Astrid Roemer, Jörgen Raymann en zelfrespect

Veel Surinamers zijn terecht trots op mensen uit onze gemeenschap die in de Nederlandse samenleving een positie in de top bereiken. Jörgen Raymann heeft op de Nederlandse televisie lange tijd een goed bekeken comedy show gehad en succesvolle theateroptredens. Nu heeft hij een net zo succesvolle dinnershow op Scheveningen. Astrid Roemer heeft de P.C. Hooft prijs 2016 gewonnen voor haar oevre. Het is een belangrijke literaire prijs. Ze hield de keynote speech bij de 1-Juli herdenking die door NiNsee werd georganiseerd.

De trots die de gemeenschap voelt heeft alles te maken met de ontkenning van de waarde en de prestaties van mensen van kleur in een racistische samenleving. Als er erkenning is, dan betekent dat in zekere zin een overwinning op racisme. Daarom zijn we trots op onze mensen die een vooraanstaande plek verwerven in de samenleving.

Als ze eenmaal op die plek zijn hebben ze drie pijnlijke keuzes die ze kunnen maken. Ze kunnen die positie gebruiken om de strijd tegen racisme te steunen. Dat brengt het risico met zich mee, dat weer omlaag vallen in de hiërarchie van de Nederlandse samenleving. Ze kunnen uitgekotst worden, zoals gebeurd is met Sylvana Simons.

De tweede mogelijkheid is dat ze zich in stilzwijgen hullen en gewoon hun boterham verdienen. De meeste mensen van kleur zullen dat begrijpen en ze ook met rust laten. We weten hoe moeilijk het is om te overleven, dus is er in zekere mate begrip voor dit standpunt.

De derde keuze is onbegrijpelijk en af te keuren: het gebruiken van je positie om je af te zetten tegen je gemeenschap en de strijd tegen racisme af te vallen. Dat is niet nodig. Jörgen Raymann zet zich in zijn dinner-show af tegen activisten die strijden tegen de racistische karikatuur van Monsieur Le Cannibal in De Efteling. “Ik vind het helemaal niet racistisch hoor!”, verkondigt hij luid en duidelijk en probeert de activisten belachelijk te maken alsof ze zich om niets druk maken. Hij had het onderwerp ook kunnen laten liggen en er niets over zeggen. Maar nu wil hij aan zijn witte klanten laten zien dat hij wel degelijk een standpunt heeft over racisme en wel één die dicht ligt bij wat veel witte mensen willen horen.

Astrid Roemer is niet veel anders. In haar keynote speech bij de 1 Julie herdenking 2016 zegt ze: “Het is opmerkelijk, dat wij deze begerenswaardige vrijheid zoeken en vinden in westerse landen want, even opmerkelijk is het, dat in onze landen van herkomst waar de slavernij heeft gewoed, nog te veel restanten zijn van ‘mentale koloniale patronen’ en van ‘fysieke koloniale structuren’. Conflicten die verwijzen naar meester-slaaf verhoudingen dus naar uitbuiting en achterstelling worden gewelddadig uitgevochten. Wij Surinamers hebben onze recente “decembermoorden 1982.” Ze praat over 15 doden tijdens 8 December en zwijgt over de 450 doden tijdens de Binnenlandse Oorlog die door Nederland gefinancierd werd met 33 miljoen.

Ze neemt het verhaal van de koloniale historici volledig over zonder een kritische kanttekening als ze zegt: “Het valt niet mee om slaaf te zijn ook als de meesteres je goed tracht te behandelen; het valt niet mee om meester te zijn ook als de slavin tegen je opkijkt; aldus ervaringen opgetekend in scheepsberichten en logboeken.”  Hoe koloniaal wil je het hebben.

En deze: “Het zijn Europeanen geweest die, wat Antillianen en Surinamers betreft, zich hebben schuldig gemaakt aan slavenhandel & slavernij; het waren Europeanen ook die zich een eeuw en langer hebben ingezet om een definitief einde te maken aan deze mensonwaardige situaties!” Wat een onzin! De abolitionistische beweging in Nederland stelde niets voor. De slavernij is afgeschaft vanwege economische redenen. De Haitiaanse revolutie was de grote motor achter de afschaffing van de slavenhandel en later de wettelijke slavenrij. Ze kent de geschiedenis helemaal niet en doet voorkomen alsof ze een autoriteit is, maar ze baseert zich op koloniale historici.

Het stikt van de historische onzin. Neem deze: “Welbeschouwd is in 1863-1873 een evenwicht hersteld tussen zwart-Afrika en wit-Europa of juister gesteld: tussen zogenoemde slaven en hun zogenoemde meesters.” Over welk evenwicht heeft ze het. Die periode staat bekend als de periode van de poenal sanctie. Dat wil zeggen dat de zwarte Afrikaan verplicht was om te werken op de plantage voor een loon die door voormalige slavenmakers werd vastgesteld. Als hij of zij dat niet wilde, belandde hij of zij in gevangenis, vandaar de naam poenale sanctie. Roemer heeft geen idee waar ze he tover heeft. Of ze heeft wel een idee, maar zit de geschiedenis te vervalsen.

Check deze: “U en ik hebben ooit de mogelijkheid benut om in deze samenleving onze weg te vinden naar een bevredigend bestaan. Met genoegen en weldoordacht doen wij onze uiterste best om volwaardig deel te nemen aan het vormgeven van een samenleving die de DIVERSITEIT van MENSWAARDIGHEID dient. Hoort ook u de nieuwe racisten morgen nukkig roepen: ROEMER MAAR WE ZIJN ER ECHT NOG NIET HOOR!”

De activisten die roepen: “Er is geen bevredigend bestaan. De werkloosheid onder mensen van kleur is tweemaal hoger dan onder Inheemse Nederlanders. Er is nog racisme en islamofobie.” Deze activisten worden door Roemer “de nieuwe racisten” genoemd.

De speech van Roemer is doordrenkt van koloniale ideeën over slavernij en racisme. Het kan ook anders. In Oxford zijn Afrikaanse studenten die een beurs kregen van de Rhodes Foundation een beweging gestart om het standbeeld van Rhodes in Oxford te verwijderen. In reactie op kritiek dat ze hypocriet zijn antwoordden ze: “This scholarship does not buy our silence… It is not an instrument of censorship… There is no hypocrisy in being a recipient of a Rhodes scholarship and being publicly critical of Cecil Rhodes and his legacy… There is no clause that binds us to find ‘the good’ in Rhodes’ character, nor to sanitise the imperialist, colonial agenda he propagated.” (http://businesstech.co.za/news/general/108827/rhodes-scholarship-does-not-buy-our-silence/)

Roemer kon de award in ontvangst nemen zonder die kritiek op activisten en zonder het koloniale verhaal over geschiedenis van slavernij te omarmen. We zouden het begrijpen.

In Suriname kennen we de volgende mop die ons begrip illustreert als mensen onder moeilijke omstandigheden hun boterham moeten verdienen.

Een Surinamer beland in Amsterdam in de periode dat er maar weinig Surinamers zijn. Hij is op naarstig op zoek naar werk (toen al). Hij krijgt een baan aangeboden in dierentuin Artist. Daar mag hij een apenpak aantrekken en voor aap spelen in een kooi.

“Geen probleem”, dacht hij. “We moeten allemaal een boterham verdienen.”

Hij is bezig met apestreken (brullen, rondrennen e.d.), toen plotseling een luik in de kooi opengaat en een leeuw binnenstapt. Onze Surinamers schrikt zich dood. Hij trilt en beeft van angst.

“Oh God, ik ga dood! Mijn laatste uur heeft geslagen! Nee, nee, moeder, vader, ik denk aan jullie. Helemaal hier in Amsterdam vind ik mijn dood!”, roept hij in het Surinaams.

Plotseling antwoordt de leeuw in het Surinaams: “Rustig maar, ik ben ook een Surinamer.”