Categorie archieven: 2018-06

Liberalisme en activisme: de liberale grondslag van intersectionaliteit

Sandew Hira 1 juni 2018

Decennialang was activisme tegen de heersende orde in de wereld geïnspireerd door socialistische theorieën. Met de val van het Soviet blok hebben sommige activisten hun inspiratie gevonden in liberalisme. Het lijkt vreemd, want liberalisme is de filosofie van het kapitalisme en veel activisten zijn tegen het kapitalisme. Maar zo vreemd is het niet.

De Europese Verlichting heeft twee scholen met bevrijdingstheorieën voortgebracht: liberalisme en socialisme.

Liberalisme

Liberalisme is een school in de Westerse Verlichting die de bevrijding van het individu van religieuze en sociale controle voorop stelt. Enkele centrale beginselen van het liberalisme zijn:

  1. Particulier eigendom van productiemiddelen.
  2. Vrije markt.
  3. De vrijheid van het individu staat voorop. In de balans tussen individuele en maatschappelijke belangen staat de individuele vrijheid centraal.
  4. Het politiek systeem is gebaseerd op parlementaire democratie en de scheiding der machten (wetgevende, rechterlijk en uitvoerende macht). Politieke macht is neutraal.
  5. De scheiding van kerk en staat.
  6. De filosofie van het rationalisme: de productie van kennis is gebaseerd op observatie en analyse en is objectief en universeel.

Liberalisme is de klassieke filosofie van het kapitalisme. De vrijheid van het individu is de vrijheid van de kapitalist.

Socialisme

De belangrijkste stroming in het socialisme is het Marxisme. Andere stromingen (sociaal-democratie, anarchisme, utopische socialisme) hebben in verhouding minder invloed. De Russische revolutie van 1917 heeft de Marxistische theorie in een internationale politieke macht veranderd. Veel anti-koloniale activisten – ik inclusief – hebben zich aangetrokken gevoeld tot het Marxisme vanwege haar theorie over onderdrukking en uitbuiting.

Enkele centrale beginselen van het Marxisme zijn:

  1. Een economische analyse van kapitalisme waarbij privé-bezit van productiemiddelen in combinatie met de markt per definitie uitbuiting is.
  2. Het begrip klasse (een groep mensen in relatie tot productiemiddelen) als basiseenheid in hun sociale analyse.
  3. Een visie op wereldgeschiedenis waarbij materiële krachten de ontwikkeling van de geschiedenis bepalen en zaken als cultuur en kennisproductie in hoge mate bepaald worden van deze krachten.
  4. Politieke en juridische verhoudingen worden bepaald door de heersende klasse.
  5. Het kapitalisme veroorzaakt periodieke crisissen omdat het marktmechanisme geen stabiliteit kan garanderen. Die periodieke crisissen leiden tot een revolutionaire situatie waarbij de arbeidersklasse de mogelijkheid heeft om via een revolutie de staatsmacht over te nemen en een socialistische samenleving te vestigen.
  6. Een socialistische maatschappij schaft het privé-eigendom van productiemiddelen af en vestigt een planeconomie.
  7. Een klasseloze samenleving zal georganiseerd worden op basis van wetenschappelijke kennis en zal vroeg of laat leiden tot het afsterven van godsdienst.
  8. Macht is niet neutraal, maar gebaseerd op klasse.

De Europese Verlichting

Wat hebben Liberalisme en Marxisme gemeen? Ze hebben hun wortels in de Europese Verlichting. En die heeft de basis gelegd voor Eurocentrische kennisproductie. Hun principes zijn:

  1. Het idee van universalisme van Eurocentrische kennisproductie. Concepten die door Eurocentrische denkers zijn bedacht worden geacht universele geldigheid te hebben. Economische, politieke, sociale en culturele concepten uit liberalisme en socialisme zijn objectief en universeel. Het concept van individuele vrijheid of klasse gelden overal.
  2. Het idee van exclusiviteit van de geldigheid van kennisproductie. Economische, politieke, sociale en culturele concepten die buiten Europa zijn bedacht en die haaks staan op Eurocentrische concepten worden als ongeldig, minderwaardig en niet relevant beschouwd. De Eurocentrische kennisproductie heeft een exclusieve geldigheid.
  3. De scheiding van ethiek in kennisproductie. Eurocentrische kennisproductie gaat over waar of niet waar en ethiek (goed of fout) is eruit gehaald en verborgen in “objectieve” kennis. In niet-Westerse kennisproductie is ethiek onderdeel van kennis.
  4. De beschavingsdrang. Als de eigen kennis exclusief, universeel en objectief is, dan is de beschavingsdrang een logisch gevolg. Immers, niet-Westerse gemeenschappen moeten leren die objectieve superieure kennis te accepteren omdat dat hen in staat stelt om mee te gaan in moderne beschaving.
  5. Als je vervolgens weigert om die mee te gaan met die beschavingsdrang en durft te stellen dat er andere legitieme kennis bestaat die in discussie en debat haar waarde kunnen tonen, dan treedt het mechanisme van repressie op. Als Eurocentristen geen antwoord, geen weerwoord, hebben op de kritiek op hun concepten, dan gebruiken ze macht om te verhinderen dat die kritiek wordt gehoord.

Activisme en liberalisme

Met de neergang van het socialisme (het uiteenvallen van de Soviet-Unit, de introductie van markteconomie in voormalige socialistische landen) heeft het Marxisme met haar klasse-concept haar aantrekkingskracht verloren onder activisten die zich willen inzetten voor een nieuwe samenleving zonder onderdrukking en uitbuiting. De dekoloniale beweging (die vanaf de start van het Westers kolonialisme aanwezig was) kreeg daardoor meer ruimte om zich te ontwikkelen onder activisten in verschillende delen van de wereld met verschillende filosofieën: Ubuntu, Islamic Liberation Theology, multiversity, buen vivir, zapatismo, etc.

Maar het schiep ook nieuwe mogelijkheden voor het liberalisme om een basis te krijgen onder activisten. De stroming van intersectionaliteit is de ingang van het liberalisme naar activisme.

Hoe heeft het liberalisme zich kunnen wortelen in het activisme? Door liberale concepten op te nemen in de theorie van intersectionaliteit.

Intersectionaliteit is gebaseerd op het concept van het individu. De individuele ervaring is de basis van de theorie. In het Marxisme is klasse het basisconcept in sociale analyse. In dekoloniale theorie is de institutie van kolonisator en de gekoloniseerde de basis van sociale analyse. In Islamic Liberation Theology is de ummah, de gemeenschap van gelovigen, een belangrijk concept. Intersectionaliteit neemt het liberale concept van het individu en stelt dat deze zich op een kruispunt (intersectie) van ervaringen bevindt: als vrouw, zwarte, lesbische etc. De theorie bouwt zich rond de individuele ervaringen van mensen.

Het tweede concept van intersectionaliteit dat is ontleend aan Liberalisme is universalisme. Intersectionaliteit zich zichzelf als een universele theorie en niet als een specifieke Eurocentrische theorie. Concepten als patriarchaat, feminisme, seksualiteit worden gezien als universele concepten. Het feit dat een zwarte vrouw (Kimberley Crenshaw) aan de wieg staat van deze theorie, betekent niet dat het daardoor niet Eurocentrisch is. We moeten het concept beoordelen op haar inhoud om te bepalen of het Eurocentrisch is en niet op de huidskleur of etniciteit van degene die het concept produceert.

Het derde concept van intersectionaliteit met een basis in Liberalisme is exceptionalisme. Intersectionaliteit kan zich niet voorstellen dat er andere theorieën zijn over ras, etniciteit, gender verhoudingen of seksualiteit die haaks staan op de concepten van intersectionaliteit en toch geldig zijn.

Niet alleen in haar concepten, maar ook in haar werkwijze is intersectionaliteit geworteld in de Europese Verlichting. De beschavingsdrang van de Verlichting is onderdeel van intersectionaliteit. Intersectionaliteit is niet één van de vele mogelijke geldige opvattingen over de relatie tussen gender, etniciteit en seksualiteit. Het is de enige geldige.

In het verlengde van de beschavingsdrang is ook de houding om kritiek op intesectionaliteit niet te weerspreken, maar te verzwijgen. In sommige gevallen gaat het zelfs om het verhinderen dat andere opvattingen gehoord worden.

Een belangrijke invloed van het liberalisme op activisme via de theorie van intersectionaliteit is de analyse van macht. In het Marxisme is macht gelocaliseerd in de verhoudingen tussen de klassen. De kapitalistische klasse heeft controle op de staatsmacht. De arbeidersklasse bouwt een tegenmacht via de vakbeweging en een revolutionaire partij die zich voorbereidt op een revolutionaire situatie om via een revolutie de ouder staatsmacht te vernietigen en een nieuwe op te bouwen.

In verschillende dekoloniale theorieën wordt macht geconceptualiseerd als verschillende centra voor controle en verzet in een samenleving die op gespannen voet staat met elkaar in een strijd voor menselijke waardigheid, gerechtigheid en welvaart voor iedereen.

Intersectionaliteit heeft dezelfde visie op wereldgeschiedenis als liberalisme. Die visie is goed samengevat door de liberaal Francis Fukuyama: de wereldgeschiedenis heeft haar eindpunt bereikt in de vrije markteconomie en de parlementaire democratie. Alle protest vindt binnen deze kaders plaats. Je kunt verhoudingen over gender, seksualiteit en ras/etniciteit binnen deze kaders realiseren.

Het Marxisme heeft een visie op de wereldgeschiedenis waarin de omverwerping van het kapitalisme de deur opent naar een nieuwe socialistische wereldsamenleving.

Dekoloniale theorieën schetsen een einde aan vijf eeuwen kolonialisme en een nieuwe wereldbeschaving waarin economische, politieke, sociale en culturele instituties op een globale schaal zijn gedekoloniseerd.

Intersectionaliteit heeft een analyse van individuele ervaringen en kan daarom geen visie op wereldgeschiedenis presenteren als een leidraad voor de sociale bewegingen. Om een alternatieve visie op de werelgeschiedenis te presenteren, moet je een alternatieve theorie hebben over economie, politiek, sociale en culturele verhoudigen. Dat heeft de theorie van intersectionaliteit niet. Daardoor kan ze ook geen perspectief bieden om een andere samenleving en moeten de veranderingen in gender, seksualiteit en ras/etniciteit binnen de huidige structuren plaatsvinden.

De gevolgen van de liberale invloed op activisme

De gevolgen van de invloed van het liberalisme op activisme vanuit intersectionaliteit zijn groot. Ik behandel enkele onderwerpen.

In iedere sociale strijd is het vraagstuk van eenheid van cruciaal belang. Dit vraagstuk hangt samen met je analyse van macht. In onze DTM (Decolonizing The Mind) analyse is de macht van de kolonisator gevestigd in economische, sociale, politieke en culturele instituties. In de consolidatie van macht is verdeel-en-heers een cruciaal mechanisme. Dekoloniale activisten hebben een antwoord op dat mechanisme en dat is het concept van eenheid in pluriversiteit. Dat betekent dat we kijken naar wat ons bindt en wat ons verdeelt. We beginnen met de erkenning van het recht op pluriversiteit. Iedereen in de  beweging heeft het recht op andere visies op gender, seksualiteit en etniciteit. Vervolgens kijken we naar wat ons bindt: waar zijn we het wel over eens. Daarop proberen we dan mensen bij elkaar te brengen, met elkaar te laten werken in de hoop dat gemeenschappelijke strijd een sfeer schept waarin je op een ontspannen manier ook over je meningsverschillen kunt discussiëren zonder dat het de beweging breekt.

Intersectionaliteit heeft geen analyse van verdeel-en-heers en welk antwoord daarop te formuleren. Het is al snel: it is my way or the highway. Wie het niet met me eens is, zal ik verketteren. En daardoor wordt intersectionaliteit onderdeel van het spel van verdeel-en-heers. Stel dat je vindt dat homostrijd niet je prioriteit is, maar de solidariteit met Palestina. Als je dat expliciet stelt, dan ben je automatisch homofoob en is iedere samenwerking op bijvoorbeeld racisme uitgesloten.

Het opbouwen van eenheid in de strijd is in DTM gebaseerd op het principe van vrijheid van debat, kritiek en discussie, het opbouwen van kaders in de sociale strijd en het scheppen van een sfeer van vertrouwen, liefde en betrokkenheid. In Nederland is het belangrijkste strijdtoneel de ideologische strijd tegen de colonized minds van wit en mensen van kleur. Sommige intersectionele activisten verhinderen dat mensen zich vrijuit kunnen uiten en hebben moeite dat andere meningen dan die van hen een podium krijgen. Dat schept een klimaat van intimidatie in plaats van vertrouwen, vrijheid, liefde en betrokkenheid.

In het Marxisme en decoloniale theorieën is sociale strijd altijd internationale strijd tegen imperialisme en oorlog (dat inherent is aan kolonialisme en imperialisme). In liberalisme is dat afwezig en ook in intersectionaliteit.

Otto Huiswoud was een Surinaamse marxist die deel was van de Communistische Internationale. Op het tweede congres van De Communistische Internationale in 1920 werd een resolutie aangenomen waarin activisten in de imperialistische centra werden opgeroepen om hun eigen imperialistische regimes te bekritiseren ten aanzien van hun beleid ten opzichte van hun koloniën. Het is opmerkelijk dat veel intersectionalisten en andere Nederlansde activisten volledig zwijgen over de rol van het Nederlands imperialisme in haar voormalige kolonie Suriname. Daar hebben de Nederlandse imperialisten tussen 1992 en 1996 een oorlog gefinancierd met NF 31 miljoen dat geleid heeft tot 450 doden en duizenden andere slachtoffers. Nederlandse en Surinaamse activisten zwijgen over deze misdaad van hun eigen imperialistische mogendheid. Internationalisme en anti-imperialisme is geen onderdeel van intersectionaliteit in Nederland. Er zijn geen intersectionele analyses over de oorlog in het Midden-Oosten, de dreiging van een oorlog tegen Iran, de apartheidsstaat van Israël en de strijd van het Palestijnse volk.

Het liberalisme heeft het activisme enorm verzwakt. En we dragen nu daarvan de gevolgen.

 

Ik verwijs naar mijn kritiek op de intersectionele theorie en aanverwante theoriën in de volgende links:

  1. https://iisr.nl/intersectionaliteit/
  2. https://iisr.nl/news/white-privelege-oftewel-de-onzin-van-het-veranderen-van-onrecht-in-voorrecht-antwoord-aan-dyab-abou-jahjah/
  3. https://iisr.nl/news/sunny-bergman-en-het-verschil-tussen-voorrecht-en-onrecht/
  4. https://iisr.nl/dekolonisatie-van-de-universiteit-en-diversiteitsbeleid/
  5. https://iisr.nl/kennisproductie/racisme-en-islamofobie/wat-is-racisme/
  6. https://www.din.today/a-decolonial-critique-of-intersectionality/
  7. https://www.din.today/sandewhira/the-theory-of-everyday-racism-which-racism-is-not-everyday-but-only-in-the-weekend/
  8. https://www.din.today/divergent-research-methodologies-diversity-and-decolonization-at-the-university-of-amsterdam/
  9. https://www.din.today/theory/
  10. https://www.din.today/the-theory-of-white-privilege-why-racism-is-not-a-privilege/
  11. https://www.din.today/a-decolonial-critique-of-the-concept-of-white-privilege-why-injustice-is-not-a-privilege/
  12. https://www.din.today/news/a-decolonial-approach-to-color/

 

DIN en Bandung

Van 4-6 mei vond in Parijs de eerste internationale conferentie Bandung of the North plaats. De conferentie werd ondersteund door de Decolonial International Network en had onder meer als keynote speaker Angela Davis. De conferentie werd geopend en gesloten door Sandew Hira, coördinator van DIN.

In zijn slotwoord gaf Hira aan dat DIN niet gezien moet worden als een vergelijkbare internationale zoals in de socialistische beweging, maar als een infrastructuur om sociale bewegingen die werken vanuit een dekoloniale optiek met elkaar te verbinden.

In het weekend daarom vond de jaarlijke DIN-vergadering plaats in Amsterdam. Daarin werd besloten tot een herstructurering van het netwerk van een losse verzamelen van organisaties en individuen naar een meer gestructureerde samenwerking met decoloniale activisten.