De strijd tegen racisme en Zwarte Piet: hoe nu verder?

Datum: 18 november 2013

Betreft: De strijd tegen racisme en Zwarte Piet: hoe nu verder?

Op 3 en 10 november hield Sandew Hira op verzoek van de New Urban Collective lezingen over het vraagstuk van strategie en taktiek in de strijd tegen racisme en voor een moreel verbod op Zwarte Piet. Na de succesvolle demonstratie op 16 en 17 november in Amsterdam rijst de vraag: hoe zal het volgend jaar gaan? In deze bijdrage worden die vragen verder uitgewerkt en ter discussie voorgelegd aan een ieder die daarover een mening wil vormen.

“De belangrijkste lessen van 2013 kunnen als volgt samengevat worden:



1. De angst van zwarte mensen is doorbroken

Op de vraag “Moet Zwarte Piet veranderen?” antwoordt 89% van de Nederlanders in een enquête van Eén Vandaag op 22 oktober 2013: “Nee”. Dat is niet opvallend. Opvallend is dat 75% van de Surinamers en Antillianen “Ja” hebben geantwoord! 25 jaar geleden was de angst nog zo groot dat slechts een klein deel van de zwarte gemeenschap zich openlijk durfde uit te spreken tegen Zwarte Piet. Nu mengen grote groepen zich in het publieke debat in en buiten de sociale media. Waar voorgaande jaren slechts enkelingen zich in de publieke ruimte durfde te protesteren, was op 16 november al een groep van honderden mensen die dat op Beursplein in Amsterdam durfde. Conclusie: er is een groeiende basis voor demonstraties in de publieke ruimte voor een verbod op Zwarte Piet.



2. Er is een groeiende groep van witte Nederlanders die willen meedoen

De opiniesite www.peil.nl va Maurice De Hond vroeg op 22 oktober 2013 aan haar panel: Is het voor u acceptabel als het gezicht van Zwarte Piet een andere kleur krijgt? Van de totale Nederlandse bevolking antwoordde 15% met “Ja”. In Amsterdam was dat 45%! Vroeger zouden dit minieme aantallen zijn geweest. Conclusie: er is een groeiende groep van witte mensen die de strijd voor een verbod op Zwarte Piet actief zal willen steunen.”


Klik hier om het volledige commentaar te lezen.

De strijd tegen racisme en Zwarte Piet: hoe nu verder?

Op 3 en 10 november hield Sandew Hira op verzoek van de New Urban Collective lezingen over het vraagstuk van strategie en taktiek in de strijd tegen racisme en voor een moreel verbod op Zwarte Piet. Na de succesvolle demonstratie op 16 en 17 november in Amsterdam rijst de vraag: hoe zal het volgend jaar gaan? In deze bijdrage worden die vragen verder uitgewerkt en ter discussie voorgelegd aan een ieder die daarover een mening wil vormen. Zie verder ook zijn speech op 16 november tijdens de demonstratie op Beursplein.

De lessen van 2013


De belangrijkste lessen van 2013 kunnen als volgt samengevat worden:



1. De angst van zwarte mensen is doorbroken

Op de vraag “Moet Zwarte Piet veranderen?” antwoordt 89% van de Nederlanders in een enquête van Eén Vandaag op 22 oktober 2013: “Nee”. Dat is niet opvallend. Opvallend is dat 75% van de Surinamers en Antillianen “Ja” hebben geantwoord! 25 jaar geleden was de angst nog zo groot dat slechts een klein deel van de zwarte gemeenschap zich openlijk durfde uit te spreken tegen Zwarte Piet. Nu mengen grote groepen zich in het publieke debat in en buiten de sociale media.

Waar voorgaande jaren slechts enkelingen zich in de publieke ruimte durfde te protesteren, was op 16 november al een groep van honderden mensen die dat op Beursplein in Amsterdam durfde.

Conclusie: er is een groeiende basis voor demonstraties in de publieke ruimte voor een verbod op Zwarte Piet.



2. Er is een groeiende groep van witte Nederlanders die willen meedoen

De opiniesite www.peil.nl va Maurice De Hond vroeg op 22 oktober 2013 aan haar panel: Is het voor u acceptabel als het gezicht van Zwarte Piet een andere kleur krijgt? Van de totale Nederlandse bevolking antwoordde 15% met “Ja”. In Amsterdam was dat 45%!

Vroeger zouden dit minieme aantallen zijn geweest.

Conclusie: er is een groeiende groep van witte mensen die de strijd voor een verbod op Zwarte Piet actief zal willen steunen.



3. Amsterdam is de battleground

De trekkers in de strijd voor een verbod op Zwarte Piet zitten in Amsterdam. Amsterdam is ook de gemeente die wankelt. De burgemeester twijfelt en kiest nu nog om de burgemeester te zijn van wit Amsterdam.

Conclusie: Amsterdam is de eerste stad in Nederland die zou kunnen omvallen. Daarom moet in 2014 een landelijke mobilisatie gericht zijn op Amsterdam.



4. De eis is helder: een moreel verbod op Zwarte Piet

Aanvankelijk was de anti-racistische beweging in de publiek discussie in de verdediging. Willen we een kinderfeest verstoren? Willen we andere kleuren? Nu wordt steeds duidelijker dat er een eis ligt: een moreel verbod op Zwarte Piet. Een moreel verbod houdt in dat organisaties die Sinterklaasfeesten organiseren (intocht, schoolfeesten, bedrijfsfeesten, versieringen in de openbare ruimte) zelf het besef moeten ontwikkelen dat Zwarte Piet niet kan. De publieke discussie en demonstraties moeten ervoor zorgen dat dit besef groeit.

Conclusie: er is een groot draagvlak voor een heldere eis: een moreel verbod op Zwarte Piet.



5. Geweldloos verzet is de sleutel

Hoewel de sensatie media de anti-racisten probeert af te schilderen als relschoppers met een neiging tot geweld, blijkt keer op keer dat in de zwarte en witte groepen geweldloosheid de basis is voor verzet.

Conclusie: de ant-racistische beweging zou nadrukkelijker in de geest van Martin Luther King en Mahatma Gandhi het instrument van geweldloos verzet moeten propageren om verandering tot stand te brengen.



6. Internationalisering is cruciaal

De internationale media hebben veel belangstelling getoond voor de acties in Nederland. Nederland presenteert zich internationaal als een liberaal en tolerant land. De schok in het buitenland is dan ook groot om te zien dat dat beeld niet klopt.

Conclusie: de strijd voor een moreel verbod moet geïnternationaliseerd worden.

De strategie voor 2014


De strategie voor 2014 zou op de volgende pijlers kunnen rusten.



1. Focus op de intocht in Amsterdam

Hoewel de plaats van de landelijke intocht van Sinterklaas nog niet bekend is (de datum wel: 15 november, Arnhem heeft zich aangemeld om het evenement te organiseren) zou de focus moeten liggen op Amsterdam. Het doel van de anti-racistische beweging zou moeten zijn om tijdens de intocht in Amsterdam honderden mensen op de been te krijgen die openlijk en geweldloos demonstreren tegen racisme en voor een moreel verbod op Zwarte Piet.

In 2013 is een dag voor de intocht een demonstratie gehouden om te voorkomen dat bij de intocht de emoties uit de hand zouden lopen. Op de dag zelf waren een groep activisten die een geluidloos protest lieten horen door hun mond met plakband dicht te plakken. Het aantal mensen was ook aanzienlijk kleiner dan een dag tevoren.

In 2014 moet een helder doel gesteld worden: bij de intocht moet een luidruchtig protest met spandoeken en gescandeerde leuzen worden georganiseerd van honderden mensen, en in de toekomst met duizenden mensen.



Amsterdam ziet zich graag als de culturele hoofdstad van Europa. We moeten een campagne opzetten met de beelden van de intocht van 2013 om te laten zien dat Amsterdam de racistische hoofdstad is van Europa.



2. Voorbereiding op gewelddadige reacties op geweldloos verzet

Geweldloos verzet heeft twee pijlers:

o Het actiemiddel is geweldloosheid: spandoeken, scanderen van leuzen, staan op een plek, een menselijke keten etc. De middelen zijn geweldloos.

o De reactie op geweld is geweldloosheid: dit is het moeilijkste onderdeel, want je instinctieve reactie op geweld is het gebruik van tegengeweld om je te verdedigen. De lessen van Martin Luther King en Mahatma Gandhi is dat je juist in deze gevallen geweldloos verzet toepast. Je verdedigt je, maar slaat niet terug.



In de komende maanden moeten we een discussie stimuleren over de strategie van geweldloos verzet als voorbereiding op de demonstratie tijdens de intocht van 2014.

IISR zal op 19 januari 2014 tijdens de Genocide Memorial Day en de viering van één jaar slavernijonline een bijeenkomst organiseren over de internationale ervaringen met geweldloos verzet.



Burgemeester Van der Laan heeft in 2013 aangegeven dat mensen mochten protesteren bij de intocht, maar ze mochten geen spandoeken dragen en geen leuzen scanderen. Dat is een inbreuk op de vrijheid van meningsuiting. Jelle Klaas, advocaat bij Fischer Advocaten zegt: “De hoofdregel in Nederland is dat er vrijheid van meningsuiting is. Als een burgemeester op grond van de vrees voor verstoring van de openbare orde een inbreuk wil plegen op dit recht, dan mag hij dat doen maar je hoeft het niet te accepteren.”

In de principes van geweldloos verzet gaan we uit dat een onrechtvaardige wet niet gehoorzaamd hoeft te worden.



Daarom is het van groot belang om de geweldloze actie goed voor te bereiden. De voorbereiding houdt onder meer in:

o Al heel vroeg publiekelijk aankondigen dat je wilt gaan demonstreren met spandoeken en leuzen. Jelle Klaas: “Je hebt geen vergunning nodig, maar je moet het wel melden.”

o Het geweld kan van twee kanten komen: de politie en racisten. Geweldloos verzet betekent dat een beroep gedaan wordt op de politie om geen geweld te gebruiken. Agenten die het met de demonstranten eens zijn moeten opgeroepen worden om de demonstranten te beschermen tegen geweld. Ook moeten voorstander van Zwarte Piet opgeroepen worden om geen geweld te gebruiken en gebruik te maken van hun recht om geweldloos hun standpunt te verdedigen.

o We moeten een eigen geweldloze ordedienst hebben die op een geweldloze manier demonstranten kan beschermen. Sportscholen zouden benaderd kunnen worden om mensen te leveren die getraind zijn in verdedigen zonder aan te vallen.

o In de komende maanden moeten mensen die willen demonstreren gevraagd worden om mee te doen met trainingen voor geweldloze actie. Jelle Klaas: “Demonstranten zouden kaartjes moeten hebben met telefoonnummers van advocaten die hen gratis willen bijstaan als ze gearresteerd worden.”

o We moeten mensen hebben die georganiseerd een online verslag kunnen doen van de demonstratie. Dat moet voorbereid worden zodat foto’s en video’s direct over de hele wereld kunnen gaan. De voorzieningen hiervoor moeten getroffen worden, zodat mensen weten waar ze via internet kunnen volgen wat er gaat gebeuren.











3. Internationalisering van de strijd

Internationalisering van de strijd kan op de volgende niveaus plaatsvinden:


  1. Internationale instituten zich laten uitspreken voor een moreel verbod. De VN heeft zich ermee bemoeid. Nu is de vraag welke andere internationale instituten gevraagd kunnen worden om hun oordeel uit te spreken. Dat moet uitgezocht worden en daarop moeten dan lobby-trajecten worden ingezet.

  2. Regeringen die zich uitspreken tegen racisme in Nederland. Het gaat dan niet alleen om regeringen die problemen hebben met Nederland, zoals Rusland, maar ook landen als Zuid-Afrika. Als de regering dat niet wil, zouden prominente politici in die landen dat misschien willen.

  3. Solidariteitsacties in het buitenland tegen racisme in Nederland. Onze vrienden in het buitenland moeten vragen om op 21 maart, de internationale dag tegen racisme, bij Nederlandse ambassade picketlines te organiseren tegen racisme in Nederland.

  4. Boycot acties. Er is in de strijd tegen apartheid veel ervaring opgedaan met boycot acties (culturele boycot, boycot van bezoeken aan het land etc). Onze vrienden in het buitenland moeten we oproepen om boycotacties te organiseren. Het zal niet direct succesvol zijn op grote schaal, maar het geeft al direct een signaal.





4. Uitbreiding van de intocht naar de instituten

De belangrijkste actie in 2014 zal de actie zijn bij de intocht in Amsterdam. Maar we moeten al nadenken over acties bij instituten. Daarbij zullen de basisscholen een belangrijke plaats innemen. We moeten streven naar de vorming van oudercomité’s die pleiten voor een moreel verbod van Zwarte Piet op hun school. Ook moeten we voorbereidingen treffen voor acties bij andere instituten (bedrijven).



5. Het vraagstuk van organisatie

Het belangrijkste probleem is het probleem van organisatie. Hiervoor bestaat geen toveroplossing. In alle sociale bewegingen lost dit probleem zich vanzelf op. Wij moeten ernaar streven om mensen met elkaar in contact te brengen, vooral ook mensen die met elkaar van mening verschillen en toch voor een moreel verbod zijn. In het samen werken en samen discussiëren, zullen de oplossingen voor organisatievraagstukken gevonden worden. In de komende maanden zal iedere organisatie haar eigen reguliere activiteiten organiseren. Hopelijk ontmoeten mensen elkaar daar en kan uit die interactie de organisatievorm groeien die nodig is om de strijd voor een moreel verbod op een hoger niveau te brengen.



Op 19 januari 2014 organiseert IISR de International Genocide Memorial Day in samenwerking met de Islamic Human Rights Commission in London en de Indigènes de la République n Parijs. In London en Parijs worden simultane bijeenkomsten georganiseerd. We hebben dan een kick-off van de internationalisering van de strijd tegen racisme in Nederland en doorpraten over de stategie van geweldloos verzet. Details over de bijeenkomst worden nog nader bekend gemaakt.



Wij roepen onze lezers op om de link naar dit artikel op hun facebook pagina te plaatsen zodat iedereen kritiek kan geven en een eigen bijdrage kan leveren op de vraag hoe we in 2014 verder moeten met de strijd voor een moreel verbod.





Sandew Hira

IISR