Sandew Hira
6-10-2017
Inleiding
Het is tijd voor een diepgaande evaluatie na zes jaar acties tegen Zwarte Piet. Op 12 november 2011 werd de eerste actie tegen Zwarte Piet tijdens een nationale intocht uitgevoerd door Quincy Gario en Kno’ Ledge Cesare door t-shirts te dragen met de tekst ‘Zwarte Piet is Racisme’. Ze werden gearresteerd voor het dragen van de t-shirts. Het heeft een maatschappelijke discussie ingeleid. In 2013 organiseerde de actiegroep Zwarte Piet Niet een dag voor de intocht in Amsterdam een demonstratie op het Beursplein. Nu ging het niet om twee individuen, maar om een organisatie en een hele groep demonstranten. In datzelfde jaar werd een Facebook petitie georganiseerd om Zwarte Piet te laten zoals het is: 2,1 miljoen mensen tekenden die petitie.
In 2014 gingen activisten georganiseerd en in een grote groep naar Gouda tijdens de nationale intocht. De massa-arrestaties hebben veel media-aandacht gekregen en de maatschappelijke discussie nog meer versterkt.
In 2015 gingen activisten georganiseerd naar Meppel, maar daar werd de demonstratie ingekapseld en mochten ze staan op een plek en hun leuzen roepen zonder dat er iets gebeurde.
In 2016 gingen activisten niet naar de nationale intocht in Maassluis, maar naar Rotterdam. Daar werd hun de toegang ontzegd en volgden opnieuw massa-arrestaties.
Intussen werd op brede schaal in de samenleving de discussie gevoerd over het racistische karakter van het Sinterklaasfeest. Documentaires, debatten, bijeenkomsten, artikelen werden hieraan gewijd.
Nu moeten we ons afvragen. Wat heeft dit allemaal opgeleverd en hoe gaat de anti-Zwarte Piet beweging verder?
Nieuwe sociale beweging tegen racisme
Sociale bewegingen ontwikkelingen zich als een golfbeweging, met op- en neergang. De opgang is meestal van korte duur. De Civil Rights Movement in Amerika beleefde haar hoogtepunt tussen 1954 en 1968.
Nederland heeft verschillende sociale bewegingen gekend: de vrouwenbeweging, de homobeweging, de studentenbeweging, de arbeidersbeweging. Ze hebben allemaal hun eigen golfbeweging. De nieuwe sociale beweging die met Zwarte Piet is ontstaan kunnen we het beste beoordelen als we het vergelijken met de sociale bewegingen van de jaren zeventig en tachtig in de gemeenschappen van kleur. In de eindjaren zeventig, begin jaren tachtig, waren er in de verschillende gemeenschappen van kleur actieve organisaties tegen racisme. Ze waren actief tegen racisme in Nederland, maar hadden ook bindingen met organisaties in hun land van herkomst. Ze hadden veelal een socialistische ideologie als basis. Hun leden waren eerste generatie migranten.
De nieuwe sociale beweging tegen racisme bestaat vooral uit jonge mensen van de tweede en derde generatie, die hier geboren en getogen zijn. Socialisme is niet meer hun narrative, maar een variatie van opvattingen van religie, liberalisme, decoloniaal denken, identiteit en een geloof in een nieuwe multiculturele samenleving met respect en waardigheid voor iedereen.
De anti-Zwarte Piet beweging heeft mensen uit verschillende gemeenschappen van kleur in beweging gebracht en geïnspireerd om hun identiteit vorm en inhoud te geven.
Het vraagstuk van eenheid, solidariteit en verscheidenheid
In iedere sociale beweging zijn er twee krachten die tegen elkaar kunnen inwerken: de kracht voor eenheid, samenwerking en solidariteit en de kracht voor de eigen identiteit, de overtuiging van de juistheid van de eigen analyse en strategie. Het is een grote uitdaging om de positieve elementen van deze twee krachten te combineren om te voorkomen dat de negatieve elementen werken naar verdeeldheid en sektarisme. De uitdaging zit in het scheppen van een klimaat voor kritische discussie waarin alle meningen aan bod kunnen komen op basis van argumenten en analyse. Hiervoor is nodig dat mensen van uiteenlopende stromingen elkaar regelmatig ontmoeten in één ruimte (fysiek of digitaal) in de erkenning dat ze meningsverschillen hebben en dat juist de reden is om elkaar te ontmoeten in plaats van elkaar te ontwijken. De cultuur van het ontwijken van discussie en debat en alleen willen praten met mensen die het met je eens zijn, bevordert sektarisme en criminalisering van andere activisten die het niet met je eens zijn. Kritiek wordt dan snel gezien als een aanval op een persoon of organisatie in plaats van een bijdrage in discussies over moeilijke zaken van de sociale beweging.
De toekomst zal uitwijzen of deze nieuwe sociale beweging in staat is om met deze uitdaging op een zodanige manier om te gaan dat het de beweging verder omhoog stuwt.
Het vraagstuk van strategie
Een belangrijk onderdeel van de strategie is de jaarlijkse confrontatie met de landelijke Sinterklaas intocht. We moeten ons afvragen wat dat heeft opgeleverd.
De belangrijkste winst is dat er een nieuwe generatie activisten van kleur is die een eerste ervaring heeft met de confrontatie met de staat: geweld en arrestaties. Veel witte radicale activisten hebben die ervaring al gehad en weten daarmee om te gaan. De wijze waarop politie reageert op activisten van kleur is anders dan op witte activisten. Die reactie is harder. Dat is niet vreemd omdat racisme in de politie meespeelt in hun gedrag naar activisten.
Deze ervaring is – hoe gek het ook klinkt – in zekere zin positief. Activisten van kleur die een zekere vrees hadden voor de confrontatie met het geweldsapparaat van de staat leren om te gaan met die vrees.
Een tweede winst is het inzicht dat Zwarte Piet niet een op zichzelf staand verschijnsel is. Het gaat niet alleen om de figuur van Zwarte Piet bij de Sinterklaasviering. De acties bij de intocht worden verbonden met de oorzaken van racisme: de een zoekt die oorzaken in de persoonlijke interacties tussen mensen (alledaags racisme) en de ander in de werking van instituties (institutioneel racisme).
Een derde winst is dat de publieke confrontatie heeft geleid tot een scherpe maatschappelijke discussie waar miljoenen mensen bij betrokken zijn in de huiskamer, op het werk, in sportverenigingen en overal waar mensen elkaar ontmoeten.
Een vierde winst is dat andere gemeenschappen van kleur op hun eigen manier de discussie over Zwarte Piet koppelen aan racisme, inclusief culturele kaping, en islamofobie.
Zoals de sociale beweging leert van haar ervaring, zo geldt dat ook voor de andere kant: de witte macht. Bij delen van de witte samenleving begint het besef door te dringen dat Zwarte Piet moet verdwijnen. De staat heeft haar conclusie getrokken: ze gaat geen leidende rol spelen in het afschaffen van Zwarte Piet. Daarvoor is de macht van de sociale beweging nog te zwak. De nationale intochten leveren geen verrassingen meer op. De draaiboeken liggen klaar, zowel voor inkapseling (ga op een plek staan die we je aanwijzen, schreeuw de longen uit je lijf en ga daarna naar huis) als voor arrestatie (wie niet horen wil, moet voelen). Het is een miljoen keer gedaan bij andere sociale bewegingen.
De NTR, die een leidende rol speelt in de Sinterklaasviering, heeft een soortgelijke conclusie getrokken. Aanvankelijk leek ze onder druk van de sociale beweging te spelen met het idee van gekleurde Pieten, maar daar is ze nu van af gestapt volgens Willemijn Francissen, mediadirecteur van de NTR: “We laten onze oren niet hangen naar welke extreme groep dan ook… Maar we weten allemaal dat je zwart wordt als je door een schoorsteen gaat en dat is wat Pieten doen. Bij ons is zwart geen huidskleur, maar roet… Die hele discussie heeft het voor best veel mensen bijna verpest, ook voor programmamedewerkers.”
Focus op scholen, kinderen en gezinnen
De protesten bij de nationale intochten zullen gewoon doorgaan. Maar er zou ook een focus moeten zijn op de plek waar het feest het meest intensief gevoerd wordt: op scholen. Ouders, niet alleen ouders van kleur, zouden zich moeten verenigen en samen acties plannen op hun school en die acties in de publiciteit brengen. De school zou het nieuwe toneel van confrontatie moeten zijn. Daar zou de discussie moeten plaatsvinden. Dat vereist een andersoortige voorbereiding van de sociale beweging: hoe breng je ouders met elkaar in contact, welke acties werken wel en welke niet en waarom wel of niet, hoe kun je elkaar steunen, hoe kunnen activisten die geen kinderen op school hebben de ouders kunnen steunen. Wat op school kan, kan ook in een instelling of onderneming. De creativiteit van de sociale beweging moet zich ook richten op de werkplek en het klaslokaal. Er is de afgelopen jaren al ervaring opgedaan met deze strategie. Die ervaring zou meegenomen moeten worden in het ontwikkelen van deze focus.
Internationalisatie
Een tweede focus is internationalisatie. De periode in de aanloop naar 5 december biedt geweldig veel visueel materiaal om in het buitenland zichtbaar te maken hoe racistisch Nederland is. Als de NTR haar woord houdt, hoef je alleen al hun uitzendingen op te nemen en van Engelstalig commentaar te voorzien. Koppel dat aan de opkomst van extreem-rechts (Wilders is heel bekend in het buitenland) dan heb je twee ingrediënten om het ware gezicht van racistisch Nederland in het buitenland te tonen.
Ook hier zou de sociale beweging een gerichte organisatie of netwerk moeten opzetten om op systematische wijze het buitenland van informatie te voorzien met de simpele boodschap: protesteer tegen racisme in Nederland bij de Nederlandse ambassade, bij Nederlandse ondernemingen en instellingen die in het buitenland opereren. Laat men hun solidariteit tonen met de slachtoffers van racisme in Nederland. Klaag Nederland aan op internationale podia met de combinatie Wilders en Zwarte Piet.
Het vraagstuk van organisatie
Of dit zal werken hangt af van het vraagstuk van organisatie. De sociale beweging wordt gekenmerkt voor versplintering, leiderschapsissues, en een cultuur van verdeeldheid en onderlinge confrontatie in plaats van een cultuur van solidariteit en discussie.
Wat voor organisatie op te bouwen in de gemeenschappen van kleur, hoe de gemeenschappen van kleur met elkaar te verbinden, hoe de confrontatie aan te gaan met de witte macht, hoe de relatie met witte activisten te ontwikkelen. Dit zijn de belangrijke onderwerpen die de toekomst van de nieuwe sociale beweging zullen bepalen.