Prof. C.K. Raju geeft twee lezingen in Nederland

Prof. C.K. Raju is een vooraanstaande dekoloniale denker op het gebied van de natuurwetenschappen en de geschiedenis van de wetenschap. Raju is op uitnodiging van het Sarnámihuis en IISR in Nederland.

Woensdag 22 maart Den Haag 19.30 uur

India is een nieuwe grootmacht in ontwikkeling. De verbindingen tussen Nederland en India vinden plaats op economisch en cultureel gebied. De Surinaams-Hindostaanse gemeenschap is daar amper bij betrokken. Het zijn vooral de Indiërs.

Het Sarnámihuis en Stichting Hum Log hebben  Prof. C.K. Raju uitgenodigd om een lezing te houden over de bijdrage van de Indiase beschaving aan wetenschap, filosofie en cultuur. Raju is een wiskundige, filosoof en natuurwetenschapper. Hij is verbonden aan het Centre for Studies in Civilizations in New Delhi.

Adres:  Ferrandweg 4T, 2523 XT Den Haag

Tijd: 19.30-21.30 (inloop 19.00)

Entree: gratis

Aanmelding: https://www.sarnamihuis.nl/aanmelding-lezing-prof-c-k-raju-22-maart-2017/

Donderdag 23 maart Amsterdam 19.30 uur

Decolonizing Science & mathemathics

Why do we learn that science is primarily a Western thing?
What is of the origin of the natural sciences and mathematics as we know it today?
What are the historical contributions of for instance the Indians and Egyptians?
What is the value of a better understanding of the history of science? Is it useful to know who contributed what?

in his presentation prof. Raju will address these questions and speak both about science generally and mathematics in particular (keeping in mind there are non-mathematicians in the audience).

C.K.Raju is an Indian mathematician who is in the forefront of the struggle to decolonize mathematics. He was a key contributor to the first Indian supercomputer, PARAM (1988–91). Raju (https://en.wikipedia.org/wiki/C._K._Raju en http://ckraju.net/) has lectured at major universities across the world.

Join us for an insightful lecture and a lively discussion!

Entrance is free.
No registration required. The event is open to everyone who is interested.

This event is orgenized by and a collaboration between:
Critical Collective
New Urban Collective
University of Colour

Venue: Roeters Eiland campus UvA,
Lecture hall: REC C0.01,
Address: Roeterseiland
Date: Thursday, 23 March
Time: 19.30-21.30 (Doors open at 19.00).

Aanmelding: https://www.facebook.com/events/185331018625295/

 

prof. Stephen Small on tour

Prof. Stephen Small is co-editor of the book series Decolonizing The Mind. Here is a list of his activities as series-editor in the coming period.hatem talk

March: Berkeley, California

On Thursday, March 9, 2017, Professor Hatem Bazian will present a discussion of his very recently published book – “Palestine…. It is something colonial, published by Amrit publishers in December 2016. The presentation and book launch is being organized by Eastwind Books, of Berkeley, the Center for Race and Gender, at UC, Berkeley, and the Ethnic Studies library at UC, Berkeley.  Professor Stephen Small, co-editor of the DTM books series, with Sandew Hira and Arzu Merali, will give the introduction to Professor Bazian’s talk at the event.

March/April: Rio de Janeiro and São Luís/Alcântara, Maranhão, Brazil,

Professor Stephen Small will be in Brazil at the end of March, to give a series of lectures and to promote the book series ‘Decolonizing the Mind’.  He will give five lectures at the ‘Factory of Ideas’, a project founded by Professor Livio Sansone from the Federal University of Bahia in Salvador da Bahia, Brazil. The ‘Factory of Ideas’ is an advanced course, over two weeks, in the study of race and ethnic relations for graduate students and professors from across Brazil and the Global south. Professor Sansone founded the course more than 20 years ago to promote the study of these issues. Since that time more than several hundred students from across Brazil and the Global South, as well as the west, have attended. This year’s theme is ‘Heritage, Inequality and the Politics of Culture’. Professor Small will lecture on contested legacies of slavery in Europe, with an emphasis on England, the Netherlands and Spain. He will also give a public lecture on ‘Reggae: Jamaica’s Gift of Black Consciousness to the World’. The program will take place in the historic city of São Luís/Alcântara, Maranhão, Brazil, which is nicknamed ‘the Reggae capital of Brazil.

Stephen Small will give a lecture on ‘Theorizing Black Europe, at the Federal University of Rio De Janeiro, on Thursday March, 23. The lecture be based on the analysis and data collected for his forthcoming book ‘20 Questions and Answers on Black Europe’ to be published by Amrit publishers this summer, 2017.

University of California, Consortium of Black Studies Award for preliminary research on Denmark and colonialism

Professor Small has been awarded funds to carry out several week’s preliminary research this summer, on legacies of colonialism and imperialism in Denmark. The state of Denmark (like Sweden and Norway) currently represents itself as free of involvement in colonialism and imperialism, and innocent of its violence, exploitation or legacies. But in fact, Denmark developed slavery-based plantations in several Caribbean islands for several hundred years, built fortresses on the West Coast of Africa to facilitate the kidnap and transportation of Africans into slavery, and established a colony in India.  Denmark was complicit in colonialism and imperialism as part of an international network of nations, companies and churches, that stretched across the whole of Europe, and linked Europe to Africa, the Americas and Asia.  This includes political involvement (national sovereignty, international diplomacy and the military); economic involvement (massive shipping tolls, international trade, finance and banking, along with extensive consumption of goods from imperial nations); and ideological collaborations (embrace of notions of Western superiority – racially, religiously, technologically, scientifically and with regard to ideologies of gender and the treatment of women). In addition, politicians, military personnel, Lutheran missionaries and wealthy individuals brought back from Africa and the Americas, artifacts, paintings and other material objects that are now on show in Danish museums.

This preliminary research involves visits to 15 or more museums and to a range of public and private archives to gather information and insights into the dominant narratives; and to identify data and evidence on Denmark’s past involvement. This will serve as a building block to a broader analysis of nations across Scandinavia.

This year is particularly interesting because it is the 100th anniversary of the sale by Denmark of its Caribbean possession, to the United States. So, various groups of Black and non-Black people in Denmark are pushing the state for a more rigorous public discussion of Denmark’s colonial history.

 

Analyse strategie verkiezingen van 2017

Inleiding

Sandew Hira
23-2-2017

De verkiezingen van 2017 zijn van groot belang voor de toekomst van Nederland. De PVV staat op grote winst, van 15 zetels nu naar een verdubbeling in maart volgens de peilingen. De andere grote winnaar is Groen Links, die van 4 naar 18 zetels gaat. DENK verschijnt in de peilingen met 2-3 zetels. De grote verliezers zijn VVD (van 41 naar 25) en de PvdA (van 38 naar 11). Er zijn nog vier weken te gaan en er kan nog veel veranderen. Maar als dit de trend blijft – namelijk een forse winst voor de PVV – dan moeten we nu al nadenken over wat het betekent voor de gemeenschappen van kleur en welk antwoord wij willen formuleren op de groei van extreem-rechts.

De betekenis van een overwinning van de PVV

Een mogelijke overwinning van de PVV zal grote gevolgen hebben voor de gemeenschappen van kleur in Nederland. Het zal internationaal gezien worden als de voortzetting van een trend die gezet is door Donald Trump en in Europa navolging vindt bij Wilders in Nederland en Marine Le Pen in Frankrijk.

Het Franse verkiezingssysteem bestaat uit een eerste ronde op 23 april waarin verschillende presidentskandidaten meedoen en een tweede ronde op 7 mei waarin de twee winnaars uit de eerste ronde meedoen. In een peiling van 17 februari 2017 stond Le Pen op de eerste plaats met 26% van de stemmen voor de eerste ronde.

Winst van de PVV zal een enorme boost zijn voor Le Pen zoals de winst van Trump een boost was voor de PVV. En daarmee zal de internationale coalitie van extreem-rechts zich nog meer gesterkt voelen.

Winst van de PVV heeft directe gevolgen op straat voor mensen van kleur, en in eerste instantie voor moslims. De ratten zullen uit hun holen komen. Moslimmeisjes zullen meer dan voorheen aangevallen worden op straat als ze een hoofddoek dragen. Moskeeën zullen nog meer dan voorheen beklad worden met racistische uitingen of in brand worden gestoken. In sollicitatiecommissies zullen PVV aanhangers zich meer dan voorheen gesterkt voelen om mensen van kleur af te wijzen op grond van hun uiterlijk.

Hoewel de PVV haar focus legt bij islamofobie is ze ook racistisch naar de zwarte gemeenschap toe. In de strijd tegen Zwarte Piet is een uitgesproken voorstander van Zwarte Piet en ziet niets in excuses voor het slavernijverleden of herstelbetalingen, zoals trouwens ook gevestigde partijen als de VVD en PvdA.

Bij PVV gaat het dus niet alleen om islamofobie, maar ook om anti-zwart racisme. De winst van de PVV is een aanval op alle gemeenschappen van kleur.

Ons antwoord

Wat zou het antwoord vanuit de gemeenschappen van kleur moeten zijn op deze ontwikkeling? We moeten de verkiezingen gebruiken om de discussie te voeren over de lange termijnstrategie in de strijd tegen racisme en islamofobie en daarnaar te handelen.

Mijns inziens gaat het om vijf trajecten.

  1. Het empoweren, het versterken, van de gemeenschappen van kleur.
  2. Het verbinden van de gemeenschappen van kleur.
  3. Het ontwikkelen van solidariteit met delen van de witte gemeenschap.
  4. Het ontwikkelen van internationale netwerken tegen extreem rechts.
  5. Het ontwikkelen van een focus op racisme en islamofobie.

1. Het versterken van de gemeenschappen van kleur

Het versterken van een gemeenschap van kleur heeft twee dimensies: een geestelijke en een organisatorische. De geestelijke dimensie heeft betrekking op het vergroten van de trots op de eigen identiteit, het zelfvertrouwen, zelfbewustzijn en assertiviteitsvermogen. Dat gebeurt met kunst, cultuur, en educatie. De organisatorische dimensie heeft betrekking op netwerken en organisatiestructuren die opgezet om op te komen voor de eigen identiteit en belangen. Politieke partijen zijn één van die structuren. Ezels, koeien, varkens en kakkerlakken hebben hun eigen partij, de Dierenpartij. Maar tot nu toe moesten gemeenschappen van kleur een eigen politieke partij op landelijk niveau ontberen. Dat is veranderd met de opkomst van DENK en in mindere mate van Artikel 1. DENK profileert zich nadrukkelijk als de stem van gekleurd Nederland, misschien te vergelijken met de slogan Black Lives Matter. Hoewel Artikel 1 voortkomt uit een behoefte in de Afro-gemeenschap aan een eigen politiek geluid, is de profilering meer in de zin van “All Lives Matter”, iedereen is gelijk.

Onze strategie moet zijn het versterken en steunen van eigen politieke partijen die zich nadrukkelijk en zonder enige terughoudendheid presenteren als een stem van de gemeenschappen van kleur.

2. Het verbinden van de gemeenschappen van kleur

De verbinding tussen gemeenschappen van kleur gebeurt op twee niveau’s:

  • Het verbinden van program van eisen van organisaties uit de verschillende gemeenschappen.
  • Het verbinden van netwerken en organisaties met elkaar.

Het verbinden van program van eisen is duidelijk bij politieke partijen. DENK komt voort uit de moslimgemeenschap. Zij heeft in haar partijprogramma actiepunten opgenomen die van belang zijn voor de zwarte gemeenschap. DENK heeft een heel paragraaf gewijd aan anti-racisme en de verbinding met islamofobie gelegd als een strategische zet tegen de PVV. Artikel 1 heeft geen aparte paragraaf of islamofobie en de eisen van de moslimgemeenschap. Dat is jammer. Maar programmatische verbindingen kunnen ook gelegd worden door andere organisaties dan politieke partijen.

De toetreding van Sylvana Simons tot DENK op 18 mei 2016 was een krachtig signaal in de eenheid van moslim activisten en activisten uit de zwarte gemeenschap. Het was het meest radicale antwoord op de PVV. Daarom werd Simons ook zo hard aangevallen. Ze had iets tot stand gebracht dat gevreesd werd door rechtse krachten en zeker niet alleen de PVV: de eenheid van de gekleurde gemeenschappen.

Haar uittreding uit DENK op 24 december 2016 was dan ook een gevoelige klap voor de eenheid in de beweging tegen racisme en islamofobie. Hopelijk zal dit niet leiden tot een verwijdering van zwarte en moslimactivisten en zullen op enig moment weer organisatorische verbindingen worden gelegd.

3. Het ontwikkelen van solidariteit met delen van de witte gemeenschap

De gemeenschappen van kleur vormen een minderheid in de Nederlandse samenleving. Ook al heb je goed georganiseerde gemeenschappen van kleur, die kunnen niet succesvol zijn zonder delen van de witte gemeenschap mee te krijgen in een beweging tegen racisme en islamofobie. Die solidariteit zal gemakkelijker te organiseren zijn, naarmate de gemeenschappen van kleur sterk en assertief zijn. Een zwakke gemeenschap zal witte mensen aantrekken die de beweging tegen racisme en islamofobie gaan domineren en de agenda gaan bepalen. Zij gaan de focus verschuiven van racisme en islamofobie naar anti-semitisch, feminisme en LGTB met het gevolg dat de beweging tegen racisme en islamfobie verwatert en verzwakt achterblijft.

4. Het ontwikkelen van internationale netwerken tegen extreem rechts

In Nederland zijn de gemeenschappen van kleur een minderheid. Op aarde zijn witte mensen de minderheid. De kracht van de gemeenschappen van kleur in Nederland zal sterker worden naarmate we meer internationale netwerken ontwikkelen die de strijd tegen racisme en islamofobie in Nederland ondersteunen en versterken en die strijd zien als deel van een internationale strijd.

5. Het ontwikkelen van een focus op racisme en islamofobie

Alles hangt met elkaar samen, maar niet alles is even belangrijk. In iedere strijd moeten er prioriteiten gesteld worden. In de gemeenschappen van kleur zijn er twee strategische stromingen m.b.t. prioriteitstelling.

Een stroming – waartoe ik behoor en die ik dekoloniaal noem – stelt dat de focus moet liggen op racisme en islamofobie.

Een andere stroming – die ik noem de stroming van intersectionalisten – wil alles op één hoop gooien onder de noemer inclusiviteit: racisme, islamofobie, vrouwenonderdrukking en LGTB.

Inclusiviteit kan twee betekenissen hebben. De eerste betekenis is dat groepen die uitgesloten zijn van een volwaardige participatie in de samenleving meegenomen worden in de ontwikkeling van de samenleving. In die betekenis is inclusiviteit hetzelfde als anti-racisme en dus is het een goede zaak.

Inclusiviteit kan ook de betekenis hebben van alles bij elkaar gooien en alles met elkaar in verband brengen. In die betekenis is het hetzelfde als intersectionalisme. Het gevolg is tweeledig.

Ten eerste, er vindt een focusverschuiving plaats. Racisme en islamofobie staan niet meer centraal.

Ten tweede, er vind deradikalisatie plaats in de strijd tegen racisme en islamofobie en voor dekolonisatie.

Ik vind dat er prioriteiten gesteld moeten worden, zeker in het licht van de uitdagingen die voor ons liggen. De grootste uitdaging is de strijd tegen de opkomst van extreem rechts (PVV). Het gevaar is racisme en islamofobie. Dat moet de focus zijn van de gemeenschappen van kleur. De opkomst van de PVV is geen aanval op de LGTB-gemeenschap of op vrouwen. De winst van de PVV zal geen gevolgen hebben voor de LGTB-gemeenschap, integendeel.

In het verkiezingsprogramma van 2012 schreef de PVV: “We verdedigen onze homoseksuelen tegen de oprukkende islam.” De multiculturele samenleving is een aanval op vrouwen en homo-rechten, aldus de PVV in haar verkiezingsprogramma: “De massa-immigratie is intens schadelijk voor Nederland. Buiten de problemen met de islam die we nu geïmporteerd hebben, zien we een oververtegenwoordiging van niet-westerse allochtonen op het gebied van uitkeringsafhankelijkheid, antisemitisme, homohaat, vrouwendiscriminatie, criminaliteit, overlast, schooluitval en eerwraak.” Haar verkiezingenprogramma van 2017 bestaat uit één pagina en heeft het bovenstaande niet ingetrokken.

In Frankrijk presenteert Marine Le Pen zich als een feminist. In een speech in 2016 is zij de feminist die zich beroept op bekende Franse feministen als Simone de Beauvoir en Élisabeth Badinter en beargumenteert islamofobie en vreemdelingenhaat vanuit het feminisme.

Er is nog een reden om de focus op racisme en islamofobie te behouden en niet over te gaan op de benadering op alles op één hoop te gooien. Het houdt de beweging radikaal en sterk. De intresectionele benadering deradikaliseert en verzwakt de beweging. Dat hebben we gezien in de strijd voor de dekolonisatie van de Universiteit van Amsterdam. Die strijd begon als een radikale strijd om het curriculum te dekoloniseren en is vooralsnog geëindigd in een strijd voor diversiteit. Ik heb dat verhaal uitgewerkt in een kritiek op het rapport dat de Commissie Diversiteit o.l.v. Gloria Wekker heeft uitgebracht.

In het geval van Artikel 1, de partij van Sylvana Simons, komt de de-radikalisering ook tot uitdrukking in hun partijprogramma. Radikale eisen van zwarte activisten zie je terug bij DENK en ontbreken in het partijprogramma van Artikel 1.

DENK heeft de eis van herstelbetalingen opgenomen in haar partijprogramma. Artikel 1 beperkt zich tot de eis dat overheid officiële excuses maak voor het slavernijverleden.

DENK pleit onomwonden vóór het afschaffen van de racistische elementen in de karikatuur van ‘Zwarte’ Piet, overal, zowel in de publieke ruimte als in de private sfeer. Artikel 1 beperkt zich tot afschaffing van Zwarte Piet in de publieke ruimte en de openbare media.

DENK pleit vóór het dekoloniseren van onze straatnamen, bruggen, tunnels en musea, door kolonisatoren niet meer te vereren. Dat is een directe confrontatie met de macht. Artikel 1 zwijgt hierover.

DENK heeft een heel paragraaf gewijd aan anti-racisme en de verbinding met islamofobie. Artikel 1 zwijgt over islamofobie en legt de verbinding met feminisme en LGTB, waar de PVV geen problemen mee heeft.

Hoe verder?

Betekent het bovenstaande dat ik ervoor pleit om vrouwenstrijd en LGTB-strijd van de agenda te halen? Nee natuurlijk niet. Sterker nog, ik pleit ervoor om een dekoloniale analyse te maken van vrouwenstrijd en LGTB-strijd. En dat houdt in:

  • Een kritiek op de Eurocentrische benaderingen van vrouwenonderdrukking en LGTB-onderdrukking. Er zijn buiten de Eurocentrische benadering tal van andere analyses hierover die belangrijk zijn om kennis van te nemen.
  • De bevordering van een discussie over andere niet-Eurocentrische strategieën in vrouwenstrijd en LGTB-strijd.
  • De erkenning dat extreem-rechts feminisme en LGTB gebruikt als instrument om racisme en islamofobie te stimuleren. Die erkenning is volstrekt afwezig in de witte vrouwenbeweging en de witte LGTB-beweging.

De focus leggen op racisme en islamofobie betekent niet dat er geen ruimte is om andere zaken te bespreken. Het programma van DENK is daarvan een goed voorbeeld. Vrouwenrechten en LGTB komen daar ook aan bod, maar de focus ligt op racisme en islamofobie.

De dekoloniale benadering zal ertoe leiden dat sommige intersectionalisten mij voor sexist en homofoob zullen uitmaken. Dat moet dan maar. Uiteindelijk gaat het om de vraag wat de strategie is voor de gemeenschappen van kleur en niet om hoe mensen mij willen framen.

De verkiezingen moeten ons tot nadenken stemmen. Ik hoop dat de activisten van uit de moslim en zwarte gemeenschap de discussie zullen aangaan over de strategische vraagstukken die deze verkiezingen met zich meebrengen en hun inbreng zullen leveren. Het is deel van het proces om de gemeenschappen van kleur met elkaar te verbinden in een situatie waarin er strategische meningsverschillen zijn. Discussie en debat is de enige manier om hieruit te komen en verder te gaan.

 

Eating while black

Door Pravini Baboeram

De 25-jarige Timothy werd onlangs door 13 politieagenten uit een bus gesleurd, omdat hij een broodje at in de bus. Het voorval is gefilmd, werd op facebook geplaatst en ging viral. De maatschappelijke discussie die ontstaat leidt tot een uitnodiging aan Timothy om aan tafel te schuiven bij RTL Late Night en zijn kant van het verhaal te doen.

Na een reeks van vragen die thuis horen in een kruisverhoor – “Heb jij hem bedreigd? Heb je iets gezegd waardoor hij zich bedreigd kon voelen? Had je een wapen bij je? Heb je jouw vuisten gebald of heb je hem geduwd? Heb je luid gesproken?” – en Timothy alle vragen met ‘nee’ beantwoordt, zie je Humberto Tan in zijn hoofd één conclusie trekken die niemand aan tafel durft uit te spreken. Namelijk: dus jouw enige overtreding was ‘eating while black’?

Natuurlijk kan hij dat niet zeggen in een setting waarin hij met uitzondering van het slachtoffer van politiegeweld omringd is met witte mannen, dus wordt de logica gereproduceerd van de machthebbers in een systeem van institutioneel racisme:

  • Regels zijn hetzelfde als wetten en die moeten gehandhaafd worden. Tan: “Je mag niet eten in de bus, zegt Arriva, dat is de regel. De chauffeur heeft die regel goed gehandhaafd.”
  • Als een zwarte man die vragen stelt over die regels kan dit worden geclassificeerd als een reële bedreiging. Tan: “De chauffeur heeft de politie gebeld, omdat hij zegt dat hij zich niet veilig voelde.”
  • Als de politie jou onterecht aanhoudt, moet je meewerken, ook al eindig je 6 uur in de cel. Jochem Myer: “Als de politie je aanhoudt, werk je gewoon mee. Schuldig of onschuldig. Wat los je op met tegenstribbelen? Je verliest altijd.”
  • Als je kritische vragen stelt, wordt dit genoteerd als verzet en heeft de politie het recht je met geweld op te pakken. Tan: “Je verzet je tegen arrestatie, zegt de politie. Daarom ben je zo uit de bus gehaald.”
  • De politie heeft moeite om zware en minder zware misdaden van elkaar te onderscheiden, daarom is het goed dat ze het zekere voor het onzekere nemen: Tan: “Het is voor de politie ook heel moeilijk in te schatten. Aan de ene kant heb je, bijvoorbeeld tijdens Oud & Nieuw, hulpverleners en buschauffeurs die worden ook bedreigd. Dus het moment dat er een melding binnen komt van een buschauffeur die zegt ik voel me onveilig, dan grijpt de politie heel kordaat in.”

Maar bij mij blijft maar één feit hangen. Een feit dat tussen neus en lippen door wordt genoemd door Tan aan het einde van het segment en waar niemand van op kijkt. “Je wordt in ieder geval niet vervolgd, want er is een formele fout gemaakt. De chauffeur had je eerst moeten sommeren voordat de politie dat deed, dat is niet gebeurd en daarom word je dan ook niet vervolgd voor welk strafbaar feit of overtreding dan ook.”

Timothy heeft de huisregels van Arriva overtreden, maar geen strafbaar feit gepleegd. Timothy is 6 uur lang onterecht in de cel vastgehouden en niemand die hier vraagtekens bij stelt. Getuigen in de bus beamen dat Timothy met onnodig veel politiegeweld is opgepakt, maar niemand die zijn excuses aan Timothy aanbiedt. De chauffeur blijft het slachtoffer van het verhaal, de politie de redder in nood en de zwarte man de barbaar die weigerde zijn brood weg te zetten.

Barbaren moeten geciviliseerd worden en beseffen dat ze zich aan de normen en waarden van de westerse samenleving moeten houden. Die normen en waarden zijn vertegenwoordigd in de huisregels van Arriva en dienen ten alle tijde gerespecteerd te worden. Ik blijf me afvragen, als Timothy wit was geweest, was hij dan ook met 13 man opgepakt?

Voor DENK en Sylvana Simons? Kan dat!?

Sandew Hira
27-12-2017

De betekenis van DENK

Het vertrek van Sylvana Simons heeft een ontluikende alliantie tussen activisten uit de Afro- en Moslimgemeenschap onder druk gezet. DENK heeft zich ontplooid als een radicale stem van de gekleurde gemeenschappen in de Tweede Kamer en daarbuiten. Zij hebben een enorme impuls gegeven aan de beweging tegen racisme en islamofobie.

Dat zie je terug in het partijprogramma van DENK.

  • De vervanging van de term integratie door wederzijdse acceptatie waardoor de narrative van de afgelopen decennia op zijn kop wordt gesteld.
  • Het benoemen en bestrijden van institutioneel racisme.
  • Een samenleving waar iedereen zichzelf kant zijn en dus tegen het idee van integratie en opgaan in de witte samenleving.
  • Invoering van een Racisme-register voor aantoonbaar discriminerende uitingen, zodat werken bij de overheid voor mensen die discrimineren in vergrote mate onmogelijk wordt.
  • Een radicale arbeidsmarktbeleid:
    • Vóór diversiteitsquota voor vrouwen, mensen met een migrantenachtergrond en mensen met een beperking als bewindspersonen en overheidspersoneel, zodat de overheid een afspiegeling vormt van de bevolking.
    • Vóór een diversiteitsquotum van 10% voor meer mensen met migrantenachtergrond in de top van grote ondernemingen in Nederland.
    • Vóór het laten uitvoeren van loksollicitaties, zodat gecontroleerd kan worden op discriminatie bij werving
  • Vóór een contacttaakstraf, waarbij mensen die discrimineren verplicht in contact moeten treden met de groep mensen die zij hebben gediscrimineerd. Vóór het opleggen van een Educatieve Maatregel Discrminatie na veroordelingen voor discriminatie, zodat racisten hun leven kunnen beteren.
  • Vóór het invoeren van een Racismepolitie door 1000 agenten op te leiden als discriminatie experts. Vóór het investeren in meer expertise over discriminatie in de strafrechtketen.
  • Meer bewustzijn over de zwarte bladzijden uit ons verleden en formele excuses voor ons slavernijverleden:
    • Vóór het stimuleren van een ‘kleurrijk’ een eerlijker perspectief in de geschiedschrijving, door het opzetten van een faculteit voor Afro-Caribische en Indische geschiedschrijving.
    • Vóór het afschaffen van de racistische elementen in de karikatuur van ‘Zwarte’ Piet.
    • Vóór formele excuses voor ons slavernijverleden en onderdrukking gepaard met massamoorden tijdens onze koloniale bezetting van Indonesië en de politionele acties.
    • Vóór herstelbetalingen in de vorm van het door onze regering onderhouden van slavernij-erfgoed.
    • Vóór het dekoloniseren van onze straatnamen, bruggen, tunnels en musea, door kolonisatoren niet meer te vereren (schurkenverering).

Dit zijn maar enkele van de vele progressieve programmapunten. Vergelijk deze programmapunten met programma’s van witte partijen en vraag je dan af als iemand van kleur welke partij ook maar enigszins in de buurt komt van deze eisen, inclusief de kleine socialistische partijen die niet in het parlement zitten, maar wel een rol spelen in activistische kringen.

Maar het is niet alleen het programma, maar ook de acties van DENK in en buiten de Tweede Kamer die een geweldige empowerment betekenen voor de gemeenschappen van kleur. Wat niemand durft, durft DENK: openlijk en consequent racisme en islamofobie aanpakken. Ze laten zich niet intimideren. Ze leggen de hypocrisie bloot van kamerleden van kleur die tijdens de verkiezingen om stemmen komen bedelen in hun gemeenschap, maar als ze moeten stemmen in de Tweede Kamer volstrekt tegen die gemeenschap in gaan. Die naming en shaming wordt door witte mensen als vreselijk ervaren, omdat ze hypocrisie als normaal zien.

Voor witte mensen en dieren is het normaal om voor groepsbelangen op te komen. Ezels, koeien, varkens en kakkerlakken hebben hun eigen partij in de Tweede Kamer, de Dierenpartij. Niemand vindt dat een probleem. Ouderen hebben eigen partij. Christenen hebben hun eigen partij. Socialisten hebben hun eigen partij. Kapitalisten hebben hun eigen partij.  Niemand vindt het een probleem. Niemand praat over de noodzaak van verbinden. Omdat ze allemaal wit zijn. Als mensen van kleur een eigen partij hebben, is “verbinden” plotseling een grote issue. Niemand eist dat witte partijen zich verbinden met de belangen van mensen van kleur. Als DENK zich op een assertieve manier opstelt als de stem van gekleurd Nederland, is verbinden plotseling een groot probleem.

De kritiek op DENK

Het is typerend dat de kritiek op DENK zich niet richt op hun programma-punten. De discussie gaat niet over de vraag “wat is je kritiek op de eis voor herstelbetalingen” of “wat is je kritiek op de invoering van quota-regelingen”. Dat zou de normale gang van zaken moeten zijn als je politieke partijen wil bekritiseren toch? Ja, als het om witte partijen gaat. Bij partijen van kleur is het programma niet van belang. Dan is het feit dat mensen van kleur zich organiseren in een politieke partij het probleem. En dan wordt de vraag: hoe breek ik zo’n partij? Niet door op de inhoud van hun programma in te gaan, maar door haar te criminaliseren.

De leiders zijn de lange arm van Erdogan. Ze zijn homofoob. Ze zijn goedpraters van de Armeense genocide. Ze zijn vrouwenhaters. Ze zijn conservatieve moslims. Niks partijprogramma. Niks anti-racisme en anti-islamofobie. De discussie verschuift van inhoud naar persoonlijke aanvallen. Het gaat niet meer om de beweging achter DENK. Het idee alleen al dat mensen van kleur zich politiek organiseren is voor deze critici walgelijk.

Laten we de kwestie Erdogan nemen.  Ik ben geen Turk en heb geen binding met wat zich afspeelt in Turkije. Maar ik weet wel dat ik als democraat een militaire coup die honderden levens gekost heeft en gesteund werd door Westerse imperialisten zou veroordelen. Respect voor democratie betekent ook respect voor het besluit van de meerderheid van het Turkse volk die Erdogan gekozen heeft. Ben ik een Erdogan aanhanger als ik dit zeg? Wat een onzin, zeg.

Neem de Armeense genocide. Dit staat in het partijprogramma: “DENK betreurt alle slachtoffers die ten tijde van de Eerste Wereldoorlog zijn omgekomen op zowel het Europese continent als daarbuiten. DENK erkent het leed van de nabestaanden van de slachtoffers aan zowel de Turkse zijde als de Armeense zijde van de gebeurtenissen in 1915 in het huidige Turkije. Omdat er geen internationale consensus bestaat over de schaal en de toedracht van deze vreselijke gebeurtenissen moeten politieke overwegingen en begrijpelijke emoties plaatsmaken voor redelijkheid en verbroedering. DENK is daarom: Vóór een onafhankelijk internationaal onderzoek, gebaseerd op waarheidsvinding, naar de toedracht en schaal van de Armeense kwestie.”

Wat is hier mis mee? Als je niets weet over deze kwestie, dan is dit toch enkele vrij normaal standpunten?

Hoe zit het met vrouwen? Dit is wat DENK schrijft. Ze wil quota-regelingen voor vrouwen op de arbeidsmarkt. Ze is voor het wegnemen van de loonongelijkheid tussen mannen en vrouwen bij gelijkwaardige banen (vrouwen verdienen 8% minder in het bedrijfsleven en 4% minder bij de overheid meldt het partijprogramma) en vóór het vergroten van de aandacht voor genderstereotypen middels het onderwijs. Ze wil een Landelijk Meldpunt Intimidatie via een app met de kanttekening dat in Nederland 73% van de vrouwen te maken met seksuele intimidatie tegenover 55% in de EU.

Over homofobie: “DENK roept daarom een halt toe aan de groeiende tendensen van alledaagse vormen van xenofobie, homofobie, islamofobie, moslimhaat, afrofobie, antisemitisme en racisme in onze samenleving.

Het staat er expliciet! Maar dat is niet voldoende voor de critici. Want het gaat net om inhoud. Het gaat om criminalisering van een partij die op assertieve wijze en zonder enige terughoudendheid de stem is van gekleurd Nederland.

De betekenis van Sylvana Simons

Sylvana is één van de vele Surinaamse talenten die proberen om een boterham te verdienen in de media of show business. Ze trok de aandacht van veel activisten toen ze zich ging bemoeien met de sociale strijd in Nederland. Bij het VARA-programma De Wereld Draait Door was ze de tafeldame van Matthijs van Nieuwkerk. Martin Simek, een witte tv persoonlijkheid, vertelde hoe hij vluchtelingen, “zwartjes”, opving in Italië, waar hij woont. Waar Prem Radhakishun zich zou uitsloven om Simek te complimenteren over zoveel menselijkheid, zag Simons onmiddellijk de racistische ondertoon en stelde die aan de kaak. Ze heeft het geweten. Heel wit Nederland viel over haar heen. Hoe kan ze racisme aankaarten? Nederlanders zijn toch onschuldige, liberale en tolerante mensen? Bedreigingen, scheldpartijen, you name it.

Ze sprak zich uit tegen Zwarte Piet en deed zelfs mee met een demonstratie in Meppel. Naar aanleiding van de bagger die ze over haar heen had gekregen, had ze kunnen besluiten om een stap terug te doen en zo haar economische zekerheid proberen te garanderen. In plaats daarvan deed ze een stap vooruit met het risico dat ze als freelancer haar opdrachten kwijt zou raken en haar imago in wit Nederland verder zou beschadigen. Ze heeft het opnieuw geweten.

Ze deed mee aan een Theatertour LULverhalen; de titel is een indicatie van het beschavingsniveau van Nederland. De initiatiefnemer van de show is de Surinaamse komediant Howard Komproe. Op één van de shows begon Simons over Zwarte Piet. Het publiek liep woedend de zaal uit en eiste haar geld terug. De organisator heeft Simons vervolgens uit de show gehaald. Het theater heeft de bezoekers een excuusmail gestuurd. Check de producent: “De LULverhalen zijn altijd spraakmakend, maar dit ging de verkeerde kant op.” De rol van Simons werd overgenomen door pornoster Bobbi Eden. Pornoster Bobbi is op een andere, kennelijk betere, manier spraakmakender dan Simons. Dit is de bizarre wereld waarin we in Nederland leven.

Toen besloot ze om zich aan te sluiten bij  DENK. In De Wereld Draait Door  was ze ijzersterk, samen met haar partijgenoten Tunahan Kuzu en Farid Azarkhan. Ze liet zich niet uit het veld slaan door de witte presentatoren en had op alles een prima antwoord. Haar toetreding tot DENK was ook een symbool van de verbinding van de zwarte strijd en de strijd tegen islamofobie.

DENK is daarna niet veranderd. Het partijprogramma is niet gewijzigd. De stijl is niet veranderd. Het uittreden van Sylvana uit DENK heeft niet te maken met een verandering bij DENK, maar een verandering bij Sylvana. In een interview met het NOS-journaal zegt ze: “De idealen van DENK daar kan ik nog steeds achter staan. De manier waarop DENK dat ideaal probeert te realiseren, daarvan krijg ik toch steeds meer signalen dat mensen dat als polariserend ervaren. En als je polarisatie wilt tegengaan, dan moet je daar natuurlijk niet aan meewerken.”

Je vraagt je af: van wie zijn die signalen afkomstig en wat wordt bedoeld met “polariserend”? Die term wordt vaak gebruikt door witte mensen als mensen van kleur assertief worden.

Hoe het ook zij, we zijn nu geconfronteerd met een situatie waarbij de eenheid tussen de zwarte en moslimgemeenschap die gesymboliseerd was in de rol van Sylvana bij DENK, is verbroken. Voor veel zwarte mensen blijft Sylvana het symbool van zwart verzet tegen racisme en is het logisch dat velen haar zullen steunen.

Een grote zorg is hoe te vermijden dat er een dynamiek ontstaan waardoor de zwarte gemeenschap tegenover de moslimgemeenschap komt te staan. De dynamiek zal tot uiting komen in verhalen vanuit de zwarte gemeenschap over hoe racistisch moslims zijn. De Islam wordt dan gepresenteerd als een etniciteit in plaats van een geloof. Als je zegt dat moslims racisten zijn dan zeg je dat veel Afrikanen racisten zijn, omdat 53% van Afrika uit moslims bestaat.[1] Dan zullen er koloniale verhalen komen over Arabieren die Afrikanen als slaven hebben verkocht. Ook hier wordt etniciteit met geloof verward. De meeste totslaafgemaakten komen uit West-Afrika, waar geen Arabieren wonen. Die zitten in Noord Afrika. Zwarte collaborateurs die witte slavenmakers hielpen met het tot slaaf maken van zwarte mensen hadden niet één geloof: de islam. Er zat van alles en nog wat erbij inclusief Christendom en Afrikaanse godsdiensten.

Je zou denken: wat heeft dit alles te maken met DENK en haar partijprogramma? Niks. Het is gewoon een manier om verdeel-en-heers toe te passen om de gekleurde gemeenschap in Nederland te verzwakken. Wat kan ertegen gedaan worden?

Ten eerste, vanuit de moslimgemeenschap begrip opbrengen voor de zwarte mensen die met Sylvana meegaan. Velen doen dat niet omdat ze tegen DENK of moslims zijn, maar omdat ze zich vertegenwoordigd willen zien in de politiek en Sylvana een symbool daarvan is. Het is ook heel terecht dat een etnische groep politici uit haar eigen groep steunt zoals het ook heel terecht is dat vrouwen zich in politieke partijen vertegenwoordigd willen zien en geen genoegen nemen met het idee dat mannen hun belangen zullen behartigen. Het antwoord van Farid Azarkhan was een stap in de goede richting. Hij vertelt zijn versie van het verhaal op een waardige wijze en zonder wrok.

Ten tweede, vanuit de zwarte gemeenschap die Sylvana gaat steunen zorgen dat ze niet meegaan in islamofobie. De media zullen steeds proberen Sylvana tegen DENK op te zetten in plaats van Sylvana tegen de PvdA of Groen Links. Het is te hopen dat ze daar niet in meegaat. Voor nu is het nodig dat ze aangeeft waarom ze uit DENK is vertrokken, maar voor de komende maanden zal ze de strijd tegen racisme en islamofobie kunnen versterken als ze de kaart van verdeel-en-heers weigert te spelen.

Sylvana moet straks standpunten gaan innemen o.a. over quota-regelingen of herstelbetalingen. Stel dat ze de standpunten van DENK overneemt. Denkt ze niet dat witte mensen gaan schreeuwen dat ze polariserend is. Gaat ze dan terugkomen op deze standpunten? Als ze dat doet, hoe kan ze dan volhouden dat ze een radicale stem is van zwarte mensen? We moeten haar het voordeel van de twijfel geven en hopen dat ze nog steeds achter de standpunten van DENK staat, zoals ze in het NOS-interview zei.

Op die manier is Sylvana en DENK in de Tweede Kamer beter voor de zwarte en moslimgemeenschap. Misschien dat ze elkaar dan kunnen vinden in een gezamenlijke strijd.

[1] http://www.muslimpopulation.com/africa/.

Wat zijn de kansen voor partijen van kleur bij de komende verkiezingen?

Sandew Hira
24-12-2016

Voor wie hier belangstelling voor heeft heb ik wat cijfers bij elkaar gehaald over de kansen op zetels voor partijen van kleur.

Kolom (1): De grootste etnische groepen. De categorie “Overige niet-westers” bestaat uit tientallen nationaliteiten, van Somaliërs tot en met Irakezen.

Kolom (2): het aantal mensen per etnische groep volgens het CBS in 2016.

Kolom (3): Het aantal stemgerechtigden op basis van de inschatting dat 75% van de niet-westerse bevolking stemgerechtigd is (18 jaar of ouder).

Kolom (4): de daadwerkelijke opkomst op basis van 2012 (74%) (Opkomst max.)

Kolom (5): de opkomst van “niet-westerse allochtonen” op basis van een peiling van het bureau Motivaction in 2012.[1] (Opkomst min).

Kolom (6): het aantal “etnische” zetels op basis van een maximale opkomst en een kiesdeler van 63.000.

Kolom (7): het aantal “etnische” zetels op basis van een minimale opkomst en een kiesdeler van 63.000.

 

 

(1) (2) (3) (4) (5) (6) (7)
Etnische groep Bevolking Stem-gerechtigd Opkomst

max

Opkomst

min

Zetels

max

Zetels

min

Marokko 385.761 289.321 214.097 130.194 3,4 2,1
Antillen/Aruba 150.981 113.236 83.794 50.956 1,3 0,8
Suriname 349.022 261.767 193.707 117.795 3,1 1,9
Turkije 397.471 298.103 220.596 134.146 3,5 2,1
Overige
niet-westers
813.357 610.018 451.413 274.508 7,2 4,4
Totaal 2.096.592 1.572.444 1.163.609 707.600 18,5 11,2

 

Wat kunnen we uit de tabel afleiden?

  1. Het aantal etnische zetels varieert van minimaal 11 tot maximaal 18.
  2. Ik heb het idee dat de opkomst onder de kleine nationaliteiten kleiner is dan onder de grote, maar ik heb daar geen harde cijfers over.
  3. Een groot aantal zetels zit bij de kleine nationaliteit (4-7). De vier grote nationaliteiten zijn samen goed voor 7-11 zetels, waarbij Turken en Marokkanen 4-7 en Surinamers en Antillianen/Arubanen 2-4).
  4. Deze zetels worden niet alleen onder “etnische” partijen verdeeld. Ook kandidaten van kleur van reguliere partijen trekken deze stemmen.
  5. Sommige mensen van kleur stemmen niet op een “etnische” kandidaat. Sommige witte mensen stemmen op een “etnische” kandidaat.
  6. Zowel DENK als Sylvana Simons maken een goede kans om op basis van “etnische” stemmen in de kamer te komen. Maar mijn inschatting is dat de Marokkanen en Turken stemmen eerder op een etnische partij stemmen dan Surinamers en Antillianen. Die stemmen eerder op zwarte kandidaten van de reguliere partijen. Ik heb geen harde cijfers hierover. Ik kan me vergissen.
  7. Sylvana Simons zal het vooral van de Afro-stemmen hebben. De Surinaame bevolking bestaat voor de helft uit niet Afro’s (Hindostanen, Javanen en andere kleine nationaliteiten). Ik schat in dat ze een goede kans maakt op minimaal 1 zetel en DENK op minimaal 3.

 

[1] http://nos.nl/artikel/415800-lage-opkomst-allochtonen.html

 

DE SPLITSING DENK EN SYLVANA SIMONS: HOE MOET JE IN HEMELSNAAM HIERMEE OMGAAN?

Sandew Hira
24-12-2016

Een vreselijke breuk

Kun je je voorstellen? DENK is het afgelopen jaar de stem geworden van gekleurd Nederland in de Tweede Kamer. Je kunt je bedenkingen hebben hier en daar, zoals je dat bij alle politieke partijen zult hebben. Maar door de opkomst van DENK zijn de krachtsverhoudingen in Nederland aan het veranderen. Met meer zelfvertrouwen neemt de kritiek toe op racisme en islamofobie in Nederland. De toetreding van Sylvana Simons symboliseerde de combinatie van de strijd tegen racisme en islamofobie en de samenbundeling van krachten uit de diverse gemeenschappen van kleur. Het was een versterking van de anti-racisme beweging als geheel.

De uittreding van Sylvana Simons uit DENK is daarom een harde en gevoelige klap voor deze beweging. Nu is er een splitsing die zal doorwerken in de beweging. Hoe moet je daar nu mee omgaan? Dat is echt niet gemakkelijk. Ik heb opgeroepen om op DENK te stemmen en Sylvana Simons altijd met passie verdedigd. En deze splitsing brengt mij – en veel activisten – in een ongelooflijk moeilijk parket. Je wilt niet kiezen tussen twee krachten die je een warm hart toedraagt en dat hoeft ook niet als ze een eenheid vormen. Maar die eenheid is nu kapot en moeten we de scherven oppikken en zien hoe verder te gaan. Er zijn geen gemakkelijke antwoorden.

Overwegingen bij een keuze

Het liefst wil je niet kiezen, maar uiteindelijk heb je maar één stem in het verkiezingslokaal. Bovendien zijn er nog drie maanden te gaan en wil je afwachten hoe DENK en Artikel 1, de partij van Simons, zich gaan ontwikkelen.

Intussen woedt de discussie om je heen en moet je een standpunt bepalen. Hoe doe je dat?

Je kunt uitgaan van de gedachte: ik stem op mensen die op mij lijken. Dat is legitiem. Als die mensen jouw belangen verdedigen en jouw stem willen zijn, dan is dat ook logisch. Je moet dan bepalen of je op die individuen stemt in combinatie met de partij die je aanspreekt, dus als  je een Afro-achtergrond hebt, dan zoek je op de kandidatenlijst naar een Afro-kandidaat van de partij die je aanspreekt. Als je een Turk bent, dan zoek je naar de Turk van de partij die je aanspreekt. Op zich is daar niks mis mee.

Maar als je breder wilt kijken dan het individu, dan moet je partijen gaan beoordelen. Hoe doe je dat?

Je kunt naar documentatie kijken: wat is hun programma, wat zeggen ze?

Je kunt naar hun handelingen kijken, omdat er vaak een verschil is tussen woord en daad. DENK heeft een korte historie met haar optreden in de Tweede Kamer, haar Facebook filmpjes en haar optreden in de pers. Sylvana heeft zich op een geweldige wijze uitgesproken tegen racisme en Zwarte Piet. Daarom was die combinatie ook sterk.

Nu moet je kiezen tussen die twee. Het is geen prettige keuze, ééntje die je liever niet wil maken. Iedereen heeft zijn of haar eigen overwegingen. Dat respecteer ik. Hoe ga ik die keuze maken?

In zal primair kijken op welke wijze de twee partijen een stem zullen zijn van gekleurd Nederland. Onze gemeenschappen van kleur worden niet door de bestaande politieke partijen vertegenwoordigd. De Nederlandse media hebben DENK proberen te criminaliseren door de strijd in Nederland tegen racisme te verbinden met standpunten over hoe je tegenover Erdogan staat. Gaan de media Sylvana Simons proberen te criminaliseren en haar standpunt over Bouterse vragen? In de Surinaamse gemeenschap zul je voor- en tegenstanders van Bouterse hebben, dus welk standpunt ze ook inneemt, het werkt altijd tegen een deel van de Surinaamse achterban.

Ik beoordeel alle partijen – DENK en Artikel 1 – in hoge mate op basis van de binnenlandse politiek: wat betekenen ze voor de gemeenschappen van kleur hier. De buitenlandse politiek is heel belangrijk en daar is mijn beoordelingscriterium in hoeverre ze anti-imperialistisch zijn.

Van DENK weet ik dat ze zonder enige twijfel en zonder zich daarvoor te schamen een stem willen zijn van de gekleurde gemeenschap, ook al betekent dat dat een deel van de Nederlandse samenleving niets van ze moet hebben. Ik vind dat een prima standpunt, omdat als je zoekt naar een partij die voor de hele samenleving is, dan kun je nu al kiezen tussen alle smaken: van de Dierenpartij tot en met de VVD. Als Artikel 1 een nieuwe partij wordt voor iedereen, dan zal ze zich in dat rijtje moeten aansluiten en zich afvragen waarom een persoon van kleur op Artikel 1 moet stemmen in plaats van op Groen Links of de PvdA, die ook zeggen tegen racisme te zijn. De meerwaarde van een partij van mensen van kleur is dat ze openlijk en zonder enige terughoudendheid zeggen dat ze de stem willen zijn van gekleurd Nederland, zoals de ouderenpartijen zonder schaamte zeggen dat de stem willen zijn van ouderen, de Dierenpartij van dieren enz.

Het is niet gemakkelijk allemaal, maar we hebben helaas niet de luxe om te zwijgen. We moeten met vallen en opstaan onze weg zien te vinden in deze moeilijke tijden.

 

De discussie met Sunny Bergman

Sandew Hira
23-12-2016

Sunny Bergman was op Radio Mart in een discussie met mij, die geleid werd door Glenn Codfried, naar aanleiding van mijn kritiek op haar documentaire. Daarin kwam te sprake dat er een goed debat moest worden gevoerd over bondgenootschap met witte mensen in de strijd tegen racisme. Mitchell Esajas van New Urban Collective bood via Facebook aan om dat debat te organiseren. Op Facebook werd enthousiast gereageerd op dit voorstel en werd een praktische invulling besproken. Moet het debat met camera’s worden opgenomen en via Facebook live worden uitgezonden? Sunny was er eerst geen voorstander van. Ik bracht het argument van transparantie naar voren. Ze ging akkoord. Moet het een debat worden of een gesprek met meer mensen? Sunny wil een gesprek. Ik zeg dat een debat een gesprek is tussen twee mensen die elkaar stellingen beoordelen. In een persoonlijke Facebook chat tussen Mitchell, mij en Sunny worden de details besproken: zondag 29 januari in Vereniging Ons Suriname van 14.00-17.00 uur. Sunny en ik houden ieder een inleiding van 20 minuten. Daarna volgt er een debat tussen ons van 30 minuten. Vervolgens krijgen twee mensen de gelegenheid om het debat te becommentariëren. Tenslotte komt er een zaaldiscussie. Het New Media Platform bood aan om de zaak met professionele camera’s op te nemen en via Facebook live uit te zenden.

Een normale gang van zaken bij de voorbereidingen van een debat, toch? Ja, als het alleen om witte mensen zou gaan. Zodra mensen van kleur in beeld komen, verandert de zaak. Dus dacht Sunny twee keer na, en kwam tot het besluit om toch maar niet in debat te gaan met mij. Waarom?

Mitchell stuurde een FB-bericht: “Sunny en ik hebben elkaar zojuist gesproken. Sunny gaf aan dat ze het format van debat niet ziet zitten omdat een gesprek uit haar ervaring met de films constructiever is.”

Om te begrijpen wat hier aan de hand is, heb je niet veel aan theorieën over white privilege, alledaags en weekend racisme. Je moet kijken naar eeuwenlang racisme dat bekend staat onder de naam institutioneel racisme.

Sinds de Witte Verlichting van Europa is er een beeld geschapen van mensen van kleur alsof ze niet rationeel zijn. Ze denken niet met hun verstand, maar met hun geslacht. Ze kunnen geen beschaafde conversatie voeren. Deze barbaren strooien direct met scheldtermen als “fuck you”, gooien met speren, schieten met geweren en zijn gewoon niet in staat om met argumenten te discussiëren.

Als – God verhoede het – er toch een gesprek tussen wit en zwart moet komen, dan mag wit wel voorwaarden stellen aan zwart.

Geen camera’s erbij. Dat doen ze alleen bij debatten tussen witte mensen, een beschaafd volk, dat geduldig luistert en debatteert. Als zwart erbij komt, loopt het gegarandeerd uit de hand en dat mag niet geregistreerd worden.

Als witte mensen kritiek geven, dan noemen ze het een discussie. Als zwarte mensen kritiek geven, dan noemen ze het een aanval. Daarom willen ze geen kritiek, maar applaus. Kritiek is destructief. Applaus is constructief. De witte eis voor het debat is: geen destructie (kritiek), maar constructie (applaus). Als zwarte mensen niet willen applaudisseren voor iedere scheet die witte mensen laten, dan zijn ze destructief bezig.

Als een wit persoon in debat gaat met een zwart persoon, dan moet je ervoor zorgen dat de witte persoon een paar zwarte medestanders met zich kan meenemen. Zonder zwarte medestanders wordt het gevaarlijk voor wit. Daarom is de eis: geen debat, maar een gesprek van wit (met zwarte medestanders) tegenover de zwarte kritiek. Net als in de good old days van slavernij waar de witte meester altijd zwarte totslaafgemaakten bij zich had als hij “in gesprek” ging met de rest van de plantage.

Als witte mensen met elkaar in debat gaan, dan is het een intellectuele exercitie tussen beschaafde mensen. Als wit en zwart in debat gaan met elkaar dan is het “wij tegenover zij”. Witte mensen kennen geen “wij tegenover zij” als ze meningsverschillen hebben.

Als witte mensen het vraagstuk van identiteit bespreken, dan heet het “het doorbreken van taboe’s”, “het bespreekbaar maken van de problemen van de multiculturele samenleving.” Als zwarte mensen over identiteit praten, dan krijgt het een negatieve label: “identity politics”.

Sunny’s opvatting dat een debat tussen haar en mij alleen destructief kan zijn is gebaseerd op die racistische noties uit de Witte Verlichting die ik hierboven heb uiteengezet. En zo iemand wil ons gaan uitleggen wat racisme is en hoe het werkt.

WHITE PRIVELEGE OFTEWEL DE ONZIN VAN HET VERANDEREN VAN ONRECHT IN VOORRECHT – ANTWOORD AAN DYAB ABOU JAHJAH

Sandew Hira
21-12-2016

Inleiding

Stel je eens voor. Je bent Jood, woont in Duitsland onder Hitler en wordt gedwongen om een Davidster te dragen. Dan komt een Duitser langs en toont zijn solidariteit met je. In plaats van te roepen: “Hier is sprake van een groot onrecht!”, roept hij: “Hier is sprake een groot voorrecht voor Duitsers. Zij hoeven geen Davidster te dragen!” Hoe zou je ernaar kijken?

Je zou denken dat dit een grote grap is uit een standing comedy show over Nazi-Duitsland. Je zou het echt niet serieus nemen.

Je bent een persoon van kleur in Nederland. Elke dag maak je mee dat jij of iemand uit je directe omgeving bij een sollicitatie moet toekijken hoe een wit persoon met dezelfde kwalificaties als jij de baan krijgt waar je beiden op hebt gesolliciteerd. Je weet dat dit niet ligt aan je kwalificatie maar aan een onrechtvaardig racistisch systeem. Elke dag moet je horen hoe Wilders je beledigt en vernedert en vervolgens ook nog eens door een rechter veroordeeld wordt maar geen straf krijgt. Je weet dat als jij Wilders zou beledigen, je achter de tralies zou belanden en voelt diep in je binnenste dat dit onrecht is. Elk jaar rond Sinterklaas worden zwarte mensen massaal beledigd en geschoffeerd in een nationale optocht, op nationale televisie en in winkels en kantoren over het hele land. Als je er iets van zegt, wordt je met de dood bedreigd. Je weet dat dit onrecht is.

Vervolgens staat een witte vrouw als Sunny Bergman op en verandert het verhaal over onrecht en roept: “Dit gaat niet over onrecht, maar over voorrecht!”. En als je als een persoon van kleur zegt: “Hé, maar dit is onzin”, staan witte en gekleurde mensen op en roepen in koor: “Dat mag je niet doen! Blijf af van onze Sunny!”

Om het in de (scheld)woorden van Dyab Abou Jahjah, leider van Movement X te zeggen: “Hey look, a white woman is sympathising with our struggle and trying to break some taboos by explaining the notions of “black-facing” and “white privilege” to the average white person, sparking hatred and anger and being considered a traitor… she is putting her carrier at risk by touching subjects that make her less popular even in so called progressive milieus. How dare she! let’s go destroy her! Because who needs allies, and fellow travellers, let’s just make more enemies! Grow the fuck up… #Puberal #SelfDefeating”[1]

Dit is geen standup comedy. Het gebeurt echt!

In deze bijdrage zal ingaan op de volgende punten:

  1. De theoretische fouten in het concept van white privilege.
  2. De praktische implicaties van het concept van white privilege.
  3. De kwestie van strategie en bondgenootschap in de anti-racisme strijd.

1. De theoretische fouten in het concept van white privilege

Het concept van white privilege heeft twee theoretische fouten.

Ten eerste, het verandert witte medeplichtigheid aan racisme in wit onschuld. Laat me een eenvoudig voorbeeld nemen. Een belangrijke erfenis van institutioneel racisme zit vandaag in de arbeidsmarkt. De onderstaande grafiek toont aan dat een kwart eeuw diversiteitsbeleid in Nederland geen wezenlijke verandering heeft gebracht in de racistische structuren op de arbeidsmarkt. Waren in de eerste jaren de verschillen in werkeloosheidspercentage ook te verklaren uit verschillen in opleidingsniveau, tegenwoordig zijn die verschillen in opleidingsniveau klein en gaat het echt om racisme op de arbeidsmarkt.

Nedwerkloosheid

Wie is verantwoordelijk voor deze situatie? Het zijn niet de mensen van kleur die in de structuren van werving en selectie zitten. Het zijn witte mensen die verantwoordelijk zijn voor deze situatie omdat ze in die structuren zitten.

De analyse van white privilege maakt die medeplichtigheid onzichtbaar door een verhaal te construeren van twee mensen die solliciteren – een witte en een zwarte – en de keuze een kwestie van wit voorrecht te laten zijn in plaats van witte onderdrukking. De witte selecteur is vervangen door een witte sollicitant die part noch deel heeft gehad aan het selectieproces.

Ironisch genoeg pretendeert de theorie van white privilege dat het racisme zichtbaar maakt, maar het tegendeel is waar. De witte medeplichtigheid aan racisme is onzichtbaar gemaakt omdat het verhaal is veranderd in een verhaal over een witte onschuldige die wel profiteert van, maar niet verantwoordelijk is voor racisme. Er wordt een scheiding gemaakt tussen de witte persoon die profiteert en een onzichtbaar systeem dat die voorrecht mogelijk maakt, terwijl voorrecht en medeplichtigheid in werkelijkheid direct en nauw met elkaar verbonden zijn. Daarmee bevordert het concept van white privilege het idee van witte onschuld.

In de theorie van white privilege krijg je uitspraken als “ik maak meer kans op een baan als ik solliciteer dan mijn zwarte kennissen”, dus zonder de toevoeging “omdat mijn witte tante in de sollicitatiecommissie zit.” Abou Jahjah gaat al enthousiast applaudisseren voor Sunny Bergman bij de eerste zin. De toevoeging willen ze liever verzwijgen.

De tweede fout in de theorie van white privilege is de verandering van onrecht in voorrecht. Eeuwenlang hebben gekoloniseerde volkeren met hun intellectuele leiders analyses gemaakt van racisme: aard, ontstaan, ontwikkeling. Er is een traditie opgebouwd van analyses die gebaseerd zijn op het ontleden van mechanismen van institutioneel racisme waarbij begrippen als onrecht, onderdrukking en uitbuiting voorop staan en hun oorsprong vinden in kolonialisme en slavernij. Als je in die traditie zit, dan weet je dat racisme gaat om vernedering, uitbuiting, onderdrukking van mensen van kleur. Je analyseert die mechanismen en instituties van onrecht. White privilege zet de zaak op zijn kop. Onze zorg is niet meer de onderdrukte mens. Onze zorg is het ongemak en de onschuld van de onderdrukkers! We strijden niet meer tegen onrecht. We moeten gaan strijden tegen voorrecht. Hoe krom wil je het hebben?

2. De praktische implicaties van het concept van white privilege

Wat zijn de praktische implicaties van de verandering van de strijd tegen racisme in een strijd tegen onrecht naar een strijd tegen voorrecht?

Het deradicaliseert de strijd tegen racisme. In plaats van de focus te leggen op de organisatie en empowerment van de gemeenschappen van kleur moeten we ons gaan druk maken over hoe wij een inlevingsvermogen moeten gaan ontwikkelen om meer begrip te hebben voor witte mensen die worstelen met hun “witte voorrechten”. Ons probleem moet kennelijk nu zijn hoe we white saviour Sunny Bergman moeten ondersteunen als diehard racisten haar bekritiseren. Hoe zit het met mensen van kleur die al eeuwenlang bekritiseerd worden omdat ze de witte woede niet willen behagen? Sinds wanneer is dat minder belangrijk geworden dan het slachtofferschap van Sunny Bergman?

Zwarte documentairemakers die niet eens een baan kunnen krijgen vanwege een systeem van onrecht moeten hun sympathie gaan betuigen voor white saviour documentairemaker Sunny Bergman die opereert in een systeem van voorrecht. Dat is de wereld op zijn kop. Niet Sunny Bergman moet gevraagd worden om te zeggen: “Deze documentaire had gemaakt kunnen worden door een zwarte filmmaker, maar dat is niet gebeurd omdat ik mijn witte voorrecht om het te maken heb opgeëist.” De zwarte documentairemaker moet geleerd worden om te zeggen: “Dankjewel Sunny voor deze documentaire” en vervolgens ook getraind worden om de toevoeging weg te laten “die ik beter had kunnen maken dan jij, omdat ik een betere theorie over racisme heb”.

3. De kwestie van strategie en bondgenootschap in de anti-racisme strijd

Met de opkomst van extreem-rechts en de neergang het Westers kolonialisme zullen de gemeenschappen van kleur de grootste klappen krijgen. Extreem-rechts richt zich niet alleen op racisme. Het richt zich ook op de linkse beweging die strijdt tegen het kapitalisme. In die strijd is een bondgenootschap van de gekleurde gemeenschappen met linkse krachten in de witte gemeenschap van cruciaal belang.

Waarop moet zo’n bondgenootschap gebaseerd worden?

Ten eerste op een program van eisen. Een cruciaal onderdeel heeft betrekking op arbeid en inkomen: de noodzaak van quota-regelingen. De eis voor quota-regelingen moet gekoppeld worden aan de eis om gelden die besteed worden aan gemeenschappen van kleur te gunnen aan mensen van kleur. Anti-racisme bureaus die nu vooral door witte mensen worden bemenst, moeten door mensen van kleur worden bemenst, en niet alleen de positie van stagiaire, maar ook de positie van directeur. Documentaires gewijd aan de gemeenschappen van kleur moeten door mensen uit die gemeenschappen worden gemaakt. Bij vrouwen is dat vanzelfsprekend. Ik moet nog eens zien dat bureaus voor vrouwenemancipatie voornamelijk door mannen zouden worden bemenst.

Hierover moeten witte linkse organisaties het eens zien te worden met organisaties uit de gekleurde gemeenschappen.

Ten tweede, de erkenning dat er een diversiteit aan analyses is. We weten dat sommige analyses wel toegang krijgen in de mainstream media en andere niet. In de anti-racisme beweging kun je niet doen alsof de analyse van White Privilege de enige correcte analyse is en dat kritiek daarop gelijk staat aan onvolwassenheid zoals Abou Jahjah in zijn bijdrage stelt.

Ten slotte, de anti-racisme beweging moet gekenmerkt worden door een vrijheid van debat. Een kritiek op een theorie moet niet gebracht worden als een kritiek op een persoon. Het gaat niet om de persoon van Sunny Bergman. Het gaat om de theorie van white privilege.

 

Op deze basis is een bondgenootschap heel goed mogelijk. Anders houden we elkaar voor de gek.

 

[1] Facebook Dyab Abou Jahjah, 19-12-2016 15:07

SUNNY BERGMAN EN HET VERSCHIL TUSSEN VOORRECHT EN ONRECHT

Sunny Bergman is het lieverdje van de VPRO en de witte linkse elite in Nederland. Een beetje anti-racistisch, een beetje kritisch en gesubsidieerd met geld dat bedoeld is voor de zwarte gemeenschap documentaires maken die een beetje ongemak veroorzaken bij witte mensen, maar ook niet teveel. Je kietelt het ongemak, zodat de witte elite kan zeggen: zit wat in, maar gelukkig laat onze Sunny zien dat we er mee willen dealen op prettige manier: veel praten en koffie drinken met elkaar. Niks institutioneel racisme.
Dat was met de documentaire over Zwarte Piet het geval en nu ook met de documentaire Wit is ook een kleur.
De formule is dezelfde: je neemt een onderwerp dat zwarte activisten op de agenda hebben gezet. Je weet dat daar twee stromingen zijn: activisten die racisme analyseren vanuit het concept van institutioneel racisme en in de lange traditie zitten van radicale decoloniale strijd (Malcolm X, Frantz Fanon, Marcus Garvey etc) en activisten die racisme analyseren vanuit het concept van de scheve interactie tussen mensen (alledaags en weekend racisme, intersectionaliteit) die blijft in de traditie van wit liberalisme.
Vanuit institutioneel racisme stel je bij de documentaire van Bergman al gauw de vraag: waarom worden een kwart eeuw nadat gemeenschappen van kleur gekwalificeerde documentairemakers hebben opgeleverd zwarte documentairemakers niet in staat gesteld om voor de Nederlandse televisie een ongemak te presenteren dieniet kietelend maar confronterend is, zoals je bij zwarte documentairemakers ziet in Engeland of Amerika.
Het concept van witte privilege kietelt wit ongemak. Tja, we zijn bevoorrecht; het is nu eenmaal zo gegroeid en ja moeten daar eens iets aan doen, maar we bedoelen het goed.
Vanuit institutioneel racisme gebruiken we het concept van wit onrecht, niet wit voorrecht. Het verschil tussen voorrecht en onrecht is dat voorrecht kietelt, onrecht confronteert. Bij wit privilege gaat het om een situatie die ontstaan is en vervelend is. Bij onrecht gaat het om een situatie die in stand gehouden wordt en strijd vereist om die te veranderen. Bij voorrecht kun je een wijntje drinken en praten over hoe zwarte mensen meer voorrechten krijgen. Bij onrecht klaag je een systeem aan en wil je fundamentele veranderingen zoals quota-regelingen.
Bergman laat een geliefd experiment zien bij cursussen over wit privilege. Een groep van zwarte en witte mensen staan op een rij. Er wordt een vraag gesteld zoals: “Als ik winkel kan ik er redelijk zeker van zijn dat de bewaker mij niet in de gaten zal houden.” Als je “ja” antwoordt, dan doe je een stap naar voren. Je houdt je adem in: gaan zwarte mensen een stap naar voren doen? Nee! Zijn het echt de witte mensen die een stap naar voren doen. Wie had dat gedacht? Wat een geweldige verrassing!
De vragen zijn kietelend, niet confronterend. Dit is een voorbeeld van een confronterende vraag: “Als ik en een zwarte documentairemaker een programmavoorstel indienen bij de VPRO om racisme te behandelen, dan zal de VPRO mij de opdracht geven, mits ik extra geld weet te halen uit subsidiepotjes die bedoeld zijn voor de zwarte gemeenschap.”
Sunny Bergman kan nu twee stappen naar voren doen. De komende tijd zullen er ongetwijfeld meer stappen volgen, omdat de zwarte gemeenschap nog niet zover is dat ze kan eisen: quota-regelingen bij de publieke omroepen die zwarte filmmakers in staat stellen uit het reguliere budget programma’s te laten maken over racisme.
Tot die tijd geld: een kinderhand is gauw gevuld en werk maar liever met het concept van voorrecht in plaats van onrecht.