Pravini: educatie en empowerment in de Hindostaanse gemeenschap

Dia19Inheemse trots en Aziatisch zelfbeeld

 

Afgelopen week zag ik een opmerkelijke foto in de krant. Agenten en beveiligers van de Australische premier Julia Hillard trokken haar weg van een menigte boze demonstranten en begeleiden haar vanuit een restaurant in de hoofdstad Canberra naar haar auto. De premier en de oppositieleider Tony Abbot woonden in het restaurant de viering bij van Australian Day. Tijdens het wegvoeren van de premier verloor ze een schoen.

Jaarlijks word in Australië de komst van de eerste vloot Britse kolonialisten op 26 januari 1788 gevierd. Het is een officiële vrije dag in Australië.

 

Australië behoorde toe aan een verzameling stammen (zo’n 500) die door Europeanen werden aangeduid als aboriginals, Inheemsen. Maar ze hadden allemaal een eigen naam voor zichzelf.

De Britten hebben hun land gestolen alsof het de normaalste zaak van de wereld was. De aboriginals werden op wrede wijze onderdrukt. Honderdduizenden zijn vermoord. In 1788 woonden er ongeveer een miljoen Inheemsen in Australië. Onder normale omstandigheden zou dat aantal uitgegroeid moeten zijn tot vele tientallen miljoenen. Nu zijn er nog ongeveer 300.000 in leven. Ze zijn uitgestoten naar de rand van de samenleving.

 

Toch hebben ze hun trots niet verloren. Terwijl de blanke Australiërs hun Australië-dag vieren, laten de Inheemsen hun stem horen. 26 januari 1788 noemen zij de “Dag van de Invasie” of de “Dag van Treurnis”. Ieder jaar laten ze hun stem horen tegen de vervalsing van de geschiedenis en tegen de vernedering van hun voorouders. De nazaten van de mensen die hun land hebben gestolen en hun voorouders hebben vermoord en onderdrukt, vragen van de Inheemsen om de dag waarop die ellende begon, te vieren. Die stellen nu omgekeerd de vraag: wees niet immoreel maar erken dat er historisch onrecht is begaan en dat er niets te vieren valt vanuit het oogpunt van menselijke waardigheid.

 

De Inheemsen hebben een lange strijd gevoerd voor hun grondrechten en burgerrechten. Ze zijn heel ver gekomen. De Australische regering heeft haar excuses aangeboden voor het historisch onrecht dat hen is aangedaan. Er is in 1976 een wet ingesteld, de Aboriginals Land Rights Act, op basis waarvan individuen hun grondrechten konden claimen. Hun strijd voor respect en mensenrechten gaat door. De eis om de Dag van Treurnis – Australië dag voor de blanken – af te schaffen staat nog volop overeind.

 

De strijd van de aboriginals is bewonderenswaardig. Mensen die naar de rand van de samenleving zijn geduwd hebben hun trots nooit verloren. Hoewel de meesten amper een opleiding hadden genoten, lieten ze al vanaf de jaren dertig van de vorige eeuw hun protest horen tegen de vernederende viering van de dag waarop hun onderdrukking begon.

 

Vergelijk dat met hoe Hindostanen en Javanen in Suriname met zo’n dag omgaan. De meeste volkeren dragen hun zelfbeeld met trots en vieren de dag waarop hun onderdrukking is beëindigd. Zo vieren Afro-Surinamers – en de rest van Suriname – de dag waarop slavernij is afgeschaft. Nederlanders vieren de dag waarop hun land werd bevrijd van de Duitsers.

 

Alleen Hindostanen en Javanen doen het anders: zij vieren de dag waarop hun onderdrukking begon, de dag waarop het eerste schip van hun voorouders in Suriname aankwam om jaren van uitbuiting en onderdrukking tegemoet te gaan. Dat ze onderdrukt en uitgebuit werden, stelt niemand ter discussie. Dat is algemeen geaccepteerd. En toch wordt de dag waarop hun voorouders in dat systeem werden ondergebracht, gevierd als een belangrijke dag in de geschiedenis.

 

Trots en zelfbeeld? De nazaten van de Aziaten in Suriname –inclusief de hoogopgeleide Javanen en Hindostanen – kunnen nog veel leren van de aboriginals van Australië.