Tekst van de presentatie van Sandew Hira en Djehuti Ankh-Kheru bij het debat Eurocentrisme versus Afrocentrisme

debateVU400

Bij deze tekst hoort een powerpoint presentatie die je hier kunt downloaden.

 

Dia 1: Stelling: Prof. Boter en Dr. Flinterman beoefenen geen wetenschap, maar verkondigen de ideologie van witte suprematie

 

Vandaag gaan we de stelling verdedigen dat onze opponenten Prof. Boter en Dr. Flinterman geen wetenschap beoefenen aan de Vrije Universiteit, maar de ideologie van witte suprematie verkondigen.

 

Dia 2: De “wetenschappelijke” werken

Onze kritiek is gericht op twee boeken die door onze opponenten worden aanbevolen in hun opleiding.

Het eerste boek is van L. de Blois en R. van der Spek getiteld Een kennismaking met de Oude Wereld en is deel van de lesstof die hun studenten moeten bestuderen.

Het tweede boek is van Mary Lefkowitz getiteld Not out of Africa. How Afrocentrism Became an Excuse to Teach Myth as History. Onze opponenten beschouwen dit racistisch boek als een wetenschappelijke studie die zij aanbevelen als een model tegen Afrocentrisme. We zullen laten zien dat deze boeken de ideologie van witte suprematie propageren.

 

Dia 3: Onze toetsingscriteria

Laten we onze toetsingscriteria voor wetenschappelijke kennis op een rijtje zetten.

Ten eerste, empirische validatie. We controleren of de stellingen onderbouwd worden met feiten.

Ten tweede, logische consistentie. Dat betekent dat je je zelf niet tegenspreekt. Dit behoeft geen verdere uitleg.

Ten derde, adequate conceptualisering. Daarmee bedoelen we het volgende. Een concept definiëren we als een idee dat bepaalde aspecten van de werkelijkheid beschrijft en analyseert. De beschrijving is een verslag van de werkelijkheid en een analyse is een verklaring van de werkelijkheid.

Natuurlijk zitten achter deze criteria complexe discussies over epistemologie en wat wel of niet waarheid is. We zijn bereid om ook die discussie te voeren.

Dia 4: Kolonialisme en de Westerse beschaving

Blois en Van der Spek openen hun boek met de volgende statement: “De oude geschiedenis, die in dit boek behandeld wordt, is de historie van de bakermat van de Europese beschaving. Deze beschaving die zich sedert de ontdekkingsreizen van de zestiende eeuw en sterker nog sedert het koloniale imperialisme van de negentiende en twintigste eeuw over de hele wereld verbreid heeft, heeft haar wortels in de landen rondom de Middellandse Zee, en in het bijzonder in de cultuurcentra van het oude Nabije Oosten enerzijds en die van de antieke Grieken en Romeinen anderzijds.” Blois, L. de en Van der Spek, R. (2010), p. 11

 

Dia 5: wetenschappelijk kolonialisme en het verhaal van de ontdekking van Amerika

Wat is er nu zo onwetenschappelijk aan het verhaal van de ontdekking van Amerika?

Ten eerste, het klopt niet met de feiten.

Ten tweede, het concept van de ontdekking is geen adequate weergave van de acties van de Europeanen in Amerika.

 

Dia 6: Verrassing voor Boter en Flinterman: de Inheemse volkeren hebben Amerika ontdekt, niet Columbus

We hebben schokkend nieuws voor Prof. Boter en Dr. Flinterman. Lang voordat de bandiet Columbus voet aan wal zette in Amerika, woonden er Inheemse volkeren. Zij hadden Amerika ontdekt voordat een Europeaan zijn witte gezicht had laten zien.

De Inheemsen wonen in kleine gemeenschappen in de Amazone.

 

Dia 7: Maar ook in grote steden

Maar er waren ook grote steden.

 

Dia 8: Tenochtitlan (Mexico-stad): 200.000 inwoners

Hier zien we een schets van Tenochtitlan met 200.000 inwoners. Er woonden naar schatting 75-100 miljoen mensen in Amerika voordat de crimineel Columbus het zogenaamd ontdekt had zoals Boter en Flinterman ons willen doen geloven.

Conclusie: hun concept van de ontdekking is onwetenschappelijk omdat het niet klopt met de feiten.

 

Dia 9: Het ondeugdelijk concept van democratie

Boter en Flinterman doceren dat de Griekse stadstaat Athene een baken van democratie was. Zij hanteren een merkwaardig concept van democratie. Hun lesstof zegt: Zowel tijdgenoten als latere beschouwers hebben zich verbaasd over de stabiliteit van de Atheense democratie in de klassieke periode. De democratische staatsregeling had onder de Atheense burgers goed wortel geschoten en kon bogen op grote successen die voor 431 behaald werden. (p. 111). Maar wat was die democratie? Het was dezelfde democratie die in Suriname bestond tijdens slavernij waar een klasse van slavenmakers mensen uit hun midden kozen om de slavenmaatschappij te leiden. Het concept van Boter en Flinterman over democratie deugt niet. Dat de Griekse samenleving in de oudheid een slavensamenleving was, ontkennen ze niet. Sterker nog, hun lesboek geeft de cijfers. Er waren ca. 432 voor de Europese jaartelling ongeveer 35.000 volwassen mannelijke burgers, tussen 20.000 en 30.000 volwassen mannelijke slaven en 10 à 15.000 volwassen mannelijke metoiken (vrije niet-Atheners die in Athene woonden en werkten). Dit concept van democratie is een verkrachting van het begrip democratie omdat het niet betrekking heeft op de macht van het volk maar op de macht van een onderdrukkende klasse.

Dan hebben ze ook nog het lef om oosterse mensen te verwijten dat ze geen concept hebben van vrijheid. Hun lesstof zegt: Vrijheid is in het oosten een betrekkelijk begrip, omdat politieke vrijheid beperkt was door de macht van de koning.” (p. 62)

 

Dia 10: Slavernij is goed voor democratie

Het wordt nog erger. Heel bizar wordt hun redering dat slavernij goed is voor de democratie. Hun lesstof merkt op: “De aanwezigheid van een grote hoeveelheid slaven is ook dikwijls aangevoerd als een reden voor het goede functioneren van de Atheense democratie. Immers, de democratie eiste een hoge participatiegraad van de burgers: veertig volksvergaderingen per jaar, elk jaar 500 nieuwe leden voor de boulè, grote juryrechtbanken. Dan kon alleen, zo is de redenering, omdat slaven het werk deden terwijl de burgers delibereerden.” (p. 112)

Dit is te erg voor woorden en wordt anno 2015 als wetenschap gedoceerd aan de Vrije Universiteit Amsterdam.

Dia 11: Oosters despotisme en westerse vrijheid

In hun lesstof gebruiken Boter en Flinterman het racistische concept van de superioriteit van het westen en de inferioriteit van het oosten. Daarvoor moeten ze nogal wat kronkelredeneringen opzetten. Eerder noemden we al hun stelling dat vrijheid in het oosten een betrekkelijk begrip is. Bij de bespreking van de Grieks-Perzische oorlogen tussen Perzië – het huidige Iran – en Griekenland in de vijfde eeuw voor de Europese jaartelling positioneren ze Perzië als despotisch en oorlogzuchtig en Griekenland als vrijheidslievend en verdediger van de westerse vrijheid (dus ook van de mensen die in de grotten van Nederland woonden). Hun lesstof schrijft: “De zee- en veldslagen in de Perzische oorlogen hebben nog eeuwen zeer tot de verbeelding van de Grieken gesproken en zijn later in Europa beschouwd als een triomf van de vrije Grieken tegen Azië, waardoor de Griekse cultuur, de bakermat van de westerse beschaving, gered werd van verstikking door het oosters despotisme.” (p. 97)

De slavenmaatschappij van Griekenland wordt voorgesteld als de bakermat van westerse vrijheid die moet vechten tegen het oprukkend Oosters despotisme. Hoe racistisch kun je zijn? Het wordt nog erger.

 

Dia 12: Alexander de Verschrikkelijke

De twee Grieks-Perzische oorlogen vonden plaats in de vijfde eeuw voor de Europese jaartelling. Bijna een eeuw later begon Alexander de Verschrikkelijke – Boter en Flinterman noemen hem Alexander de Grote en dat zou objectieve geschiedschrijving zijn – een grote oorlog tegen een reeks volkeren, waaronder de Perzen. Het was geen verdedigingsoorlog, maar een aanvalsoorlog, een oorlog om gebieden te veroveren, maar zo brengt het lesmateriaal het niet. Ze brengen het als een avontuurlijke veldtocht. Vervolgens laten ze feiten zien waaruit blijkt dat Alexander de Verschrikkelijke een despoot was, maar ze framen hem als een bevrijder. Zo melden ze dat hij in Persépolis de rijkgevulde Perzische schatkist roofde en het paleis liet afbranden als vergelding voor de verwoesting van Athene in de vorige oorlog van bijna een eeuw geleden. Ze schrijven: “Sindsdien begon hij zich steeds meer te gedragen als een vorst die van goddelijke afkomst was. Hij noemde zich zoon van Zeus Ammon.” (p. 123) Hij voerde een hofritueel in waarvan de knieval voor iemand die de koning naderde, een onderdeel was. Dit is wat je normaal despotisme zou noemen, jezelf tot God benoemen. Maar in de racistische verhalen over de oudheid zijn de Grieken de democraten en de Perzen de despoten. En dit heet dan wetenschap. Maar het is de ideologie van witte suprematie, het presenteren van een beeld die moet passen in het ideologisch verhaal van de huidige tijd van westerse democratie versus oosterse achterlijkheid.

 

Dia 13: Het zionistische verhaal en ideologische indoctrinatie

Dat wordt nog duidelijker in de manier waarop het verhaal van het Joodse volk in Egypte wordt verteld. In 597 voor de Europese jaartelling viel Jeruzalem in handen van de Babyloniërs in een oorlog tussen Egypte en Babylonië. De Joden die daar woonden werden naar Babylon verbannen waar ze na vijftig jaar werden toegestaan om terug te keren naar Jeruzalem. Die periode staat bekend in de Joodse geschiedenis als de Babylonische Ballingschap. Jeruzalem was toen geen natie-staat, d.w.z. dat er verschillende volkeren daar woonden, niet alleen Joden. In hun lesstof koppelen Boter en Flinterman het verhaal van de Babylonische Ballingschap aan de vestiging van de staat Israël in 1948. Ze presenteren Jeruzalem 2500 jaar geleden als een natie-staat – wat feitelijk onjuist is – en rechtvaardigen daarmee de stichting van de staat Israël 2500 jaar later – wat conceptueel volstrekt ondeugdelijk is. Hun lesstof schrijft: “Door aan deze [monotheïstische] traditie vast te houden hebben de Joden die uit de ballingschap terugkeerden en zij die later nog eens over de wereld verstrooid zijn, hun identiteit bewaard, ook al waren zij sinds de Babylonisch ballingsschap hun nationale zelfstandigheid (op een kleine onderbreking na) tot 1948 kwijt.” (p. 57)

Het drama waarbij Palestijnen uit hun huizen werden verdreven door mensen die voorheen in New York of Amsterdam woonden en de Palestijnen hebben bestolen van hun land, wordt gepresenteerd als een rechtvaardige oplossing van een probleem van 2500 jaar geleden. En dit wordt als wetenschappelijk lesstof gepresenteerd aan de Vrije Universiteit. Dit is een grove vorm van zionistische indoctrinatie onder de naam van wetenschap.

 

Dia 14: Egypte ligt niet in Azië

Prof. Boter en Dr. Flinterman krijgen net als veel witte Europeanen buikpijn en darmklachten bij het idee dat Afrika een hoge beschaving had. Dus als ze over Egypte praten – waarvan algemeen erkend wordt dat het een hoge beschaving had – kunnen ze niet openlijk zeggen: Afrikanen hadden een hoge beschaving, want ze zijn eeuwenlang getraind geweest met de gedachte dat dat onmogelijk was. Dus wat doen ze? Ze halen Egypte uit Afrika en plaatsen het in Azië, om precies te zijn in de Oriënt. De Cambridge Dictionary definieert de Oriënt als het gebied van Oost en Zuid Azië.

Enkele citaten als voorbeeld: In de orientaalse steden [HD: dus niet Afrikaanse steden] – bleef ondanks de Griekse invloed flink wat van de oorspronkelijke cultuur bestaan… In Egypte werden nog steeds tempels in Egyptische stijl gebouwd, voorzien van hiërogliefen teksten…. Van een mengeling van oosterse en Griekse culturen tot een nieuwe hellinistische cultuur is nauwelijks sprake. Griekse en oriëntaalse [HD: ipv Afrikaanse] bouwstijlen zijn naast elkaar te vinden. Hetzelfde geldt voor de schilderkunst op de muren van Egyptische graven.” (p. 135)

Een ander citaat: “In de oudoosterse en steden en tempels ging de verering van de oriëntaalse [HD: dus niet Afrikaanse steden] – goden door zonder dat er veel van de Griekse invloed te merken was… in Egypte hadden de koningen een goede relatie met de cultus van de Egyptische god Ptah en de heilige stier Apis te Memphis.” (p. 137)

 

Dit is geen wetenschap. Dit is witte suprematie, de weigering om te erkennen dat Egypte in Afrika ligt en Afrikanen een hoge beschaving hadden. En dat komt in grove vormen terug in het racistisch boek van Lefkowitz dat door Boter en Flinterman wordt aanbevolen als een wetenschappelijke studie van de Griekse oudheid als antwoord op Afrocentrisme.

 

Dia 15: De schokkende ontdekking van Lefkowitz, Boter en Flinterman

Lefkowitz Not Out of Africa opent met een schokkende ontdekking: Although I had been completely unaware of it, there was in existence a whole literature that denied that the ancient Greeks were the inventors of democracy, philosophy, and science. There were books in circulation that claimed that Socrates and Cleopatra· were of African descent, and that Greek philosophy had actually been stolen from Egypt. Not only were these books being read and widely distributed; some of these ideas were being taught in schools and even in universities.” (p. xi)

Welkom in de 21ste eeuw! Hebben witte professoren en doktoren sinds de Witte Verlichting in ivoren torens bedacht dat wetenschap was uitgevonden door witte mensen in het westen, met name de Grieken, blijkt er een hele generatie mensen van kleur te bestaan die de grondvesten van de witte wetenschap ter discussie stellen en ontkennen dat wetenschap in Griekenland is uitgevonden. Schokkend en schandalig is het volgens Lefkowitz.

Dia 16: Molefe Kete Asante versus Lefkowitz

Lefkowitz geeft een citaat van professor Molefe Kete Asante, die ze vervolgens bekritiseert. Asante schrijft: “The European construction of imperialism was accompanied by the European slave trade, cultural arrogance, anti-Semitism, anti-Africanism, and racist ideologies in science, literature and history.” (p. 55)

Ze reageert verontwaardigd, want zo heeft ze het niet geleerd en zo gaat ze het niet doceren: This sweeping judgment has only a limited application to historical studies. Instances of active ‘cultural arrogance’ can be found in eighteenth- and nineteenth-century European history writing, for example, in the work of men like the Baron Cuvier (1769-1832) and the Comte de Gobineau (1816-1882). But their views could hardly be called representative among scholars.” (p. 56).

 

De feiten zijn anders. De Europese Verlichting is gebaseerd op racisme. De racistische opvattingen over Afrikanen waren wijd verbreid onder de grondleggers van de Europese beschaving. We laten een aantal belangrijke denkers van de Witte Verlichting de revue passeren en gebruiken de Engelse vertalingen van hun werken.

 

Dia 17: Charles de Montesquieu (1689-1755)

Charles de Montesquieu zegt over Afrikanen: “These creatures are all over black, and with such a flat nose that they can scarcely be pitied. It is hardly to be believed that God, who is a wise Being, should place a soul, especially a good soul, in such a black ugly body.” Montesquieu, Ch. De (1989): The Spirit of Laws. Cambridge Text in the History of Political Thought. Cambridge, p. 250. Origineel 1748.

 

Dia 18: Voltaire (1694-1778)

Voltaire schrijft: “Their round eyes, their flattened nose, their lips which are always large, their differently shaped ears, the wool of their head, that very measure of their intelligence, place prodigious differences between them and the other species of men… And they are not men, except in their stature, with the faculty of speech and thought at a degree far distant to ours.” Mellow, J. (2013): Enlightenment Racism: Voltaire. http://jamesmelov.blogspot.nl/2013/07/enlightenment-racism-voltaire.html. Accessed 6 May 2015.

 

Dia 19: David Hume (1711-1776)

De Schotse historicus en filosoof David Hume, die bekend werd onder witte intellectuelen vanwege zijn theorie dat kennis gebaseerd moet worden op ervaring schrijft: I am apt to suspect the negroes, and in general all the other species of men (for there are four or five different kinds) to be naturally inferior to the whites. There scarcely ever was a civilized nation of any other complexion than white, nor even any individual eminent either in action or speculation. No ingenious manufactures amongst them, no arts, no sciences.”  Hume, D. (1994): Political Essays. Cambridge. Original 1777, p. 86.

 

Dia 20: Immanuel Kant (1724-1804)

Immanuel Kant stelt: “The Negroes of Africa have by nature no feeling that rises above the ridiculous. Mr. Hume challenges anyone to adduce a single example where a Negro has demonstrated talents, and asserts that among the hundreds of thousands of blacks who have been transported elsewhere from their countries, although very many of them have been set free, nevertheless not a single one has ever been found who has accomplished something great in art or science or shown any other praiseworthy quality.” Kant, I. (1992): Observations on the feeling of the beautiful and sublime. in: Kant, I. (1992): Lectures on Logic, pp. 18-62. Origineel 1764. Cambridge University Press. Cambridge, p. 59.

 

Dia 21: George Hegel (1770-1831)

George Hegel schrijft: “The Negro, as already observed, exhibits the natural man in his completely wild and untamed state. We must lay aside all thought of reverence and morality — all that we call feeling — if we would rightly comprehend him; there is nothing harmonious with humanity to be found in this type of character.” Hegel, G. (2001): The Philosophy of History. Batoche Books. Ontario. Origineel 1837, p. 110-111.

 

 

Dia 22: John Locke (1632-1704)

John Locke wordt gezien als de grondlegger van het klassieke liberalisme, de filosoof van de vrijheid. Maar hij schreef ook de grondwet in 1670 voor de slavenstaat Carolinas, de Amerikaanse kolonieën van North en South Carolina met het volgende artikel: “Every freeman of Carolina shall have absolute power and authority over his negro slaves, of what opinion or religion soever.” Locke, J. (1824): The works of John Locke. Volume the ninth. London, p. 196.

 

Dia 23: Lefkowitz voldoet niet aan de eis van empirische validatie

Dit is een kleine selectie van citaten van de grondleggers van de Witte Verlichting. De opvatting van Lefkowitz dat racistische opvattingen tijdens de Witte Verlichting een uitzondering waren, is niet gebaseerd op feiten. De feiten tonen het tegendeel. Uit de feiten blijkt dat racisme een integraal onderdeel was van de Witte Verlichting.

En wetenschap vereist toch empirische validatie?

 

Dia 24: Lefkowitz en racistische geschiedschrijving

Lefkowitz heeft een racistische opvatting over de geschiedenis van de Verenigde Staten. Ze schrijft: “Since the founding of this country, ancient Greece has been intimately connected with the ideals of American democracy. Rightly or wrongly, since much of the credit belongs to the Romans, we like to think that we have carried on some of the Greeks’ proudest traditions: democratic government, and freedom of speech, learning, and discussion.” (p. 6)

Dit is een verkrachting van de historische werkelijkheid. Amerika is gegrondvest op slavernij. De idealen van de Amerikaanse democratie en vrijheid van meningsuiting golden alleen voor witte mensen. Zwarte mensen hadden geen democratie en vrijheid van meningsuiting.

De opvatting van Lefkowits is geen wetenschap, het is de onbeschaamde ideologie van witte suprematie.

 

Maar het is niet altijd zo geweest dat Europeanen racistische opvattingen over Afrikanen op na hielden. Die omslag is gekomen met de Witte Verlichting. Daarvoor bestond die negatieve stereotypering niet. Europa kende zwarten – Moren – als handelaren, edellieden, militairen en denkers. We laten twee uit honderden afbeeldingen zien met dat andere beeld van Zwarten in Europa.

 

Dia 25: Edelman te gast bij koningin van Oostenrijk

Hier zien we een schilderij uit 1500 van Jan Mostaert uit België: edelman te gast bij koningin van Oostenrijk.

 

Dia 26: Afrikaanse prins op bezoek bij Europees prinsenhof

Dit is een schilderij van Nicolaes Berchem uit 1650 van een Afrikaanse prins op bezoek bij een Europees prinsenhof.

 

Waarom is dat beeld veranderd? Simpel, door de opkomst van de trans-Atlantische slavernij.

 

Dia 27: trans-Atlantische slavernij en de Witte Verlichting

Deze grafiek is gebaseerd op de database van de website www.slavevoyages.org en geef weer hoe in de zeventiende eeuw met de opkomst van de Witte Verlichting de trans-Atlantische slavernij op gang komt. In 1492 begon de Europese invasie en bezetting van de Amerikas – Boter en Flinterman noemen dit een ontdekkingsreis – die vooral gebaseerd was op de roof van Inheems land en het tot slaaf maken van de Inheemse bevolking. Tot de opkomst van de Witte Verlichting was kennisproductie gebaseerd op theologie. De opkomst van de westerse wetenschap hangt samen met de opkomst van de trans-Atlantische slavernij. Om dat systeem te rechtvaardigen ontstond in de westerse wetenschap theorievorming die superioriteit/inferioriteit koppelde aan ras en cultuur. De witte westerse cultuur was superieur ten opzichte van de niet-witte niet-westerse cultuur. Ras en huidskleur – en later cultuur – werden met slavernij bepalende kenmerken in opvattingen over ras en etniciteit. Ze hadden grote gevolgen voor de vorm en inhoud van kennisproductie.

 

Dia 28: De exclusiviteit van de westerse wetenschap

Een belangrijk steunpilaar in de ideologie van witte suprematie was het concept van de exclusiviteit van wetenschappelijke kennis door witte mensen. Die exclusiviteit werd geclaimd op drie manieren.

Ten eerste, de introductie van het begrip rationeel denken als een exclusief westerse uitvinding.

Ten tweede, de claim dat wetenschap in Griekenland is ontstaan en dat Griekenland de bakermat is van de westerse beschaving. De Grieken zouden wetenschap zelfstandig hebben ontwikkeld zonder invloed van buiten, met name van Afrikanen.

Ten derde, dat de Griekse beschaving een witte beschaving was. Ras en huidskleur zijn in de Eurocentrische benadering cruciaal om de exclusiviteit te kunnen beargumenteren.

 

Dia 29: Donkere mensen denken met hun billen en geslachtsorganen

Rationeel denken, denken met je verstand, is volgens Eurocentristen een westerse uitvinding. De marxist Robin Blackburn koppelt het begrip rationaliteit aan moderniteit. Hij omschrijft moderniteit als volgt: “The growth of instrumental rationality, the rise of national sentiment and the nation-state, racialized perceptions of identity, the spread of market relations and wage labour etc

Blackburn, R. (1997): The Making of New World Slavery. From Baroque to the Modern 1492-1800. Verso. London/New York, p. 4.

 

Hoe denken zwarte mensen dan als ze niet met hun verstand denken? Er blijft niet veel over: ze denken met hun billen en hun geslachtsorganen. De racist Hegel formuleert het ook letterlijk zo: “The Negroes display great strength of body and a highly sensual nature along with affability but also a shocking and inconceivable ferocity. These peoples have never emerged out of themselves, nor have they gained a foothold in history… This Africa remains in its placid, unmotivated, self-enclosed sensuality and has not yet entered into history.” Hegel, G. (2011): Lectures on the Philosophy of World History. Volume 1: Manuscripts of the Introduction and the Lectures of 1822-3. Claredon Press. Oxford, p. 197.

 

Hoe zijn de pyramiden in Egypte gebouwd? Hoe hebben koningen in Mali hun paleizen laten bouwen? Hoe hebben de Azteken bruggen in de stad Tenochttlan – het huidige Mexico – gebouwd? Hoe is de Taj Mahal ontworpen? Niet met wiskunde en gezond verstand maar met intuïtie en emotie. Hoe verzinnen ze het? Rationeel denken als een exclusief westerse manier van kennisproductie.

 

Dia 30: Wetenschap is uitgevonden door de Grieken?!

De tweede manier om de exclusiviteit van de westerse wetenschap te beargumenteren is dat wetenschap in Griekenland is ontstaan en dat Europa haar erfgenaam is. Lefkowitz is echt verontwaardigd dat iemand kan beweren dat wetenschap niet in Griekenland is ontstaan. Ze schrijft: Although I had been completely unaware of it, there was in existence a whole literature that denied that the ancient Greeks were the inventors of democracy, philosophy, and science.” (p. xi)

 

Inderdaad, filosofie, democratie en wetenschap bestonden al voor de Grieken in alle delen van de wereld. Sterker nog, de Grieken uit de oudheid verkondigden zelf dit idee, zoals we straks zullen zien. Het idee dat wetenschap in Griekenland is ontstaan, kan alleen in standgehouden worden door middel van diefstal. Dus door middel van onrechtmatige claims dat iets het eerst in Griekenland is uitgevonden, terwijl het elders al eerder bestond. Lefkowitz stelt dat “Knowledge (and culture) cannot be “stolen” like objets d’art.” Wat een onzin. In de wetenschappelijke wereld is er een speciale term hiervoor. Het heeft plagiaat. Je neemt werk over van een ander en doet voorkomen alsof jij de auteur bent. Wat dom om te denken dat je alleen tastbare objecten kunt stelen en intellectueel eigendom niet gestolen kan worden. Er is een heel systeem van patenten ontwikkeld op dit gebied. Lefkowitz stelt dat ze hoge akademische standaarden nastreeft, maar kan dit simpel onderscheid niet eens maken.

 

Het is natuurlijk mogelijk dat twee mensen onafhankelijk van elkaar een wetenschappelijke ontdekking hebben gedaan. Die ontdekking krijgt vaak een naam. Een eerlijke wijze van naamgeving is dat de ontdekking genoemd wordt naar de persoon of groep die als eerste de ontdekking heeft gedaan. Als de ontdekking genoemd wordt naar de persoon die als tweede of derde de ontdekking heeft gedaan, dan is er sprake van diefstal van intellectueel eigendom. Bij een hardloopwedstrijd roep je toch ook niet de derde persoon tot winnaar uit in plaats van de persoon die als eerste de eindstreep heeft bereikt? Weinig mensen zullen dit tegenspreken, behalve als je een witte racist bent of een door hen getrainde House Negro. Dan is het heel normaal dat je de zogenaamde stelling van Pythagoras noemt naar de persoon die het als tweede of derde heeft ontdekt.

 

Dia 31: De stelling van Pythagoras is niet van Pythagoras maar van Chou Pei Suan Ching

De stelling luidt: “In een rechthoekige driehoek is de som van de kwadraten van de lengtes van de rechthoekszijden gelijk aan het kwadraat van de lengte van de schuine zijde.” Deze stelling is eerder dan de Grieken ontdekt in Irak (Babylonië) en Azië. Daarover zijn de historici van de wiskunde het intussen over eens. Als je de stelling toch noemt naar de persoon die het later heeft ontdekt, c.q. de Griek Pythagoras, dan is dat diefstal van intellectueel eigendom. De stelling van Pythagoras had de stelling van Chou Pei Suan Ching moeten heten. Dat dat niet gebeurt heeft te maken met de invloed van het kolonialisme op ons onderwijssysteem dat gegrondvest is op de bevordering van witte suprematie.

 

Dia 32: De Grieken en Afrika

Laten we nu kijken naar de relatie tussen de Grieken en Afrika. Ook op deze kaart ligt Egypte in Afrika en Griekenland in Europa. Dat was 2000 jaar geleden ook zo. Overigens zien we in de wereldkaart ernaast hoe Eurocentrisch men in Europa is, door Europa als een continent aan te duiden, terwijl het een schiereiland is dat vast zit aan Azië.

De Grieken zagen Egypte, met een zwarte beschaving in Afrika, als een land met een hogere beschaving dan zijzelf. Zij stellen zélf dat niet zij, maar de zwarte Afrikanen de grondleggers zijn van de wetenschap. Toonaangevende Griekse historici uit die tijd bevestigen dat keer op keer. Laten we kijken naar Herodotos (475-425/420), die door witte Europeanen wordt beschouwd als de grondlegger van de geschiedschrijving als wetenschap.

 

Dia 33: Herodotos citaten – 1

Zijn boek staat vol met beschrijvingen over Egypte die hij vergelijkt met Griekenland. http://www.documentacatholicaomnia.eu/03d/-484_-430,_Herodotus,_The_History,_EN.pdf. Wrtten 450-420 BCE. Accessed 18 June 2015.

Enkele citaten:

Afrikanen als de meest wijze mensen in de wereld: “Egyptians, who surpassed all other nations in wisdom” (p. 478). Dit slaat op een voorval waarbij Griekse organisatoren van de Olympische Spelen Afrikanen vroegen om advies hoe ze de Spelen konden verbeteren.

Over astronomie: “The Egyptians were the first to discover the solar year, and to portion out its course into twelve parts. They obtained this knowledge from the stars. (To my mind they contrive their year much more cleverly than the Greeks, for these last every other year intercalate a whole month, but the Egyptians, dividing the year into twelve months of thirty days each, add every year a space of five days besides, whereby the circuit of the seasons is made to return with uniformity.)” (p. 324)

 

Over de Griekse cultus van Bacchus: “The worship of Bacchus through knowledge derived from Egypt, [was] introduced into Greece, with a few slight changes, at the same time that he was brought in various other practices.” (p. 370)

 

Dia 34: Herodotos citaten – 2

Over de Griekse goden: Almost all the names of the gods came into Greece from Egypt. My inquiries prove that they were all derived from a foreign source, and my opinion is that Egypt furnished the greater number.” p. 371

“Horus, the son of Osiris, [is] called by the Greeks Apollo. He deposed Typhon, and ruled over Egypt as its last god-king. Osiris is named Dionysus (Bacchus) by the Greeks.” (p. 470)

Over de Griekse orakels: “The following tale is commonly told in Egypt concerning the oracle of Dodona in Greece, and that of Ammon in Libya. My informants on the point were the priests of Jupiter at Thebes. They said “that two of the sacred women were once carried off from Thebes by the Phoenicians, and that the story went that one of them was sold into Libya, and the other into Greece, and these women were the first founders of the oracles in the two countries…. Lastly, by calling the dove black the Dodonaeans indicated that the woman was an Egyptian.” (p. 375, 378)

Voor wie twijfelt of Egyptenaren zwart zijn, dit laat zien dat Herodotos dat heel goed wist.

 

Dia 35: Herodotos citaten – 3

Over de godsdienstige rituelen in Griekenland: The Egyptians were also the first to introduce solemn assemblies, processions, and litanies to the gods; of all which the Greeks were taught the use by them. It seems to me a sufficient proof of this that in Egypt these practices have been established from remote antiquity, while in Greece they are only recently known.” p. 379

Over wiskunde n.a.v. een uitleg hoe in Egypte geometrische berekeningen werden uitgevoerd bij de verdeling van grond: “From this practice [de verdeling van grond], I think, geometry first came to be known in Egypt, whence it passed into Greece.” (p. 430)

 

Dia 36: Herodotos citaten – 4

Over filosofie en de scheiding van lichaam en geest: They were also the first to broach the opinion that the soul of man is immortal and that, when the body dies, it enters into the form of an animal which is born at the moment, thence passing on from one animal into another, until it has circled through the forms of all the creatures which tenant the earth, the water, and the air, after which it enters again into a human frame, and is born anew. The whole period of the transmigration is (they say) three thousand years. There are Greek writers, some of an earlier, some of a later date, who have borrowed this doctrine from the Egyptians, and put it forward as their own. I could mention their names, but I abstain from doing so.” (p. 449). Hij wijst dus ook nog eens op de praktijk van plagiaat bij Grieken die Afrikaanse ideeën presenteren als hun eigen ideeën.

 

Over de uitrusting van legers: “Both the shield and the helmet came into Greece from Egypt.” (p. 857)

 

Dit is slechts één van de vele Griekse schrijver die erkennen dat zwart Afrika, Egypte dus, de beschaving is waar zij hun kennis op hebben gebaseerd. Maar Herodotos is niet zomaar een schrijver. Hij werd tot voor kort in de westerse wereld gepresenteerd als de grondlegger van geschiedenis als een wetenschap, alsof alle andere volkeren geen geschiedschrijving kennen.

Laten we kijken naar hoe de drie Griekse grootheden keken naar Egypte: Socrates, Plato en Aristoteles.

 

Dia 37: Socrates: Egypte – uitvinding van wetenschap

Volgens Socrates was wetenschap in Egypte uitgevonden en met name het schrift. Hij zegt in één van Plato´s dialogen: “At the Egyptian city of Naucratis, there was a famous old god, whose name was Theuth; and he was the inventor of many arts, such as arithmetic and calculation and geometry and astronomy and draughts and dice, but his great discovery was the use of letters.”  Plato (n.d.): Phaedrus. Translated by Benjamin Jowett, p. 51.

 

Dia 38: Plato: Egyptische kunstonderwijs

Plato schrijft met bewondering over het Egyptische van kunstonderwijs en presenteert het als een model voor Griekenland: “Long ago they appear to have recognized the very principle of which we are now speaking-that their young citizens must be habituated to forms and strains of virtue. These they fixed, and exhibited the patterns of them in their temples; and no painter or artist is allowed to innovate upon them, or to leave the traditional forms and invent new ones. To this day, no alteration is allowed either in these arts, or in music at all. And you will find that their works of art are painted or moulded in the same forms which they had ten thousand years ago; this is literally true and no exaggeration.” Plato (360 BCE): Statesman. translated by Benjamin Jowett, p. 23).

 

Dia 39: Aristotes erkent Egyptische astronomie als grondlegger voor astronomie en wiskunde

Aristoteles erkent zonder enig problem, dat de basis van de Griekse astronomie in Egypte en Babylonië lag: “Similar accounts of other stars are given by the Egyptians and Babylonians, whose observations have been kept for very many years past, and from whom much of our evidence about particular stars is derived.” Aristotle (350 BCE): On the Heavens. Translated by J. L. Stocks, p. 32.

Een andere citaat van Aristotles over de theorie van kometen als staarten van planeten: For this we must not only accept the authority of the Egyptians who assert it, but we have ourselves observed the fact. Besides, the Egyptians affirm that conjunctions of the planets with one another, and with the fixed stars, take place, and we have ourselves observed Jupiter coinciding with one of the stars in the Twins and hiding it, and yet no comet was formed.” Aristotle (350 BC): Meteorology. Translated by E. W. Webster, p. 5.

Volgens Aristoteles is wiskunde in Egypte uitgevonden: “The mathematical arts were founded in Egypt” schrijft hij in Metaphysica. Aristotle (350 BC): Metaphysics. http://pinkmonkey.com/dl/library1/gp010.pdf. Accessed June 22 2015. translated by W. D. Ross, p. 2.

 

Dia 40: Grieken gingen studeren bij de Afrikanen

Waar komt deze bewondering en erkenning voor Egypte vandaan? Heel simpel. Veel Griekse geleerden gingen studeren in zwart Egypte. De opleidingsinstituten in Egypte waren de tempels. De wetenschappers waren de priesters. De tempels beschikten over de boeken. Griekse historici uit die tijd documenteerden welke grote Griekse wetenschappers in Egypte gingen studeren.

Jamblichus schrijft in de vierde eeuw voor de Europese jaartelling een biografie over Pythagoras en meldt dat deze wiskundige 22 jaar in Egypte verbleef “in the temples, astronomizing and geometrizing, and was initiated, not in a superficial or casual manner, in all the mysteries of the Gods.” Jamblichus (1818): Life of Phytagoras. Translated by Thomas Taylor. J.M. Watkins. London, p. 9.

Eenmaal terug in Griekenland “he endeavoured to introduce the symbolical code of teaching, in a way perfectly similar to the documents by which he had been instructed in Egypt.” (idem, p. 10).

Diogenes Laertius, in een boek over the leven van Griekse filosofen in de derde eeuw voor de Europese jaartelling, schrijft over Democritus die bekend werd vanwege zijn theorie over atomen: “He travelled into Egypt to learn geometry from the priests.” Diogenes Laertius (1925): Lives of Eminent Philosophers. English translation R.D. Hicks. William Heineman. London, p. 445.

Dit is slechts een topje van de ijsberg.

 

Dia 41: Wat te doen met de Griekse bewijzen?

Stel je zit anno 2015 als witte man of vrouw in je werkkamer aan de universiteit. Je bent er vast van overtuigd dat de Greeks were the inventors of democracy, philosophy, and science. Nu blijken zwarte mensen ook de oude Grieken te lezen en die brengen deze citaten voor je. Wat kun je doen om te voorkomen dat je in een diepe geestelijke depressie beland? De meest simpele remedie is de wetenschappelijke methode volgen, d.w.z. de bewijzen erkennen, de stelling van Lefkowitz verwerpen en doorgaan met je leven. Dat is gemakkelijk voor mensen met een open mind. Maar als je getraind, gepokt en gemazeld bent in racistisch Eurocentrisme, en overtuigd ben van witte suprematie is dat niet zo gemakkelijk. Dus gaan je hersenen als een razende te keer om argumenten te verzinnen dat je stelling toch klopt. Je begint te fantaseren.

 

Dia 42: Fantasie 1: Herodotos is een leugenaar

Fanatasie 1: je trekt de bron in twijfel en concludeert: Herodotos was een leugenaar! Lefkowitz zegt: “His ideas about the relationship of Greece to Egypt are speculative, and often misleading. Apparently he was so impressed by the antiquity and complexity of Egyptian culture that he wanted to establish connections with Greek customs wherever he could.” (p. 62)

Lefkowitz denkt dat ze niet hoeft te voldoen aan het criterium van empirische validatie. Ze verzint maar wat over zijn motieven. En ze denkt dat ze een punt heeft gemaakt. Maar waarom werd Herodotos ook weer de vader van de geschiedschrijving genoemd? Inderdaad, omdat hij een onderscheid maakt tussen speculatie en waarneming. Hij schrijft op een gegeven moment: Thus far I have spoken of Egypt from my own observation, relating what I myself saw, the ideas that I formed, and the results of my own researches. What follows rests on the accounts given me by the Egyptians, which I shall now repeat, adding thereto some particulars which fell under my own notice.” (p. 420)

Als Herodotos onder de indruk is van de Afrikaanse cultuur, waarom is dat een bewijs dat hij liegt. Waar zijn de tegenbewijzen dat hij dat verzonnen heeft?

 

Dia 43: Fantasie 2: Herodotos was geen Griek

Fanatasie 2: verander Herodotos van een Griek naar een Pers. Lefkowitz: Although few Greeks were able to travel there at the time because the country was occupied by their enemies, the Persians, Herodotus was, technically a Persian subject. He visited Egypt sometime before 430 B.C.” p. 62. Arme Herodotos. Hij maar denken dat hij al die tijd een Griek was, blijkt hij nu een Pers te zijn!

En arme Nederlanders. Toen Duitsland Nederland bezette tussen 1940 en 1945, dachten dat ze dat ze Nederlanders waren, maar ze waren technisch gesproken Duitsers! Dit is de wetenschap volgens Lefkowitz, Boter en Flinterman.

 

Dia 44: Fantasie 3: een nieuwe framing

Fantasie 3: je geeft een nieuwe framing aan het verhaal, maar loopt wel kans jezelf tegen te spreken in je eigen fantasie. Lefkowitz probeert een argument te verzinnen waarom Herodotos moet worden afgewezen als een valide bron voor geschiedschrijving. Ze bedenkt het volgende argument: Herodotus thought that the Greeks might have been influenced by Egyptian culture because the civilization of Egypt was more ancient than that of Greece. In logic, this type of argument is called post hoc ergo propter hoc, ‘after which means on account of which.’ He does not seem to have reasoned that cultural exchange almost always works in both directions.” p. 65. Ze denkt ‘Ik gooi er wat Latijn bij om indruk te maken’, maar realiseert zich niet dat ze net bevestigt wat Afrocentristen beweren, namelijk dat de Grieken werden beïnvloed door de Afrikanen, wat eerst stellig ontkend werd door Lefkowitz, want tweezijdig betekent dat ook de Afrikanen de Grieken hadden beïnvloed. In haar bedoeling om Herodotos er onder uit te halen, geeft ze de Afrocentristen gelijk! Wees dus voorzichtig: al is de leugen nog zo snel, de waarheid achterhaalt hem wel.

 

Dia 45: Fantasie 4: Je kan wel ergens studeren, maar dat betekent niet dat je iets leert

Fantasie 4: verzin het volgende idee: “Je kan wel ergens studeren, maar dat betekent niet dat je iets leert.” Menig student op de VU zal dit beamen, zeker na dit debat. Lefkowitz bespreekt het werk van de Griekse historicus Diodorus die bijna drie eeuwen na Herodotos Egypte bezoekt en met Afrikaanse priesters spreekt. Ze schrijft wat Diodorus vermeldt: “They knew from accounts in their sacred books that the Greek wise men Orpheus, Musaeus, Melampus, Daedalus, the poet Homer, the Spartan lawgiver Lycurgus, the Athenian lawgiver Solon, the philosopher Plato, Pythagoras, the mathematician Eudoxus, Democritus, and Oenopides had all come to their country. The priests showed Diodorus statues of these men, and buildings or places that were named for them. They brought exhibits of the course of study attempted by each man, and stated that ‘everything for which they were admired by the Greeks was brought from Egypt.’ (p. 72-73).

Dat kan wel mooi en waar zijn, stelt Lefkowitz, maar studeren betekent nog niet dat ze ook daadwerkelijk iets geleerd hebben. Ze zegt: “Evidently he followed Herodotus’s example in imagining that any similarity was proof of direct connection, rather than a sign of indirect influence, or simply a coincidental occurrence. Like Herodotus, he seems eager to discover correspondences, with such zeal that he takes the most superficial similarities as a sign of borrowing.” (p. 72-73)

Dit is het soort redenering wat je op de schoolplein van de middelbare school voert in een jolige bui, maar is dit echt serieus? Ja, het is heel serieus in de school van het wetenschappelijk kolonialisme. Ze heeft het gepubliceerd in een boek dat aanbevolen wordt door Boter en Flinterman.

 

Dia 46: Fantasie 5: Als het niet in de krant staat, dan is het niet gebeurd

Fantasie 5 is een ander verzonnen idee: “Als het niet in de krant staat, dan is het niet gebeurd.” Hoe maak je duidelijk dat wiskunde niet overgenomen is door de Grieken of Herodotos of Diodorus verkeerde dingen hebben gehoord van de Afrikanen? Lefkowitz legt uit dat witte Europeanen sinds 1836 de hiëroglyfen konden ontcijferen: “On the basis of these new discoveries, European scholars realized that they could no longer take at face value what Herodotus, Diodorus; and the church fathers had to say about Greece’s debt to Egypt. Once it was possible to read Egyptian religious documents, and to see how the Egyptians themselves described their gods and told their myths, scholars could see that the ancient Greeks’ accounts of Egyptian religion were superficial, and even misleading.” Lefkowitz, M. (1996): Not out of Africa. How Afrocentrism Became an Excuse to Teach Myth as History. Basic Books. New York, p. 58.

Als de hieroglyphen zouden bewijzen dat er een ander concept van God was opgeschreven, betekent dat het verhaal over de standbeelden van Griekse studenten in Egypte niet klopt of dat Pythagoras daar niet heeft gestudeerd? Zijn de hiërogliefen de enige bron van informatie over geschiedenis. Als daar niet in staat, dan is het niet gebeurd?

 

Dia 47: Racisme: inferieure wezens kunnen hoge beschavingen voortbrengen

Een groot deel van de discussie over Griekenland en Afrika draait om huidskleur. Met de opkomst van slavernij en de Witte Verlichting verandert het beeld van zwarte mensen. Die werden beschouwd als dieren en later als inferieure mensen. De boodschap van witte suprematie is: inferieure mensen kunnen geen hoge beschavingen voortbrengen.

Maar Egypte ligt in Afrika en die Egyptische beschaving wordt alom erkend als een hoge beschaving. Hoe los je deze contradictie op vanuit de racistische ideologie? Dat kan op twee manieren. Je haalt Egypte uit Afrika en plaatst het in Azië, in de Oriënt, zoals wordt gedaan in de lesstof van Boter en Flinterman. Dan praat je niet meer over Egypte in Afrika, maar Egypte in de Orient.

De tweede manier is om Egyptenaren wit te maken. De farao’s waren witte heersers. Dat is het beeld in de populaire cultuur. De Egyptoloog Cheik Ante Diop heeft uitvoerig bewijsmateriaal in dertien categorieën geproduceerd die aantonen dat de farao’s zwart waren en Egypte een zwarte beschaving had, waaronder archeologie, genetica, de melanine-dosage test om het percentage melanine in de huid van mummies vast te stellen, kunst, historische bronnen etc.

 

Dia 48: Obama, eerste zwarte president van Amerika, maar zijn moeder is wit

Het kolonialisme had met de opkomst van racisme een eenvoudige definitie gegeven van wat zwart is, namelijk alles wat niet wit is. Als een witte man een zwarte vrouw verkrachtte, dan werd hun kind zwart en tot slaaf gemaakt. Als een witte vrouw een kind kreeg met een zwarte man werd, de man vermoord en de vrouw gestraft met zweepslagen. Hun kind werd als zwart bestempeld en tot slaaf gemaakt.

Die benadering geldt tot de dag van vandaag. Obama´s moeder was wit en zijn vader zwart. Dat maakt hem niet tot de 44ste witte president van Amerika, maar wel tot de eerste zwarte president van Amerika.

 

Dia 49: De one-drop-blood theorie

In Amerika werd deze definitie gebruikt in de “one-drop-blood” theorie. Als je maar één druppel zwart bloed hebt, dan ben je zwart. Met deze definitie is apartheid ingevoerd na de afschaffing van slavernij in Amerika. Hier zie je een man, die een octoroon werd genoemd omdat hij één-achtste zwart bloed had. Zijn naam is Homer Plessy. Op 7 juni 1892 kocht hij een eerste klas treinkaartje en ging zitten in een coupé dat alleen voor witte mensen was bestemd vanwege de apartheidswetten van de staat Louisiana die segregatie voorschreef in het openbare leven. Daarmee lokte hij een rechtszaak uit die tot naar het Amerikaanse hooggerechtshof ging en bekend staat onder de naam Plessy versus Ferguson. John Howard Ferguson was de rechter die de zaak voorzat waar het Hooggerechtshof het besluit nam om op federaal niveau apartheid in te voeren in Amerika onder het beginsel van “separate but equal”. Dat systeem werd pas in de tweede helft van de 20ste eeuw door de burgerrechtenbeweging omvergeworpen. De definitie van zwart werd in de wet vastgelegd: zwart is alles wat niet wit is. Dat was de democratie van Lefkowitz, Boter en Flinterman.

 

Dia 50: Waren de Grieken wit?

Als we met deze definitie naar de Griekse oudheid kijken doemt een groot probleem op voor de racisten. Het brengt de vraag naar boven: waren de Grieken wit of zwart? Hoe is dat probleem ontstaan? Iedereen erkent dat de Griekse samenleving in de oudheid een multiculturele samenleving was waar huidskleur niet gebruikt werd om sociale verhoudingen te organiseren. Zelfs Lefkowitz onderschrijft dat: The Greeks and Romans were less precise in their use of color terms than we would wish [let op: then we would wish, waarom zou je het wensen], because skin color to them was no more important than: the color of a person’s eyes or hair.” (p. 31)

Met de westerse definitie van zwart gingen zwarte wetenschappers kijken naar allerlei grootheden uit de klassieke oudheid en constateerden dat ze niet wit en dus zwart waren. Joel Rogers heeft zo een lijst samengesteld. Cleitus de Zwarte wordt overal beschreven als een Macedonische generaal uit het leger van Alexander de Verschrikkelijke. Hij werd zwart genoemd niet vanwege een zonnebril die ze niet hadden, maar vanwege zijn huid. Hannibal, de legendarische legeraanvoerder, was geboren in Tunesië. Tunesië ligt in Afrika. Hannibal is zwart want in Tunesië wonen geen Zweden, witte mensen met blauwe ogen. Cleopatra had een Griekse vader en een grootmoeder van Afrikaanse afkomst. Dus Cleopatra was zwart. Dat werd onlangs nog eens bevestigd met de vondst van de mummie van haar zuster Arsinöe die volgens antropologe Caroline Wilkinson Afrikaanse wortels heeft.

 

Dia 51: Socrates was zwart! Oh hemel!!

En als dan blijkt dat het beeld van Socrates Afrikaanse trekken vertoont, wordt Lefkowitz helemaal gek. Links zie je een foto van Kwame Nimako en rechts een tekening en standbeeld van Socrates. Is het raar van Afrikanen om te zeggen: “Hé dit is een brother die lijkt op ons!”

Lefkowitz vindt van wel en dus gaat ze paginas lang te keer om uit te leggen dat het beeld niet kloppen. Ze schrijft: “If he had been a foreigner, one of his enemies, or one of the comic poets, would have been sure to point it out. The comic poets never missed an opportunity to make fun of the origins of Athenian celebrities.” (P. 27).

Haar kromme redenatie bestaat uit drie stappen.

  1. Het beeld zien wij wel als Afrikaan, maar de Grieken niet.
  2. Want als de Grieken hem als Afrikaan hadden gezien, zouden ze hem uitgelachen hebben. Waarom hij vanwege zijn kleur zou zijn uitgelachen is niet duidelijk.
  3. Aangezien we geen documenten hebben gevonden waarin hij uitgelachen wordt, was het beeld dus niet van een Afrikaan. Wat wij zien, is niet altijd de werkelijkheid.

Dit is koeterwaals van de eerste orde en wordt op de VU aangeprezen als wetenschappelijk.

 

Eerder stelde ze dat de Grieken geen onderscheid maakten naar kleur, maar naar taal: “The Greeks were careful to distinguish themselves from all foreigners, and referred to them rather indiscriminately as barbaroi, people who spoke· unintelligibly. Because of their own sense of, identity, the Greeks would have dismissed as nonsense any suggestion that they were of African descent.”

Om de huidskleur van de Grieken vast te stellen gebruikt ze dus het criterium van taal. Al je zo tewerk gaat, kom je terecht in de sfeer van moppen over gekken. Twee gekken lopen op straat. Dan vraagt de een aan de ander: Hoe laat is het? Antwoordt de ander: Donderdag. We vragen Lefkowitz, Boter en Flinterman: “Welke huidskleur hadden de mensen in Griekenland?” Ze antwoorden: “Ze spraken Grieks.”

 

Dia 52: Lefkowitz: propaganda voor witte suprematie

Het boek van Lefkowitz is propaganda voor witte suprematie. Ze voldoet niet aan criteria voor wetenschappelijke kennis:

  • Haar stelling dat wetenschap uitgevonden is door de Grieken is niet gebaseerd op feiten.
  • Haar stelling dat racisme een uitzondering was tijdens de Verlichting wordt tegengesproken door feiten.
  • Haar stelling dat de Grieken geen invloed hebben ondergaan van de Afrikanen wordt tegengesproken door feiten en ze spreekt zichzelf tegen.
  • Haar opvatting dat Socrates en andere leidende Grieken wit waren, worden tegengesproken door feiten en ze spreekt zichzelf tegen.

 

Boter en Flinterman presenteren dit als een model voor wetenschappelijk onderzoek. Het is een model van de propaganda voor witte suprematie.

 

Dia 53: Hoe verder? Voorkom een nieuwe Holocaust!

Hoe gaan we verder met deze discussie. Als het om Lefkowitz gaat, is de stelling dat de Grieken opgeleid waren door Afrikanen het begin van een nieuwe Holocaust. Lees maar: “Most of us are just beginning to emerge from the fog far enough to see where history-without facts can lead us, which is right back to fictive history of the kind developed to serve the Third Reich. It is not coincidental – that ours is the era not just of Holocaust denial but of denial that the ancient Greeks were ancient Greeks and creators of their own intellectual heritage.” (Idem, p. 50).

De ontkenning dat de Grieken de uitvinders waren van wetenschap staat gelijk aan de ontkenning van de Holocaust. Is dit serieus! Ja, het is erg serieus voor het wetenschappelijk kolonialisme dat zo aanbevolen wordt door Boter en Flinterman.

 

Dia 54: Meervoudige perspectieven op de VU: decolonial studies department

Wij zijn niet zo radikaal als Lefkowitz, Boter en Flinterman. We stellen een minder ambitieuze eis dan het voorkomen van een nieuwe Holocaust. We vinden dat een universiteit de plek zou moeten zijn, waar studenten deelgenoot moeten worden van meerdere perspectieven in kennisproductie. Om dat mogelijk te maken moet er erkenning zijn dat er meerdere perspectieven zijn en net zoals je vrouwenstudies hebt, zou je ook Decolonizing The Mind studies moeten hebben op de universiteit. En net zoals vrouwenstudies bemenst wordt door vrouwen, zou dit soort afdelingen bemenst moeten worden door mensen van kleur. Dat krijg je niet kado. Daarvoor is strijd nodig. Daarvoor zijn organisaties nodig als NUC, Amsterdam United en University of Color nodig. Daarvoor is een geest nodig van assertiviteit en verzet, de geest van Emma Lee Amponsah.

 

Dank u voor uw aandacht.