Hoefdraad en economisch beleid

Sandew Hira

“It’s the economy, stupid!”

Het gaat er hard aan toe in Suriname in deze verkiezingsmaand. Alles wordt uit de kast getrokken om de uitslag van de verkiezingen over drie weken te beïnvloeden. Daartoe behoort ook de hetze tegen minister Hoefdraad. Waarom is het centrum van de aanval op Hoefdraad gericht?

In maart 1991, drie maanden na de Amerikaanse inval van Koeweit, was de populariteit van president George H. Bush ongelooflijk groot: 90% van de Amerikanen steunden hem. Een jaar later verloor hij de verkiezingen. Terwijl Bush dacht dat de “gewonnen” oorlog zijn presidentschap zou verlengen, had de campagne van Clinton een focus. “It’s the economy, stupid!” zou hun slogan luiden. Clinton hamerde op de slechte economische prestaties van Bush en zijn programma voor economisch herstel. Hij won de verkiezingen.

De oppositie in Suriname neemt een groot risico. De focus van hun oppositie is niet een alternatief economisch programma, maar de criminalisering van de man die Suriname uit een economisch dal trekt.

Twee manieren van crisisbestrijding

In 2010 won de NDP de verkiezingen. Hoefdraad werd governor van de Centrale Bank. Hij had een indrukwekkende cv waaruit blijkt dat hij een enorme ervaring heeft en goede netwerken in de internationale financiële wereld. In 2015 won de NDP opnieuw en werd hij Minister van Financiën. Toen sloeg de economische crisis toe met de enorme daling van de grondstoffenprijzen.

Nu zijn er twee manieren om een land uit een diepe economische crisis te halen: een structureel aanpassingsprogramma door sanering van het overheidsapparaat met massa-ontslagen van ambtenaren en drastische verlaging van subsidies of een sociaal investeringsbeleid met behoud van het sociaal vangnet en voorzichtig manoeuvreren naar een situatie van herstel van de economische groei. Dat is ongelooflijk lastig. In plaats van massa-ontslagen en grote verlagingen van de subsidies doe je het omgekeerde: investeren in de herstelkracht van de economie. In de Westerse economische theorie is dit beleid uitgewerkt door de Britse econoom John Maynard Keynes. Hij stelde voor dat de overheid grote leningen nam om de overheidsinvesteringen te financieren en daarmee de economie uit het slop te halen. Als dat eenmaal gebeurt, zal het overheidstekort door de economische groei weer afnemen. Rechtse liberalen economen onder leiding van Milton Friedman hebben deze strategie afgewezen en stellen als alternatief voor het neo-liberale structurele aanpassingsprogramma. In Suriname lijkt het alsof de traditionele economen maar één theorie kennen, die van het neo-liberalisme.

Hoefdraad heeft gekozen voor een sociale aanpak in crisisbestrijding en wat blijkt: het heeft gewerkt tot de corona-crisis. Het IMF heeft in December 2018 een rapport uitgebracht over Suriname waarin ze de weg naar boven beschrijft en concludeert: “Suriname’s economy has stabilized and is expected to further improve.” Ze verwachte een economische groei van 2% in 2018 en 3% daarna.

En Suriname merkt dit ook. Want hoe is het mogelijk voor de regering om salarisverhogingen toe te kennen aan onderwijsgevenden, de politie, de leerkrachten, de militairen en de Rechterlijke Macht in plaats van een drastische verlaging van die salarissen? Hoe is het mogelijk om basissubsidies in stand te houden in plaats van ze massaal af te schaffen? En dit alles vindt plaats te midden van een economische sabotagecampagne waarbij speculanten de valutakoersen proberen te manipuleren en de rechtse vakbeweging nog meer druk probeert te leggen op het overheidsbudget. Als de oppositie consequent was, moet ze pleiten tegen die salarisverhogingen. Waarom doet ze dat niet?

Als je een eerlijke discussie wilt voeren over de resultaten van de strategie van een sociaal investeringsbeleid versus een structurele aanpassingsprogramma dan zullen de feiten aantonen dat deze strategie heeft gewerkt en ook goed onderbouwd is in de economische theorie. Die eerlijke discussie wordt niet gevoerd. In plaats daarvan wordt een hetze gevoerd. Ik heb eerder een analyse gegeven van de rol van de VES in die hetze. De VES manipuleert informatie, weigert te reageren op kritiek en stelt zich op als de economische arm van de oppositie.

De strategie van de hetze: shift de focus!

De strategie van de hetze is gebaseerd op een oude techniek: shift de focus. Hoe werkt die techniek. Ik geef een voorbeeld.

Een familie is geconfronteerd met een crisis: hun huis staat in brand. Ze halen met een autobusje water uit de trenzen om de brand te blussen. Ze parkeren het busje midden op straat met de autodeuren wijd open. Een buurman die al die tijd stilletje benzine heeft gegooid op het erf om de brand te stimuleren, komt naar buiten en roept: “Buurman, waarom heb je zo a-sociaal geparkeerd. Je hindert het verkeer.” De buurman belt de politie. De politie arriveert en wil de familie bekeuren: “Meneer, u overtreedt de regels. U mag niet midden op de straat parkeren nota bene met de deuren wijd open.”

De familie brengt haar verweer in: “Buurman, agent, we zitten in een crisissituatie. Ons huis staat in brand, en ja we overtreden de verkeersregels, maar we zijn bezig ons huis en onze buurt te redden.”

Maar de agent en de buurman moeten er niets van weten: regels zijn regels. De agent haalt een wetboek tevoorschijn en leest de regels op die geschonden zijn. De buurman, die benzine gooide, blijft roepen: “We zijn een beschaafde samenleving waar iedereen de regels moet volgen.” En beide zwijgen over de crisissituatie. Ze verschuiven de focus van “hoe bestrijd je een brand” naar “hoe hou je je aan de verkeersregels“.

Verkeersregels zijn belangrijk, maar om regels te kunnen beoordelen moet je ze plaatsen in een context. En het overtreden van de verkeersregels in de context van het bestrijden van de brand beoordeel je anders dan het overtreden van diezelfde regels buiten de context van de brand. Die beoordeling laat je achterwege, als je alleen over de overtreding praat en de context weglaat.

Dat gebeurt nu in de kwestie van de PG en Hoefdraad. Als je de context van de crisisbestrijding weglaat uit het verhaal, krijg je een heel andere beoordeling van de regels dan als je die context wel in ogenschouw neemt. Als je die context weglaat, dan pas je uiteindelijk de techniek van focus-verschuiving toe. Blijf hameren op de regels en dan kun je een goede hetze voeren.

In Suriname heeft de oppositie de controle over belangrijke delen van de particuliere media. De columnisten en journalisten zijn getraind in focus-verschuiving. Geen woord over de twee manieren om een economische crisis te bestrijden. Geen woord over de context.

Maar ook als je over de context praat, moet je je wel realiseren dat de familie ook had kunnen zeggen: “OK agent, ik parkeer de auto op een nette manier en ga verder met de brand blussen.” De context kan ook niet een vrijbrief zijn om alle regels aan je laars te lappen. Hoefdraad zal met een antwoord moeten komen over de vraag of hij regels heeft overtreden en waarom. Ik geloof niet dat hij zichzelf persoonlijk heeft verrijkt, maar gehandeld heeft vanuit de gedachte: hoe haal je een land uit een crisis? De context is van belang om zijn handelingen te beoordelen.

Het grotere plaatje: dekolonisatie of rekolonisatie

Ik heb vaker aangegeven dat de Surinaamse politiek moet worden bekeken vanuit een grotere plaatje: het proces van dekolonisatie. Ik kan het niet genoeg benadrukken.

Dekolonisatie betekent een diepgaande verandering van de samenleving op economisch, sociaal en politiek gebied. De economische strategie van de anti-koloniale krachten in Suriname moet in die context geplaatst worden. Er zijn niet alleen twee economische strategieën voor crisisbestrijding, maar ook twee strategieën voor economische ontwikkeling in het algemeen. Laten we die strategieën bekijken buiten de crisissituatie.

In 1975 werd Suriname onafhankelijk en kreeg 3,2 miljard NF mee. De Front-regering (de huidige oppositie) had de keuze: vertrouwen op eigen kunnen of vertrouwen op de kolonisator. Front vertrouwde op de kolonisator. In mijn boek over de geschiedenis van Staatsolie vertelt Eddy Jharap hoe zijn idee om naar olie te zoeken in Suriname werd getorpedeerd door NPS-ambtenaren die alleen keken naar wat voor SHELL belangrijk is. Jharap kon Staatsolie beginnen na de coup van 1980. Staatsolie bracht een economische revolutie op gang. Het bedrijf is een belangrijke pijler van de economie geworden. Dat komt door de economische visie van “vertrouwen op eigen kunnen” in plaats van “vertrouwen op de kolonisator“.

Een ander voorbeeld. Toen Suriname in 1975 NF 3,5 miljard “ontwikkelingshulp” kreeg, waren het de Nederlanders in de Commissie Ontwikkelingssamenwerking Nederland Suriname (CONS) die bepaalden wat er moest gebeuren. In 1982 was er een voorstel om uit deze gelden een brug over de Suriname rivier te bouwen. Nederland wees dat voorstel af. Die brug is er later gekomen onder een anti-koloniale regering. Wat is het verschil in economische visie? Front staat voor wat goed is voor Nederland, is goed voor Suriname. De anti-koloniale beweging staat voor de visie: wat goed is voor Suriname hoeft niet goed te zijn voor Nederland; ontwikkel de infrastructuur van Suriname, dan ontwikkel je haar economie.

Dit zijn heldere visies op economisch beleid voor de lange termijn: dekolonisatie versus rekolonisatie. Dat is de inzet van de politieke strijd in Suriname. En dat staat ook op het spel bij de verkiezingen.

Het risico voor de oppositie

De oppositie heeft gekozen voor focusverschuiving: praat niet over economisch beleid van Hoefdraad, maar criminaliseer de persoon door een hetze die zich niet baseert op feiten en visie. Of die hetze effect heeft zal blijken in de DNA als het parlement zich uitspreekt over de actie van de PG. Ik verwacht dat dat effect niet groot zal zijn en Hoefdraad die strijd wint. Of de NDP de verkiezingen wint in tijden van corona moet blijken. Ze maakt een goede kans als ze het advies van de Clinton campagne volgt: focus op de economische resultaten en wat ondanks de crisis wel is bereikt: “It’s the economy, stupid!”