Professor Stephen Small – Lecture tour in Brazil and promotion of DTM publications

Continuing his work spreading the insights from the Decolonizing the Mind framework, and promoting and distributing books of the DTM book series edited by Sandew Hira, Arzu Merali and himself, Stephen Small made a recent visit to Brazil (March 22 – April 2) and gave several lectures. He was accompanied by Graduate Student Robert Connell who also gave presentations.

In Rio de Janeiro, Prof. Small visited the Federal University of Rio De Janeiro, where on Thursday, March 23, he gave a lecture on ‘Theorizing Black Europe’ to a packed audience of professors and students. He was hosted at the Federal university by Professor Amilcar Pereira and Professor Monica Lima. This paper is based on research for his book – 20 Questions and Answers on Black Europe, which will be published later this year. Professor Small also gave a lecture at the State University of Rio De Janeiro, hosted by Professor Joao Feres. He presented a similar paper, but this time it was primarily for graduate students (and professors), mainly completing Master’s Degrees or PhDs in social science. In both talks he received a wide range of questions about Black Europe, about Decolonizing the Mind and about similarities (and differences) in the ways colonialism and imperialism have impacted Brazil, as compared to the nations of Europe.

Professor Small then went to the northern city of São Luís do Maranhão where he gave four lectures in the two-week intensive seminar – ‘The Factory of Ideas’ (Fabrica De Idees), organized by Professor Livio Sansone of the Federal University of Bahia (Salvador). This two-week seminar has existed for more than 20 years, founded and organized by Professor Sansone. It typically brings together more than 40 participants (professors and graduate students) from across Brazil – and from other nations in the Global South (like Mozambique, South Africa, India, Columbia and Cuba) for an intensive study of race and ethnic relations. Themes for the seminar vary each year. This year’s theme – and the focus of Prof. Small’s lectures – was ‘Heritage, Inequality and the Politics of Culture’. Scholars from Germany (Dr. Prof. Dmitri van den Bersselaar), Senegal (Prof. Ibrahima Thiaw), from the Federal University of Bahia (Prof. Jamile Borges) and the State University of Maranhão (Dr. Carlos Benedito Rodrigues) and others gave several lectures on a variety of topics pertaining to the seminar’s themes. Prof. Small’s lectures covered the legacies of colonialism and imperialism in museums and communities across Europe.

Prof. Small also gave a public lecture on the politics of culture – ‘Reggae Music: Jamaica’s gift of Black Consciousness to the world’ – in which he articulated many of the ways in which the politically-inspired lyrics of reggae musicians from Jamaica provide a path to question and challenge the colonized education of western universities. Drawing on some of the top reggae performers in Jamaica – from Bob Marley and the I-Threes, Burning Spear and Mutabaruka, to reggae performers in Europe – like Aswad, Steel Pulse and Linton Kwesi Johnson in England, and Lord Kossity in France’  – he emphasized how knowledge production outside the academy provides an antidote to the distorted and biased teachings on colonialism and its legacies of many academic scholars. The talk received a standing ovation. This was an important confirmation of its relevance and appeal – especially in light of the fact that São Luís do Maranhão is popularly known as the ‘Reggae Capital of Brazil”.

The DTM framework was central to all Professor Small’s presentations and he found that professors and students – and in the public lecture, many people from the broader community – welcomed and applauded the insights provided. During the talks a number of DTM books were sold – at highly discounted prices, given the economic problems confronting many of the students in Brazil. And at the Federal University of Rio de Janeiro, several books were provided free of charge – via a random lottery system organized by Professor Pereira and Lima.

During the 10-day visit – arrangements were made for future visits, and for the possibility of producing books on a range of topics in Brazil and across South America.

Rob Connell, a doctoral student in the Department of African American Studies at the University of California Berkeley, accompanied Professor Small in Rio de Janeiro, and then went on separately to visit the Federal University of Bahia, in the city of Salvador da Bahia in northern Brazil. He was hosted at the federal University by Professor Angela Figueiredo, in the Anthropology department at the university, and a specialist on Gender and Black women in Brazil. At the Federal University, Rob gave a lecture on Maroon Communities, drawing on data and insights from his soon to be completed PhD. in African Diaspora Studies. A group of professors and students attended the lecture and engaged in a discussion with Rob about the similarities and differences between maroon communities in Brazil, (called ‘Quilombos’) and similar communities in Jamaica and Suriname, where Rob has completed his fieldwork. Rob’s work focusses on contemporary Maroon communities and their struggles for sovereignty and independent around state practices and resource extraction. The maroon communities in Jamaica and Suriname both exist on land that has valuable mineral resources and the government of each nation, each of which both recognized Maroon sovereignty, have been refusing to continue such recognition because they seek access to the minerals.  Rob will complete and submit his dissertation later this year. And this visit to Brazil was the first step in the development of his future research after he completes his Ph.D.

Stephen Small has recently been promoted to full professor at the University of california Berkeley

Phot report of the tour in Barzil

[envira-gallery id=”1163″]

 

Hoe bouw je eenheid te midden van verdeeldheid?

Sandew Hira
7 april 2017

Emoties

We zijn nu ruim drie weken verder na de verkiezingen van 15 maart. DENK heeft drie zetels behaald. Artikel 1 een halve. Aan de ene kant is er in de verschillende gemeenschappen enorme vreugde over winst van DENK. Aan de andere kant is er verdriet over het verlies van Artikel 1.

Tijdens de verkiezingen hebben activisten die vroeger met elkaar streden in de verkiezingscampagne soms tegenover elkaar gestaan. Kies je voor DENK of Artikel 1. Je kunt niet op beide stemmen. Je moet kiezen. Die keuzen gaan gepaard met emotie, met passie. Hoe voorkomen we dat die emoties leiden tot verdere verdeeldheid in de gemeenschappen van kleur? Hoe bouw je eenheid te midden van verdeeldheid? Dat is het onderwerp van deze bijdrage.

Wat is eenheid?

Eenheid heeft drie dimensies:

  1. Een ideologische: eenheid van denken en analyse.
  2. Een praktische: eenheid in handelen.
  3. Een organisatorische: eenheid in organisatie.

1. Eenheid in denken en analyse

Eenheid begint in de eerste dimensie: eenheid van denken en analyse. In oude communistische beweging had Lenin het principe ingevoerd van democratisch centralisme om eenheid van denken en handelen te bevorderen. Dat principe hield in dat binnen de communistische iedereen vrij was om kritiek te uiten op voorstellen die vanuit de partijleiding werden gedaan. Als een partijcongres eenmaal een besluit had genomen, dan moeten de leden die tegen dat besluit waren naar buiten toe hun eigen mening achterwege laten en het standpunt van de partij verkondigen, ook al waren ze het er niet mee eens.

Het heeft ten dele gewerkt. De Russische revolutie is mogelijk gemaakt door een partij die dit principe heeft gehanteerd. De Cubaanse revolutie is niet door een communistische partij gerealiseerd. Er zijn dus ook andere modellen die tot succes kunnen leiden.

Het principe van democratische centralisme is door Stalin gebruikt om alle oppositie monddood en letterlijk dood te maken. In het tijdperk van sociale media waar iedereen zijn of haar mening kan verkondigen en grote groepen kan bereiken is het principe van democratisch centralisme al niet meer hanteerbaar.

De vraag die we ons stellen bij eenheid van denken en analyse is: is het wel wenselijk dat er eenheid is in denken en analyse? Op het eerste gezicht zul je zeggen: natuurlijk. Als we eenheid hebben in denken en analyse, dan wordt het gemakkelijker om eenheid te hebben in handelen en organisatie. Daar zit wat in. Maar een verscheidenheid in denken en analyse kan ook heel positief zijn voor sociale bewegingen. De constante discussie en debat kan zorgen voor nieuwe inzichten. Daarom moeten we eenheid van denken niet als een absoluut doel beschouwen, maar als een proces dat zich vormt op basis van gemeenschappelijke ervaringen en democratische discussies.

Eenheid van denken komt voort uit gemeenschappelijke ervaringen. De gemeenschappelijke ervaringen van racisme, islamofobie, beledigingen, achterstelling en onrecht leiden tot een gemeenschappelijke conclusie: er is racisme en islamofobie en daar moet wat aan gedaan worden.

Als je eenheid van denken en analyse hebt, dan betekent dat niet dat je ook eenheid in handelen en organisatie zal hebben. Soms kunnen andere factoren dat verhinderen, zoals persoonlijke ambities of corruptie.

In sociale bewegingen zijn de enige democratische instrumenten die we hebben om eenheid van denken en analyse te bevorderen de gemeenschappelijke ervaring en democratische discussie.

De gemeenschappelijke ervaring betekent dat activisten elkaar moeten opzoeken en de discussie met elkaar moeten aangaan. Pogingen om te verhinderen dat mensen in gesprek gaan met elkaar omdat ze een andere mening hebben zijn in feite pogingen om de eenheid van denken en analyse te saboteren. Bij sommige groepen bestaat een neiging om alleen het gesprek aan te gaan met gelijkgezinde activisten en het debat met andere activisten te vermijden. Daarmee dragen ze bij aan verdeel-en-heers.

Het organiseren van debatten en discussies met activisten van verschillende theoretische stromingen bouwt eenheid van denken en analyse op, omdat het begint met de gemeenschappelijk ervaring om met elkaar te zijn in één ruimte en op een normale manier meningsverschillen te kunnen bespreken. Daardoor wordt een sfeer geschapen waardoor je naar elkaar kunt luisteren en tot je kunt laten doordringen wat er gezegd is.

2. Eenheid in handelen

Eenheid in handelen kan ontstaan als je eenheid hebt in denken en analyse. Vanuit een gemeenschappelijke analyse kun je vervolgens handelingen plannen: een demonstratie, een mobilisatie en allerlei andere handelingen die kunnen voortvloeien uit je analyse. Maar soms kun je eenheid in handelen krijgen hoewel je verschillen hebt in analyse. Je bent het met elkaar eens op een paar punten, maar niet op andere. Die paar punten kunnen genoeg zijn om samen op te treden, hoewel je op andere punten het niet met elkaar eens bent. Soms werk je mee aan een actie, hoewel je het er niet mee eens bent, maar je hebt eenmaal een stuk samen opgetrokken en vanwege solidariteit ga je verder, of vanwege het gevoel dat je wilt dat de praktijk moet uitmaken wat wel of niet juist is.

3. Eenheid in organisatie

Eenheid in organisatie betekent dat je een gezamenlijke organisatiestructuur hebt. Die kan heel los zijn (regelmatig formeel of informeel overleg) of heel strak: lidmaatschap, organisatieprocedures, functies etc. Er zijn tal van organisaties, grote en kleine. Iedereen heeft zijn of haar eigen netwerken en structuren. Dat is ook niet erg. De vorm van organisatorische eenheid zal afhangen van de fase waarin de sociale strijd zich bevindt. Zowel DENK als Artikel 1 hebben bijgedragen aan organisatievorming van de gemeenschappen van kleur. De aanwezigheid van DENK in de Tweede Kamer is een enorme kracht voor de gemeenschappen van kleur, ook voor de zwarte gemeenschap.

Een klimaat van eenheid

Eenheid bouwen in een situatie van verdeeldheid is geen eenvoudige taak. Maar als het inzicht is in wat eenheid is, dan wordt het ook gemakkelijker om te begrijpen dat de eerste taak om verdeeldheid te boven te komen is dat activisten elkaar weer gewoon opzoeken in plaats van elkaar als vijanden te zien. En opzoeken betekent gewoon met elkaar praten, elkaars keuzen respecteren en leren dat passie en emotie goed zijn om je keuzen te bepleiten, maar dat dat goed kan samengaan met respect en waardigheid

Afro Surinamers hebben Syvana Simons NIET laten vallen – Witte Nederlanders hebben haar laten stikken

Sandew Hira, 17-3-2017

Inleiding

Naar aanleiding van de mislukking van Artikel 1 om een zetel te halen bij de Tweede Kamer verkiezingen zijn er in de Afro-Surinaamse gemeenschap geluiden te horen die de eigen gemeenschap neerhalen: zwarte mensen hebben hun eigen mensen laten vallen. Ze zijn nog niet zover in hun bewustzijn en lopen achter.

De feiten tonen het tegendeel. Zwarte mensen hebben Sylvana Simons massaal gesteund. Het is de witte gemeenschap die haar heeft laten vallen. Dit zal ik stap voor stap laten zien.

De potentiële achterban van Simons

Simons heeft een beroep gedaan op de Afro-Surinaamse identiteit vanwege haar eigen achtergrond. Laten we kijken hoe groot haar potentiële achterban is.

Volgens de cijfers van het CBS waren eind 2016 350.000 Surinamers. Volgens de bevolkingstelling van 2012 was het aandeel van “Creolen” in de Surinaamse bevolking in Suriname 15,7% en het aandeel van Marrons 21,7%. In totaal is het aandeel van Afro-Surinamers 37,4%. Maar de meeste Surinamers waren in de periode 1970-1990 naar Nederland gekomen. Deze verhoudingen geven een vertekend beeld. Laten we ervan uitgaan dat het aandeel van Afro-Surinamers in de Surinaamse bevolking in Nederland 30%. Dat betekent dat er 140.000 Afro-Surinamers in Nederland zijn.

Het aandeel van de kiesgerechtigde op basis van de leeftijdsindeling van CBS schat ik op 20% (de CBS-indeling is gebaseerd op een vijfjaarlijkse periode en van 0-20 jaar is het aandeel 22%.) Dat betekent dat 80% kiesgerechtigd was, oftewel 84.000. Bij een opkomstpercentage voor 2017 van 78% betekent dit dat ruim 65.000 Afro-Surinamers hebben gestemd. Artikel in heeft 30.000 stemmen behaald. Dat wil zeggen dat van de 19 Afro-Surinaamse kandidaten de partij van Sylvana Simons bijna de helft van de stemmen heeft gehaald. Hoe kun je dan zeggen dat de Afro-gemeenschap hun eigen mensen hebben laten vallen?

 

Surinamers in Ned 350.000 Aandeel
Aandeel Afro 105.000 30%
Kiesgerechtigd 84.000 80%
Opkomst 65.268 78%
Stemmen Artikel 1 30.258 46%

 

We moeten nog afwachten hoeveel stemmen de andere Afro-Surinaamse kandidaten getrokken hebben. De kiesdeler was 67.240 stemmen. Dus als alle Afro-Surinamers op één kandidaat hadden gestemd, dan had die kandidaat nog geen zetel gehaald omdat hij of zij 2000 stemmen tekort zou hebben.

Het is dus absoluut niet waar dat Afro-Surinamers hun eigen mensen hebben laten stikken. Integendeel.

Het verraad van de witte gemeenschap

De toetreding van Simons tot DENK was een symbool van de eenheid van moslims en de zwarte gemeenschap. Dat werd door de witte machtscentra als de meest gevaarlijke combinatie gezien. Bovendien werd DENK sowieso gezien als een uitdrukking van gekleurde assertiviteit omdat ze durfde de macht uit te dagen in het parlement en daarbuiten. Het verwijt van polarisatie was daarom altijd gericht tegen DENK, niet tegen de PVV of andere rechtse partijen.

Toen Simons besloot om de gekleurde eenheid te breken met het argument dat ze tegen polarisatie is, kon ze onmogelijk dezelfde lijn als DENK volgen maar dan vanuit de zwarte gemeenschap. Het verwijt van polarisatie zou ze dan direct op haar terugslaan. Dus moest ze op de toer gaan van eenheid met witte mensen. Artikel 1 is er voor iedereen, niet alleen voor gekleurde mensen, maar ook voor witte mensen, met name witte vrouwen en de witte LGTB-gemeenschap.

Anja Meulenbelt had haar zin gekregen. In NRC van 16-3-2017 zegt ze dat ze wel op Simons wilde stemmen maar niet op DENK: “Het zat in het conservatisme. Als je kijkt naar de eerste drie die de lijst aanvoeren – drie Turks-Nederlandse mannen – dan zie je ook wel waar hun hart echt ligt.” Haar racisme kan geen onderscheid maken tussen Turken en Marokkanen (Farid Azarkan is een Marokkaan). Al die moslims. Het is allemaal één pot nat voor haar. Ze zijn allemaal Turken.

Simons hoopte met de belofte van Meulenbelt de progressieve witte vrouwen aan te spreken en met witte homo’s de witte LGTB-gemeenschap. Maar die hebben verraad gepleegd en hebben hun belofte niet waargemaakt. De witte gemeenschap heeft haar als een baksteen laten vallen.

Mental slavery in de zwarte gemeenschap

Je zou denken dat deze conclusie simpel en evident is voor iedere kritische activist. Maar zo simpel is het niet. Het zaad van verdeeldheid die Simons gezaaid heeft met haar uittreding uit DENK heeft wortel geschoten onder sommige zwarte activisten. In plaats van dat ze hun begrijpelijke frustratie over het verlies van Simons richten op de witte gemeenschap die hen heeft laten vallen met de belofte dat de verbreking van de eenheid van mensen van kleur beloond zou worden met steun vanuit de witte gemeenschap, richten ze hun pijlen op DENK.

Bij de aanhangers van DENK heerst naast vreugde over de overwinning, ook frustratie over hoe die overwinning eruit had kunnen zien als Simons was gebleven. Als de verbreking van de eenheid van mensen van kleur had geleid tot een zetel voor Artikel 1, dan had je misschien nog de hoop dat de eenheid in de Tweede Kamer tot stand zou kunnen komen in de praktijk van het parlementaire werk. Maar nu zijn er zwarte activisten die hun frustratie richten op DENK met argumenten die direct uit het witte draaiboek van verdeel-en-heers komen:

  • DENK is niet geïnteresseerd in zwarte mensen. In het verleden hebben Afro-Surinamers in de Tweede Kamer gezeten. John Leerdam is degene die vaak een grote mond had. Maar nooit heeft hij de radicale steun die DENK uitsprak in de Tweede Kamer aan de zwarte gemeenschap geëvenaard, omdat hij aan de leiband van de PvdA liep. In de Tweede Kamer heeft DENK Zwarte Piet bekritiseerd en 1 juli herdenking gesteund. DENK is radicaler in haar partijprogramma dan Artikel 1. Ze pleit voor herstelbetalingen! Dus feitelijk klopt dit argument niet en toch wordt het gebruikt door sommige zwarte activisten.
  • Plotseling wordt de politiek van Erdogan onderdeel van de beoordeling van DENK. Nooit hebben zwarte en wit linkse activisten wakker gelegen van de Armeense kwestie of het Koerdische vraagstuk. Nu zijn plotseling deze kwesties een onderdeel van de beoordeling van DENK. Waarom zijn deze kwesties van belang voor de beoordeling van DENK?
  • Van Afro-Surinaamse activisten en wit-linkse die internationale vraagstukken aan de orde willen stellen, zou je mogen verwachten dat hun eerste aandacht zou moeten liggen op het Nederands kolonialisme. In Suriname is er een dekolonisatiestrijd aan de gang. Nederland heeft in Suriname een oorlog gesteund en gefinancierd die aan 450 Surinamers het leven heeft gekost. Waarom hebben deze activisten zich nooit druk gemaakt om die mensen? Hoe komt het dat de Armeense of Koeridische kwestie belangrijker is geworden dat de dekolonisatie van de Nederlandse koloniën?

De nederlaag van Artikel 1 heeft een psychologisch effect van demoralisatie en frustratie. Dat is begrijpelijk. Het zal tijd kosten om hiervan te herstellen. Dat effect is des te groter vanwege mental slavery in de vorm van de weigering om te erkennen dat witte macht werkt via verdeel-en-heers van de gekleurde gemeenschap en de weigering om te erkennen dat Artikel 1 en Sylvana Simons daartoe hebben bijgedragen.

Hoe herstellen we de breuk?

Nu zitten we met de gebakken peren. Voorlopig zal iedereen zijn of haar eigen weg gaan totdat de witte macht ons dwingt om elkaar weer op te zoeken in de strijd. Het is te hopen dat in zowel de zwarte als de moslimgemeenschap er activisten zijn die kunnen uitstijgen boven de emoties van vandaag en kijken naar de lange termijn. In Nederland en in de buitenlandse pers heerst er euforie over het feit dat de PVV niet de grootste partij is geworden. Maar dat is de witte perceptie van de grauwe werkelijkheid dat de grote winnaar in deze verkiezingen rechts is geweest. De PVV is gegroeid. De VVD is geen linkse partij, en ook niet gematigd rechts. Dat heeft ze bewezen door de Turkije crisis die ze kunstmatig geschapen heeft. Ze is bereid om heel ver te gaan als het nodig is. Het Europese Hof van Justitie heeft een uitspraak gedaan met verstrekkende gevolgen: moslimvrouwen kunnen hun baan verliezen als ze een hoofddoek dragen.

We zitten in moeilijke tijden. We hebben niet de luxe om onze frustratie de overhand te laten krijgen en elkaar te bestrijden. Het zal niet gemakkelijk zijn om de negatieve gevoelens te boven te komen, maar voor de toekomst van onze kinderen moeten activisten uit de verschillende gemeenschappen van kleur elkaar opzoeken, hun meningsverschillen bespreken en een basis te vinden om weer samen op te trekken. Dat zijn we verplicht aan onszelf en onze kinderen en kindskinderen.

 

Analyse uitslag verkiezingen Tweede Kamer 2017

Sandew Hira, 16-3-2017

De uitslag

Het is voorbij. De uitslag is binnen voor 366 van de 388 gemeenten. Er zijn 12.980.788 kiesgerechtigden. Bij een opkomst van 77,7% betekent dat 10.086.072 uitgebrachte stemmen. Voor 150 zetels betekent dat een kiesdeler van 67.240. Die kiesdeler zal alleen maar omhoog gaan als alle stemmen zijn geteld.

Hier zijn de uitslagen (bron: www.nu.nl)

Partij % Stemmen 2017 2012
VVD 21,30% 2.148.333 33 41
PVV 13,10% 1.321.275 20 15
CDA 12,40% 1.250.673 19 13
D66 12,10% 1.220.415 19 12
SP 9,10% 917.833 14 15
Groen Links 9,00% 907.747 14 4
PvdA 5,70% 574.906 9 38
Christen Unie 3,40% 342.926 5 5
Partij van de Dieren 3,20% 322.754 5 2
50Plus 3,10% 312.668 4 2
SGP 2,10% 211.808 3 3
DENK 2,10% 211.808 3 0
Forum voor Democratie 1,80% 181.549 2 0
Artikel 1 0,30% 30.258 0 0

DENK heeft 3 zetels. Op basis van de kiesdeler had ze 201.721 stemmen nodig. Ze had 211.808, dus 10.086 meer dan nodig is.

Artikel 1 heeft 30.258 stemmen, dat is 45% van de kiesdeler, dus niet eens de helft van de kiesdeler. Als deze stemmen bij DENK worden opgeteld, dan zou je uitkomen op 242.066 (3,6 zetels), dus afgerond 4 zetels. Als Sylvana Simons bij DENK was gebleven was ze op basis van deze uitslag in de Tweede Kamer gekomen.

Analyse

De opkomst van extreem-rechts

We laten de opkomst van Pim Fortuyn buiten beschouwing en focussen ons op de PVV. De PVV is in 2004 ontstaat toen Geert Wilders uit de VVD stapte naar aanleiding van de discussie over de Turkse toetreding tot de EU en een éénmansfractie vormde. In 2006 nam hij deel aan de verkiezingen onder de naam Partij voor de Vrijheid PVV. Hij haalde 9 zetels in 2006, 24 in 2010, 15 in 2012 en 20 in 2017.

Ze schommelen dus rond de miljoen kiesgerechtigde aanhangers. In tien jaar tijd is hun extreem-rechtse propaganda goed geworteld in de Nederlandse samenleving.

En die invloed doet zich gelden bij de andere partijen. De VVD heeft kans gezien om met de Turkije-crisis die ze gecreëerd heeft de verkiezingen te winnen. En moslims hebben daarvoor de prijs betaald met een toegenomen islamofobie die door alle partijen gesteund werd in deze crisis. Artikel 1 heeft zich stil gehouden tijdens deze crisis.

Mensen denken misschien dat omdat de PVV niet de grootste partij is, het allemaal wel meevalt. Deze cijfers tonen aan dat een klimaat is geschapen door de opkomst van de PVV waar racisme en islamofobie geïnstitutionaliseerd is in de politiek en niet alleen bij de PVV.

Het effect van Sylvana Simons

DENK heeft het heel erg goed gedaan. Aanvankelijk kwam ze niet eens voor in de peiling. Daarna bleef ze in de meeste peilingen op 2 zetels. Haar radikale anti-racistische opstelling in de Tweede Kamer en de durf om de confrontatie aan te gaan met de politieke macht heeft Kuzu en Özturk niet alleen in de Turkse gemeenschap, maar in alle gemeenschappen van kleur respect en waardering opgeleverd. De toetreding van Sylvana Simons heeft de partij een enorme boost gegeven. Als Simons was gebleven, dan was de kans groot dat DENK zelfs meer dan 4 zetels zou hebben gehad, omdat de uitstraling van de eenheid van gemeenschappen van kleur een groot effect zou hebben gehad in alle gemeenschappen van kleur.

De uittreding van Simons heeft DENK minimaal één zetel gekost, maar Artikel 1 geen zetel opgeleverd. Dat is het trieste resultaat van een politieke van verdeeldheid van gekleurde mensen. Als Artikel 1 in de Tweede Kamer was gekomen, dan hadden we ten minste nog het gevoel dat de zwarte en moslimsgemeenschap alsnog samen zouden optreden tegen racisme en islamofobie.

Wie is verantwoordelijk voor deze enorme fout? De direct verantwoordelijkheid ligt uiteraard bij Sylvana Simons. Maar ooit zal duidelijk worden wie achter de coulissen bezig zijn geweest om de eenheid van de gemeenschappen van kleur te verbreken.

Strategische vraagstukken

De verkiezingsuitslag heeft ook een aantal zeepbellen opgeblazen. Activisten in de gemeenschappen van kleur zouden zich hierover diep moeten bezinnen.

De eerste zeepbel betreft de theoretische basis van Artikel 1. De strategie van DENK is gebaseerd op de empowerment van de gemeenschappen van kleur met als doel ze te verenigen tot één gebundelde kracht tegen racisme. Er moet een focus zijn en dat is institutioneel racisme en islamofobie. Artikel 1 is gebaseerd op de theorie van intersectionaliteit, die geen focus legt op institutioneel racisme maar alles met elkaar wil verbinden, met name de verbinding met witte mensen. Die theorie heeft tot deze nederlaag geleid, omdat het gebrek aan focus demobiliserend heeft gewerkt in de gemeenschappen van kleur. Artikel 1 moest het vooral hebben van de Afro-gemeenschap. De witte vrouwen en witte LGTB-gemeenschap heeft haar flink in te steek gelaten. Anja Meulenbelt, die werd opgevoerd als een powervrouw die de witte gemeenschap achter Artikel 1 zou krijgen, bleek weinig te kunnen uitrichten. Gloria Wekker, die ook opgevoerd werd als aan stemmenkanon die de LGTB-gemeenschap zou trekken, heeft weinig impact gehad.

De tweede zeepbel betreft de rol van de Afro gemeenschap als avant garde in de strijd tegen institutioneel racisme. In de strijd tegen Zwarte Piet heeft de Afro-gemeenschap een belangrijke rol gespeeld als voorhoede in de strijd tegen racisme met de inspiratie van het radikalisme van Malcolm X. In die strijd zijn verbindingen gelegd met de moslimgemeenschap en heeft DENK in de Tweede Kamer de stem van de Afro-gemeenschap vertolkt door haar eisen rond slavernijverleden en Zwarte Piet in het centrum van de macht te brengen. Sylvana Simons werd het politieke symbool van deze beweging. Haar toetreding tot DENK was een uitdrukking van die voorhoederol van de Afro-gemeenschap in de strijd tegen institutioneel racisme.

Die voorhoederol zou nog stand kunnen houden als Artikel 1 in de Tweede Kamer was gekomen. Maar de mislukking van deze strategie zou activisten uit de Afro-gemeenschap moeten laten bezinnen op de vraag wat hun rol en betekenis zal zijn in de strijd tegen institutioneel racisme in de toekomst. Zullen ze opnieuw de verbinding zoeken met andere gemeenschappen van kleur of zullen ze blijven steken in het zoeken van verbindingen met witte vrouwen en de witte LGTB-gemeenschap? De toekomst zal het leren.

 

Waarom ik op DENK ga stemmen

Overmorgen zijn er verkiezingen in Nederland. Dan moet iedereen kleur bekennen. De regering van PvdA en VVD hebben samen 79 van de 150 zetels. Bij de huidige prognose vallen ze terug naar 33 zetels. De PVV van Geert Wilders groeit van 15% naar 22%. De opkomst van extreem rechts heeft een directe invloed op het regeringsbeleid, zo bleek afgelopen week in de crisis met Turkije.

Turkije heeft een democratisch gekozen regering onder leiding van Recep Tayyip Erdogan. Op 15 juli 2016 werd door pro-Westerse krachten in het leger een militaire coup gepleegd, maar die mislukte. Daarbij kwamen 300 mensen om het leven en raakten 2.100 gewond. Vliegtuigen vlogen boven de hoofdstad en bombardeerden het parlementsgebouw en het presidentieel paleis. De coup mislukte mede doordat het Turkse volk massaal op straat kwam om de coupplegers te confronteren.

Iedere democraat zou een militaire coup die een democratisch gekozen regering omverwerpt, veroordelen. Niet in Nederland. Geert Wilders riep in het Nederlandse parlement openlijk op tot steun voor de coupplegers omdat ze pro-Westen zijn. En andere partijen steunden zijn houding op een passieve manier. DENK was de enige partij in de Tweede Kamer die zich consequent uitsprak tegen de coup.

Turkije heeft een bevolking van 80 miljoen. Daar zijn veel mensen opgepakt die verdacht worden van medewerking aan de coup en die voor de rechter worden gebracht. In Nederland wordt dat gepresenteerd als iets dat helemaal niet kan en mag. Maar stel dat niet pro-westerse krachten, maar pro-islamitische krachten in Nederland in het leger, ambtenarij, rechtelijke macht etc een coup zouden plegen en het gebouw van de Tweede Kamer en het paleis van de koning zouden hebben gebombardeerd. Hoe zou men hier reageren? Er zouden concentratiekampen worden ingericht waar moslims zonder vorm van protest zouden worden opgesloten op grond van hun geloof. Denk je dat dit een sprookje is? In Amerika werden na de aanval op Pearl Harbour in 1941 120.000 Amerikanen met een Japanse achtergrond zonder vorm van proces in interneringskampen gedurende de rest van de oorlog opgesloten. Gewoon vanwege hun etnische achtergrond.

De opkomst van extreem-rechts heeft geleid tot een verdere worteling van racisme en islamofobie in alle poriën van de Nederlandse samenleving. Dat bleek opnieuw afgelopen week in de crisis die Nederland met Turkije forceerde vanwege de verkiezingen.

Een Turkse minister wilde spreken op een bijeenkomst voor Turken in Nederland. Stel dat dat gebeurd was. Wat zou het effect zijn geweest? Niets. Na zijn toespraak zou hij teruggaan zijn naar Turkije. De Nederlandse media zouden er geen aandacht geschonken. Het is vaker gebeurd in Nederland.

Maar er zijn verkiezingen en Wilders heeft de islamofobie-kaart getrokken in deze kwestie en is voor de Turkse ambassade gaan demonstreren. Daar leverde hij kritiek op Rutte. Hij zei: “Hij gaat studeren en uitzoeken wat er moet. Ondertussen is er geen enkel signaal dat ze niet welkom zijn.” Kort daarop werd hij op zijn wenken bediend en creëerde Rutte een crisis door de ongehoorde maatregel om de landingsrechten te weigeren aan de ene minister en de andere minister die met de auto op weg was naar het Turkse consulaat in Rotterdam het land uit te wijzen.

Deze kwestie levert een belangrijke les voor ons allen: de groei van de PVV zal andere partijen onder druk zetten om nog racistischer te worden, van Groen Links tot en met de VVD. De gemeenschappen van kleur gaan het de komende jaren merken: minder kansen op de arbeidsmarkt, maar racistische en islamofobische uitingen in het dagelijks leven, meer geweld tegen activisten van kleur.

De politieke partij DENK is een antwoord op deze ontwikkeling. Voor het eerst was er een anti-racistisch geluid in de Tweede Kamer dat onbevreesd keiharde kritiek leverde op de traditionele partijen en radikale maatregelen voorstelde in de strijd tegen racisme, zoals quota-regelingen op de arbeidsmarkt. Ik was direct van hen gecharmeerd en heb vanaf het begin publiekelijk mijn steun uitgesproken voor DENK.

Toen Sylvana Simons op 18 mei 2016 toetrad tot DENK was dat een krachtig signaal in de eenheid van moslim activisten en activisten uit de zwarte gemeenschap. Het was het meest radicale antwoord op de PVV. Daarom werd Simons ook zo hard aangevallen. Ze had iets tot stand gebracht dat gevreesd werd door rechtse krachten en zeker niet alleen de PVV: de eenheid van de gekleurde gemeenschappen. Ik was enorm enthousiast over deze stap en heb dat kenbaar gemaakt.

Haar uittreding uit DENK op 24 december 2016 was dan ook een gevoelige klap voor de eenheid in de beweging tegen racisme en islamofobie. Ik vond dat heel erg, te meer toen ik zag dat een witte man, ene Bram Verhappen, één van de drijvende krachten achter de oprichting van haar partij, Artikel 1, was. Zijn inbreng was om de focus te verschuiven van racisme naar homofobie. Hij is zelf homo. Nou steun ik de LGTB-gemeenschap in haar emancipatie, maar die steun betekent niet dat dat moet leiden tot een verschuiving van de focus uit naam van het verbinden van de strijd van verschillende gemeenschappen. De PVV is voor homo-emancipatie. Ons grootste probleem nu is niet homofobie, maar racisme en islamofobie. Ons grootste probleem is de opkomst van extreem-rechts. Daarom zou de focus moeten zijn om te werken aan een eenheid van de gekleurde gemeenschappen en niet op nog een partij die zich richt op alle Nederlanders, zoals Artikel 1 zich presenteert. Ik ben voor een partij die zich richt op mensen van kleur. Koeien, varken en ezels hebben een eigen partij, de Dierenpartij. Waarom is een partij voor mensen van kleur polariserend? Zijn de PvdA, VVD en PVV niet polariserend? Ik vond het jammer dat Simons het argument van polarisatie heeft gebruikt om DENK te verlaten.

Toch moeten we erkennen dat Artikel 1 met name onder de Afro-Surinaamse gemeenschap voor een geweldige positieve dynamiek heeft gezorgd. Het heeft een gevoel van trots gebracht op een zwarte vrouw die durfde om buiten de traditionele politieke partijen een stem te laten horen voor emancipatie. Dat erken, respecteer en waardeer ik.

Maar het is in de eenheid van gekleurde mensen – van moslims en zwarten – die elke dag vernederd en onderdrukt worden, dat we een kracht zullen moeten smeden om het kanker van racisme en islamofobie te bestrijden. Ik zie in DENK een belangrijke kracht in Nederland die deze gedachte uitdraagt. Daarom roep ik op om op DENK te stemmen. Mijn voorkeurstem breng ik uit op een zwarte vrouw op nummer vier van de lijst van DENK: Gladys Albitrouw.

Het toneelscript van De Nieuwe Maan

Vanmiddag heb ik gekeken naar het NTR programma De Nieuwe Maan. Hun website omschrijft het programma als “een wekelijkse actuele talkshow met een scherp oog voor ontwikkelingen rondom de moslimgemeenschap, gepresenteerd door Nadia Moussaid.”

Dit is NTR codetaal voor: “We hebben house moslims in onze programma’s die zeggen wat witte Nederlanders graag willen horen”.

En, ja hoor. Tunahan Kuzu was aan tafel, dus was het script geschreven met alle plichtsmatige rollen voor zijn tegenstanders. Presentatrice Moussaid moet DENK linken aan zogenaamde haat-imams. Die komen prominent in beeld omdat ze hebben opgeroepen om op DENK te stemmen. Ik heb haar nooit de term haat-politici horen gebruiken als ze over Wilders, Rutte en de hele rataplan in de Tweede Kamer praat. Als ze het alleen zou denken, zou we ontslagen worden. Om DENK te criminaliseren gaat ze dus steeds maar door op de haat-imams en de link met DENK. Haar NTR-bazen mogen tevreden zijn met haar “scherp oog”.

Dan heb je filosoof Tarik Yousif die de rol speelt van de goede moslim, die liever atheist is en vooral moet schoppen tegen DENK. In het NTR script is hij degene die DENK moet aanvallen. Dat doet hij met verve: geen leiderschap, ben afgehaakt op jullie etc. Als Kuzu antwoordt, dan onderbreekt hij hem om zijn spreektijd te beperken. Ook over hem zal de witte scenario-schrijver tevreden. Hij mag weer de volgende keer.

En dan heb je professor Jan Willem Duyvendak. Hij heeft de waarheid in pacht, want hij is wit en wetenschapper. Als gevraagd wordt naar zijn standpunt over DENK, dan zegt hij eerst: ik ben wetenschapper en dus objectief en vervolgens laat hij zijn masker vallen en zegt: Jullie horen niet te bestaan. Mensen van kleur horen geen stem te hebben in de politiek in de vorm van een eigen politieke partijen. Ezels, koeien, varkens en kakkerlakken mogen dat wel, in de vorm van de Dierenpartij. Maar mensen van kleur zijn minder dan dieren. Zij mogen niet die eigen stem hebben. Ze moeten in witte politieke partijen zitten.

Tja, en zo is weer het script van een nieuwe aflevering van het toneelstuk De Nieuwe Maan geschreven. Gelukkig hebben onze broeders en zusters van De Nieuwe Maan  in ieder geval nog een baan in een wekelijks klucht. Dat gunnen we ze in deze tijd van werkeloosheid.

Prof. C.K. Raju geeft twee lezingen in Nederland

Prof. C.K. Raju is een vooraanstaande dekoloniale denker op het gebied van de natuurwetenschappen en de geschiedenis van de wetenschap. Raju is op uitnodiging van het Sarnámihuis en IISR in Nederland.

Woensdag 22 maart Den Haag 19.30 uur

India is een nieuwe grootmacht in ontwikkeling. De verbindingen tussen Nederland en India vinden plaats op economisch en cultureel gebied. De Surinaams-Hindostaanse gemeenschap is daar amper bij betrokken. Het zijn vooral de Indiërs.

Het Sarnámihuis en Stichting Hum Log hebben  Prof. C.K. Raju uitgenodigd om een lezing te houden over de bijdrage van de Indiase beschaving aan wetenschap, filosofie en cultuur. Raju is een wiskundige, filosoof en natuurwetenschapper. Hij is verbonden aan het Centre for Studies in Civilizations in New Delhi.

Adres:  Ferrandweg 4T, 2523 XT Den Haag

Tijd: 19.30-21.30 (inloop 19.00)

Entree: gratis

Aanmelding: https://www.sarnamihuis.nl/aanmelding-lezing-prof-c-k-raju-22-maart-2017/

Donderdag 23 maart Amsterdam 19.30 uur

Decolonizing Science & mathemathics

Why do we learn that science is primarily a Western thing?
What is of the origin of the natural sciences and mathematics as we know it today?
What are the historical contributions of for instance the Indians and Egyptians?
What is the value of a better understanding of the history of science? Is it useful to know who contributed what?

in his presentation prof. Raju will address these questions and speak both about science generally and mathematics in particular (keeping in mind there are non-mathematicians in the audience).

C.K.Raju is an Indian mathematician who is in the forefront of the struggle to decolonize mathematics. He was a key contributor to the first Indian supercomputer, PARAM (1988–91). Raju (https://en.wikipedia.org/wiki/C._K._Raju en http://ckraju.net/) has lectured at major universities across the world.

Join us for an insightful lecture and a lively discussion!

Entrance is free.
No registration required. The event is open to everyone who is interested.

This event is orgenized by and a collaboration between:
Critical Collective
New Urban Collective
University of Colour

Venue: Roeters Eiland campus UvA,
Lecture hall: REC C0.01,
Address: Roeterseiland
Date: Thursday, 23 March
Time: 19.30-21.30 (Doors open at 19.00).

Aanmelding: https://www.facebook.com/events/185331018625295/

 

prof. Stephen Small on tour

Prof. Stephen Small is co-editor of the book series Decolonizing The Mind. Here is a list of his activities as series-editor in the coming period.hatem talk

March: Berkeley, California

On Thursday, March 9, 2017, Professor Hatem Bazian will present a discussion of his very recently published book – “Palestine…. It is something colonial, published by Amrit publishers in December 2016. The presentation and book launch is being organized by Eastwind Books, of Berkeley, the Center for Race and Gender, at UC, Berkeley, and the Ethnic Studies library at UC, Berkeley.  Professor Stephen Small, co-editor of the DTM books series, with Sandew Hira and Arzu Merali, will give the introduction to Professor Bazian’s talk at the event.

March/April: Rio de Janeiro and São Luís/Alcântara, Maranhão, Brazil,

Professor Stephen Small will be in Brazil at the end of March, to give a series of lectures and to promote the book series ‘Decolonizing the Mind’.  He will give five lectures at the ‘Factory of Ideas’, a project founded by Professor Livio Sansone from the Federal University of Bahia in Salvador da Bahia, Brazil. The ‘Factory of Ideas’ is an advanced course, over two weeks, in the study of race and ethnic relations for graduate students and professors from across Brazil and the Global south. Professor Sansone founded the course more than 20 years ago to promote the study of these issues. Since that time more than several hundred students from across Brazil and the Global South, as well as the west, have attended. This year’s theme is ‘Heritage, Inequality and the Politics of Culture’. Professor Small will lecture on contested legacies of slavery in Europe, with an emphasis on England, the Netherlands and Spain. He will also give a public lecture on ‘Reggae: Jamaica’s Gift of Black Consciousness to the World’. The program will take place in the historic city of São Luís/Alcântara, Maranhão, Brazil, which is nicknamed ‘the Reggae capital of Brazil.

Stephen Small will give a lecture on ‘Theorizing Black Europe, at the Federal University of Rio De Janeiro, on Thursday March, 23. The lecture be based on the analysis and data collected for his forthcoming book ‘20 Questions and Answers on Black Europe’ to be published by Amrit publishers this summer, 2017.

University of California, Consortium of Black Studies Award for preliminary research on Denmark and colonialism

Professor Small has been awarded funds to carry out several week’s preliminary research this summer, on legacies of colonialism and imperialism in Denmark. The state of Denmark (like Sweden and Norway) currently represents itself as free of involvement in colonialism and imperialism, and innocent of its violence, exploitation or legacies. But in fact, Denmark developed slavery-based plantations in several Caribbean islands for several hundred years, built fortresses on the West Coast of Africa to facilitate the kidnap and transportation of Africans into slavery, and established a colony in India.  Denmark was complicit in colonialism and imperialism as part of an international network of nations, companies and churches, that stretched across the whole of Europe, and linked Europe to Africa, the Americas and Asia.  This includes political involvement (national sovereignty, international diplomacy and the military); economic involvement (massive shipping tolls, international trade, finance and banking, along with extensive consumption of goods from imperial nations); and ideological collaborations (embrace of notions of Western superiority – racially, religiously, technologically, scientifically and with regard to ideologies of gender and the treatment of women). In addition, politicians, military personnel, Lutheran missionaries and wealthy individuals brought back from Africa and the Americas, artifacts, paintings and other material objects that are now on show in Danish museums.

This preliminary research involves visits to 15 or more museums and to a range of public and private archives to gather information and insights into the dominant narratives; and to identify data and evidence on Denmark’s past involvement. This will serve as a building block to a broader analysis of nations across Scandinavia.

This year is particularly interesting because it is the 100th anniversary of the sale by Denmark of its Caribbean possession, to the United States. So, various groups of Black and non-Black people in Denmark are pushing the state for a more rigorous public discussion of Denmark’s colonial history.

 

Analyse strategie verkiezingen van 2017

Inleiding

Sandew Hira
23-2-2017

De verkiezingen van 2017 zijn van groot belang voor de toekomst van Nederland. De PVV staat op grote winst, van 15 zetels nu naar een verdubbeling in maart volgens de peilingen. De andere grote winnaar is Groen Links, die van 4 naar 18 zetels gaat. DENK verschijnt in de peilingen met 2-3 zetels. De grote verliezers zijn VVD (van 41 naar 25) en de PvdA (van 38 naar 11). Er zijn nog vier weken te gaan en er kan nog veel veranderen. Maar als dit de trend blijft – namelijk een forse winst voor de PVV – dan moeten we nu al nadenken over wat het betekent voor de gemeenschappen van kleur en welk antwoord wij willen formuleren op de groei van extreem-rechts.

De betekenis van een overwinning van de PVV

Een mogelijke overwinning van de PVV zal grote gevolgen hebben voor de gemeenschappen van kleur in Nederland. Het zal internationaal gezien worden als de voortzetting van een trend die gezet is door Donald Trump en in Europa navolging vindt bij Wilders in Nederland en Marine Le Pen in Frankrijk.

Het Franse verkiezingssysteem bestaat uit een eerste ronde op 23 april waarin verschillende presidentskandidaten meedoen en een tweede ronde op 7 mei waarin de twee winnaars uit de eerste ronde meedoen. In een peiling van 17 februari 2017 stond Le Pen op de eerste plaats met 26% van de stemmen voor de eerste ronde.

Winst van de PVV zal een enorme boost zijn voor Le Pen zoals de winst van Trump een boost was voor de PVV. En daarmee zal de internationale coalitie van extreem-rechts zich nog meer gesterkt voelen.

Winst van de PVV heeft directe gevolgen op straat voor mensen van kleur, en in eerste instantie voor moslims. De ratten zullen uit hun holen komen. Moslimmeisjes zullen meer dan voorheen aangevallen worden op straat als ze een hoofddoek dragen. Moskeeën zullen nog meer dan voorheen beklad worden met racistische uitingen of in brand worden gestoken. In sollicitatiecommissies zullen PVV aanhangers zich meer dan voorheen gesterkt voelen om mensen van kleur af te wijzen op grond van hun uiterlijk.

Hoewel de PVV haar focus legt bij islamofobie is ze ook racistisch naar de zwarte gemeenschap toe. In de strijd tegen Zwarte Piet is een uitgesproken voorstander van Zwarte Piet en ziet niets in excuses voor het slavernijverleden of herstelbetalingen, zoals trouwens ook gevestigde partijen als de VVD en PvdA.

Bij PVV gaat het dus niet alleen om islamofobie, maar ook om anti-zwart racisme. De winst van de PVV is een aanval op alle gemeenschappen van kleur.

Ons antwoord

Wat zou het antwoord vanuit de gemeenschappen van kleur moeten zijn op deze ontwikkeling? We moeten de verkiezingen gebruiken om de discussie te voeren over de lange termijnstrategie in de strijd tegen racisme en islamofobie en daarnaar te handelen.

Mijns inziens gaat het om vijf trajecten.

  1. Het empoweren, het versterken, van de gemeenschappen van kleur.
  2. Het verbinden van de gemeenschappen van kleur.
  3. Het ontwikkelen van solidariteit met delen van de witte gemeenschap.
  4. Het ontwikkelen van internationale netwerken tegen extreem rechts.
  5. Het ontwikkelen van een focus op racisme en islamofobie.

1. Het versterken van de gemeenschappen van kleur

Het versterken van een gemeenschap van kleur heeft twee dimensies: een geestelijke en een organisatorische. De geestelijke dimensie heeft betrekking op het vergroten van de trots op de eigen identiteit, het zelfvertrouwen, zelfbewustzijn en assertiviteitsvermogen. Dat gebeurt met kunst, cultuur, en educatie. De organisatorische dimensie heeft betrekking op netwerken en organisatiestructuren die opgezet om op te komen voor de eigen identiteit en belangen. Politieke partijen zijn één van die structuren. Ezels, koeien, varkens en kakkerlakken hebben hun eigen partij, de Dierenpartij. Maar tot nu toe moesten gemeenschappen van kleur een eigen politieke partij op landelijk niveau ontberen. Dat is veranderd met de opkomst van DENK en in mindere mate van Artikel 1. DENK profileert zich nadrukkelijk als de stem van gekleurd Nederland, misschien te vergelijken met de slogan Black Lives Matter. Hoewel Artikel 1 voortkomt uit een behoefte in de Afro-gemeenschap aan een eigen politiek geluid, is de profilering meer in de zin van “All Lives Matter”, iedereen is gelijk.

Onze strategie moet zijn het versterken en steunen van eigen politieke partijen die zich nadrukkelijk en zonder enige terughoudendheid presenteren als een stem van de gemeenschappen van kleur.

2. Het verbinden van de gemeenschappen van kleur

De verbinding tussen gemeenschappen van kleur gebeurt op twee niveau’s:

  • Het verbinden van program van eisen van organisaties uit de verschillende gemeenschappen.
  • Het verbinden van netwerken en organisaties met elkaar.

Het verbinden van program van eisen is duidelijk bij politieke partijen. DENK komt voort uit de moslimgemeenschap. Zij heeft in haar partijprogramma actiepunten opgenomen die van belang zijn voor de zwarte gemeenschap. DENK heeft een heel paragraaf gewijd aan anti-racisme en de verbinding met islamofobie gelegd als een strategische zet tegen de PVV. Artikel 1 heeft geen aparte paragraaf of islamofobie en de eisen van de moslimgemeenschap. Dat is jammer. Maar programmatische verbindingen kunnen ook gelegd worden door andere organisaties dan politieke partijen.

De toetreding van Sylvana Simons tot DENK op 18 mei 2016 was een krachtig signaal in de eenheid van moslim activisten en activisten uit de zwarte gemeenschap. Het was het meest radicale antwoord op de PVV. Daarom werd Simons ook zo hard aangevallen. Ze had iets tot stand gebracht dat gevreesd werd door rechtse krachten en zeker niet alleen de PVV: de eenheid van de gekleurde gemeenschappen.

Haar uittreding uit DENK op 24 december 2016 was dan ook een gevoelige klap voor de eenheid in de beweging tegen racisme en islamofobie. Hopelijk zal dit niet leiden tot een verwijdering van zwarte en moslimactivisten en zullen op enig moment weer organisatorische verbindingen worden gelegd.

3. Het ontwikkelen van solidariteit met delen van de witte gemeenschap

De gemeenschappen van kleur vormen een minderheid in de Nederlandse samenleving. Ook al heb je goed georganiseerde gemeenschappen van kleur, die kunnen niet succesvol zijn zonder delen van de witte gemeenschap mee te krijgen in een beweging tegen racisme en islamofobie. Die solidariteit zal gemakkelijker te organiseren zijn, naarmate de gemeenschappen van kleur sterk en assertief zijn. Een zwakke gemeenschap zal witte mensen aantrekken die de beweging tegen racisme en islamofobie gaan domineren en de agenda gaan bepalen. Zij gaan de focus verschuiven van racisme en islamofobie naar anti-semitisch, feminisme en LGTB met het gevolg dat de beweging tegen racisme en islamfobie verwatert en verzwakt achterblijft.

4. Het ontwikkelen van internationale netwerken tegen extreem rechts

In Nederland zijn de gemeenschappen van kleur een minderheid. Op aarde zijn witte mensen de minderheid. De kracht van de gemeenschappen van kleur in Nederland zal sterker worden naarmate we meer internationale netwerken ontwikkelen die de strijd tegen racisme en islamofobie in Nederland ondersteunen en versterken en die strijd zien als deel van een internationale strijd.

5. Het ontwikkelen van een focus op racisme en islamofobie

Alles hangt met elkaar samen, maar niet alles is even belangrijk. In iedere strijd moeten er prioriteiten gesteld worden. In de gemeenschappen van kleur zijn er twee strategische stromingen m.b.t. prioriteitstelling.

Een stroming – waartoe ik behoor en die ik dekoloniaal noem – stelt dat de focus moet liggen op racisme en islamofobie.

Een andere stroming – die ik noem de stroming van intersectionalisten – wil alles op één hoop gooien onder de noemer inclusiviteit: racisme, islamofobie, vrouwenonderdrukking en LGTB.

Inclusiviteit kan twee betekenissen hebben. De eerste betekenis is dat groepen die uitgesloten zijn van een volwaardige participatie in de samenleving meegenomen worden in de ontwikkeling van de samenleving. In die betekenis is inclusiviteit hetzelfde als anti-racisme en dus is het een goede zaak.

Inclusiviteit kan ook de betekenis hebben van alles bij elkaar gooien en alles met elkaar in verband brengen. In die betekenis is het hetzelfde als intersectionalisme. Het gevolg is tweeledig.

Ten eerste, er vindt een focusverschuiving plaats. Racisme en islamofobie staan niet meer centraal.

Ten tweede, er vind deradikalisatie plaats in de strijd tegen racisme en islamofobie en voor dekolonisatie.

Ik vind dat er prioriteiten gesteld moeten worden, zeker in het licht van de uitdagingen die voor ons liggen. De grootste uitdaging is de strijd tegen de opkomst van extreem rechts (PVV). Het gevaar is racisme en islamofobie. Dat moet de focus zijn van de gemeenschappen van kleur. De opkomst van de PVV is geen aanval op de LGTB-gemeenschap of op vrouwen. De winst van de PVV zal geen gevolgen hebben voor de LGTB-gemeenschap, integendeel.

In het verkiezingsprogramma van 2012 schreef de PVV: “We verdedigen onze homoseksuelen tegen de oprukkende islam.” De multiculturele samenleving is een aanval op vrouwen en homo-rechten, aldus de PVV in haar verkiezingsprogramma: “De massa-immigratie is intens schadelijk voor Nederland. Buiten de problemen met de islam die we nu geïmporteerd hebben, zien we een oververtegenwoordiging van niet-westerse allochtonen op het gebied van uitkeringsafhankelijkheid, antisemitisme, homohaat, vrouwendiscriminatie, criminaliteit, overlast, schooluitval en eerwraak.” Haar verkiezingenprogramma van 2017 bestaat uit één pagina en heeft het bovenstaande niet ingetrokken.

In Frankrijk presenteert Marine Le Pen zich als een feminist. In een speech in 2016 is zij de feminist die zich beroept op bekende Franse feministen als Simone de Beauvoir en Élisabeth Badinter en beargumenteert islamofobie en vreemdelingenhaat vanuit het feminisme.

Er is nog een reden om de focus op racisme en islamofobie te behouden en niet over te gaan op de benadering op alles op één hoop te gooien. Het houdt de beweging radikaal en sterk. De intresectionele benadering deradikaliseert en verzwakt de beweging. Dat hebben we gezien in de strijd voor de dekolonisatie van de Universiteit van Amsterdam. Die strijd begon als een radikale strijd om het curriculum te dekoloniseren en is vooralsnog geëindigd in een strijd voor diversiteit. Ik heb dat verhaal uitgewerkt in een kritiek op het rapport dat de Commissie Diversiteit o.l.v. Gloria Wekker heeft uitgebracht.

In het geval van Artikel 1, de partij van Sylvana Simons, komt de de-radikalisering ook tot uitdrukking in hun partijprogramma. Radikale eisen van zwarte activisten zie je terug bij DENK en ontbreken in het partijprogramma van Artikel 1.

DENK heeft de eis van herstelbetalingen opgenomen in haar partijprogramma. Artikel 1 beperkt zich tot de eis dat overheid officiële excuses maak voor het slavernijverleden.

DENK pleit onomwonden vóór het afschaffen van de racistische elementen in de karikatuur van ‘Zwarte’ Piet, overal, zowel in de publieke ruimte als in de private sfeer. Artikel 1 beperkt zich tot afschaffing van Zwarte Piet in de publieke ruimte en de openbare media.

DENK pleit vóór het dekoloniseren van onze straatnamen, bruggen, tunnels en musea, door kolonisatoren niet meer te vereren. Dat is een directe confrontatie met de macht. Artikel 1 zwijgt hierover.

DENK heeft een heel paragraaf gewijd aan anti-racisme en de verbinding met islamofobie. Artikel 1 zwijgt over islamofobie en legt de verbinding met feminisme en LGTB, waar de PVV geen problemen mee heeft.

Hoe verder?

Betekent het bovenstaande dat ik ervoor pleit om vrouwenstrijd en LGTB-strijd van de agenda te halen? Nee natuurlijk niet. Sterker nog, ik pleit ervoor om een dekoloniale analyse te maken van vrouwenstrijd en LGTB-strijd. En dat houdt in:

  • Een kritiek op de Eurocentrische benaderingen van vrouwenonderdrukking en LGTB-onderdrukking. Er zijn buiten de Eurocentrische benadering tal van andere analyses hierover die belangrijk zijn om kennis van te nemen.
  • De bevordering van een discussie over andere niet-Eurocentrische strategieën in vrouwenstrijd en LGTB-strijd.
  • De erkenning dat extreem-rechts feminisme en LGTB gebruikt als instrument om racisme en islamofobie te stimuleren. Die erkenning is volstrekt afwezig in de witte vrouwenbeweging en de witte LGTB-beweging.

De focus leggen op racisme en islamofobie betekent niet dat er geen ruimte is om andere zaken te bespreken. Het programma van DENK is daarvan een goed voorbeeld. Vrouwenrechten en LGTB komen daar ook aan bod, maar de focus ligt op racisme en islamofobie.

De dekoloniale benadering zal ertoe leiden dat sommige intersectionalisten mij voor sexist en homofoob zullen uitmaken. Dat moet dan maar. Uiteindelijk gaat het om de vraag wat de strategie is voor de gemeenschappen van kleur en niet om hoe mensen mij willen framen.

De verkiezingen moeten ons tot nadenken stemmen. Ik hoop dat de activisten van uit de moslim en zwarte gemeenschap de discussie zullen aangaan over de strategische vraagstukken die deze verkiezingen met zich meebrengen en hun inbreng zullen leveren. Het is deel van het proces om de gemeenschappen van kleur met elkaar te verbinden in een situatie waarin er strategische meningsverschillen zijn. Discussie en debat is de enige manier om hieruit te komen en verder te gaan.