Categorie archieven: Koloniale geschiedschrijving

[:nl]Boekbesprekingen, analyses en discussiebijdragen over koloniale geschiedschrijving.[:]

Sandew Hira: Decolonizing the mind: een fundamentele kritiek op het wetenschappelijk kolonialisme

Titel: Decolonizing the mind: een fundamentele kritiek op het wetenschappelijk kolonialisme
Auteur: Sandew Hira
Prijs: € 7,50
ISBN: 978-90-74897-52-5
Bestellen: info@amritpublishers.com

Op 25 oktober 2009 ging Sandew Hira in debat met Prof. Dr. Gert Oostindie van de Universiteit Leiden over de geschiedschrijving van het kolonialisme. Het debat werd georganiseerd door de Vereniging Ons Suriname in Amsterdam. Hira beargumenteerde dat Oostindie onderdeel is van een stroming, die hij in dit boek omschrijft als het wetenschappelijk kolonialisme.

Inhoud
Het wetenschappelijk kolonialisme probeert met wetenschappelijke argumenten de stelling te onderbouwen dat het kolonialisme geen systeem was van onderdrukking en uitbuiting en dat er ook goede kanten zaten aan het kolonialisme. Hira beoordeelt de stellingen van het wetenschappelijk kolonialisme op vier criteria: Wat is de theoretische basis van haar stellingen? Op welke feiten is die theorie gebaseerd? Hoe consistent zijn de stellingen? Hoe kunnen ze getoetst worden en wat is het resultaat van die toetsing? Het dekolonisatieproces in de wereld is bijna voltooid. Dit proces kent drie fasen: de politieke dekolonisatie, de economische dekolonisatie en de dekolonisatie van de geest. We zitten thans in de derde en laatste fase van het dekolonisatieproces: decolonizing the mind. De kritiek op het wetenschappelijk kolonialisme is onderdeel van het proces van decolonizing the mind. Dit boek bestaat uit drie delen. Het eerste deel levert een fundamentele kritiek op de stellingen van het wetenschappelijk kolonialisme. Het tweede deel analyseert de mechanismen waarmee deze stroming haar dominantie in de Nederlandse academische wereld in stand houdt. Het laatste deel behandelt enkele strategische vraagstukken voor beleidmakers van organisaties die actief zijn op het terrein van decolonizing the mind.

Marten Schalkwijk en Stephen Small: New Perspectives on Slavery and Colonialism in the Caribbean

Titel: New Perspectives on Slavery and Colonialism in the Caribbean
Auteur: Marten SChalkwijk en Stephen Small
Prijs: € 17,50
ISBN: 978-90-74897-59-4
Bestellen: info@amritpublishers.com

Marten Schalkwijk en Stephen Small hebben een reader geredigeerd met elf artikelen die gaan over slavernij en de erfenis van slavernij in Suriname en het Caraïbisch gebied. Marten Schalkwijk is hoogleraar aan de Anton de Kom Universiteit. Stephen Small is hoogleraar aan de Universiteit van Amsterdam and Associate Professor of African American Studies aan de University of California, Berkeley.

Inhoud
De analyse van slavernij in het Caraïbisch gebied heeft een lange geschiedenis en heeft geresulteerd in een omvangrijke literatuur. De analyse heeft betrekking op de variaties in de aard, het functioneren en de erfenis van slavernij in diverse gebieden onder verschillende koloniale heersers, inclusief de Engelsen, Spanjaarden en Fransen. Er is relatief weinig literatuur in het Engels over Suriname. Deze reader bestaat uit bijdragen die de aandacht vestigen op de voormalige Nederlandse kolonie en bijdragen die de discussies die daarbij aangekaart worden in een breder perspectief plaatsen van de discussies die elders in het Caraïbisch gebied plaatsvinden. De artikelen zijn gegroepeerd in drie hoofdthema’s. Het eerste thema heeft betrekking op het instituut van slavernij. Het tweede thema is het verzet tegen slavernij. Het derde thema betreft de erfenis van slavernij in verschillende vormen. Diverse artikelen leveren nieuwe onderzoeksvragen met betrekking tot deze thema’s. Daarom hebben de auteur gekozen voor de titel: “New perspectives on slavery and colonialism in the Caribbean”.

Marten Schalkwijk: The colonial state in the Caribbean

Titel: The colonial state in the Caribbean
Auteur: Marten Schalkwijk
Prijs: € 25,-
ISBN: 978-90-74897-60-0
Bestellen: info@amritpublishers.com

Prof. Dr. Marten Schalkwijk heeft een indrukwekkende sociologische studie verricht over de geschiedenis van Suriname. Zijn monumentale studie (500 pagina’s) is om verschillende redenen van groot belang. Het is de eerste studie die persoonlijke netwerken in Suriname gedurende drie eeuwen heeft blootgelegd. Niemand heeft eerder geprobeerd om de netwerken van planters, militairen, ambtenaren e.d. over zo’n lange periode met elkaar in verband te brengen. Hij past methoden toe uit de wiskundige sociologie om te illustreren hoe de verdeling van macht in de koloniale samenleving plaatsvindt in de positie van individuele personen op de basis van ras, huidskleur en klasse. Hij laat ook zien hoe deze netwerken in de loop van de tijd veranderen.

Inhoud
Waar veel historische studies over Suriname erg beschrijvend zijn, heeft Schalkwijk een theoretisch kader geconstrueerd over de koloniale staat om de evolutie van de Surinaamse samenleving te begrijpen. Hij laat zien hoe de Joodse en marrongemeenschappen als een staat binnen een staat functioneren en hoe de koloniale staat werkt. In zijn gedetailleerde studie koppelt hij sociale gegevens over de bevolking, etniciteit, religie, en onderwijs met economische gegevens over producten, prijzen, invoer en uitvoer, belastingen, de overheidsbudgetten, het type van de aanplantingen en brengt ze samen met gegevens over instellingen, verenigingen en persoonlijke netwerken om de aard van de koloniale staat te begrijpen. Zijn studie wordt uitgegeven door uitgeverij Amrit en NiNsee als zevende uitgave in de NiNsee reeks. Prof. Dr. Schalkwijk is directeur van het Institute for Graduate Studies & Research aan de Anton de Kom Universiteit in Suriname.

Armand Zunder: De ‘Wiedergutmachung’ voor de schade die Suriname en haar bevolking hebben geleden onder het Nederlands kolonialisme

Titel: Herstelbetalingen: De ‘Wiedergutmachung’ voor de schade die Suriname en haar bevolking hebben geleden onder het Nederlands kolonialisme
Auteur: Armand Zunder
Prijs: € 35,-
ISBN: 978-90-74897-55-6
Bestellen: info@amritpublishers.com

De studie van de econoom Armand Zunder over het best bewaarde geheim in de koloniale geschiedenis: de wijze waarop Nederland geprofiteerd heeft van haar kolonie Suriname. Deze studie zou wel eens voorgoed de visie op de geschiedenis van Suriname kunnen veranderen en de basis vormen voor het herschrijven van de geschiedenisboeken in het onderwijs.

Inhoud
De studie van Armand Zunder is om verschillende redenen zeer belangrijk:

  • Nieuw thema: Zunder brengt een belangrijke vernieuwing in de Surinamistiek. Voor het eerst heeft een historicus het aangedurfd om het thema herstelbetaling zo scherp op de wetenschappelijke en maatschappelijke agenda te plaatsen. Dit thema raakt de kern van de discussie over het slavernijverleden als een misdaad tegen de menselijkheid.
  • Fundamentele kritiek: Wetenschappelijke vooruitgang van enige betekenis ontstaat doordat kritische wetenschappers de moed hebben om traditionele opvattingen ter discussie te stellen. Zunder opent met deze studie de deur van een kamer vol taboe’s. Waar andere historici ervoor terugdeinzen om de aard van slavernij te analyseren, gaat Zunder vele stappen verder. Hij fileert de verschillende traditionele opvattingen over slavernij en kolonialisme op basis van uitgebreide kwalitatieve en kwantitatieve gegevens en toont hun enorme zwakte aan.
  • Nieuwe visie op de geschiedenis. Zunder’s bijdrage is misschien wel de belangrijkste studie sinds Anton de Kom, omdat hij verbanden legt die tot nu toe nooit gelegd zijn: de verbanden tussen het beleid van de koopliedenbankiers en de regentenelite in Nederland – en met name in Amsterdam – en de creatie van de kolonie Suriname. Tot nu is vaak de Surinaamse samenleving beschreven als een op zichzelf staande samenleving die weliswaar verbonden was met Nederland, maar meer als een last dan een lust. Op basis van een gedegen kennis van de Nederlandse geschiedenis en feitenmateriaal uit de archieven legt Zunder de verbanden bloot, die door anderen verzwegen of niet gezien zijn.
  • Economische geschiedenis: Surinaamse historici hebben zich geconcentreerd op de sociale of politieke geschiedenis van Suriname. De economische geschiedenis is vaak als een stiefkind behandeld. Zunder’s studie is de meest uitgebreide studie van de historische ontwikkeling van de Surinaamse economie. Zijn statistische bijlage bevat economische gegevens (kwalitatief en kwantitatief) die tot nu toe moeilijk beschikbaar waren.
  • Beleidsrelevantie: Zunder maakt een vertaling die vaak afwezig is in wetenschappelijke studies in de Surinamistiek: de verbinding tussen wetenschappelijke analyse en beleid. Hij maakt een uitgebreide uitwerking van hoe de resultaten van zijn studie vertaald kunnen worden in een beleid m.b.t. herstelbetalingen.

Een koloniale biografie over Anton de Kom

Vol verwachting kocht ik het boek van Alice Boots en Rob Woortman: Anton de Kom. Biografie 1898-1945 / 1945-2009. Wat een teleurstelling is het geworden!

De figuur van Anton de Kom is in de jaren zestig herondekt door de progressieve Surinaamse studentenbeweging in Nederland onder leiding van mensen als Ruben Liew Paw Sam en Eddy Jharap. Zij brachten een roofdruk uit nadat het boek sinds de eerste publicatie in de jaren dertig in de vergetelheid was geraakt.
Wat was zo bijzonder aan Anton de Kom? Hij was de eerste Surinamer die het durfde om het kolonialisme te beschrijven zoals het echt was: als een systeem van uitbuiting en onderdrukking. Zijn boek Wij Slaven van Suriname leverde een totaal ander perspectief van slavernij en koloniale geschiedenis: die van strijd tegen onderdrukking en uitbuiting.
Zijn benadering staat haaks op de traditionele geschiedenisboeken over Suriname waarin het kolonialisme wordt verheerlijkt.
Dat is de kern van het verhaal van Anton de Kom.

Wat hebben Boots en Woortman van zijn verhaal gemaakt? Ze beschrijven het kolonialisme vanuit het perspectief van de kolonisator: als een systeem dat erop gericht was achtergestelde mensen naar een hoger niveau te tillen.
En De Kom was iemand dat dat eigenlijk ook vond en eigenlijk een mooischrijver was in plaats van een analyticus.

Laten we kijken naar enkele passages uit het boek.

De Kom heeft veel ontleend aan het 19de eeuwse boek van Wolbers over de geschiedenis van Suriname. De auteurs schrijven: “Omdat hij ook van Wolbers’ boek veel tekst letterlijk overneemt, slaagt hij er niet in het perspectief van de blanke gouverneurs naar de opstandelingen te verleggen.” (p.85).
Ze hebben het over Wij Slaven van Suriname en hebben daarin geen ander perspectief kunnen ontdekken dan die van de blanke gouverneurs. Welke boek hebben ze gelezen, vraag ik me af.

Als De Kom feiten vermeldt vanuit dat ander perspectief, dan maken ze een vergelijking met Multatulti en diens verzonnen verhaal over Saïdjah en Adinda, waarmee ze suggereren dat De Kom fantaseert over slavernij: “Zijn inspanning om de slaven zo menselijk mogelijk voor te stellen komt voort uit dezelfde motieven die Multatuli heeft als hij de Max Havelaar verlevendigt met vertellingen over de inlanders, zoals in het beroemde verhaal van Saïdjah en Adinda. Zo schrijft Anton meelevend over de slavin Sery, die door blanke soldaten wordt gegeseld maar haar broeders en zusters niet verraadt.” (p. 84-85).

De terminologie – ze praten over slaven, terwijl tegenwoordig antikolonialisten de term enslaved (tot slaaf gemaakt) gebruiken – verraadt hun opstelling in de slavernijdiscussies. Maar erger nog is de suggestie alsof het verhaal van de moedige strijd van vrouwen tijdens slavernij een verzonnen verhaal is.

Boots en Woortman wantrouwen De Kom’s intenties om eenheid onder Surinamers te brengen, waarvoor hij zo hartstochtelijk pleitte in zijn daden en woorden. Zo beschrijven ze een reactie in het koloniale blad De Banier: “In De Banier van 25 januari verschijnt een ingezonden stuk waarin de aantrekkingskracht van Anton wordt verklaard door het feit dat Hindostanen en Javanen de meest ´eenvoudigen van geest´ zijn.”

Vervolgens vragen de auteurs zich af: “Heeft Anton zich bewust gewend tot de contractarbeiders om daar zijn succes te behalen zoals vaker wordt beweerd? Was de aandacht van Anton voor deze arbeiders een kwestie van tactiek?”
Ze concluderen: “Vanuit zijn concept van eenheid en organisatie vond Anton dat alleen een gesloten front tegen het koloniaal bewind uitkomst kon brengen en dat de reden zijn waarom hij zich ingespannen heeft voor de Javanen en de Hindostanen. Maar zijn bedoelingen zijn, zoals wel vaker, door de omstandigheden ingegeven.” (p. 122-123).

Waar baseren ze dit wantrouwen op: niet op feiten, maar op hun eigen koloniale visie over de geschiedenis van Suriname en de strijd tegen het kolonialisme. Ze nemen de koloniale gedachte over dat Javanen en Hindostanen ‘eenvoudigen van geest’ waren en geen legitieme redenen hadden om zich te verzetten tegen het kolonialisme. Ze gaan vervolgens door op die redenering en proberen uit te leggen dat De Kom uit opportunistische redenen zich tot deze simpele geesten heeft gericht. Het is een interpretatie en geen onderbouwing met feiten. Ze kunnen gewoonweg niet geloven dat de intenties van De Kom oprecht waren.

Hun koloniale visie komt het duidelijkst tot uiting in de volgende passage: “Anton mag zijn gepassioneerde lezingen in het communistisch circuit dan beëindigen met de leuze die hij overneemt van de CPH: ‘ Indonesië, Curaçao en Suriname los van Holland, NU!’, het is in wezen niet het pleidooi dat hij in zijn boek Wij slaven van Suriname houdt. Intelligent als Anton is, beseft hij heel goed dat er meer verschillen zijn tussen Nederlands-Indië en Suriname, dan alleen de omvang van land en bevolking. Indië heeft een eigen oude cultuur en een eigen bestuurselite. Suriname kent maar weinig intellectuelen en de enkeling die zich roert, zoals Doedel is van gemengde afkomst. De voormalige slaven krijgen nauwelijks een kans zich te ontwikkelen en de contractarbeiders komen uit de armste lagen van de bevolking in hun thuislanden. Het ontbreekt de Surinaamse bevolking aan een bestuurlijke elite, een basis waarop de onafhankelijkheid kan drijven. Omdat Anton zich nergens uitspreekt over de aard van een zelfstandig Suriname,blijft het moeilijk na te gaan wat zijn exacte ideeën daarover waren. Het is zeker dat hij autonomie voor het Surinaamse volk opeiste, maar de vorm die deze moest aannemen, blijft onduidelijk.” (p. 190)

Hier praat niet Anton de Kom maar het duo Boots en Woortman die gewoonweg niet accepteren dat De Kom al voor de Tweede Wereldoorlog – vooruitlopend op de Surinaamse nationalistische beweging – al de roep om onafhankelijkheid had gelanceerd. Ze construeren een eigen redenering die ze in de schoenen van De Kom schuiven.
De Kom moet wel erg dom zijn, om te pleiten van onafhankelijkheid van het kolonialisme, zoals de ongeletterde slaven van Haïti wel erg dom zouden zijn om te strijden voor afschaffing van het kolonialisme. De ongeletterde Creolen, Hindostanen en Javanen hadden geen reden om tegen het kolonialisme te willen zijn. Ze moesten gewoon meer onderwijs krijgen en dan zouden ze wel begrijpen dat de Nederlandse kolonisator het zo goed meende met hen. Dat is wat De Kom volgens deze Nederlandse auteurs zouden hebben gevonden, maar leveren niet de feiten om hun argumentatie te onderbouwen.

De Kom vertelt in Wij Slaven van Suriname gepassioneerd over onderdrukking en de strijd daartegen. Die passie is overgenomen door nieuwe generaties van Surinamers, waaronder veel Afro-Surinamers. De auteurs zijn daar niet blij mee. Ze schrijven: “Toch vindt menigeen dat de Afro-Surinamers zich niet te veel met dat verleden moeten bezighouden, dat zij afstand moeten nemen om vooruit te kunnen kijken. Zij vinden dat mensen die voortdurende blijven wijzen op het slavernijverleden en dat aanvoeren als bron van hun problemen in hun persoonlijk of maatschappelijk functioneren, kiezen voor de ‘slachtofferrol’.” (p. 444)

Het is opvallend dat de auteurs het alleen over één aspect van de Surinaamse slavernij-geschiedenis hebben (de onderdrukking) en niets vermelden over het andere aspect: de strijd tegen onderdrukking. Ze vinden het gepraat over de slavernijgeschiedenis, maar gezeur, omdat dat gezeur een kant laat zien van de Nederlandse (!) geschiedenis die ze liever willen verzwijgen: een geschiedenis van een barbaarse en ongeciviliseerde misdaad tegen de menselijkheid, zoals de Verenigde Naties nu de periode van slavernij heeft bestempeld.
Hun pleidooi komt erop neer dat Surinamers niet meer over hun geschiedenis moet zeuren. Maar gedurende enkele honderden jaren kende Suriname geen andere geschiedenis van de geschiedenis van slavernij. Er was geen geschiedenis van grote schilders en zwarte koningen in Suriname. In Nederland wordt geschiedenis zo essentieel geacht in de identiteit van een land, dat er een nationaal historisch museum is opgericht en er een canon is ontworpen voor een 50-tal thema’s in de Nederlandse geschiedenis die de identiteit van het land bepalen.
Als het aan deze auteurs ligt, moeten Surinamers ophouden met hun geschiedenis te bestuderen.

Waar Anton de Kom een daad verricht waar ze nu echt achter staan (geweldloos verzet), dan beschrijven ze die daad niet als Surinaams, maar als Nederlands (!):“Na zijn arrestatie zal het gerucht dat Anton een opstand zou hebben willen ontketenen tot op de dag van vandaag hardnekkig voortleven. Eens te meer blijkt dat Anton weliswaar een revolutionair was, maar zijn doelen niet met geweld wilde bereiken. Met zijn inmiddels Nederlandse visie heeft hij de zaak juridisch bestudeerd.” (p. 127).
“Zijn inmiddels Nederlandse visie”! Hoe verzinnen ze het? De Nederlandse visie in Suriname kwam tijdens de opstand van De Kom neer op het vermoorden van geweldloze demonstranten die de vrijheid eisten van De Kom!

De auteurs proberen maar steeds duidelijk te maken dat De Kom geen revolutionair en geen communist was.
Ze stellen zich de vraag (en geven het antwoord): “Wat was Anton de dan wel? In de eerste plaats was Anton schrijver, zo voelde hij dat zelf ook. Daarnaast was hij een activist, die opkwam voor zelfbestuur van zijn land.” (p. 456)

Dit boek gaat niet over de visie van De Kom, maar over de visie van Boots en Woortman over kolonialisme in Suriname: en die staat aantoonbaar haaks op die van De Kom.

Sandew Hira

p.s. Dit artikel verscheen eerder als een column in
Starnieuws

Sandew Hira: 20 Questions and Answers about Reparations for colonialism

DTM02HiraReparationsCoverFront400

This book brings together the most relevant facts and insights on reparations and it positions the debate on reparations as part of the continuing struggle to decolonize the mind. The goal is to provide material for debate and discussion. It deals with reparations for both trans-Atlantic slavery and colonialism more generally. In some sections the discussion focuses specifically on slavery because many propositions and arguments are related specifically to slavery.

The final chapter presents a new economic model for the calculations of reparations. These calculations are based on a mathematical model and a computer program that performed simulations to reveal the damage that the colonizers have caused and the impact on the wealth of the colonizer nations.