Sandew Hira, 2-2-2018
De discussie over de verandering van koloniale namen in de publieke ruimte en het neerhalen van standbeelden heeft weer laten zien hoe het mechanisme van kolonisatie van de geest werkt.
Het begint met gezond verstand. Je ziet een standbeeld van Hitler in een straat die heet Hitlerstraat. Je denkt: “Hé, waarom eren ze Hitler met een straatnaam en een standbeeld?” Hitler staat toch bekend als een massa-moordenaar? Dus sta je op en roept: “Mensen, we moeten de straatnaam veranderen en het beeld weghalen. Je kunt een misdadiger niet eren?”
En dan staat een massa witte deskundigen en house negroes op die in koor roepen: “Hoezo straatnamen veranderen en standbeelden weghalen? Dan doen we niet!” Het gezond verstand verdwijnt en maakt plaats voor drogredeneringen en koloniale discussietechnieken. Laten we ze stuk voor stuk analyseren
Techniek 1: verschuif het ontwerp van de discussie
CDA-leider Sybrand Buma zegt: ”Alsof je door beelden omver te werpen en namen uit te wissen een beter mens wordt.”
Inderdaad, de discussie gaat nu over de vraag: hoe wordt ik een beter mens? Ja, dan kan inderdaad op verschillende andere manieren. En daar kun je eindelijk over discussiëren.
Overigens zou je ook nog de vraag kunnen beantwoorden: zou een standbeeld van Hitler neerhalen je een beter mens maken? Buma vindt van niet.
Techniek 2: Marginaliseer de initiatiefnemers: een kleine groep
VVD-fractieleider Klaas Dijkhof in de Tweede kamer zegt dat het om een kleine groep gaat en kleine groepen horen in de Nederlandse samenleving geen stem te hebben en mogen ook niet gehoord worden. Een kleine groep vrouwen hebben aan het begin van de 20ste eeuw gestreden voor vrouwenkiesrecht. Als we Dijkhof’s redenering zouden toepassen in die tijd dat zouden nu moeten stellen dat deze vrouwen geen rechtvaardige strijd voeren omdat het om een kleine groep ging die de strijd aanbond.
Techniek 3: Criminaliseer de initiatiefnemers: val hun karakter aan, niet hun ideeën
Dijkhof spreekt over “georganiseerde gekwetstheid en slachtofferschap”. Mensen die nooit iets gevoeld hebben bij het beeld van Hitler voelen, roepen ineens schande. Dat betekent dat deze mensen niet integer zijn. Hij valt hun karakter aan. Ze zijn niet oprecht. Daarom is alles wat ze doen verkeerd. Stel je voor dat iemand dat zou zeggen over Joden, die de misdaden van Hitler aan de kaak willen stellen: georganiseerde gekwetstheid en slachtofferschap. Wat zou je daarvan vinden?
Techniek 4: maak een absurde vernieuwing in de methode van het geschiedenisonderwijs
Een nieuw argument: beelden en straatnamen is een vorm van geschiedenisonderwijs. Als we ze veranderen, dan tasten we het geschiedenisonderwijs aan.
Sinds wanneer wordt geschiedenisonderwijs gegeven via straatnamen en standbeelden? Normaal wordt geschiedenisonderwijs gegeven op scholen, niet op pleinen, straten of tunnels. Voer een absurde vernieuwing in. Begint een geschiedenisles als volgt: “Nou kinderen, vandaag gaan we jullie vertellen over Hitler. We maken een beeld van klei van Hitler en een naambord. Dan gaan we op het schoolplein. We zetten het beeld neer en noemen onze schoolplein Hitlerplein.” En dit doen we als een vorm van vernieuwing van het geschiedenisonderwijs.
Techniek 5: Nuance versus moraliteit: er zijn twee kanten van het verhaal
Vermijd een inhoudelijke discussie over wat Hitler heeft gedaan. Maar als je niet anders kant, gebruik het argument van de nuance. De wereld is niet zwart-wit, maar heeft grijstinten. Er is niet één verhaal. Er zijn verschillende kanten aan een verhaal. We moeten niet éénzijdig zijn. Toegegeven, Hitler heeft slechte dingen gedaan, maar hij heeft ook goede dingen gedaan. Deze techniek stelt je in staat om moraliteit te verbergen achter rationaliteit. Je doet alsof het niet een kwestie van morele keuzen die je maakt om Hitler te eren, maar om een kwestie van algemene rationaliteit in een discussie: het gaat om nuanceringen in plaats van moraliteit. Daardoor verschuif je de discussie over de feiten van de misdaden van Hitler, naar algemene discussies over kennisproductie.