Verdeel-en-heers: dismantling the master’s house without the master’s tools

Pravini Baboeram

7-8-2020

De strijd tegen racisme heeft veel gemeenschappen in beweging gebracht. De belangrijkste beweging hebben we gezien onder witte mensen, die een collectieve wake up call hebben gehad na de dood van George Floyd. Deze beweging is van cruciaal belang, het zijn tenslotte witte mensen die de macht hebben om het systeem van witte suprematie in stand te houden.

Maar #blacklivesmatter heeft ook andere gemeenschappen in beweging gebracht die net als zwarte mensen geraakt worden door racisme. Zo ook de Hindostaanse gemeenschap. De roep om representatie, behoefte aan emancipatie en noodzaak tot dekolonisatie heeft ook Hindostanen doen opstaan. Die beweging heeft geleid tot een discussie over de relatie tussen Afro-Surinamers en Hindostanen. Een discussie die ook van cruciaal belang is, omdat de wijze waarop we hier gevolg aan geven zal aantonen in hoeverre we in staat zijn verdeel-en-heers-erfenis te overwinnen en daadwerkelijk die slag tot dekolonisatie te maken. Als we ‘the master’s house’ willen ontmantelen, moeten we ook kritisch kijken naar welke ‘tools’ we gebruiken om die strijd te voeren. In deze bijdrage bied ik een analyse van die verdeel-en-heers-erfenis en mogelijke benaderingen om die te overwinnen.

De aanleiding

De discussie werd aangekaart naar aanleiding van de NPO benefiet-uitzending voor Suriname. Een uitzending voor Surinamers door Surinamers. Verschillende stemmen uit de Hindostaanse gemeenschap uitten kritiek op die uitzending, met als kernargument het gebrek aan representatie: met een oververtegenwoordiging van Afro-Surinamers in de studio was de diversiteit van Suriname niet vertegenwoordigd in de uitzending.

De onderbouwing van argumenten

De wijze waarop deze kritiek werd geuit verschilt. Sommigen spraken vanuit een oprechte intentie om brede representatie in de Surinaamse gemeenschap bespreekbaar te maken. Anderen gebruikten deze discussie om uiting te geven aan racistische denkbeelden ten behoeve van eigen profilering. Echter, in beide gevallen kwamen koloniale denkbeelden naar voren om de argumenten te onderbouwen. Die denkbeelden zijn een reproductie van een wit perspectief, bedoeld om gemeenschappen van kleur tegen elkaar uit te spelen. De kritiek bestond uit de volgende argumenten:

  1. Slachtoffer tot dader maken

Afro-Surinamers sluiten andere mensen van kleur uit

In de kritiek op Afro-Surinamers werd de zwarte gemeenschap als dader aangewezen voor uitsluiting van andere gemeenschappen van kleur. De witte machtsstructuren worden hiermee buiten beschouwing gelaten. Niet institutioneel racisme wordt als oorzaak geduid van het gebrek van Hindostaanse representatie, maar zwarte emancipatie. Het is bij uitstek het doel geweest van verdeel-en-heers om witte macht buitenspel te plaatsen. De winst die de zwarte gemeenschap heeft behaald om zichtbaar te zijn op een mainstream platform wordt gezien als iets dat ten koste gaat van Hindostanen, in plaats van iets dat Hindostaanse empancipatie kan versterken.

  1. Reproductie stereotypes

Afro-Surinamers zijn onbetrouwbaar

In het bekritiseren van Afro-Surinamers werden verschillende koloniale stereotypes aangehaald, onder andere het idee dat Afrika een land is en geen continent. Ook werd in uitspraken een beeld geschetst dat zwarte mensen als gevaarlijk en onbetrouwbaar positioneerde. De Afro-Surinaamse gemeenschap wordt hiermee gereduceerd tot een koloniaal stereotype dat dehumaniseert in dienst van witte macht.

  1. Strijders positioneren als slachtoffers

In het aankaarten van racisme vervallen Afro-Surinamers in een slachtofferrol

Hoewel in de kritiek vanuit de Hindostaanse gemeenschap wordt erkend dat Afro-Surinamers een belangrijke rol spelen in het uitdagen van racisme, gaat het gepaard met een framing van slachtofferschap. De argumentatie gaat niet gepaard met een uiting van bewondering of respect, maar met een ondertoon van boosheid en verwijten. Zwarte strijd in relatie tot Hindostanen wordt gepositioneerd als hypocriet, door inclusie van Afro-Surinamers te verwachten die op hun beurt inclusie van witte instituties eisen. Het wordt niet gepositioneerd als inspirerend, waarbij de strijd die geleverd is als voorbeeld dient voor Hindostaanse emancipatie.

Naar aanleiding van deze argumenten zijn er ook reacties uit de Afro-Surinaamse gemeenschap gekomen. Opmerkelijk is dat in veel kritiek op koloniale denkbeelden vanuit de Hindostaanse gemeenschap, vervolgens weer koloniale technieken worden gebruikt om het inhoudelijk argument van representatie te diskwalificeren.

  1. Ontkenning van het probleem

De uitzending was heel divers en inclusief, er is geen probleem met Hindostaanse representatie

Eén van de grootste uitdagingen in de zwarte strijd is geweest om serieus genomen te worden in de eis om institutioneel racisme te erkennen. Een belangrijk onderdeel van de strijd was dan ook om gehoord te worden vanuit een oprechte intentie om te luisteren, te leren en uiteindelijk inclusiever te worden. Opmerkelijk is dan ook dat in het gesprek over Hindostaanse representatie door sommige Afro-Surinamers werd gezegd dat representatie geen issue was en de NPO uitzending voldoende Hindostaanse bijdragen had. Hiermee wordt een oprechte zorg terzijde geschoven zonder kritische zelfreflectie.

  1. Trots op etnische identiteit als zwakte positioneren

Waarom identificeren Hindostanen zich niet als Surinamer?

Een vraag die veelvuldig werd gesteld was waarom Hindostanen zich etnisch identificeren en niet in eerste instantie als Surinaams, een vraag die overigens gebaseerd is op een onterechte aanname. Maar zelfs als we die aanname voor waar aannemen, dan blijft de vraag over: is dat erg? Het idee van één identiteit, één natie, één staat is een koloniale erfenis vertaald naar de natiestaat. In de dekoloniale strijd stellen we Nederland, dat een multicultureel land is, als natiestaat ter discussie. We eisen erkenning voor de aanwezige diversiteit. Vanuit de zwarte gemeenschap wordt dit gedaan met de term “Afro-Surinamer”, waarbij de etnische identiteit voor de Surinaamse identiteit wordt gesteld. Trots op zwarte geschiedenis en identiteit is een drijvende kracht geweest voor zwarte emancipatie en dekolonisatie van de geest. Toch worden Hindostanen hier in deze discussie op afgerekend. Er is niet één natie, er zijn meerdere naties. Er is niet één identiteit, er zijn meerdere identiteiten. De kracht van een multiculturele samenleving is dat deze in harmonie samenleven.

  1. Timing ter discussie stellen

Kritiek is terecht, maar de uitzending was niet het juiste moment

Sommige stemmen in de discussie erkenden wel de kritiek, maar stelden de timing ervan ter discussie. De uitzending, die in het teken stond van solidariteit in relatie tot COVID-119, was niet het juiste moment. Het is hetzelfde argument dat witte Nederlanders gebruikten om protest tijdens de landelijke Sinterklaasintocht te diskwalificeren. Die kritiek werd door zwarte activisten voor lief genomen, omdat het doel agendering was. Agendering heeft wat dat betreft nooit een geschikt tijdstip. Dat is inherent aan sociale strijd.

  1. Het eigen referentiekader voor universeel aannemen

Ik heb Hindostaanse vrienden die geen probleem hadden met de uitzending

Een andere grote uitdaging waar activisten van kleur tegenaan lopen in de strijd tegen racisme is het geloof van witte mensen dat hun referentiekader universeel is. Regelmatig worden hierbij incidentele voorbeelden aangehaald van zwarte vrienden die geen probleem hebben met zwarte piet om daarmee het probleem terzijde te schuiven. Zo kwam ook het argument naar voren dat er Hindostaanse mensen zijn die representatie geen probleem vinden. Dat kan natuurlijk zo zijn. Maar dat neemt niet weg dat er ook een deel is van de Hindostaanse gemeenschap die het wél een probleem vinden en die daarin gehoord willen worden. Ook dat geluid moet erkend worden en toegevoegd worden aan het eigen referentiekader.

  1. Ontkenning traditie van verzet

Hindostanen moeten ook een bijdrage leveren aan verzet tegen racisme

Als je de mainstream media gelooft, dan hebben Hindostanen geen bijdrage geleverd aan de anti-racisme strijd. De Hindostanen die mainstream podia bereiken zijn een afspiegeling van een conservatief en koloniaal geluid. Maar net zoals veel successen in de Afro-Surinaamse gemeenschap zijn geboekt buiten de mainstream podia, zo hebben ook Hindostanen wel degelijk een traditie van verzet die niet zichtbaar zijn op mainstream platforms. Van de 40 opstanden die ten tijde van dwangarbeid zijn gepleegd, tot de campagnes tegen culturele kaping en voor vervanging van koloniale standbeelden, er is een dekoloniale stroming aanwezig in de Hindostaanse gemeenschap. Er zijn boeken gepubliceerd, projecten geïnitieerd, campagnes gecoördineerd, allemaal bewuste bijdragen aan de anti-racisme beweging. Door alleen te focussen op de conservatieve geluiden in de Hindostaanse gemeenschap, wordt geen ruimte geboden aan de progressieve en dekoloniale geluiden die willen verbinden met de Afro-Surinaamse gemeenschap.

 

Solidariteit: unite the plantations!

Het is begrijpelijk dat er zo’n sterke reactie is op de kritiek die vanuit de Hindostaanse gemeenschap is gekomen. Een groot deel van die kritiek is tenslotte geworteld in koloniale denkbeelden, exact de denkbeelden waar de zwarte gemeenschap al zo lang tegen strijdt. Het is ook aan Hindostanen om explicieter en proactiever in te zetten op solidariteit met de Afro-Surinaamse gemeenschap. Niet vanwege intersectionaliteit, loyaliteit of sympathie, maar vanwege morele principes. Solidariteit in de strijd tegen institutioneel racisme is het juiste om te doen.

Maar solidariteit betekent niet dat we elkaar geen kritische vragen mogen stellen. Sterker nog, als we als beweging impact willen maken en willen groeien, dan moeten we elkaar die kritische vragen stellen. We moeten elkaar scherp houden, want hoe ‘woke’ we ook zijn, we zijn nooit uitgeleerd. Met de veranderende maatschappelijke context, zullen nieuwe blinde vlekken ontstaan die we moeten erkennen en onderzoeken. Laten we dit samen doen, zodat we daadwerkelijk een nieuw huis kunnen bouwen onafhankelijk van de ‘master’s tools’.