Veelgestelde vragen aan Sandew Hira

Naar aanleiding van de afzegging van de Keti Koti lezing van Sandew Hira en de aanval die op zijn persoon is geopend, zijn er veel vragen ontstaan over zijn standpunt en aanpak. In deze Veelgestelde vragen  deelt Hira zijn antwoord op veelgestelde vragen.

  1. Ben je pro-Bouterse?

Nee. Ik ben niet voor of tegen personen. Ik ben voor of tegen ideeën. In gevallen van politiek geweld, zoals in Suriname, ben ik voor het idee van dialoog en verzoening als oplossing voor heling van een samenleving.

  1. Word je betaald door Bouterse?

Nee. Hoewel ik werk verricht als wetenschappelijk directeur van Dekosur, het Instituut voor de Dekolonisatie van Suriname, ontvang ik geen salaris. Ik onderschrijf het principe dat als mensen werk verrichten, ze daarvoor betaald moeten worden. De demoniseringscampagne tegen mijn persoon heeft echter een sfeer gecreëerd waarin betaling voor het schrijven van een encyclopedie wordt gepresenteerd als corruptie en een vergoeding voor “steun” aan Bouterse. Om die reden heb ik afgezien van een fee voor mijn werkzaamheden. Het herschrijven van de geschiedenis van Suriname vanuit een dekoloniaal perspectief vind ik te belangrijk om te laten liggen. Overigens wordt Dekosur niet gefinancierd door de overheid. Dekosur is een stichting die gefinancierd wordt door een gift van de Surinaamse Post Spaarbank n.a.v. haar 140-jarig bestaan.

  1. Ben je tegen de 8-December rechtszaak?

Ja, omdat ik de vraag stel of in het geval van politiek geweld, waarbij moorden het gevolg zijn van politieke spanningen, een rechtszaak bijdraagt aan de oplossing van politiek geweld. Een rechtszaak is één manier om gerechtigheid te behalen en de pijn die is veroorzaakt door het onrecht te helen. Er zijn echter situaties, zoals gevallen van politiek geweld, waarbij een rechtszaak de situatie kan verergeren. In zulke gevallen zijn er alternatieve wegen tot heling. In Zuid-Afrika en Columbia heeft men met financiële steun van de Nederlandse regering afgezien van dit soort rechtszaken vanwege het destabiliserend effect. Daar heeft men gekozen voor dialoog en verzoening.

In Suriname zijn 450 mensen omgekomen door politiek geweld, waarvan 15 mensen op 8 December 1982 en de rest vooral in de Binnenlandse Oorlog die woedde van 1986 tot 1992. De Binnenlandse Oorlog werd gesteund door de Bevrijdingsraad van Suriname in Nederland waarin familieleden van de slachtoffers van 8 December zaten. Daarom kan 8 December niet los gezien worden van de Binnenlandse Oorlog.

De 450 doden hebben nabestaanden met emoties van woede en verdriet. Het gaat om duizenden nabestaanden. Als al deze mensen rechtszaken zouden voeren tegen Bouterse, Brunswijk, de families van 8 December en de Nederlandse regering, zou je uitkomen op honderden rechtszaken. Dit zou de hele Surinaamse samenleving destabiliseren. Daarom ben ik een voorstander van een proces van dialoog en verzoening.

  1. Vind je dat Bouterse amnestie moet krijgen voor de 8-Decembermoorden?

Ja, en hetzelfde geldt voor Brunswijk, de families van 8 December en de Nederlandse regering. In 1992 heeft de regering Venetiaan een amnestiewet aangenomen die Brunswijk en medeplichtigen hebben gevrijwaard voor vervolging voor moorden die zijn gepleegd tijdens de Binnenlandse Oorlog. Iedereen heeft gebruik gemaakt van die wet, inclusief Bouterse. Ik vind ook dat amnestie gepaard moet gaan met een proces van waarheidsvinding, dialoog en verzoening.

Vrijwaring van Brunswijk, Bouterse, de Nederlandse regering en de families van 8 December van strafvervolging lost het probleem van politiek geweld echter niet op. Als er geen traject is voor waarheidsvinding, dialoog en verzoening zal er altijd weer een moment komen waarop politieke spanningen kunnen omslaan in politiek geweld. Daarom heb ik het Comité Slachtoffers en Nabestaanden van Politiek Geweld opgezet. Dat comité heeft allerlei activiteiten georganiseerd, zoals een conferentie en jaarlijks de dag van nationale rouw. Het is een manier om als samenleving de geschiedenis te verwerken in navolging van de amnestiewet.

Vrijwaring van Burnswijk, Bouterse, Nederland en de families van 8 December van strafvervolging lost het probleem van politiek geweld echter niet op. Als er geen traject is voor waarheidsvinding, dialoog en verzoening zal er altijd weer een moment komen waarop politieke spanningen kunnen omslaan in politiek geweld. Daarom heb ik het Comité Slachtoffers en Nabestaanden van Politiek Geweld opgezet. Dat comité heeft allerlei activiteiten georganiseerd, zoals een conferentie en jaarlijks de dag van nationale rouw. Het is een manier om als samenleving de geschiedenis te verwerken in navolging van de amnestiewet.

  1. Geloof je dat de mensen die vermoord zijn in 8 December betrokken waren bij een coup?

Helaas wel, maar niet iedereen. Ik baseer mijn conclusie op uitvoerig bronnenonderzoek en gesprekken met verschillende partijen die betrokken waren bij de gebeurtenissen. Ik heb uitvoerig de bronnen bestudeerd: publicaties, archiefonderzoek bij het Nederlandse Ministerie van Buitenlandse Zaken, gesprekken met mensen in het leger, de politie en veiligheidsdiensten, het rechtbankdossier van het 8 Decemberproces en interviews met naaste medewerkers van vakbondsleider Fred Derby, die benaderd werd door de CIA om mee te doen met de coup. De methodologie en uitkomsten van dit onderzoek staan beschreven in mijn boek De Getuigenis van president Desi Bouterse.

In het kader van het onderzoek heb ik een CIA-agent gesproken die getuige was van sommige van die gesprekken. Die vertelde mij dat mijn broer aanwezig was bij die gesprekken. Dat heeft mij voor een groot moreel probleem gesteld: moet ik die informatie verhullen omdat het om mijn broer gaat, of moet ik de waarheid vertellen wetende dat het schadelijk is voor mijn broer? Dat is een enorm moreel dilemma. Ik heb ervoor gekozen om de waarheid te vertellen, omdat bij mij integriteit boven persoonlijke of familiebelangen gaat. Met alle gevolgen van dien.

  1. Hoe kan je voor amnestie van Bouterse zijn, als hij betrokken is geweest bij de moord op jouw broer?

Ik baseer mijn standpunt over politiek geweld niet op gevoelens van wraak. Ik heb een moreel uitgangspunt over hoe om te gaan met gevoelens van pijn, verdriet en wraak. In de Bhagvad Gita, een belangrijk geschrift in het Hindoeïsme, staat dat je als je in conflict bent tussen familie en morele en maatschappelijke plicht, je voor die plicht dient te kiezen. Ik ben niet gelovig, maar onderschrijf de waarden die stellen dat je niet moet leven met wraak: verzoening en vergiffenis is ook een optie.