Alle berichten van Dew

Martina Amoksi: De Marronvrouw in de stad

Titel: De Marronvrouw in de stad
Auteur: Martina Amoksi
Prijs: € 15,-
ISBN: 978-90-74897-95-5
Bestellen: info@amritpublishers.com

Met deze publicatie wordt voor het eerst een systematisch onderzoek uiteen gezet, waarbij de Marronvrouw centraal staat. Daarnaast wordt met dit historisch onderzoek ook een belangrijke lacune in de historiografie van Suriname vervuld met betrekking tot de bijdrage van vrouwen in de geschiedenis van Suriname. Amoksi hoopt met dit onderzoek ook bij te kunnen dragen aan een beter begrip voor de positie van de Marronvrouw in de Surinaamse samenleving en erkenning voor hun situatie.

Inhoud
“Een meisje is de rijkdom van de bee”, een uitdrukking die de centrale rol van de vrouw in de Marrongemeenschap kenmerkt. De bee is een groep van marrons, waarbij matrilineaire verwantschap tussen de leden aangetoond kan worden. Marrons zijn de nazaten van tot slaaf gemaakten die onder uiterst moeilijke omstandigheden een nieuwe cultuur ontwikkeld hebben waarvan de elementen grotendeels Afrikaans zijn. In dit boek plaatst auteur Martina Amoksi, zelf ook afkomstig van de Marrons, de rol en positie van de Marronvrouwen in een historisch perspectief. Uit haar analyse blijkt dat de Marronvrouwen een grote bijdrage hebben geleverd met betrekking tot het overleven van de Marrongemeenschappen sinds hun oprichting tot heden. De centrale vraagt die Amoksi in dit boek stelt is wat de effecten waren van de urbanisatie van de tweede helft van de twintigste eeuw op de sociaal-economische positie van de Marronvrouwen in Suriname. Daarbij gaat ze voornamelijk in op de historische positie van de Marronvrouwen en de doorwerking daarvan in het heden.

Marten Schalkwijk en Stephen Small: New Perspectives on Slavery and Colonialism in the Caribbean

Titel: New Perspectives on Slavery and Colonialism in the Caribbean
Auteur: Marten SChalkwijk en Stephen Small
Prijs: € 17,50
ISBN: 978-90-74897-59-4
Bestellen: info@amritpublishers.com

Marten Schalkwijk en Stephen Small hebben een reader geredigeerd met elf artikelen die gaan over slavernij en de erfenis van slavernij in Suriname en het Caraïbisch gebied. Marten Schalkwijk is hoogleraar aan de Anton de Kom Universiteit. Stephen Small is hoogleraar aan de Universiteit van Amsterdam and Associate Professor of African American Studies aan de University of California, Berkeley.

Inhoud
De analyse van slavernij in het Caraïbisch gebied heeft een lange geschiedenis en heeft geresulteerd in een omvangrijke literatuur. De analyse heeft betrekking op de variaties in de aard, het functioneren en de erfenis van slavernij in diverse gebieden onder verschillende koloniale heersers, inclusief de Engelsen, Spanjaarden en Fransen. Er is relatief weinig literatuur in het Engels over Suriname. Deze reader bestaat uit bijdragen die de aandacht vestigen op de voormalige Nederlandse kolonie en bijdragen die de discussies die daarbij aangekaart worden in een breder perspectief plaatsen van de discussies die elders in het Caraïbisch gebied plaatsvinden. De artikelen zijn gegroepeerd in drie hoofdthema’s. Het eerste thema heeft betrekking op het instituut van slavernij. Het tweede thema is het verzet tegen slavernij. Het derde thema betreft de erfenis van slavernij in verschillende vormen. Diverse artikelen leveren nieuwe onderzoeksvragen met betrekking tot deze thema’s. Daarom hebben de auteur gekozen voor de titel: “New perspectives on slavery and colonialism in the Caribbean”.

Jan Schalkwijk: Ontwikkeling van de zending in het Zuid-Caraïbisch gebied – in het bijzonder onder de Hindostanen 1850-1980

Titel: Ontwikkeling van de zending in het Zuid-Caraïbisch gebied – in het bijzonder onder de Hindostanen 1850-1980
Auteur: Jan Schalkwijk
Prijs: € 25,-
ISBN: 978-90-74897-61-7
Bestellen: info@amritpublishers.com

Voor het eerst is er een studie verschenen die uitgebreid aandacht schenkt aan een groep Hindostanen die nauwelijks aan bod komen in de geschiedschrijving: de Christenen, en vooral de stroming van de Evangelische Broeder Gemeente (EBG).

Inhoud
Volgens de Historische Database Suriname was 0,06% van de Hindostaanse
contractarbeiders Christen. Daarbij is niet gespecificeerd om welke stroming
binnen het christendom het gaat. In de afgelopen anderhalve eeuw heeft het
Christendom ook in de Hindostaanse gemeenschap voet aan de grond gekregen. In 1980 was 5% van de Hindostanen in Suriname, 20% in Trinidad en 10% in Guyana Christen. Hoewel het nog steeds om een kleine groep Hindostanen gaat in Suriname, is het belangrijk om ook aandacht te schenken aan deze groep en haar rol in de Hindostaanse gemeenschap. Schalkwijk put uit bronnen van het EBG-archief. Hij beschrijft het dagelijkse leven van de zendelingen en het contact met Hindostanen. De verslagen van dat contact geven ons een beeld van hoe Hindostaanse voorlieden aankeken tegen de zendelingsdrift. Zijn boek zit vol van dit soort detailbeschrijvingen die een levendig beeld geven van het leven van Hindostanen in de verschillende fasen van de geschiedenis. Het is een geschiedenis van Hindostanen bekeken vanuit de bril van de zending, maar daardoor niet minder relevant. De feiten die vermeld worden over dit leven zijn vaak niet te vinden in andere archiefbronnen. Schalkwijk is geen wetenschapper die van buiten kijkt naar de EBG-zending. Hij zat er midden in. Hij beschrijft alle aspecten van die zending: de filosofie, de financiering, de organisatie, de onderlinge verhoudingen, de reactie van de omgeving, het beleid van kerkelijke instituten en dat alles in een historisch perspectief. Schalkwijk heeft een diepgaande vergelijking gemaakt tussen Suriname, Guyana en Trinidad en met name hoe de Christelijke zending in de verschillende landen tewerk zijn gegaan. Daaruit blijkt enerzijds hoe sterk de Christelijke kerken in de koloniën werden aangestuurd door de organisaties buiten de koloniën en anderzijds hoe groot de verschillen tussen de Engelse en Nederlandse koloniën was.

Radjinder Bhagwanbali: Tetary (de koppige): Het verzet van Hindoestanen tegen het Indentured Labour System in Suriname, 1873-1916

Titel: Tetary (de koppige): Het verzet van Hindoestanen tegen het Indentured Labour System in Suriname, 1873-1916
Auteur: Radjinder Bhagwanbali
Prijs: € 12,50
ISBN: 978-90-74897-63-1
Bestellen: info@amritpublishers.com

Dit boek is de tweede publicatie van een trilogie van Radjinder Bhagwanbali over de geschiedenis van Hindostanen onder het Indentured Labour System in Suriname in de periode 1873-1916. Het eerste deel van de trilogie handelt over de werving en het transport van contractarbeiders en het leven op de plantages. Dat leven heeft aanleiding gegeven tot veel verzet tegen het kolonialisme. Dat verzet staat centraal in dit deel van de trilogie.

Inhoud
Op basis van brieven, verslagen, militaire beschrijvingen en ander archiefmateriaal beschrijft Bhagwanbali in detail hoe het verzet gestalte heeft gekregen, hoe de strijd zich heeft ontwikkeld en hoe het koloniale bestuur daarop heeft gereageerd. Hindostanen die tot nu toe onbekend zijn gebleven worden met naam en toenaam genoemd. Hun acties worden in dit boek aan de vergetelheid ontrukt. Het boek behandelt de achtergronden van de opstanden in het algemeen. Het gaat uitgebreid in op de opstanden op de plantages De Resolutie, Zoelen, Zorg en Hoop en Mariënburg. Het bevat de gedetaillerde namenlijst van de mensen die vermoord zijn tijdens de opstanden en de kaart van de plek van het massagraf van Mariënburg. Het boek is gebaseerd op archiefmateriaal dat tot nu toe niet gebruikt is geweest. Daaruit komt naar voren hoe meedogenloos de kolonisator is geweest in het neerslaan van de opstanden.

Marten Schalkwijk: The colonial state in the Caribbean

Titel: The colonial state in the Caribbean
Auteur: Marten Schalkwijk
Prijs: € 25,-
ISBN: 978-90-74897-60-0
Bestellen: info@amritpublishers.com

Prof. Dr. Marten Schalkwijk heeft een indrukwekkende sociologische studie verricht over de geschiedenis van Suriname. Zijn monumentale studie (500 pagina’s) is om verschillende redenen van groot belang. Het is de eerste studie die persoonlijke netwerken in Suriname gedurende drie eeuwen heeft blootgelegd. Niemand heeft eerder geprobeerd om de netwerken van planters, militairen, ambtenaren e.d. over zo’n lange periode met elkaar in verband te brengen. Hij past methoden toe uit de wiskundige sociologie om te illustreren hoe de verdeling van macht in de koloniale samenleving plaatsvindt in de positie van individuele personen op de basis van ras, huidskleur en klasse. Hij laat ook zien hoe deze netwerken in de loop van de tijd veranderen.

Inhoud
Waar veel historische studies over Suriname erg beschrijvend zijn, heeft Schalkwijk een theoretisch kader geconstrueerd over de koloniale staat om de evolutie van de Surinaamse samenleving te begrijpen. Hij laat zien hoe de Joodse en marrongemeenschappen als een staat binnen een staat functioneren en hoe de koloniale staat werkt. In zijn gedetailleerde studie koppelt hij sociale gegevens over de bevolking, etniciteit, religie, en onderwijs met economische gegevens over producten, prijzen, invoer en uitvoer, belastingen, de overheidsbudgetten, het type van de aanplantingen en brengt ze samen met gegevens over instellingen, verenigingen en persoonlijke netwerken om de aard van de koloniale staat te begrijpen. Zijn studie wordt uitgegeven door uitgeverij Amrit en NiNsee als zevende uitgave in de NiNsee reeks. Prof. Dr. Schalkwijk is directeur van het Institute for Graduate Studies & Research aan de Anton de Kom Universiteit in Suriname.

Radjinder Bhagwanbali: De nieuwe avatar van slavernij – Hindoestaanse migranten onder het indentured labour systeem naar Suriname, 1873 – 1916

Titel: De nieuwe avatar van slavernij – Hindoestaanse migranten onder het indentured labour systeem naar Suriname, 1873 – 1916
Auteur: Radjinder Bhagwanbali
Prijs: € 15,-
ISBN: 978-90-74897-58-7
Bestellen: info@amritpublishers.com

Dr. drs Radjinder Bhagwanbali heeft baanbrekend werk verricht voor de Surinaams gemeenschap, en in het bijzonder voor de Hindostaansegemeenschap. De historicus en socioloog is in archieven gedoken in India, Engeland, Nederland en Suriname en heeft een nauwkeurige reconstructie gemaakt van de emigratie van Hindostanen vanuit India naar Suriname en van het zware leven op de plantages tijdens contractarbeid.

Inhoud
Bhagwanbali heeft zaken ontdekt die tot nu toe verzwegen of onbekend waren,
zoals:

  • Niet tweederde zoals altijd is beweerd, maar de helft van alle Hindostanen is in Suriname gebleven.
  • Tijdens contractarbeid (1873-1916) zijn 5.500 Hindostanen (bijna 20%) omgekomen door uitputting en ziekte.
  • De werving was gebaseerd op misleiding en bedrog. Mensen maakten beslissingen om te vertrekken op grond van verkeerde informatie over wat hen te wachten stond. Ze dachten te kiezen voor een beter bestaan maar wisten niet welke hel hen te wachten stond.
  • Tijdens contractarbeid werden de Hindostanen op grote schaal mishandeld en in de gevangenis gezet. Bhagwanbali heeft met naam en toenaam de mensen genoemd die in de kromboei werden geslagen. Zweepslagen en geseling kwamen niet alleen tijdens slavernij, maar ook tijdens contractarbeid voor.
  • De wetten uit het Koelietractaat leken mooi op papier, maar de dagelijkse praktijk week daar schrijnend vanaf: gevangenisstraf voor de minste vorm van verzet, bedrog bij uitbetaling van lonen en overmaking van gelden, verkrachting van vrouwen, vernedering en racistische behandeling door de kolonisator. Bhagwanbali heeft de gegevens uit de archieven nauwkeurig opgetekend en weergegeven.

Padmini Kanhai: The Chandrashekhar-Sharma story

Titel: The Chandrashekhar-Sharma story
Auteur: Padmini Kanhai
Prijs: € 5,00
ISBN: 978-90-74897-56-3
Bestellen: info@amritpublishers.com

De eerste uitgave in de IISR-reeks is het bijzondere verhaal van Chandrashekhar-Sharma, een contractarbeider die in 1893 vanuit India naar het voormalige Brits-Guyana vertrok en zijn ervaringen heeft opgetekend. Zeer bijzonder is dat zijn kleinkinderen en achterkleinkinderen uitgezwermd zijn over de hele wereld en al meer dan een eeuw contact hebben onderhouden met elkaar.

Inhoud
Op 2 oktober 1893 vertrok Chandrashekhar-Sharma vanuit India op 22-jarige leeftijd als contractarbeider naar het toenmalige Brits Guyana. Later publiceert hij in het Hindi een kleine brochure over zijn werving, de overtocht en het leven op de plantage. Zijn verhaal heeft hij ook verteld aan zijn kinderen. Zijn dochter heeft hiervan aantekeningen gemaakt. In tegenstelling tot andere contractarbeiders gaat Chandrashekhar-Sharma niet de landbouw in, maar opent hij een drukkerij in Guyana. Hij gaat naar Suriname waar hij ook een drukkerij opent. In 1910 vertrekt hij naar India en keert na twee jaar terug naar Guyana. In 1920 gaat hij voor de tweede keer naar India waar hij zich verdiept in de Arya Samaj. Terug in Guyana en later in Suriname wordt hij een belangrijke propagandist voor de Arya Samaj. In 1936 gaat hij definitief terug naar India, maar onderhoudt een briefwisseling met zijn kinderen. Enkele jaren later sterft hij. De kinderen van zijn broer delen dat per brief mee aan zijn zoon in Guyana. Het contact tussen de familie in India enerzijds en in Guyana en Suriname anderzijds komt stil te liggen. Begin jaren zestig gaat zijn jongste dochter naar India om de banden met de familie weer aan te halen. De familie in Guyana heeft zich vervolgens verspreid over de hele wereld (India, Nederland, Engeland, Duitsland, Oostenrijk, Rhodos, Canada, Amerika, Guyana, Trinidad, Suriname en Barbados). Opvallend is echter dat tot de dag van vandaag de kleinkinderen en achterkleinkinderen contact hebben met elkaar alsof ze één grote globale familie zijn. Padmini Kanhai-Mishre, een achterkleinkind van Chandrashekhar-Sharma, heeft verschillende documenten en informatie verzameld van de families over de hele wereld, o.a. over de vraag hoe het hen is vergaan in de afgelopen generaties. Op basis hiervan heeft zij met medewerking van Sandew Hira, directeur van het International Institute for Scientific Research, een Engelstalige brochure geschreven met de titel The Chandrashekhar-Sharma story – a remarkable case study of family in the Indian Diaspora.

Armand Zunder: De ‘Wiedergutmachung’ voor de schade die Suriname en haar bevolking hebben geleden onder het Nederlands kolonialisme

Titel: Herstelbetalingen: De ‘Wiedergutmachung’ voor de schade die Suriname en haar bevolking hebben geleden onder het Nederlands kolonialisme
Auteur: Armand Zunder
Prijs: € 35,-
ISBN: 978-90-74897-55-6
Bestellen: info@amritpublishers.com

De studie van de econoom Armand Zunder over het best bewaarde geheim in de koloniale geschiedenis: de wijze waarop Nederland geprofiteerd heeft van haar kolonie Suriname. Deze studie zou wel eens voorgoed de visie op de geschiedenis van Suriname kunnen veranderen en de basis vormen voor het herschrijven van de geschiedenisboeken in het onderwijs.

Inhoud
De studie van Armand Zunder is om verschillende redenen zeer belangrijk:

  • Nieuw thema: Zunder brengt een belangrijke vernieuwing in de Surinamistiek. Voor het eerst heeft een historicus het aangedurfd om het thema herstelbetaling zo scherp op de wetenschappelijke en maatschappelijke agenda te plaatsen. Dit thema raakt de kern van de discussie over het slavernijverleden als een misdaad tegen de menselijkheid.
  • Fundamentele kritiek: Wetenschappelijke vooruitgang van enige betekenis ontstaat doordat kritische wetenschappers de moed hebben om traditionele opvattingen ter discussie te stellen. Zunder opent met deze studie de deur van een kamer vol taboe’s. Waar andere historici ervoor terugdeinzen om de aard van slavernij te analyseren, gaat Zunder vele stappen verder. Hij fileert de verschillende traditionele opvattingen over slavernij en kolonialisme op basis van uitgebreide kwalitatieve en kwantitatieve gegevens en toont hun enorme zwakte aan.
  • Nieuwe visie op de geschiedenis. Zunder’s bijdrage is misschien wel de belangrijkste studie sinds Anton de Kom, omdat hij verbanden legt die tot nu toe nooit gelegd zijn: de verbanden tussen het beleid van de koopliedenbankiers en de regentenelite in Nederland – en met name in Amsterdam – en de creatie van de kolonie Suriname. Tot nu is vaak de Surinaamse samenleving beschreven als een op zichzelf staande samenleving die weliswaar verbonden was met Nederland, maar meer als een last dan een lust. Op basis van een gedegen kennis van de Nederlandse geschiedenis en feitenmateriaal uit de archieven legt Zunder de verbanden bloot, die door anderen verzwegen of niet gezien zijn.
  • Economische geschiedenis: Surinaamse historici hebben zich geconcentreerd op de sociale of politieke geschiedenis van Suriname. De economische geschiedenis is vaak als een stiefkind behandeld. Zunder’s studie is de meest uitgebreide studie van de historische ontwikkeling van de Surinaamse economie. Zijn statistische bijlage bevat economische gegevens (kwalitatief en kwantitatief) die tot nu toe moeilijk beschikbaar waren.
  • Beleidsrelevantie: Zunder maakt een vertaling die vaak afwezig is in wetenschappelijke studies in de Surinamistiek: de verbinding tussen wetenschappelijke analyse en beleid. Hij maakt een uitgebreide uitwerking van hoe de resultaten van zijn studie vertaald kunnen worden in een beleid m.b.t. herstelbetalingen.

Hoe verder met Sinterklaas en Zwarte Piet?

Datum: 4 december 2011
Betreft: Strategie Sinterklaas

Inleiding

Sommige veranderingen zie je met je ogen, anderen met je verstand.
Dit jaar is voor het eerst een grote verandering zichtbaar in de Sinterklaasviering in Nederland. Jarenlang zijn de protesten tegen Zwarte Piet afgedaan als belachelijke kritiek van mensen die volstrekt vervreemd zijn van de Nederlandse samenleving. Dit jaar is voor het eerst de kritiek op Zwarte Piet onderwerp van discussie in de dominante media. Het meest opvallende is dat er nu Nederlanders zijn die serieus ingaan op de kritiek zonder het direct af te serveren als te belachelijk voor woorden. Natuurlijk vindt het grootste deel van de media die kritiek nog steeds belachelijk, maar nooit eerder is het zo’n serieus onderwerp van gesprek geweest.
Hoe komt dat en wat mogen we de komende jaren verwachten?

Analyse trendbreuk

Volgens mij hebben een aantal ontwikkelingen tot deze trendbreuk geleid.
Het meest opvallende is natuurlijk de actie van Quinsy Gario en Kno’ledge Cesare. Een simpel vreedzaam protest met T-shirts heeft het bizarre karakter van het Sinterklaasfeest met Zwarte Piet in één oogopslag zichtbaar gemaakt: de politie slaan vreedzame zwarte jongeren in elkaar alleen omdat een stilzwijgend protest tegen racisme hebben georganiseerd.
Maar er zijn dieper liggende oorzaken van de trendbreuk.

De opkomst van Wilders en het xenofobe klimaat in Nederland leidt ertoe dat een groter deel van de samenleving zich terecht zorgen maakt om het beschavingsniveau in dit land. Die mensen denken na over zaken die vroeger niet ter discussie stonden. Ligt de oorzaak van de enorme aanhang van Wilders in en buiten zijn PVV misschien toch ook in de cultuur van Nederland? Zijn er onbeschaafde elementen in die cultuur die de vreemdelingenhaat versterken? Hoewel de verbinding tussen Zwarte Piet en Wilders nog niet wordt gelegd is het een kwestie van tijd dat in die kringen doordringt dat er wel degelijk een verband is.
Dat draai je niet terug.

Voor het eerst is het front van de strijd tegen het racistisch karakter van Zwarte Piet naar een internationaal niveau gebracht. In Canada zijn de organisatoren gedwongen geworden uit vrees voor massale protesten om de viering in de Nederlandse gemeenschap dit jaar stop te zetten. Niet uit principe dat Zwarte Piet racistisch is, maar uit vrees voor protesten. In het buitenland is de gestigmatiseerde Zwarte Piet helemaal niet uit te leggen.
De internationale gemeenschap is een factor geworden en dat draai je niet terug.

Vroeger werd de berichtgeving in de samenleving gecontroleerd door radio, tv en kranten. Met de opkomst va sociale media als Facebook en Twitter is hun monopolie doorbroken.<BR
Sociale media zijn nu een factor van betekenis geworden en dat draai je niet terug.

Sociale verandering is mensenwerk

Ook al draai je de bovengenoemde processen niet terug, dat betekent niet dat over 5-10 jaar Zwarte Piet automatisch verdwenen is. Veel is ook afhankelijk van hoe de beweging die zich opstelt tegen het racistische karakter van dit feest zich in de toekomst gaat opstellen.

Je kunt twee kanten uit met de strijd tegen racisme en Sinterklaas.
De eerste strategie is gericht op het afschaffen van het feest. De argumenten kunnen verschillend zijn, bijvoorbeeld:

  • Het is een commercieel feest. Het gaat om business.
  • Het hele feest is racistisch, dus schaf het hele feest af.

Ik geloof niet in deze strategie. Ik denk niet dat je grote massa’s mensen kunt mobiliseren voor deze strategie. Ik denk daarom dat die strategie tot niets zal leiden, alleen tot passiviteit van grote delen van de samenleving (de huidige situatie).

De tweede strategie is gericht op het behoud van het feest en het afschaffen van het racistische element. Dit is ook niet eenvoudig, maar is volgens mij wel realistisch.
Maar hiervoor is een strategisch plan nodig. Ik stel hier een eenvoudige strategie voor: verander het verhaal van Sinterklaas en laat mensen kiezen uit twee verhalen.

Het is van groot belang om te begrijpen dat de kern van het feest een verhaal is. De symbolen (de domme zwarte knechten, de intocht, de schoenen met kadootjes etc) zijn afgeleid van het verhaal. Je kunt de symbolen niet veranderen zonder het verhaal te veranderen.

Tako Slump, eigenaar van het Holland Shopping Centre in Canada en organisator van het feest aldaar legt uit waarom ze het feest hebben stopgezet: “We kunnen geen Sinterklaas vieren zonder Zwarte Piet. Dat bestaat gewoon niet.”
De strategie die ik voorstel is erop gericht om mensen te presenteren met twee alternatieven:

  • Een kinderfeest gebaseerd op een beschaafd verhaal in de multiculturele samenleving.
  • Een kinderfeest gebaseerd op een racistisch verhaal uit de Nederlandse koloniale geschiedenis.

Het tweede verhaal kennen we.
Het eerste verhaal moet uitgewerkt worden, maar hier zijn de hoofdlijnen uit mijn voorstel:

  • Sinterklaas komt nog steeds uit Spanje met de boot.
  • Hij wordt vergezeld door elfjes van verschillende culturen met namen van verschillende culturen en klederdrachten van verschillende culturen. Iedere elf heeft een eigen karakter. De een is grappig, de ander een slimme nerd, weer een ander is sportief etc. Rond deze karakters moeten liedjes en verhalen worden verzonnen. De liedjes kunnen lijken op de huidige sinterklaasliedjes eventueel voorzien van moderne aanpassingen (rap, arabisch, kaseko, bangra etc). Als hij omringd wordt door intelligente leuke elfjes, dan zou zijn karakter van de superieure blank ook kunnen veranderen naar de leuke, oude verstrooide blanke man.
  • De elfjes brengen snoep en kadootjes rond. Ze laten de kadootjes achter in schoenen of zakken bij het huis.

En dat is het. Simpel, niet moeilijk en goed te volgen.

Stappenplan

Je zult niet van de ene dag op de andere een nieuw feest krijgen. Daarvoor moet je de strategie uitwerken in een stappenplan. Dat plan bestaat volgens mij uit de volgende stappen:

  1. Stel het verhaal vast. Hiervoor moet je creatieve verhalenvertellers inschakelen die op basis van deze hoofdlijnen in karakters het nieuwe verhaal maken. Het hoeft geen uitgebreid verhaal te zijn, maar het moet wel een eenduidig verhaal zijn.
  2. Laat creatieve mensen attributen ontwerpen voor het nieuwe verhaal (kleding, overige attributen).
  3. Laat muzikanten nieuwe liedjes maken en dichters nieuwe gedichten voor het nieuwe verhaal.
  4. Bereid je voor op een nationale discussie over de keuze tussen twee verhalen. Het Sinterklaas is eeuwenlang gevierd zonder Zwarte Piet. Het karakter van de huidige Zwarte Piet – de domme negerknecht met grote lippen – komt voor uit slavernij en kolonialisme en is pas van de laatste eeuwen. Internationaal wordt Santa Claus tijdens kerst gevierd zonder een domme zwarte als metgezel. Alleen in Nederland en de (voormalige) Nederlandse koloniën bestaat het racistisch karakter van Zwarte Piet. Het is van belang dat de argumenten voor het nieuwe verhaal goed uitgewerkt zijn.
  5. Organiseer een werkconferentie waarop in één dag of weekend het nieuwe verhaal wordt vastgesteld met alle basiszaken erop en eraan met schrijvers, kunstenaars, vormgevers. Dichters, musici etc.
  6. Organiseer de lancering van het nieuwe verhaal. Veel zwarte ouders, leerkrachten en sociale werkers en hun blanke medestanders worstelen ieder jaar opnieuw met de vraag hoe om te gaan met Zwarte Piet. Met deze strategie hebben ze een instrument in handen om sociale verandering tot stand te brengen. Organiseer een conferentie met deze mensen en de politici van de grote gemeenschap om een uitwerking te maken van hoe het nieuwe verhaal in de samenleving te introduceren. Bekende Nederlanders die zich ergeren aan Zwarte Piet kunnen daarin een belangrijk rol spelen.

Organisatie is de sleutel

De sleutel tot verandering is organisatie. Het is van groot belang dat het creëren van een nieuw alternatief gedragen wordt door grote groepen. Daarom is het nodig om een organisatie te bouwen die dat draagvlak kan gaan ontwikkelen.
Ik roep een ieder op die een bijdrage aan deze strategie wil leveren om zich te melden bij mij om die organisatie te bouwen voor een alternatief voor Zwarte Piet en Sinterklaas.

Sandew Hira
Email:info@iisr.nl

Debat Francio Guadeloupe versus Sandew Hira

Datum: 27 februari 2011
Betreft: Racisme

Op 27 februari 2011 gingen Francio Goudeloupe en Sandew Hira met elkaar in debat over het vraagstuk van racisme in Vereniging Ons Suriname in Amsterdam. De inleiding van Hira bij het debat is hier te downloaden.

Datum: 24 april 2012
Auteur: Francio Guadeloupe
Titel: Geloof in ras is onuitroeibaar

“Anti-racisten en racisten zijn eigenlijk aanhangers van dezelfde geloofsovertuiging: het geloof in ras. We moeten stoppen met het belijden van deze godsdienst en in plaats daarvan een nieuwe vorm van atheïsme beoefenen. Pas dan komt er echt een einde aan racisme.”
Klik hier om het volledige stuk van Guadeloupe te lezen.

Datum: 27 oktober 2012
Auteur: Sandew Hira
Titel: Francio Guadeloupe en anti-racisme

“Guadeloupe’s oplossing voor racisme is: “Door adieu te zeggen aan nikkers, koelies en makambas in ons wetenschappelijk schrijven en denken … zullen we ook vaarwel zeggen aan de reïficatie (essentialisering) creolen,
Hindoestanen en blanken.” (p. 14). Met andere woorden: gebruik geen etnische classificatie: weg met de termen, zwart, bruin of blank, moslim, hindoe of christen. Racisme verdwijnt als we onze taal veranderen. De kern van mijn kritiek is dat racisme is niet ontstaan uit taal en ook niet zal verdwijnen door een ander taalgebruik. Het is geheel van sociale, economische en politieke verhoudingen dat ontstaan is uit een historische samenloop van omstandigheden en niet door de introductie van een bepaald soort taalgebruik. Dat heeft geleid tot een situatie waarbij superioriteit en inferioriteit gekoppeld is aan ras en dat heeft weer geleid tot een bepaald taalgebruik en niet omgekeerd. De beleidsimplicaties zijn verschillend.”

Klik hier om het volledige antwoord van Hira te lezen.