De strijd tegen racisme en Zwarte Piet: hoe nu verder?

Datum: 18 november 2013

Betreft: De strijd tegen racisme en Zwarte Piet: hoe nu verder?

Op 3 en 10 november hield Sandew Hira op verzoek van de New Urban Collective lezingen over het vraagstuk van strategie en taktiek in de strijd tegen racisme en voor een moreel verbod op Zwarte Piet. Na de succesvolle demonstratie op 16 en 17 november in Amsterdam rijst de vraag: hoe zal het volgend jaar gaan? In deze bijdrage worden die vragen verder uitgewerkt en ter discussie voorgelegd aan een ieder die daarover een mening wil vormen.

“De belangrijkste lessen van 2013 kunnen als volgt samengevat worden:



1. De angst van zwarte mensen is doorbroken

Op de vraag “Moet Zwarte Piet veranderen?” antwoordt 89% van de Nederlanders in een enquête van Eén Vandaag op 22 oktober 2013: “Nee”. Dat is niet opvallend. Opvallend is dat 75% van de Surinamers en Antillianen “Ja” hebben geantwoord! 25 jaar geleden was de angst nog zo groot dat slechts een klein deel van de zwarte gemeenschap zich openlijk durfde uit te spreken tegen Zwarte Piet. Nu mengen grote groepen zich in het publieke debat in en buiten de sociale media. Waar voorgaande jaren slechts enkelingen zich in de publieke ruimte durfde te protesteren, was op 16 november al een groep van honderden mensen die dat op Beursplein in Amsterdam durfde. Conclusie: er is een groeiende basis voor demonstraties in de publieke ruimte voor een verbod op Zwarte Piet.



2. Er is een groeiende groep van witte Nederlanders die willen meedoen

De opiniesite www.peil.nl va Maurice De Hond vroeg op 22 oktober 2013 aan haar panel: Is het voor u acceptabel als het gezicht van Zwarte Piet een andere kleur krijgt? Van de totale Nederlandse bevolking antwoordde 15% met “Ja”. In Amsterdam was dat 45%! Vroeger zouden dit minieme aantallen zijn geweest. Conclusie: er is een groeiende groep van witte mensen die de strijd voor een verbod op Zwarte Piet actief zal willen steunen.”


Klik hier om het volledige commentaar te lezen.

De strijd tegen racisme en Zwarte Piet: hoe nu verder?

Op 3 en 10 november hield Sandew Hira op verzoek van de New Urban Collective lezingen over het vraagstuk van strategie en taktiek in de strijd tegen racisme en voor een moreel verbod op Zwarte Piet. Na de succesvolle demonstratie op 16 en 17 november in Amsterdam rijst de vraag: hoe zal het volgend jaar gaan? In deze bijdrage worden die vragen verder uitgewerkt en ter discussie voorgelegd aan een ieder die daarover een mening wil vormen. Zie verder ook zijn speech op 16 november tijdens de demonstratie op Beursplein.

De lessen van 2013


De belangrijkste lessen van 2013 kunnen als volgt samengevat worden:



1. De angst van zwarte mensen is doorbroken

Op de vraag “Moet Zwarte Piet veranderen?” antwoordt 89% van de Nederlanders in een enquête van Eén Vandaag op 22 oktober 2013: “Nee”. Dat is niet opvallend. Opvallend is dat 75% van de Surinamers en Antillianen “Ja” hebben geantwoord! 25 jaar geleden was de angst nog zo groot dat slechts een klein deel van de zwarte gemeenschap zich openlijk durfde uit te spreken tegen Zwarte Piet. Nu mengen grote groepen zich in het publieke debat in en buiten de sociale media.

Waar voorgaande jaren slechts enkelingen zich in de publieke ruimte durfde te protesteren, was op 16 november al een groep van honderden mensen die dat op Beursplein in Amsterdam durfde.

Conclusie: er is een groeiende basis voor demonstraties in de publieke ruimte voor een verbod op Zwarte Piet.



2. Er is een groeiende groep van witte Nederlanders die willen meedoen

De opiniesite www.peil.nl va Maurice De Hond vroeg op 22 oktober 2013 aan haar panel: Is het voor u acceptabel als het gezicht van Zwarte Piet een andere kleur krijgt? Van de totale Nederlandse bevolking antwoordde 15% met “Ja”. In Amsterdam was dat 45%!

Vroeger zouden dit minieme aantallen zijn geweest.

Conclusie: er is een groeiende groep van witte mensen die de strijd voor een verbod op Zwarte Piet actief zal willen steunen.



3. Amsterdam is de battleground

De trekkers in de strijd voor een verbod op Zwarte Piet zitten in Amsterdam. Amsterdam is ook de gemeente die wankelt. De burgemeester twijfelt en kiest nu nog om de burgemeester te zijn van wit Amsterdam.

Conclusie: Amsterdam is de eerste stad in Nederland die zou kunnen omvallen. Daarom moet in 2014 een landelijke mobilisatie gericht zijn op Amsterdam.



4. De eis is helder: een moreel verbod op Zwarte Piet

Aanvankelijk was de anti-racistische beweging in de publiek discussie in de verdediging. Willen we een kinderfeest verstoren? Willen we andere kleuren? Nu wordt steeds duidelijker dat er een eis ligt: een moreel verbod op Zwarte Piet. Een moreel verbod houdt in dat organisaties die Sinterklaasfeesten organiseren (intocht, schoolfeesten, bedrijfsfeesten, versieringen in de openbare ruimte) zelf het besef moeten ontwikkelen dat Zwarte Piet niet kan. De publieke discussie en demonstraties moeten ervoor zorgen dat dit besef groeit.

Conclusie: er is een groot draagvlak voor een heldere eis: een moreel verbod op Zwarte Piet.



5. Geweldloos verzet is de sleutel

Hoewel de sensatie media de anti-racisten probeert af te schilderen als relschoppers met een neiging tot geweld, blijkt keer op keer dat in de zwarte en witte groepen geweldloosheid de basis is voor verzet.

Conclusie: de ant-racistische beweging zou nadrukkelijker in de geest van Martin Luther King en Mahatma Gandhi het instrument van geweldloos verzet moeten propageren om verandering tot stand te brengen.



6. Internationalisering is cruciaal

De internationale media hebben veel belangstelling getoond voor de acties in Nederland. Nederland presenteert zich internationaal als een liberaal en tolerant land. De schok in het buitenland is dan ook groot om te zien dat dat beeld niet klopt.

Conclusie: de strijd voor een moreel verbod moet geïnternationaliseerd worden.

De strategie voor 2014


De strategie voor 2014 zou op de volgende pijlers kunnen rusten.



1. Focus op de intocht in Amsterdam

Hoewel de plaats van de landelijke intocht van Sinterklaas nog niet bekend is (de datum wel: 15 november, Arnhem heeft zich aangemeld om het evenement te organiseren) zou de focus moeten liggen op Amsterdam. Het doel van de anti-racistische beweging zou moeten zijn om tijdens de intocht in Amsterdam honderden mensen op de been te krijgen die openlijk en geweldloos demonstreren tegen racisme en voor een moreel verbod op Zwarte Piet.

In 2013 is een dag voor de intocht een demonstratie gehouden om te voorkomen dat bij de intocht de emoties uit de hand zouden lopen. Op de dag zelf waren een groep activisten die een geluidloos protest lieten horen door hun mond met plakband dicht te plakken. Het aantal mensen was ook aanzienlijk kleiner dan een dag tevoren.

In 2014 moet een helder doel gesteld worden: bij de intocht moet een luidruchtig protest met spandoeken en gescandeerde leuzen worden georganiseerd van honderden mensen, en in de toekomst met duizenden mensen.



Amsterdam ziet zich graag als de culturele hoofdstad van Europa. We moeten een campagne opzetten met de beelden van de intocht van 2013 om te laten zien dat Amsterdam de racistische hoofdstad is van Europa.



2. Voorbereiding op gewelddadige reacties op geweldloos verzet

Geweldloos verzet heeft twee pijlers:

o Het actiemiddel is geweldloosheid: spandoeken, scanderen van leuzen, staan op een plek, een menselijke keten etc. De middelen zijn geweldloos.

o De reactie op geweld is geweldloosheid: dit is het moeilijkste onderdeel, want je instinctieve reactie op geweld is het gebruik van tegengeweld om je te verdedigen. De lessen van Martin Luther King en Mahatma Gandhi is dat je juist in deze gevallen geweldloos verzet toepast. Je verdedigt je, maar slaat niet terug.



In de komende maanden moeten we een discussie stimuleren over de strategie van geweldloos verzet als voorbereiding op de demonstratie tijdens de intocht van 2014.

IISR zal op 19 januari 2014 tijdens de Genocide Memorial Day en de viering van één jaar slavernijonline een bijeenkomst organiseren over de internationale ervaringen met geweldloos verzet.



Burgemeester Van der Laan heeft in 2013 aangegeven dat mensen mochten protesteren bij de intocht, maar ze mochten geen spandoeken dragen en geen leuzen scanderen. Dat is een inbreuk op de vrijheid van meningsuiting. Jelle Klaas, advocaat bij Fischer Advocaten zegt: “De hoofdregel in Nederland is dat er vrijheid van meningsuiting is. Als een burgemeester op grond van de vrees voor verstoring van de openbare orde een inbreuk wil plegen op dit recht, dan mag hij dat doen maar je hoeft het niet te accepteren.”

In de principes van geweldloos verzet gaan we uit dat een onrechtvaardige wet niet gehoorzaamd hoeft te worden.



Daarom is het van groot belang om de geweldloze actie goed voor te bereiden. De voorbereiding houdt onder meer in:

o Al heel vroeg publiekelijk aankondigen dat je wilt gaan demonstreren met spandoeken en leuzen. Jelle Klaas: “Je hebt geen vergunning nodig, maar je moet het wel melden.”

o Het geweld kan van twee kanten komen: de politie en racisten. Geweldloos verzet betekent dat een beroep gedaan wordt op de politie om geen geweld te gebruiken. Agenten die het met de demonstranten eens zijn moeten opgeroepen worden om de demonstranten te beschermen tegen geweld. Ook moeten voorstander van Zwarte Piet opgeroepen worden om geen geweld te gebruiken en gebruik te maken van hun recht om geweldloos hun standpunt te verdedigen.

o We moeten een eigen geweldloze ordedienst hebben die op een geweldloze manier demonstranten kan beschermen. Sportscholen zouden benaderd kunnen worden om mensen te leveren die getraind zijn in verdedigen zonder aan te vallen.

o In de komende maanden moeten mensen die willen demonstreren gevraagd worden om mee te doen met trainingen voor geweldloze actie. Jelle Klaas: “Demonstranten zouden kaartjes moeten hebben met telefoonnummers van advocaten die hen gratis willen bijstaan als ze gearresteerd worden.”

o We moeten mensen hebben die georganiseerd een online verslag kunnen doen van de demonstratie. Dat moet voorbereid worden zodat foto’s en video’s direct over de hele wereld kunnen gaan. De voorzieningen hiervoor moeten getroffen worden, zodat mensen weten waar ze via internet kunnen volgen wat er gaat gebeuren.











3. Internationalisering van de strijd

Internationalisering van de strijd kan op de volgende niveaus plaatsvinden:


  1. Internationale instituten zich laten uitspreken voor een moreel verbod. De VN heeft zich ermee bemoeid. Nu is de vraag welke andere internationale instituten gevraagd kunnen worden om hun oordeel uit te spreken. Dat moet uitgezocht worden en daarop moeten dan lobby-trajecten worden ingezet.

  2. Regeringen die zich uitspreken tegen racisme in Nederland. Het gaat dan niet alleen om regeringen die problemen hebben met Nederland, zoals Rusland, maar ook landen als Zuid-Afrika. Als de regering dat niet wil, zouden prominente politici in die landen dat misschien willen.

  3. Solidariteitsacties in het buitenland tegen racisme in Nederland. Onze vrienden in het buitenland moeten vragen om op 21 maart, de internationale dag tegen racisme, bij Nederlandse ambassade picketlines te organiseren tegen racisme in Nederland.

  4. Boycot acties. Er is in de strijd tegen apartheid veel ervaring opgedaan met boycot acties (culturele boycot, boycot van bezoeken aan het land etc). Onze vrienden in het buitenland moeten we oproepen om boycotacties te organiseren. Het zal niet direct succesvol zijn op grote schaal, maar het geeft al direct een signaal.





4. Uitbreiding van de intocht naar de instituten

De belangrijkste actie in 2014 zal de actie zijn bij de intocht in Amsterdam. Maar we moeten al nadenken over acties bij instituten. Daarbij zullen de basisscholen een belangrijke plaats innemen. We moeten streven naar de vorming van oudercomité’s die pleiten voor een moreel verbod van Zwarte Piet op hun school. Ook moeten we voorbereidingen treffen voor acties bij andere instituten (bedrijven).



5. Het vraagstuk van organisatie

Het belangrijkste probleem is het probleem van organisatie. Hiervoor bestaat geen toveroplossing. In alle sociale bewegingen lost dit probleem zich vanzelf op. Wij moeten ernaar streven om mensen met elkaar in contact te brengen, vooral ook mensen die met elkaar van mening verschillen en toch voor een moreel verbod zijn. In het samen werken en samen discussiëren, zullen de oplossingen voor organisatievraagstukken gevonden worden. In de komende maanden zal iedere organisatie haar eigen reguliere activiteiten organiseren. Hopelijk ontmoeten mensen elkaar daar en kan uit die interactie de organisatievorm groeien die nodig is om de strijd voor een moreel verbod op een hoger niveau te brengen.



Op 19 januari 2014 organiseert IISR de International Genocide Memorial Day in samenwerking met de Islamic Human Rights Commission in London en de Indigènes de la République n Parijs. In London en Parijs worden simultane bijeenkomsten georganiseerd. We hebben dan een kick-off van de internationalisering van de strijd tegen racisme in Nederland en doorpraten over de stategie van geweldloos verzet. Details over de bijeenkomst worden nog nader bekend gemaakt.



Wij roepen onze lezers op om de link naar dit artikel op hun facebook pagina te plaatsen zodat iedereen kritiek kan geven en een eigen bijdrage kan leveren op de vraag hoe we in 2014 verder moeten met de strijd voor een moreel verbod.





Sandew Hira

IISR

Speech Sandew Hira op Beursplein 16 november 2013

Waarom staan we hier?
Sommigen begrijpen niet, soms vanwege onwil, niet uitsluitend dat het goede wil is maar laag IQ.
We staan hier niet vanwege gouden ringen. We staan hier niet vanwege rode lippen. We staan hier vanwege racisme.

Wat willen we?
We willen een moreel verbod op racisme. We willen een verhoging van het beschavingsniveau van Nederland. We willen een eind aan Zwarte Piet. We willen een eind aan de zwarte stereotype van de domme, dociele, onderdanige zwarte knecht is racistisch. De hele wereld ziet die stereotype, maar Nederland niet.

Wat willen we niet?
We willen geen oranje pieten naast zwarte pieten.
We willen geen groene pieten naast zwarte pieten
We willen geen blauwe pieten naast zwarte pieten
We willen geen pieten met één roetveeg naast zwarte pieten
We willen geen pieten met twee roetvegen naast zwarte pieten
Wat we willen is helder en duidelijk: Stop racisme in Nederland, verbied zwarte piet!

Sommige witte mensen zijn helemaal verward: Ze zitten met kleur. Kleur is belangrijk voor ze. Ze zitten met het probleem van kleur. Ze zeggen:we moeten antwoord in kleur hebben omdat we niet racistisch willen zijn. Beste witte man en witte vrouw. Maak het jezelf niet moeilijk: LAAT HEM NIET DE SCHOORSTEEN IN GAAN. HOU HEM TEGEN. De schoorsteen heeft hem toch zwart gemaakt. We leven in de tijd van centrale verwarming. Kinderen begrijpen dit, omdat de meeste kinderen geen schoorsteen kennen. En hij was toch wit voordat hij de schoorsteen inging. Laat hem wit blijven. Hij was toch een beschaafde slimme verstandige witte man. Voorkom dat hij verandert in een stomme, dociele zwarte knecht. Hij was toch een Europeaan voordat hij de schoorsteen inging. Hou hem tegen en voorkom dat hij een Afrikaan wordt. Is dit zo moeilijk om te begrijpen? Denk dan aan een ezelsbruggetje: de zwarte man heet Kwame, de witte man heet Piet. Laat de witte man in zijn eigen waarde en zijn eigen kleur, hou hem weg van de schoorsteen. Maak hem niet to Afrikaan, want dat is hij niet. Dat moet toch niet zo moeilijk zijn.

Hoe willen we dit bereiken?
Ten eerste, via de weg van geweldloosheid. Ze duiden ons aan als relschoppers, maar wij voegen hieraan toe. We zijn geweldloze relschoppers net als Mahatma Gandhi en Martin Luther King die in hun tijd geweldloze relschoppers waren. Wij zijn relschoppers die met geweldloos verzet een einde willen aan racisme in dit land. We zijn geweldloze relschoppers die het beschavingsniveau van dit land omhoog willen brengen. Geweldloosheid is geen tactiek, het is een principe.

Ten tweede, we moeten toe naar een beweging op basis van het principe van eenheid in verscheidenheid. Laat ieder zijn ding doen en toch met elkaar samenwerken in een Nationaal Comité voor een Verbod op Zwarte Piet, dat voor volgend jaar een grote demonstratie moet organiseren op de dag van de intocht in Amsterdam, niet de dag ervoor De twee miljoen likes op Facebook laten zien dat dit een strijd is van vele jaren. Wat racisme is diep geworteld in deze samenleving. Wat moeten we denken van die twee miljoen likes? Zijn dat allemaal racisten? We weten één ding zeker. Ze zijn geen anti-racisten. Ze hebben niet per ongeluk de pagina geliket. Ze hebben bewust positie gekozen in de discussie over Zwarte Piet. Zoals Andre Hazes zingt: een beetje verliefd. Zo kun je zeggen ze zijn een beetje racistisch, net zoals je een beetje zwanger kunt zijn.

Ten derde, we moeten de strijd tegen racisme in Nederland internationaliseren. Amsterdam ziet zichzelf graag als de culturele hoofdstad van Europa. We moeten de wereld duidelijk maken dat Amsterdam de racistische hoofdstad is van Europa. Amsterdam heeft de campagne I Am sterdam. We moeten die campagne omzetten in I racist.
We moeten in het buitenland solidariteitsacties laten organiseren tegen de vertrapping van mensenrechten in Nederland. Zwarte Piet is een schending van de menselijke waardigheid van zwarte mensen in dit land. We moeten oproepen tot en culturele boycot van Amsterdam. We roepen het Amsterdam Toneel op om aan het eind van hun voorstellingen een brief voor te lezen zoals ze dat in Rusland hebben gedaan tegen mensenrechtenschendingen van homo’s. We vragen ze om net zo moeder te zijn in Amsterdam en aan het eind van hun voorstellingen op te roepen om Zwarte Piet te verbieden.

Tot slot. Dit is een lange strijd die jaren gaat duren. We hebben een strijdkreet nodig in onze strijd tegen racisme. Waarom nemen we niet de strijdkreet van Nelson Mandela over in die andere strijd tegen racisme, daar in Zuid Afrika. Die strijdkreet was AMANDLA. AWETHU. Het was een internationale strijdkreet geworden in de strijd tegen racisme in Zuid-Afrika. AMANDLA betekent: kracht. En AWETHU betekent “aan ons”. De strijdkreet gaat als volgt: de speaker, degene die de bijeenkomst leidt: roept Amandla. En de massa roept: Awethu. Laten we het oefenen. Na iedere speech en aan het eind van de demonstratie en van al onze bijeenkomsten in de toekomst roept de speaker: AMANDLA en jullie antwoorden met: AWETHU.

AMANDLA!
AWEHTU!

Sandew Hira

Deel 4: Gert Oostindie – De geestelijke leider van het wetenschappelijk kolonialisme

Datum: 23 oktober 2013
Titel: Gert Oostindie: De geestelijke leider van het wetenschappelijk kolonialisme
Serie: Als witte mensen zwarte geschiedenis beschrijven

In deze aflevering behandelen we de opvattingen van Gert Oostindie. Oostindie is de meest productieve schrijver uit de stroming van het wetenschappelijk kolonialisme. Hij produceert aan de lopende band boeken en artikelen over de koloniale geschiedenis en haar erfenis. Zijn rol in de productie van een koloniale ideologie ligt op drie terreinen. In de eerste plaats: de productie van ideologie onder het mom van wetenschappelijke kennis. Oostindie bedenkt concepten die nu gangbaar zijn in het wetenschappelijk kolonialisme. In de tweede plaats: de indoctrinatie via het onderwijs. Oostindie is hoogleraar aan de
Universiteit Leiden. In die hoedanigheid indoctrineert hij studenten en mensen die bij hem promoveren in de kneepjes van het wetenschappelijk kolonialisme.

Klik hier om de volledige aflevering te downloaden.

Deel 3: Alex van Stipriaan – Witte huid, zwarte maskers en dubbele tongen

Datum: 2 september 2013
Titel: Alex van Stipriaan: Witte huid, zwarte maskers en dubbele tongen
Serie: Als witte mensen zwarte geschiedenis beschrijven

Alex van Stipriaan presenteert zich graag als de progressieve witte Nederlander die zich identificeert met zwarte activisten en de tegenhanger is van uitgesproken racistische historici als Pieter Emmer. Dat moeten we natuurlijk alleen maar toejuichen: ageren tegen racisme als een erfenis van slavernij, duidelijk maken dat Zwarte Piet afgeschaft moet worden, beweren dat slavernij heel erg was. Dat zijn goede standpunten van Van Stipriaan die we moeten verwelkomen.

Klik hier om de volledige aflevering te downloaden.

Deel 2: Tula – de mislukking, de vervalsing van de geschiedenis van de slavenopstand van 1795

Datum: 2 augustus 2013
Titel: Tula: de mislukking – De vervalsing van de geschiedenis van de slavenopstand van 1795

Serie: Als witte mensen zwarte geschiedenis beschrijven

Jeroen Leijnders heeft een film geproduceerd onder de titel Tula the revolt. In mijn
wekelijkse column voor de Surinaamse internet nieuwssite www.starnieuws.com heb ik een bespreking gemaakt van deze film. In de bespreking concludeer ik dat de
film een mislukking is omdat het een vervalsing is van de historische werkelijkheid
van de opstand van 1795 op Curaçao onder leiding van Tula en van de figuur van Tula. Die conclusie baseer ik op een vergelijking van het verhaal dat de film vertelt en het verhaal dat uit de historische bronnen naar voren komt.

Klik hier om de volledige aflevering te downloaden.

Deel 1: Acht technieken om een misdaad tegen de menselijkheid te bagatelliseren.

Serie: Als witte mensen zwarte geschiedenis beschrijven

Stel dat Duitse nazi’s anno 2013 het in Duitsland voor het zeggen zouden hebben. Hoe zouden zij de geschiedenis van de Duitse bezetting in Nederland beschrijven? Als je een idee wilt hebben van de lijn van hun verhaal en de technieken die ze zouden hanteren dan moet je de publicaties lezen van sommige witte mensen die de geschiedenis van slavernij beschrijven. In het verleden hebben we het werk van witte professoren zoals Emmer, Oostindie, van Stipriaan en Den Heijer onder de loep genomen. Nu kijken we naar wat Els Langefeld en Jeannette van Ditzhuizen schrijven. Ze hebben allemaal één ding gemeen: ze kijken niet naar de feiten, maar naar de vraag hoe ze de misdaden van hun voorouders kunnen bagatelliseren. Het gaat niet om het zoeken naar de waarheid maar het goedpraten van een misdaad tegen de menselijkheid. Lees en huiver.

Klik hier om de volledige aflevering te downloaden.

Dekolonisatie van de Surinaamse geschiedschrijving: antwoord aan Ramsoedh en Hassankhan

Dekolonisatie van de Surinaamse geschiedschrijving: antwoord aan Ramsoedh en Hassankhan

Maurits Hassankhan

Van 15-17 oktober 2012 organiseerden Maurits Hassankhan, Jerry Egger en Eric Jagdew een conferentie getiteld Geschiedschrijving van Suriname. In december 2013 kwam een tweedelige bundel uit met bijdragen van de deelnemers aan de conferentie.
Daarin bekritiseren Maurits Hassankhan en Hans Ramsoedh de opvattingen van Sandew Hira over dekolonisatie van de Surinaamse geschiedschrijving. Hira dient ze nu van repliek.

In zijn repliek behandelt Hira de volgende onderwerpen:

  • Wat is dekolonisatie van de geschiedschrijving volgens Decolonizing The Mind (DTM).
  • De kritiek van Hans Ramsoedh op DTM en het antwoord van Hira daarop. Ramsoedh betoogt dat dekolonisatie van de geschiedschrijving niet nodig is, omdat de geschiedschrijving door Nederlandse wetenschappers objectief is en aan hoge wetenschappelijke normen voldoet.
  • De kritiek van Maurits Hassankhan op DTM en het antwoord van Hira daarop. Hassankhan betoogt dat dekolonisatie van de Surinaamse geschiedschrijving niet meer nodig is, want dat proces heeft hij persoonlijk ingezet vanaf 1975. De Surinaamse geschiedschrijving is al gedekoloniseerd.
  • Beide critici beschouwen het boek van Rudolf Van Lier Samenleving in een grensgebied als nationale en dus gedekoloniseerde geschiedschrijving. Hira gaat uitvoerig in op dit boek en toont aan dat het onwetenschappelijk, ideologisch en zelfs racistisch is. Van Lier is de basis van de nationale geschiedschrijving volgens Hassankhan en Ramsoedh. Hira betoogt dat daarom dekolonisatie van de geschiedschrijving nodig is.

Het antwoord van Hira is hier te download

Reactie Van Rossum en Fatah-Black

Reactie Van Rossum en Fatah-Black

Beste Sandew Hira,

Van de Nederlandse slavenhandel en de impact op de Nederlandse economie was nog geen reconstructie gemaakt. Nu is deze reconstructie er wel. Het verbaasde ons dat je historisch onderzoek dat bekijkt hoe de slavenhandel onderdeel was van de Nederlandse economie als geheel niet belangrijk vindt.

In de bespreking van ons artikel wordt gesteld dat wij een rookgordijn optrekken voor de geschiedenis van slavenhandel en slavernij. Wij voelen ons geroepen om te reageren. Dit doen wij omdat het slavernijverleden ons aan het hart gaat. Maar bovenal ook omdat de bespreking een selectief, zelfs foutief beeld geeft van het doel en de resultaten van ons artikel.

We hebben met ons artikel een aanzet willen geven voor onderzoek naar de verwevenheid van de economie van de Nederlandse Republiek met de slavenhandel. In de bespreking wordt gesteld dat we de ‘winst’ van handelaren zouden berekenen. Dat klopt niet. Wij stellen in het artikel nadrukkelijk dat het ‘artikel tegenwicht (wil) bieden aan de vele benaderingen die zich slechts richten op ‘winstberekeningen’, waarin de nadruk ligt op de slavenhandel als een handel die (…) gekenmerkt werd door beperkte winsten.’ Dit is belangrijk, omdat de focus op deze beperkte winst voor sommige historici reden is geweest om te stellen dat de slavenhandel van weinig economisch belang zou zijn geweest.

Wij stellen daar een ander perspectief tegenover. Wij stellen dat het belangrijk is om te kijken naar de bredere impact van de slavenhandel op de Nederlandse economie. Om tot een goed inzicht te komen berekenen wij daarom de ‘brutomarge’ van de handel als geheel. Dat is een ‘indicatie van het totaal aan opbrengsten en (economische) activiteiten dat direct gevolg was van de Nederlandse slavenhandel van Afrika naar Amerika.’ De bedragen die wij noemen, zo betogen we, zijn uitgegeven in de Republiek, aan scheepsbouw, verzekeringen, bevoorrading, lonen, commissiegelden, etc.

Dit is dus een andere benadering dan veel eerdere studies hadden. Eerdere studies waren geïnteresseerd in de winst- en verliesrekening van compagnieën. Ons doel was juist om een indicatie te geven van de economische band tussen de Republiek en de trans-Atlantische slavenhandel. Het is voor het eerst dat voor de gehele periode van Nederlandse trans-Atlantische slavenhandel een reconstructie is gemaakt. Wij denken dat dat belangrijk is voor het debat over het slavernijverleden – en roepen dan ook op tot verder onderzoek en debat over het slavernijverleden in Azië én de Atlantische Oceaan.

De bespreking suggereert dat we ons niet zouden realiseren dat de slavenhandel maar een kleine rader was in een groter systeem. Dat is natuurlijk onzin. We schrijven immers: ‘De slavenhandel had met het leveren van (gedwongen) arbeidskracht een cruciale functie binnen het Atlantische systeem. (…) Daarbij moet expliciet benadrukt worden dat hier alleen de slavenhandel is behandeld, niet het bredere, op slavernij gebaseerde Atlantische systeem. De impact van dit systeem moet nog vele malen groter zijn geweest.’ Er wordt nergens ontkent dat dit het geval is, en toch wordt ons dit aangewreven. Wat ons betreft staat onze conclusie als een huis: ‘De slavenhandel was in dit opzicht een kleinere handelsstroom, maar is wellicht symbolisch voor de wijze waarop handel, macht en geweld zijn verweven en hebben bijgedragen aan de ontwikkeling van vroegmodern Europa.’

We storen ons aan de selectieve manier van citeren en de povere manier van samenvatten. De bespreking maakt van ons onderzoek een karikatuur. Je onderschat je lezers, maar dat is voor jouw rekening. Wat we wel bijzonder problematisch vinden is de aantijging dat we ons geen rekenschap zouden hebben gegeven van de ‘basisliteratuur’. De literatuur die genoemd wordt, gaat in op andere belangrijke debatten, zoals de onderontwikkeling van Afrika. Geen van de boeken die in de bespreking genoemd worden, zijn ons onbekend, ze waren simpelweg niet relevant voor ons onderzoek.

En zo komen we tot de slotsom van onze reactie op de bespreking van ons artikel. De bespreking staat vol selectieve citaten en valse beschuldigingen. Wij betreuren dat, en vinden dat al met al geen fraai gezicht.

Matthias van Rossum en Karwan Fatah-Black

Debat Sandew Hira versus Matthias van Rossum en Karwan Fatah-Black

Datum: 20 april 2012
Auteur: Sandew Hira
Titel: Wat is verlies? Een kritische bespreking van een visie van het wetenschappelijk kolonialisme op de criminele handel in zwarte mensen

Matthias van Rossum en Karwan Fatah-Black hebben een artikel gepubliceerd over de winstgevendheid van de Nederlandse slavenhandel dat veel aandacht heeft gekregen in de Nederlandse pers. De strekking was: “Slavernij was belangrijker voor de economie dan tot nu toe werd aangenomen.” De titel was: Wat is winst? De economische impact van de Nederlandse trans-Atlantische slavenhandel.Sandew Hira heeft een kritische analyse gemaakt van het artikel:

“In deze bespreking maken we een analyse van het onderzoek en laten zien waarom de benadering die zij presenteren, past in de traditie van het wetenschappelijk kolonialisme. Ook wordt een oordeel gegeven
over de kwaliteit van het onderzoek en de
implicaties voor toekomstig beleid inzake het
slavernijverleden.

Klik hier om de volledige bespreking te downloaden.

Datum: 26 april 2012
Auteur: Matthias van Rossum en Karwan Fatah-Black
Titel: Reactie Van Rossum en Fatah-Black

“Van de Nederlandse slavenhandel en de impact op de Nederlandse economie was nog geen reconstructie gemaakt. Nu is deze reconstructie er wel. Het verbaasde ons dat je historisch onderzoek dat bekijkt hoe de slavenhandel onderdeel was van de Nederlandse economie als geheel niet belangrijk vindt. In de bespreking van ons artikel wordt gesteld dat wij een rookgordijn optrekken voor de geschiedenis van slavenhandel en slavernij. Wij voelen ons geroepen om te reageren. Dit doen wij omdat het slavernijverleden ons aan het hart gaat. Maar bovenal ook omdat de bespreking een selectief, zelfs foutief beeld geeft van het doel en de resultaten van ons artikel.”
Klik hier om het hele artikel te lezen.

Datum: 30 april 2012
Auteur: Sandew Hira
Titel: Repliek Sandew Hira

“Dank voor jullie reactie op mijn kritiek.
Mijn kritiek op jullie artikel is in drie punten samengevat:

  1. Het is eenzijdig omdat het winst niet in samenhang met verlies bekijkt.
  2. Het maakt een verkeerde vergelijking om het belang van slavenhandel te meten. De vergelijking moet zijn tussen handel en productie en niet tussen handel berekend volgens de methode van Emmer en Den Heijer en de handel berekend volgens jullie methode.
  3. Het ziet de belangrijkste beleidsimplicatie over het hoofd, namelijk het effect op de omvang van herstelbetalingen.”

Klik hier om de volledige reactie te lezen.

Sandew Hira: Twee stromingen in de Surinaamse geschiedschrijving

12 oktober 2012
Betreft: Twee stromingen in de Surinaamse geschiedschrijving

Ten behoeve van het symposium Geschiedschrijving van Suriname dat van 15 tot en met 17 oktober gehouden werd in Paramaribo schreef Sandew Hira een paper getiteld “Twee stromingen in de Surinaamse geschiedschrijving”. De paper beschrijft in detail wat de verschillen zijn tussen de twee stromingen: de stroming van het wetenschappelijk kolonialisme en die van Decolonizing the Mind. Het fundamentele verschil zit in de manier waarop aangekeken wordt tegen de legitimiteit van het kolonialisme. Het wetenschappelijk kolonialisme probeert de legitimiteit te verdedigen, terwijl Decolonizing the Mind die legitimiteit bestrijdt. Hira bespreekt tien manieren waarop de legitimiteit door het wetenschappelijk kolonialisme wordt verdedigd.

“In deze bijdrage wordt het vraagstuk behandeld van de dekolonisatie van de Surinaamse geschiedschrijving. De
volgende stelling wordt verdedigd: er zijn twee stromingen binnen de Surinaamse
geschiedschrijving: een stroming – die ik noem het wetenschappelijke
kolonialisme – die een beeld presenteert van de Surinaamse geschiedenis waarbij
kolonialisme als een legitiem verschijnsel wordt gepresenteerd en een stroming
– die ik noem Decolonizing the Mind – die het kolonialisme als een misdaad
beschouwt. De verschillen tussen beide stromingen zijn heel groot. Ze zijn geworteld in verschillende tradities: de eerste in het eurocentrisme die het kolonialisme verdedigt, de tweede in de strijd tegen het kolonialisme. Ze hebben verschillende analysekaders. De eerste is geworteld in ideologie (hoe zou je naar de wereld moeten kijken), de tweede in de wetenschap (hoe zit de wereld in elkaar).
Ze hebben verschillende research agenda’s.”

Klik hier om de paper te downloaden.