op 1 juli biedt Klaas Knot namens DNB excuses aan. Knot: “Namens De Nederlandsche Bank bied ik vandaag excuses aan. Excuses aan alle nazaten van slaafgemaakten in Nederland, in Suriname, in Bonaire, Sint Eustatius en Saba, in Aruba, Curaçao en Sint Maarten. Excuses aan alle mensen die door de persoonlijke keuzes van ook mijn voorgangers herleid werden tot hun huidskleur. Excuses aan alle mensen die vandaag nog steeds de gevolgen hiervan dragen.”

Hij kondigt de volgende stappen aan.

DNB richt een fonds op waarmee ze maatschappelijke projecten zullen financieren – rond educatie, gezondheidszorg, werk, en meer. Projecten in Nederland, in het Caribisch gebied, en in Suriname. Met dit fonds zal over de komende tien jaar vijf miljoen euro verdeeld kunnen worden.

Naast dit fonds draagt DNB – ook voor vijf miljoen euro – eenmalig bij aan enkele grotere projecten, zoals het Nationaal Slavernijmuseum en Kenniscentrum.

De Nederlandsche Bank moet diverser en inclusiever worden via werving en selectie, via stages, via het traineeship en bij promoties.

Het gebouw op het Frederiksplein zal dit in alle openheid een plek krijgen. En dit zal ook steeds een uitnodiging tot gesprek zijn. Daarna is het stil geworden.

En dat is het. Vergelijk dat met de vele miljarden die elders betaald zijn voor het slavernijverleden. Sommige mensen dachten dat dit het begin was van een traject van herstelbetalingen in plaats van het eind. Nu weten we beter. Het was een grote poppenkast. Excuses zijn gebakken lucht met een onaangename geur als woorden niet gepaard gaan met daden.

De auteurs van de rapporten hebben hun Eurocentrisch werk gedaan. Hun opdrachtgevers hebben gekregen waarvoor ze betaald hebben. Zowel Pepijn Brandon als Karwan Fatah-Black zwijgen over de miserabele response op hun rapporten. Maar daar worden ze ook voor betaald.