SUNNY BERGMAN EN HET VERSCHIL TUSSEN VOORRECHT EN ONRECHT

Sunny Bergman is het lieverdje van de VPRO en de witte linkse elite in Nederland. Een beetje anti-racistisch, een beetje kritisch en gesubsidieerd met geld dat bedoeld is voor de zwarte gemeenschap documentaires maken die een beetje ongemak veroorzaken bij witte mensen, maar ook niet teveel. Je kietelt het ongemak, zodat de witte elite kan zeggen: zit wat in, maar gelukkig laat onze Sunny zien dat we er mee willen dealen op prettige manier: veel praten en koffie drinken met elkaar. Niks institutioneel racisme.
Dat was met de documentaire over Zwarte Piet het geval en nu ook met de documentaire Wit is ook een kleur.
De formule is dezelfde: je neemt een onderwerp dat zwarte activisten op de agenda hebben gezet. Je weet dat daar twee stromingen zijn: activisten die racisme analyseren vanuit het concept van institutioneel racisme en in de lange traditie zitten van radicale decoloniale strijd (Malcolm X, Frantz Fanon, Marcus Garvey etc) en activisten die racisme analyseren vanuit het concept van de scheve interactie tussen mensen (alledaags en weekend racisme, intersectionaliteit) die blijft in de traditie van wit liberalisme.
Vanuit institutioneel racisme stel je bij de documentaire van Bergman al gauw de vraag: waarom worden een kwart eeuw nadat gemeenschappen van kleur gekwalificeerde documentairemakers hebben opgeleverd zwarte documentairemakers niet in staat gesteld om voor de Nederlandse televisie een ongemak te presenteren dieniet kietelend maar confronterend is, zoals je bij zwarte documentairemakers ziet in Engeland of Amerika.
Het concept van witte privilege kietelt wit ongemak. Tja, we zijn bevoorrecht; het is nu eenmaal zo gegroeid en ja moeten daar eens iets aan doen, maar we bedoelen het goed.
Vanuit institutioneel racisme gebruiken we het concept van wit onrecht, niet wit voorrecht. Het verschil tussen voorrecht en onrecht is dat voorrecht kietelt, onrecht confronteert. Bij wit privilege gaat het om een situatie die ontstaan is en vervelend is. Bij onrecht gaat het om een situatie die in stand gehouden wordt en strijd vereist om die te veranderen. Bij voorrecht kun je een wijntje drinken en praten over hoe zwarte mensen meer voorrechten krijgen. Bij onrecht klaag je een systeem aan en wil je fundamentele veranderingen zoals quota-regelingen.
Bergman laat een geliefd experiment zien bij cursussen over wit privilege. Een groep van zwarte en witte mensen staan op een rij. Er wordt een vraag gesteld zoals: “Als ik winkel kan ik er redelijk zeker van zijn dat de bewaker mij niet in de gaten zal houden.” Als je “ja” antwoordt, dan doe je een stap naar voren. Je houdt je adem in: gaan zwarte mensen een stap naar voren doen? Nee! Zijn het echt de witte mensen die een stap naar voren doen. Wie had dat gedacht? Wat een geweldige verrassing!
De vragen zijn kietelend, niet confronterend. Dit is een voorbeeld van een confronterende vraag: “Als ik en een zwarte documentairemaker een programmavoorstel indienen bij de VPRO om racisme te behandelen, dan zal de VPRO mij de opdracht geven, mits ik extra geld weet te halen uit subsidiepotjes die bedoeld zijn voor de zwarte gemeenschap.”
Sunny Bergman kan nu twee stappen naar voren doen. De komende tijd zullen er ongetwijfeld meer stappen volgen, omdat de zwarte gemeenschap nog niet zover is dat ze kan eisen: quota-regelingen bij de publieke omroepen die zwarte filmmakers in staat stellen uit het reguliere budget programma’s te laten maken over racisme.
Tot die tijd geld: een kinderhand is gauw gevuld en werk maar liever met het concept van voorrecht in plaats van onrecht.