Santokhi en Anton de Kom

Het conservatisme van de cancel-culture

Sandew Hira

2-9-2021

Inleiding

President Chan Santhoki van Suriname zal van 8 tot en met 11 september 2021 een werkbezoek brengen aan Nederland. Op vrijdag 10 september om 19.30 uur zal hij de Anton de Kom-lezing houden in het Tropenmuseum in Amsterdam. De jaarlijkse Anton de Kom lezing is een initiatief van het Verzetsmuseum in Amsterdam en Dagblad Trouw.

Een groep Surinamers heeft actie opgezet om te verhinderen dat Santokhi de lezing houdt. Ze hebben een petitie opgezet die betoogt dat Anton de Kom zich in zowel Nederland als Suriname heeft verzet tegen uitbuiting, uitsluiting, racisme en corruptie. Daar de president van Suriname bekend staat om het tegendeel en is hij daarom niet de aangewezen man om een lezing te houden over De Kom. De groep betoogt onder meer dat Santhoki door het etnisch georiënteerde overheidsbeleid in Suriname de vrede tussen de etnische groepen in gevaar brengt. De petitie was op 3 september door 736 mensen ondertekend, waarvan een groot deel anoniem.

Ik ben door verschillende mensen gevraagd om die acte te ondersteunen, maar dat heb ik geweigerd. Ik zal uitleggen waarom ik deze actie niet progressief vind, maar juist schadelijk voor de progressieve beweging. Ik geloof niet in de stelling dat als je tegen rechtse krachten bent, je automatisch progressief bent.

Anton de Kom als een nationale historische figuur

Lange tijd werd Anton de Kom afgeschilderd als een gefrustreerde zwarte man die een boek schreef over de geschiedenis van Suriname dat ver onder de maat was. De toon werd gezet door de koloniale historicus R.A.J. van Lier die over het boek van Adek Wij Slaven van Suriname schreef dat het “voornamelijk waarde heeft als document om de geestesgesteldheid van de Surinamer uit de lagere middenklasse te leren kennen [SH, hij bedoelt de zwarte Afro-Surinamers]. In zijn woorden is de herinnering aan het leed dat de voorouders van de slaven ondergingen merkbaar. Maar deze herinnering werd een deel van een pathetische gegriefdheid en rancune die het juiste inzicht in het verleden belemmeren.”

Anders gezegd, De Kom is niet wetenschappelijk, maar emotioneel. Dat beeld is nu sterk veranderd. Van Lier is intussen in diskrediet geraakt. Anton de Kom is een nationale held geworden. De Universiteit van Suriname is naar hem genoemd. Zijn afbeelding staat op Surinaamse bankbiljetten. Zijn visie op de Surinaamse geschiedenis is gemeengoed geworden in de Surinaamse geschiedschrijving.

Dit is het resultaat van jarenlange strijd van de progressieve beweging in Suriname. Het doel van die strijd is de erkenning van de bijdrage van Anton de Kom aan de strijd tegen het kolonialisme. Die erkenning moet een brede nationale erkenning zijn, niet een erkenning van uitsluitend progressieve mensen. Als dat het doel zou zijn geweest, dan is het een erg smal doel dat niet de moeite waar is om te ondersteunen. De strijd is al die jaren geweest om Anton de Kom door alle Suriname van alle politieke kleuren erkend te laten worden als een nationale figuur.

Nu is er een groep mensen die de klok wil terugdraaien. De Kom mag niet geprezen worden door alle Surinamers. Rechtse Surinamers mogen De Kom niet prijzen en als ze dat wel doen, gaan we hun vrijheid van meningsuiting inperken. Dit is te gek voor woorden en brengt ons jaren terug in de strijd om Anton de Kom te erkennen als een nationale figuur. Hoe kun je zeggen: je mag Anton de Kom niet prijzen, als je rechts bent? Wat is dat voor een onzinnige politiek stellingname. Blinde partijpolitiek en etnische sentimenten worden opgeroepen om iets dat zo klaar is als een klontje te vertroebelen met kwasi progressieve argumenten.

Etniciteit en de Surinaamse politiek

Een drijvende politieke kracht achter het eerherstel van Anton de Kom was Desi Bouterse, de leider van de NDP. Hij heeft ervoor gezorgd dat de universiteit naar De Kom werd genoemd in 1983 en zijn beeltenis op Surinaamse bankbiljetten kwam. De NDP heeft zich in de loop der jaren ontpopt als een leidende kracht in het dekolonisatieproces van Suriname. Zes jaar geleden bereikte haar populariteit een hoogtepunt, toen ze de verkiezingen in 2015 won met een absolute meerderheid: 26 van de 51 zetels. En toen ging het fout. Arrogantie en corruptie verzwakten de NDP. In 2020 ging ze terug van 26 naar 16, een verlies van 40%. Een belangrijk gebrek van de NDP is het gebrek aan een ideologisch kader. De NDP zegt wel voor dekolonisatie te zijn, maar een ideologische onderbouwing van wat dat is en wat dat betekent op het gebied van kadervorming en scholing is er niet. Veel is gebaseerd op de persoonlijke loyaliteit rond de persoon van Bouterse. Het gevolg is dat als de partij in een crisis geraakt – en dat is na de verkiezingsnederlaag het geval – er geen ideologische vangnet is van waaruit je de crisis kunt analyseren en begrijpen en oplossingen kunt bedenken hoe je eruit kunt komen. In dat geval komen oude reflexen terug en je ziet dat nu in de NDP de oude NPS ideologie van etnische strijd in Suriname de kop opduikt. Sommige Afro-Surinaamse NDP’ers presenteren de strijd in Suriname als een strijd van Hindostanen tegen Afro-Surinamers en niet als een strijd waarbij niet etnische competitie maar etnische solidariteit de basis moet vormen voor een strijd voor dekolonisatie. Deze achteruitgang heeft twee belangrijke gevolgen.

Ten eerste, het zal leiden tot een marginalisatie van de NDP op lange termijn net zoals de NPS nu gemarginaliseerd is en steeds onder de drie zetels hangt. Andere etnische groepen deze de NPS-traditie zien opduiken in de NDP, zullen de NDP verlaten waardoor de partij nog meer in de marge gaat opereren.

Ten tweede, een etnische blik verhindert je om te zien wat er daadwerkelijk in Suriname aan de hand is. Je laat je niet meer door feiten, maar door emoties leiden. Laten we naar de feiten kijken.

De Surinaamse politiek was vanaf de eerste verkiezingen in 1949 op etnische leest geschoeid. In 70 jaar is veel veranderd. Kijk naar de demografie (tabel 1). Een aantal zaken vallen op:

  1. Het aandeel van de grootste bevolkingsgroepen (Hindostanen en “Creolen” (Afro-Suriname die niet in stamverband leven)) is relatief gedaald; de grootste daling is onder de “Creolen”, hun aandeel daalde van 36% naar 16%.
  2. De Marrons kennen een spectaculaire groei. Hun aandeel steeg van 10 naar 22%.
  3. Het aandeel van “Gemengd” was in 1950 0% en in 2012 13%. Met andere woorden, er is een groeiende groep Surinamers die ouders hebben uit verschillende etnische groepen. Partijen die op één etnische groep zijn gebaseerd verliezen bij deze groep al gauw zeven zetels.

Dit heeft grote politieke gevolgen. Een partij die op één etnische groep is gebaseerd, zal nooit een meerderheid halen bij de verkiezingen. Het feit dat in 2015 het de NDP wel is gelukt, is omdat zij een nationale en niet een etnische uitstraling had. Afro-Surinamers in de NDP die een draai willen maken naar etnische politiek zijn gedoemd om te mislukken. Ze zullen die partij marginaliseren met hun etnische politiek.

Tabel 1: Etnische samenstelling van de Surinaamse bevolking 1950 en 2021

De “Creoolse” NDP’ers die de partij op etnische leest willen schoeien zijn daardoor blind voor wat zich afspeelt in de samenleving. Ze kijken met de bril van 1950 naar een samenleving van 2021. Ze zien de VHP nog steeds als een Hindostaanse partij en hebben helemaal niet door wat zich daar aan veranderingen voltrekken.

Tabel 2 laat de zetelverdeling zien in 2015 en 2020. Opmerkelijk is de winst van de VHP. Die is spectaculair gestegen van 9 naar 20, en stijging van 122%.

Tabel 2: Zetelverdeling DNA in 2015 en 2020

Combineer de gegevens van tabel 1 en 2, dan kun je uitrekenen wat het maximaal aantal zetels zou zijn per partij als de politievoering in Suriname volledig gebaseerd zou zijn op etniciteit. Zie tabel 3. Welke conclusies kun je hieruit trekken?

  1. De VHP is niet meer de oude VHP uit 1950. Als alle Hindostanen op de VHP zouden hebben gestemd in 2020, dan zouden zij maximaal 14 zetels hebben behaald. Maar er zijn heel wat Hindostanen die niet op de VHP, maar op andere partijen hebben gestemd. Ik schat dat in 2020 de electorale achterban van de VHP voor minstens 50% uit NIET-HINDOSTANEN heeft bestaan. Als je deze verandering niet ziet, en je behandelt de VHP als de oude VHP uit 1950, dan hou je niet alleen jezelf voor de gek (dat is niet zo erg), je houdt de hele gemeenschap voor de gek. En dat is geen goede basis voor een progressieve politiekvoering.
  2. Je kunt betogen dat de VHP de economische crisis heeft gebruikt om de anti-NDP sentimenten te mobiliseren. Dat is juist. In Venezuela hebben de Chavistas 25 verkiezingen in 20 jaar gehouden (nationaal, op staatsniveau, op gemeenteraadsniveau) en ze hebben 23 gewonnen. En dat is dan onder de omstandigheden van een enorme economische boycot van de VS en de EU en een diepe economische crisis. Maar hun jarenlange politieke heeft het politieke bewustzijn van een groot deel van het volk verhoogd. Dat werk heeft de NDP niet gedaan in Suriname en dat moet ze niet de VHP maar zichzelf verwijten. Maar wie de VHP in de afgelopen jaren heeft gevolgd, zal merken dat Santhoki daadwerkelijk pogingen heeft gedaan om de etnische basis van zijn partij te verbreden. Als je dat niet ziet, dan ben je blind. En dat moet je niet de VHP, maar jezelf verwijten. Santhoki heeft de etnische basis van een rechts-liberale partij verbreed. De NDP had de etnische basis van linkse partij verbreed. Maar als de NDP terug gaat naar etnische politiek, dan zal de VHP haar links en rechts voorbijstreven.

Tabel 3: Zetelverdeling als iedereen etnisch zou stemmen (gebaseerd op volkstelling 2012)

De Cancel culture als obstakel voor dekoloniale strijd

Ik heb twee redenen genoemd om de petitie tegen Santhoki niet te steunen:

  1. Het brengt de strijd voor nationale erkenning van Anton de Kom jaren terug. In plaats van toe te juichen dat een rechtse president van Suriname de linkse Anton de Kom gaat prijzen, ga je een actie voeren om te verhinderen dat hij De Kom prijst. Hoe conservatief kun je zijn?
  2. Het kijkt met de bril van 1950 naar de politiek van 2021 in Suriname. Dat is geen progressieve actie. Dat is teruggaan in de tijd.

Er is derde reden waarom ik tegen deze actie ben, en dat heeft niet met Santhoki te maken, maar met het instrument van “cancel-culture” in de strijd voor dekolonisatie. Eeuwenlang is progressieve sociale strijd geassocieerd met debat en discussie. Progressieve mensen dagen rechtse mensen uit voor discussie en debat. Dat is het instrument voor politieke educatie. Activisten van nu gebruiken een instrument van rechtse politieke krachten om hun strijd te voeren: cancel culture. Je hoeft niet in de arena te stappen om met je argumenten de andere partij te vloeren. Je bent buiten de arena en roept mensen op om niet de publieke discussie te voeren. Wie is daarbij gebaat? Dat zijn mensen die zwakke argumenten hebben, die niet overtuigd zijn van hun gelijk, die zich angstig verbergen voor het publieke debat. Dat zijn geen progressieve mensen.

Als je tegen Santhoki bent, dan kom je met argumenten (met feiten en niet met emoties) om aan te tonen waarin hij faalt. En dat moet niet moeilijk zijn voor progressieve mensen. Maar als Santhoki een podium betreedt waarin hij correcte standpunten verkondig (het prijzen van Anton de Kom), dan ben je toch niet goed wijs om dat te willen verhinderen. Dat is niet progressief. Dat is aartsconservatief.

Naschrift

De NDP moet uitkijken met een etnische basis te geven aan haar politiek. Wat het kan terugkaatsen met het verwijt: de pot verwijt de ketel dat hij zwart ziet.

Tabel 4: De etnische samenstelling van de ministerraad tijdens kabinet Bouterse I 2010-2015

Het aandeel van “Creolen” is 45%.

Tabel 5: De etnische samenstelling van de ministerraad tijdens kabinet Bouterse II in 2015 -2010

Het aandeel van “Creolen”stijgt in 2015-2020 van 45% naar 55%.

Tabel 6: De etnische samenstelling van de ministerraad tijdens kabinet Santhoki in 2020

Het aandeel van Hindostanen is 47%; dat is minder dan het aandeel van “Creolen” van 55% in kabinet Bouterse II.

Als je politiek met een etnische in plaats van met een dekoloniale bril analyseert, dan kom je tot de conclusie dat de NDP etnischer is dan de VHP in haar uitstraling.