27 juni 2015
Emma-Lee Aponsah is in 2014 gestart met een minor Antieke Cultuur aan de Vrije Universiteit in Amsterdam. Dit is haar behoorlijk slecht bevallen. In een handboek voor de basiscursus Geschiedenis van de Oudheid van Blos en Van der Spek leest ze: “De oude geschiedenis, die in dit boek behandeld wordt, is de historie van de bakermat van de Europese beschaving. Deze beschaving die zich sedert de ontdekkingsreizen van de zestiende eeuw en sterker nog sedert het koloniale imperialisme van de negentiende en twintigste eeuw over de hele wereld verbreid heeft, heeft haar wortels in de landen rondom de Middellandse Zee, en in het bijzonder in de cultuurcentra van het oude Nabije Oosten enerzijds en in die van de antieke Grieken en Romeinen anderzijds.”
Emma-Lee sprak haar docenten erop aan met de argumentatie dat “de zogenoemde ‘ontdekkingsreizen’ en het koloniale imperialisme gepresenteerd worden als de redding van de ‘ongeciviliseerde’ wereld”. De ‘ontwikkelde westerlingen komen hun kennis wel even delen met de rest van de wereld’ en hier zou niets optegen moeten zijn, want ‘sedert’ deze (afgrijslijke!) perioden, leerde Afrikanen, Indianen (en andere niet-westerse volken) pas wat civilisatie was. En voor het gemak wordt even verzwegen dat velen van ‘onze’ welbekende Griekse filosofen – ook wel bekend als de architecten van de westerse civilicatie – in de leer zijn geweest in Kemet (Egypte, ZWART-AFRIKA) en deze leer op hun beurt weer hebben verspreid in Europa. (James, G. M., Stolen Legacy, 2009).”
Haar docenten reageerden als volgt: “De stellingen dat de Griekse filosofie is ontleend aan Egypte en dat Egypte in de Oudheid deel uitmaakte van Zwart Afrika kunnen geen van beide met serieuze argumenten worden onderbouwd. We zie ervan af de argumenten van James en andere Afrocentristen te weerleggen. In plaats daarvan verwijzen wij u graag naar Mary Lefkowitz, Not out of Africa. How Afrocentrism became an excuse to teach myth as history.”
Emma-Lee schreef in reactie: “Mijn dringende vraag aan u is of u bereid bent om uw studenten kritisch na te laten denken over de relativiteit van wetenschap in de eerste plaats en hen theorieën aan te bieden vanuit verschillende invalshoeken.”
Haar docenten sloten de discussie: “Wij bestrijden dat het boek van Mary Lefkowitz waarnaar wij verwezen, eurocentristisch is; de schrijfster deelt in de consensus onder oudhistorici en beoefenaren van andere wetenschappen die zich met de Oudheid bezighouden, dat de Griekse cultuur op vele terreinen invloeden van oudere, vooral West-Aziatische, beschavingen heeft ondergaan. Het boek richt zich wel met kracht van argumenten tegen afrocentristische claims door uitputtend en overtuigend te demonstreren dat deze claims ongefundeerd zijn….Wat ons betreft is de discussie hiermee gesloten.”
Debat
Voor Emma-Lee was de discussie niet gesloten. Ze besloot contact op te nemen met New Urban Collective en decoloniale intellectuelen Sandew Hira en Djehuti-Ankh-Kheru om het eenzijdige curriculum van de VU ter discussie te stellen.
Op 27 juni organiseerde New Urban Collective een debat onder leiding van Emma-Lee Aponsah over het thema Eurocentrisme en Afrocentrisme op de Vrije Universiteit. De centrale vraag bij het debat is: Hoe verhouden Eurocentrische en Afrocentrische claims zich tot elkaar met betrekking tot de bijdrage van Afrika aan de vorming van de Grieks-Romeinse cultuur en daarmee aan de bakermat van de Europese beschaving?
Aan de ene kant staan Sandew Hira en Djehuti-Ankh-Kheru. Aan de andere kant de VU-docenten Prof. Dr. Gerard Boter en Dr. Jaap-Jan Flinterman.
De presentatie van Hira en Djehuti-Ankh-Kheru bij het debat bestaat uit een tekst (SH-DA_debatoudheid_2016-08-26) en een powerpoint presentatie (Powerpoint_SH-DA_debatoudheid_2016-08-26).
Van het debat zijn video-opnames gemaakt die op YouTube te bekijken zijn: https://www.youtube.com/watch?v=WMu5IncT8OU.
Het universiteitsblad Ad Valvas had een voorbespreking gemaakt van het debat waarbij slechts één kant van het debat aan het woord wordt gelaten, namelijk de docenten van de VU. Hira en Djehuti-Ankh-Kheru waren niet aan het woord gelaten: http://www.advalvas.vu.nl/nieuws/oudheidkunde-racistisch.
Ad Valvas heeft een verslag gemaakt van het debat: https://issuu.com/advalvas/docs/nr._06_11_november_2015/10. De tekst met citaten van Hira en Djehuti-Ankh-Kheru werden aan hen voorgelegd, maar ze waren niet eens met de framing. Ze vroegen aan Ad Valvas om een weerwoord te mogen schrijven. Dat hebben ze geweigerd. Dat weerwoord is hier: SH-DA_debatoudheid_2016-08-26_AdValvas.
Het Tijdschrift voor Geschiedenis heeft de deelnemers aan het debat benaderd met de vraag om een artikel in te leveren met hun standpunten in het debat. Hira en Djehuti-Ankh-Kheru hebben net als Boter en Flinterman hun medewerking toegezegd. Na inlevering van hun artikel kregen Hira en Djehuti-Ankh-Kheru te horen dat een anonieme beoordelaar kritiek had op hun bijdrage en wijzigingen heeft voorgesteld. Hira en Djehuti-Ankh-Kheru hebben die kritiek beantwoord en gepositioneerd als Eurocentrishce kritiek die zij niet ter harte zullen nemen. Het Tijdschrift voor Geschiedenis had de keuze om het artikel te weigeren of te publiceren. Uiteindelijk koos ze voor publicatie. Het artikel zal in het komende nummer van het Tijdschrift voor Geschiedenis verschijnen.
Djehuti Ankh-Kheru is bezig om een boek te schrijven over deze discussie getiteld Boterzacht en Flinterdun. Het boek zal over enkele maanden uitkomen.