Houria Bouteldja: islam in het westen

Vertaling: Judith de Hont

Dit is een bewerking van de presentatie die Houria Bouteldja op 18 juni 2014 gaf op de Granada Summer School on Islam and Liberation Theology

Eén van de namen van God is “al-‘Adl”, wat “de Rechtvaardige” betekent. Mijn vader heeft mij geleerd dat de Islam in haar essentie bestaat uit een ideaal van rechtvaardigheid.  Dus de vraag “Kan men moslim zijn in het Westen?” zou hij (en ik ook) provocatief beantwoorden met “nee”. Mijn presentatie is niet die van een Islamitische geleerde. Ik heb daar immers de kwalificaties niet voor, noch heb ik de pretentie daartoe. In plaats daarvan wil ik graag een analytisch raamwerk bieden voor het begrijpen van de interacties tussen het feit van moslim zijn en men zichzelf zo noemen en het feit van politiek betrokken zijn.

Als Islam werkelijk het idee van radicale rechtvaardigheid is, dan is onze aanwezigheid als moslims in het hart van de imperialistische stad, in het hart van de onrechtvaardigheid, problematisch. In deze context zouden we, wellicht, meer nederigheid tonen als we onszelf zagen als moslim in wording.

Sommigen van jullie zouden dit verwerpen omdat, op individueel niveau, jullie de lessen van het heilige boek respecteren, de vijf pilaren van de Islam, de Sunnah en de grote beginselen van de Islam. Deze vormen inderdaad de basis van de Islamitische gebruiken en ze zijn fundamenteel voor wie bij de Ummah el Islamiya [de Moslim gemeenschap] wil horen. Maar ik beweer dat er een fundamentele tegenstelling is tussen het ideaal van rechtvaardigheid dat door de Islam wordt bepleit en de materiële voordelen die we hebben bereikt door in grote mate te leven van de plunderingen van het Zuiden (in de vorm van salarissen, sociale herverdeling of politieke rechten). We zijn zeker niet de voornaamste profiteurs (dat is de bourgeoisie), en we zijn niet eens de secondaire profiteurs (dat is de witte arbeidersklasse). Wij zijn de ongewilde en zijdelingse profiteurs van dit systeem, maar we profiteren evengoed, zelfs  terwijl we in de marges blijven.

Wanneer ik “we” zeg bedoel ik de categorie mensen die tussen witte mensen en mensen van de Derde Wereld zit, postkoloniale subjecten die leven in het Westen; voorouders van gekoloniseerde mensen en slachtoffers van structureel racisme in het Noorden. Zij worden veracht, verbannen, gediscrimineerd, maar hun last is relatief gezien verminderd, want zij genieten van de sociale, economische en politieke rechten van liberale democratieën. Dus ik praat over “aristocratische inheemse mensen” te vergelijken met “aristocratische arbeiders” in de witte linkse beweging.

Het eerste wat gedaan moet worden om trouw te blijven aan je geweten is de werkelijkheid in al haar afschuwelijkheid te onderkennen. En de afschuwelijke realiteit van dit systeem is dat niemand van ons onschuldig is. Maar we zijn niet ook schuldig omdat de wereld waarin we leven een systeem is dat voor ons er was en ons waarschijnlijk zal overleven. We zijn niet schuldig, maar we zijn wel verantwoordelijk. We zijn verantwoordelijk als mens; we zijn verantwoordelijk als derde wereld mensen die leven in het Noorden en we zijn verantwoordelijk als “potentiële” moslims. In mijn optiek moeten we op basis van dit inzicht en deze objectieve situatie die in conflict staat met de Islamitische principes van rechtvaardigheid, politiek bedrijven.

Ik wil graag een onderscheid introduceren tussen sociale en politieke moslims. De eerste zijn, in algemene zin, culturele moslims; ze hebben de Islamitische cultuur geërfd omdat ze geboren zijn in een Islamitische omgeving. Ze praktiseren wel of niet of ze zijn bekeerlingen. De tweede groep bestaat uit mensen die naast het belijden van hun geloof, zich bewust zijn van hun verantwoordelijkheid in een structureel onrechtvaardige wereld. In deze analyse zal ik me richten op de tweede groep.

Welke politiek zouden moslims moeten bedrijven?

Ze zouden in mijn optiek eerst een materialistische analyse over macht moeten ontwikkelen. De macht waarover ik spreek is een wereldwijde macht, een systeem: moderniteit. Sadri Khiari spreekt over moderniteit als een “wereldgeschiedenis die gekenmerkt wordt door Kapitaal, koloniale/postkoloniale heerschappij, de moderne Staat, en het hegemonische systeem van ethiek dat daarmee verbonden is.” Niemand kan er aan ontsnappen, ongeacht de individuele of collectieve wil daartoe. Vanuit een niet-romantische en materialistische analyse kan de Islamitische wereld niet als een onafhankelijke entiteit van dat systeem beschouwd worden. De Islam is onderdeel van dit wereldsysteem en, nog specifieker, de Islam, zoals elke andere beschavingstraditie, is nu een gevangene van moderniteit. Er is niet, aan de ene kant, moderniteit met haar eigen logica en, aan de andere kant, de Islam en haar waarden. De twee sferen zijn verbonden met elkaar en werken op elkaar in. In onze materiële werkelijkheid worden moslims, zoals individuen of de gemeenschap (of staten met een meerderheid aan moslims) bepaald, gestructureerd en afhankelijk gemaakt van het Westers imperialisme en het economische systeem dat daaraan ten grondslag ligt: het kapitalisme. Het resultaat van het structurerende karakter van de westerse moderniteit is dat elke dag de Islam gevormd wordt door koloniale moderniteit. Alles dat zich daarbinnen ontwikkelt, is verwerpelijk en corrupt. De Islam zit vast in moderniteit zoals een mug vastzit in een spinnenweb. De Islam niet als afzondering van de wereld , maar als praktijk, kan dus niet ontsnappen aan haar eigen corrumpering.

Ten tweede, moslims moeten oppassen voor de retoriek over de hervorming van de Islam. Het is een kwestie van methodiek. Denken dat de Islam hervorming nodig heeft is denken dat Islam het probleem is. Om aan dit dilemma te ontsnappen stond één van de sprekers er laatst op om een onderscheid te maken tussen de moderne, hervormde Islam en de “ware” Islamitische hervorming. Het eerste zou zich moeten onderwerpen aan het westen; zijn voorstanders streven naar een gemoderniseerde Islam. De tweede beweert een alternatief voor het westen en stelt voor om het westen te Islamiseren. Ik geloof dat er hier sprake is van een blinde vlek. Volgens mij zouden wij noch de Islam moeten moderniseren noch een Islamiserende moderniteit moeten willen hebben. We moeten simpelweg paradigma’s veranderen. Met andere woorden, we moeten aan de slag gaan met een strategie om een einde aan moderniteit te brengen. Als we in aanmerking nemen de uitdaging van moderniteit, de corruptie waar we mee te maken hebben, en de confrontatie tussen moderniteit en Islam of Oost tegen West, dan zijn er drie opties mogelijk.

  1. Imitatie door fascinatie

Hier gaat het om een vernieuwing van de Islam, om de promotie van een Verlichting binnen de Islam, om de acceptatie van de mythes van de moderniteit, en om de acceptatie van het idee dat imperialistische misdaden sinds de “ontdekking” van Amerika, genociden, en het vernietigen van samenlevingen slechts ongelukkige incidenten uit de geschiedenis van het Westen zijn. Het criminele karakter van het Westen wordt in deze visie verhuld. De meest opvallende kenmerken van het Westen is haar liberale democratie, de Franse Revolutie, de kwestie van rechten, vooruitgang, technologie, wetenschappelijke ontdekkingen, mensenrechten en de Verlichtingsfilosofie.

Voor deze moslims is het Westen als een zon. Voor hen moet de Islam daar omheen draaien. Bovendien is het belangrijk voor moslims die dit idee aanhangen om een discours te produceren waardoor Islam overeenkomt met deze ideologie van Verlichting. Het idee voor hen is om te bewijzen dat de Islam een moderne religie is. Deze benadering heeft haar denkers, haar fanatici. Dit is de Islam van Uncle Tom. Iedereen kent een Uncle Tom in zijn omgeving: Ayaan Hirsi Ali, Fadela Amara, Salman Rushdie, Taslima Nasreen, Malek Chebel, Abdelwahab Meddeb, Hassen Chalghoumi, Djemila Benhabib… Ze hebben meer aanhang in de media dan in de Islamitisch gemeenschap. Daarom zal ik niet uitweiden over deze groep gezien die zal eindigen op de vuilnisbelt van de geschiedenis.

  1. Verzet in integratie

Het idee bij deze redenering is om het Westen en haar excessen te bekritiseren, zelfs te bestrijden tot de dood, maar om haar humanisme te respecteren, evenals haar waarden en ideeën, en zelfs om er geïnspireerd door te raken. Deze beweging biedt een alternatief anti-imperialistisch en antikoloniaal model dat echter gevangen blijft binnen de koloniale matrix aangezien het Westen niet gezien wordt als een totaliteit. De meeste onafhankelijkheidsbewegingen uit de jaren ’60 vinden hierin hun seculiere (pan-Arabisme, pan-Afrikanisme, communisme, socialisme, Derde Wereld feminisme) of religieuze vorm (hervormde bewegingen waarin politieke Islam, Islamitisch feminisme, tot aan homorechten bewegingen kunnen ontspringen). Ondanks de heterogeniteit vinden we de meeste moslims (individueel of collectief) in deze categorie. Ik zal me daarom richten op vier voorbeelden om deze benadering te illustreren en om haar beperkingen te laten zien. Laat me benadrukken dat dit grove omschrijvingen zijn, en enigszins karikaturaal, aangezien de realiteit veel complexer is.

  1. a) Politieke Islam. Politieke Islam is voor mij één van de meest relevante uitdrukkingen binnen deze categorie. Het biedt weerstand tegen moderniteit maar ook het worstelt ook met moderniteit. Haar grootheid zit hem in haar voorstel om een cultureel model te ontwikkelen op basis van culturele standaarden van de Arabisch-Moslim wereld. Politieke Islam heeft een alternatieve epistemologie: de afwijzing van Westerse waarden en een terugkeer naar haar historische karakter om kolonialisme of despotische machten te bestrijden. Deze aanpak is gerechtvaardigd, legitiem en fundamenteel wanneer de bulldozer van moderniteit getrotseerd moet worden. Maar dit is slecht een deel van de taak. Inderdaad, de meeste bewegingen die geassocieerd worden met politieke Islam hebben niet alle banden verbroken met neoliberalisme en imperialisme – sommigen zijn zelfs bondgenoten. Daardoor falen ze in hun poging om een geloofwaardig alternatief te bieden. Zoals Hatem Bazian heeft gezegd: men kan niet een toespraak beginnen met “Bismillâh,” en afsluiten met “al-hamdoulillâh,” en daartussen zowel Adam Smith als Wall Street prijzen. Ik herhaal dat ik me ervan bewust ben dat ik hier een karikatuur presenteer aangezien de zogenaamde “Islamistische” bewegingen extreem divers zijn en vaak tegenover elkaar staan. Sommigen zijn radicaal anti-imperialistisch en voeren een heroïsche strijd terwijl de anderen duidelijk marionetten zijn van lokale of imperialistische machten. In het algemeen echter zitten ze in zekere zin vast in een modernistische matrix waardoor ze tekortschieten in het promoten van alternatieve economische en sociale modellen waarmee ze zouden kunnen ontsnappen aan de imperialistische octopus.
  2. b) Bewegingen uit de linkse hoek uit de Arabische-moslimwereld of de Derde Wereld. Voor zulke bewegingen geldt het tegenovergestelde: ze willen losbreken van het kapitalisme, maar niet van modernistische epistemologie en waarden. Ze willen progressief zijn, maar progressiviteit is een integraal onderdeel van westerse moderniteit. Dit zorgt ervoor dat ze vechten tegen Islamitische bewegingen of zelf bondgenoot worden met imperialistische of lokale dictatoriale machten in naam van progressie en tegen achterlijkheid. Veel Tunesische progressieven zijn zo bondgenoten geworden met Ben Ali om Ennahda te onderdrukken. En hoeveel Egyptische progressieven hebben de coup van generaal Abdel Fatah al-Sisi tegen Mohamed Morsi wel niet gesteund en gelegitimeerd?
  3. c) Islamitisch feminisme en seksuele vrijheidsstrijd als product van hervormde Islam. Laten we beginnen met een onthullende anekdote. De pioniers van het feminisme in de Islamitische wereld zijn… mannen: Qasim Amin, Muhammad Abduh, Tahar Haddad, Taha Hussein… De meeste moslimvrouwen die hier iets over zeggen zien dit als een positieve zaak, een teken van exceptioneel humanisme, een soort goddelijke goedheid. Ik ben lang gefascineerd geweest door deze naïviteit. Waarom zouden mensen bereidwillig afstand doen van hun privileges? Waarom zouden ze voorop lopen in een strijd die hun macht over vrouwen bedreigt? In Europa waren vroege feministen natuurlijk vrouwen. Waarom heeft de Arabische wereld deze absurditeit in het leven geroepen? Ik zie geen mysterie. Elites uit deze maatschappijen waren al overweldigd door het idee dat ze “achter” liepen. Als mannen spreken over de vrijheid van vrouwen, dan kan dat op geen enkele manier verklaard worden uit een draai ten gunste van vrouwen maar eerder als een complex geheel van ervaringen van inheemse individuen die vernederd zijn door koloniale machten en graag willen voldoen aan de zogenaamde standaarden van de kolonisator. Maar in hun haast om hun samenleving te moderniseren, zijn modernisten en hervormers vergeten dat ze niet in het Westen waren en dat inderdaad de politieke structuren, de organisatie van de staat, de geschiedenis en dus ook relaties tussen man en vrouw niet dezelfde zijn. Volgens mij is een strikt feministisch antwoord dat zich richt op de strijd tegen Moslim achterlijkheid een analytische fout.

De effecten van kolonialisme, en daarna imperialisme en de koloniale contrarevoluties (in haar neoliberale vorm als het over man-vrouw verhoudingen gaat) zijn niet voldoende bestudeerd. Ik stel dat in het zuiden, beide geslachten onderdrukt zijn op een dialectische manier. De seksualiteit van de man die aan de rassenleer gekoppeld werd, benadrukt hoe barbaars mannen tegenover vrouwen zijn. Het lijkt mij dat het analytisch gezien fout is om een strikt feministische reactie te hebben die zich richt op het bevechten van Moslim achterlijkheid. Dat is waarom, naar mijn mening, de feministen uit het zuiden geen bevredigend antwoord kunnen bieden. Maar hetzelfde geldt voor het Islamitisch feminisme aangezien die er vanuit gaat dat moslimmannen een seksistische lezing van de koran hebben (wat ook zeker zo is) terwijl het zwijgt over de effecten van neokolonialisme die zo’n patriarchale lezing versterkt. Een voorbeeld: neoliberalisme vernietigt familie- en sociale relaties, wat er weer toe leidt dat veel vrouwen in het zuiden en met name in moslimlanden in de prostitutie belanden. Geloof je echt dat een feministische lezing van de koran prostitutie zal stoppen? Wie is er naïef genoeg om dat te geloven? Laatst ergerde ik me aan een vraag van een man: “is het vrouwelijke kalifaat toegestaan in de Islam?” Op deze vraag, zou een dekoloniale feminist drie dingen zeggen:

Het is alsof je de vraag zou of een vrouw koningin van Frankrijk kan worden als de monarchie hersteld wordt. Kan een vrouw president van Frankrijk of van de Verenigde Staten worden? Het antwoord is: Ja, maar het is nog nooit gebeurd. Toch zijn beiden landen bakens van beschaving en ontsnappen min of meer aan seksistische aanduiding.

Is het vrouwelijke kalifaat iets dat geclaimd wordt door vrouwen? Persoonlijk heb ik er nog nooit van gehoord. Ik vind het best verdacht dat, in westerse democratieën de nadruk zo vaak ligt op fantasie-problemen (i.e. een vrouwelijk kalifaat!) en nooit op de voornaamste problemen die lokale heersers en hun westerse leraren zouden uitdagen.

  1. d) Koran-interpretatie ten gunste van homoseksuele vrijheid. Parallel aan het feminisme hebben sommige hervormers het idee van de universaliteit van homofobie opgepakt. Dit zou een ontwikkeling van een Koran interpretatie ten gunste van de “vrijheid” van homoseksuelen vereisen, hoewel homoseksuele praktijken in onze landen hun eigen realiteit en historiciteit kennen.[1] Een dekoloniale lezing van seksualiteit kan niet leiden tot dit simplistische idee.

Ten eerste omdat homoseksualiteit, als een identiteitsfenomeen, nieuw is: het is maar een eeuw oud en geboren in het westen. Van die kant bekeken, en als een manier om de diversiteit van praktijken te respecteren, denk ik dat het belangrijk is om wat Joseph Massad de “Homo Internationale” noemt af te wijzen.

Ten tweede omdat imperialisme onderdrukking van homoseksuelen in het zuiden creëert of versterkt. Mensen beschouwen de nieuwe Westerse normen van seksualiteit als aanstootgevend, en beginnen de homoseksuelen in hun land te onderdrukken die juist aangetrokken zijn tot zulke normen.[2] Dit is een nieuwe vorm van geweld die niet bestreden kan worden met petities, maar door het verwijderen van onderdrukkende, exogene mechanismes.[3] en door politieke modellen te bedenken waarbij vrijheden niet noodzakelijkerwijs gegarandeerd worden door de Staat, maar door het maatschappelijk middenveld (dit heeft lang bestaan binnen Maghreb samenlevingen in het geval van, bijvoorbeeld, seksualiteit en religieuze praktijken).  Hier wordt een bepaalde hervorming van vrijheid voor vrouwen en homoseksuelen bepleit die verbonden is aan wit humanisme dat een beschavende rol meent te spelen. Ook al verschuilt het zich achter een liberale lezing van de koran, dat maakt het niet minder dat het een Trojaans paard van “beschaving” is.

Tenslotte wil ik onderstrepen dat ik “verzet in integratie” – wiens voorstanders linkse mensen van de Derde Wereld zijn, politieke Islam, Islamitisch feminisme en seksuele vrijheidsbewegingen – niet als verraders zie. Tot op zekere hoogte zitten we allemaal in deze tweede categorie. Ik bevind me sociaal tussen de tweede en derde categorieën. Ik bevind me niet tussen die romantici die denken dat ze een bepaalde authenticiteit kunnen terugwinnen. Ik herhaal: we zitten vast in deze netten als muggen in een spinnenweb. De enige manier om te ontsnappen is gedeeltelijk door moslim te worden op een manier dat we onrechtvaardigheid niet kunnen tolereren, vooral wanneer we objectief gezien medeplichtig zijn eraan.

  1. De breuk met moderniteit (of westerse beschaving)

Dit is de radicale kritiek van de kolonialiteit van macht. Het is de ruimte van de revolutionaire Islam. Hier is het geen kwestie van hervorming omdat de Islam en moslims nooit het probleem zullen zijn. Ik onderschrijf niet de Orientalistische opvatting die de deur sluit voor een Islamitische uitleg die het verval van de moslimwereld kan verklaren.

Ik onderschrijft ook niet het ongelukkige concept van “colonizability” van Malek Bennabi – voor wie ik verder veel respect heb.

De breuk met moderniteit betekent dat de economische en militaire structuren van het rijk – de kolonisatie van de macht – worden aangevallen, iets dat de meeste antikoloniale bewegingen niet gedaan hebben. Het is een uitbreiding van de strijd en geeft het een globale dimensie.  Een volledige beschaving moet uitgedaagd worden: een beschaving dat doorgaat met haar moordende project in het zuiden in de vorm van koloniale contrarevoluties. Neoliberalisme heeft haar limiet bereikt, zelfs binnen haar eigen grenzen gezien het feit de meest kwetsbare Europese landen in een proces zijn beland waarin ze de kant van de Derde Wereld opgaan. Barbarisme staat voor de deur van de beschaving. We kunnen kiezen voor de meer comfortabele tweede optie (verzet in integratie) en moderniteit aanpakken. Maar onze verantwoordelijkheid zal er altijd zijn. We kunnen nooit ontsnappen aan ons geweten en het sussen met “thawab” (goede daden). Dit is zo omdat deze beschaving doorgegaan is met het verspreiden van dood, het zet haar ongenadige werk voort: kijk naar de Congo, Iraq, Afghanistan en Mali, kijk naar de verwoesting van de planeet, kijk naar de dehumanisatie van sociale relaties, kijk naar de economische crisis, kijk naar de opkomst van het fascisme. Zie ons schuldgevoel als we passief of zelfgenoegzaam zijn. Zie onze eer wanneer we trachten het te bestrijden. Ik heb de keuze al gemaakt tussen ermee omgaan of ermee breken!

[1] Lees het uitstekende interview met Patrick Awondo: http://76crimes.com/2002/05/08/en-afrique-lhomosexualite-est-traditionnelle-mais/.

[2] Zie Houria Bouteldja’s “Universalisme gay, homoracialisme et «mariage pour tous»”: http://indigenes-republique.fr/universalisme-gay-homoracialisme-et-mariage-pour-tous-2/

[3] Let wel dat in de onderdrukkende maatregelen tegen homoseksuelen in postkoloniale staten deels de erfenis zijn van de koloniale overheersing.