De hypocrisie rond de Armeense genocide

Sinds de opkomst van DENK hebben we een nieuw fenomeen: nooit maakte Humberto Tan of Matthijs van Nieuwkerk zich druk om historische misdaden. Plotseling is de Armeense genocide uit 1915 een geweldig moreel probleem geworden in de Nederlandse samenleving. Je ziet vreselijke foto’s van jonge Armeense meisjes die gekruisigd zijn geworden. De wreedheden die Turkse militairen hebben begaan jegens Armeniërs worden breed uitgemeten. Tan, Van Nieuwkerk en de hele meute van journalisten en politici huilen tranen met tuiten van verdriet over zoveel onmenselijkheid. En ze vragen ons om mee te huilen. Maar zo gemakkelijk gaat dat niet.

Ik roep al die verdrietige journalisten en politici om hun oprechtheid te tonen en de tegen Armeniërs luid en duidelijk te zeggen: wij willen dat de Turkse regering net zo omgaat met de Armeense genocide zoals de Nederlandse regering is omgegaan met slavernij in Suriname en de bezettingsoorlog in Indonesië, we willen niet met twee maten meten. We willen dat de Turkse regering net zo omgaat met de Armeense genocide zoals de Belgische regering is omgegaan met de genocide in de Congo of de Duitse regering is omgegaan met de genocide van de Herero’s in Namibië. België en Duitsland zitten samen met Nederland in de EU. Deze banden zijn sterker dan die met de Turkse regering. Hoe zijn Nederland, België en Duitsland omgegaan met de bovengenoemde historische misdaden. Hebben ze herstelbetalingen gedaan? Hebben ze die misdaden erkend? Hebben ze onderwijsprogramma’s opgezet om de misdaden te herdenken?

Wie over de Armeense genocide begint, moet niet stoppen bij Turkije, maar beginnen in het land waar we wonen en de landen die in de EU zitten. Als je daar stopt, heb je ieder moreel recht verspeeld om over de Armeense genocide te klagen, want dan is gewoon een onderdeel van een ordinair politiek steekspel. Dat is misbruik van het leed van het Armeense volk.

 

Sandew Hira

24-5-2016