Waarom Sunny Bergman niet in debat wil met mij

Sandew Hira
23-12-2016

Sunny Bergman was op Radio Mart in een discussie met mij, die geleid werd door Glenn Codfried, naar aanleiding van mijn kritiek op haar documentaire. Daarin kwam te sprake dat er een goed debat moest worden gevoerd over bondgenootschap met witte mensen in de strijd tegen racisme. Mitchell Esajas van New Urban Collective bood via Facebook aan om dat debat te organiseren. Op Facebook werd enthousiast gereageerd op dit voorstel en werd een praktische invulling besproken. Moet het debat met camera’s worden opgenomen en via Facebook live worden uitgezonden? Sunny was er eerst geen voorstander van. Ik bracht het argument van transparantie naar voren. Ze ging akkoord. Moet het een debat worden of een gesprek met meer mensen? Sunny wil een gesprek. Ik zeg dat een debat een gesprek is tussen twee mensen die elkaar stellingen beoordelen. In een persoonlijke Facebook chat tussen Mitchell, mij en Sunny worden de details besproken: zondag 29 januari in Vereniging Ons Suriname van 14.00-17.00 uur. Sunny en ik houden ieder een inleiding van 20 minuten. Daarna volgt er een debat tussen ons van 30 minuten. Vervolgens krijgen twee mensen de gelegenheid om het debat te becommentariëren. Tenslotte komt er een zaaldiscussie. Het New Media Platform bood aan om de zaak met professionele camera’s op te nemen en via Facebook live uit te zenden.

Een normale gang van zaken bij de voorbereidingen van een debat, toch? Ja, als het alleen om witte mensen zou gaan. Zodra mensen van kleur in beeld komen, verandert de zaak. Dus dacht Sunny twee keer na, en kwam tot het besluit om toch maar niet in debat te gaan met mij. Waarom?

Mitchell stuurde een FB-bericht: “Sunny en ik hebben elkaar zojuist gesproken. Sunny gaf aan dat ze het format van debat niet ziet zitten omdat een gesprek uit haar ervaring met de films constructiever is.”

Om te begrijpen wat hier aan de hand is, heb je niet veel aan theorieën over white privilege, alledaags en weekend racisme. Je moet kijken naar eeuwenlang racisme dat bekend staat onder de naam institutioneel racisme.

Sinds de Witte Verlichting van Europa is er een beeld geschapen van mensen van kleur alsof ze niet rationeel zijn. Ze denken niet met hun verstand, maar met hun geslacht. Ze kunnen geen beschaafde conversatie voeren. Deze barbaren strooien direct met scheldtermen als “fuck you”, gooien met speren, schieten met geweren en zijn gewoon niet in staat om met argumenten te discussiëren.

Als – God verhoede het – er toch een gesprek tussen wit en zwart moet komen, dan mag wit wel voorwaarden stellen aan zwart.

Geen camera’s erbij. Dat doen ze alleen bij debatten tussen witte mensen, een beschaafd volk, dat geduldig luistert en debatteert. Als zwart erbij komt, loopt het gegarandeerd uit de hand en dat mag niet geregistreerd worden.

Als witte mensen kritiek geven, dan noemen ze het een discussie. Als zwarte mensen kritiek geven, dan noemen ze het een aanval. Daarom willen ze geen kritiek, maar applaus. Kritiek is destructief. Applaus is constructief. De witte eis voor het debat is: geen destructie (kritiek), maar constructie (applaus). Als zwarte mensen niet willen applaudisseren voor iedere scheet die witte mensen laten, dan zijn ze destructief bezig.

Als een wit persoon in debat gaat met een zwart persoon, dan moet je ervoor zorgen dat de witte persoon een paar zwarte medestanders met zich kan meenemen. Zonder zwarte medestanders wordt het gevaarlijk voor wit. Daarom is de eis: geen debat, maar een gesprek van wit (met zwarte medestanders) tegenover de zwarte kritiek. Net als in de good old days van slavernij waar de witte meester altijd zwarte totslaafgemaakten bij zich had als hij “in gesprek” ging met de rest van de plantage.

Als witte mensen met elkaar in debat gaan, dan is het een intellectuele exercitie tussen beschaafde mensen. Als wit en zwart in debat gaan met elkaar dan is het “wij tegenover zij”. Witte mensen kennen geen “wij tegenover zij” als ze meningsverschillen hebben.

Als witte mensen het vraagstuk van identiteit bespreken, dan heet het “het doorbreken van taboe’s”, “het bespreekbaar maken van de problemen van de multiculturele samenleving.” Als zwarte mensen over identiteit praten, dan krijgt het een negatieve label: “identity politics”.

Sunny’s opvatting dat een debat tussen haar en mij alleen destructief kan zijn is gebaseerd op die racistische noties uit de Witte Verlichting die ik hierboven heb uiteengezet. En zo iemand wil ons gaan uitleggen wat racisme is en hoe het werkt.