Categorie archieven: Nieuws

Kick Out Zwarte Piet: Claim your victory!

Het omslagpunt

2019 is het jaar van het omslagpunt in de sociale beweging tegen Zwarte Piet. Als je er middenin zit, zie je het niet. Maar tien jaar later zal 2019 gemarkeerd worden als het jaar van de omslag. Waarom?

Als Mitchell Esajas van KOZP op de demonstratie in Den Haag roept: “Weg met die lelijke Zwarte Piet” en Edwin Wagensveld, voorman van de extreem-rechtse Pegida, volledig zwart geschminkt, wordt gearresteerd bij een intocht en scandeert “Black is Beautiful”, dan weet je dat er iets fundamenteels is veranderd. Het beeld is hilarisch. Een zwarte man roept “Weg met die lelijke Zwarte Piet” en een extreem-rechtse witte man roept “Black is beautiful”. Het is niet een verzinsel uit een comedy show. Het is de komische rauwe werkelijkheid van 2019.

In het NOS journaal van 16 november wordt een witte oude vrouw gevraagd wat ze vindt van de demonstranten tegen Zwarte Piet? Ze kijkt naar die demonstranten en ziet alleen maar witte activisten en antwoordt verbaasd: Waar zijn die zwarte mensen? Het zijn allemaal blanken.” Ze verwacht dat alleen zwarte mensen gaan demonstreren tegen Zwarte Piet en is de weg helemaal kwijt.

Een zwart geschminkte Piet roept: “Ze pakken iets van onze cultuur af.” Hij heeft gelijk: we pakken iets van hun cultuur af dat heet racisme en geven iets terug dat heet beschaving. Maar dat laatste ziet hij niet.

In Emmen vechten witte extreem-rechtse activisten tegen een politiemacht. De foto’s tonen agressieve witte mannen tegen agressieve politieagenten in vechthouding. In een interview zegt een witte man: “Wij vechten voor onze zwarte piet!” op een toon alsof hij vecht voor zwarte emancipatie en zijn recht op vrijheid van meningsuiting.

Claim your victory!

Er is iets fundamenteels veranderd, maar wat? Je ziet het wel, maar herkent het niet. Een extreem-rechts witte man die roept “Black is beautiful”. Een witte vrouw die op zoek is naar zwarte activisten en in de war raakt als ze alleen witte strijders ziet. En als klap op de vuurpijl: de eerste keer dat zwarte piet is afgeschaft bij de landelijke intocht. En als je nog dieper inzoomt op de periode, in plaats van alleen het weekend, dan is het ook de eerste keer dat de Tweede Kamer KOZP op de agenda heeft en een minister extreem-rechts geweld veroordeelt tegen zwarte piet activisten. Wat je ziet is een overwinning, maar het voelt niet zo aan, omdat een tactische nederlaag wordt verward met een strategische overwinning. Die tactische nederlaag vond plaats op vrijdag 8 november, toen het KOZP-congres werd aangevallen door een knokploeg van extreem-rechts. Die aanval was bedoeld om te verhinderen dat KOZP bij de intocht een prominente plaatst kreeg en het intimideren van mensen om te demonstreren. Dat is deels gelukt. De situatie bij de intocht was zo gespannen dat de veiligheid van de KOZP-activisten daadwerkelijk in het geding was. Daarom is de verplaatsing tactisch gezien een verstandig besluit, maar het voelt als een nederlaag. Dat gevoel wordt sterker als je de andere kant helemaal mist, namelijk de strategische overwinning.

De aanval van vrijdag heeft één ding duidelijk gemaakt. Jarenlang was de witte woede zonder een duidelijke leiding. Dat heeft ertoe geleid dat steeds meer witte mensen afstand hebben genomen van Zwarte Piet. De verschillende peilingen laten dat zien. Het draagvlak voor Zwarte Piet verandert zo snel, dat de landelijke intocht nu roetveegpieten heeft en steeds meer gemeenten en warenhuizen Zwarte Piet in de ban hebben gedaan. In 2017 hadden de blokkeer Friezen de eerste gewelddadige actie ondernomen tegen anti-racisme activisten. Maar hun leiding was nog niet zo duidelijk geprofileerd als extreem-rechts.  In 2019 heeft extreem-rechts het openlijk overgenomen en daardoor de marginalisatie ingezet van de pro-pieten beweging. De landelijke en gemeente mainstream politici waren nu gedwongen om zich uit te spreken tegen dit soort acties. Dat is een strategische overwinning. De anti-racisme beweging is voor het eerst erin geslaagd om de pro-pieten beweging heel duidelijk in de hoek van extreem-rechts te kunnen plaatsen en heeft daardoor het traject van hun marginalisering ingezet.

Dat is een overwinning die je moet claimen. De fase waarin je naar de overwinning gaat is anders dan de fase waarin je de overwinning moet consolideren. Welke gevolgen dat heeft voor strategie, organisatie en beleid zal ik in andere bijdragen uitwerken omdat dat samenhangt met vraagstukken van theorie, analyse, strategie en tactiek van sociale bewegingen.

 

 

 

The Uprising discussies: Engeland en Italië

In oktober 2019 vertrok muzikant en activist Pravini Baboeram naar Engeland en Italië voor screenings van haar muzikale documentaire The Uprising. In Engeland werd de film vertoond bij de Islamic Human Rights Commission, University of Sussex, University of Sunderland en ImpactHub in Birmingham. Daarnaast werd de film vertoond in Italië op het internationale filmfestival DocuDonna in Massa Marittima en op de Amerikaanse John Cabot University in Rome. Alle screenings gingen gepaard met nagesprekken en discussies. Gesprekken die een interessante kijk geven in een globale strijd vanuit lokale perspectieven. In deze bijdrage deelt Pravini een aantal ervaringen.

Witte christenen in Sunderland

The Uprising is inmiddels in veel verschillende settings vertoond, maar in Sunderland was het voor het eerst dat de film in een kerk vertoond werd. Dit was op initiatief van het RaCE Network, verbonden aan de University of Sunderland, in het noorden van Engeland. Een stad die overwegend wit is en waar het netwerk het thema van ras en racisme bespreekbaar wilt maken. De film was voor hen een mooie gelegenheid om dit gesprek aan te gaan en dan vooral ook met de gemeenschap in de stad. Dit wilden zij doen op een toegankelijke manier en werkten daarom samen met een kerk, die hun netwerk uitnodigde voor de vertoning.

Ik was benieuwd hoe witte christenen zouden reageren op de film, die hun religie in de context plaatste van koloniale overheersing. Zoals te verwachten vond niet iedereen dat even makkelijk. Een witte man in het publiek deelde dat hij zich niet kon herkennen in de wijze waarop het christendom in de film werd afgebeeld. Hij focuste daarbij vooral op individuele ervaringen en gaf aan dat je niet kunt generaliseren. Ik was aangenaam verrast toen de pastoor van de kerk zijn perspectief deelde en aangaf onder de indruk te zijn van de film. Hij begreep dat het hierbij niet ging om individuele ervaringen, maar om hoe religie door machtsdynamieken institutioneel werd opgelegd.

Ik vond het interessant om te zien hoe twee witte mannen vanuit hun religieuze identiteit zich probeerde te verhouden tot de koloniale geschiedenis en de erfenis daarvan. Beiden voelden zich ongemakkelijk, maar de één betrok het vooral op zichzelf en de ander positioneerde zich in een historische en sociale context.

Creatieve jongeren in Birmingham

De dag erna kwam ik in een compleet andere setting terecht, bij ImpactHub in Birmingham, een stad die gekenmerkt wordt door de grote diversiteit. Dit netwerk en platform richt zich op duurzaamheid, vernieuwing en een inclusieve samenleving. Wat ik in het publiek terugzag was dat het vooral jonge creatieve mensen van kleur waren die zich met sociaal-maatschappelijke thema’s bezig houden. Het nagesprek werd gehost door een jonge vrouw, Sham, die de oprichter is van een activistische boekenclub “A is for Activism”.

Wat mij opviel in dit gesprek was dat veel van de vragen gerelateerd waren aan creativiteit en strategie. Aan de ene kant wilden ze meer weten over het creatieve proces, hoe de film tot stand was gekomen en de wijze waarop de documentaire geproduceerd was. Aan de andere kant waren ze ook erg op zoek naar invalshoeken voor verandering, hoe ze zelf kunnen bijdragen aan dekolonisatie in hun eigen omgeving en hoe de samenleving van de toekomst vorm gegeven kan worden vanuit dekoloniale kaders.

Eén interessante reflectie kwam van iemand die aangaf moeite te hebben met het idee van “revolutionary love”. Die persoon gaf aan zelf te handelen vanuit haat en woede richting het systeem. Een gevoel dat ik begreep, maar ook belangrijk vond om te plaatsen in het groter geheel, waarbij haat en woede alleen niet voldoende is om het systeem te veranderen. Ik gaf aan dat kunst voor mij een manier is geweest om die woede te kanaliseren naar iets dat constructief is en hopelijk bijdraagt aan systeemverandering.

Italiaanse feministen in Massa Marittima

In Massa Marittima nam ik voor het eerst deel aan een filmfestival. DocuDonna richtte zich op vrouwelijke filmmakers uit verschillende delen van de wereld. The Uprising was één van de films die geselecteerd was en tijdens het filmfestival een eervolle vermelding ontving.

Ik was aangenaam verrast door de enorme strijdvaardigheid van de vrouwen in zowel het publiek als de jury. Hoewel ze uiteraard een sterke focus hadden op gendervraagstukken, waren ze ook erg bewust van institutioneel racisme en andere dimensies van diversiteit. Drie van de tien films besteedden aandacht aan de bezetting van Palestina, waarbij het publiek zich enorm solidair uitte met de Palestijnen. De discussies die volgden na de films waren ook vanuit een sterk politiek bewustzijn, waarbij het minder ging over de technische of cinematografische aspecten van de film, maar vooral werd gereflecteerd op de maatschappelijke functie van de documentaires.

Uiteindelijk was het wel een filmfestival voor vrouwelijke filmmakers, waarbij gender het centrale thema was. Veel van de vragen die ik kreeg waren dan ook gerelateerd aan gender en de maatschappelijke positie van vrouwen. In The Uprising heb ik bewust de keuze gemaakt om te focussen op racisme en het gesprek over kleur en ras centraal te stellen, omdat in mijn beleving gender vaak wordt gebruikt om af te leiden van de uitdagingen gerelateerd aan kleur. Hoewel de mensen dat begrepen, merkte ik wel dat ze graag een dekoloniaal perspectief hadden gehad op gendervraagstukken. Dat stond gelukkig niet in de weg van inspirerende gesprekken en bijzondere mensen die ik heb ontmoet, die vanuit de Italiaanse context bijdragen aan de sociale strijd.

Wil je ook een filmvertoning bijwonen? Klik hier voor de agenda.

Sandew Hira spreekt op de Bielefeld Universiteit in Duitsland

Eind november organiseren het Institute for World Society Studies (IW) en het Centre for Advanced Latin-American Studies (CALAS) van de Bielefeld Universiteit in Duitsland een conferentie over “Decolonizing the Social Sciences”. Sandew Hira is uitgenodigd om zijn ideeën te presenteren over dekoloniale methoden en technieken van onderzoek.

 

In de sociale wetenschappen is er een verband tussen epistemologie (kennisleer) en de methoden en technieken van onderzoek. De Eurocentrische epistemologie kent één basismodel: observatie en redenatie is de bron van kennis. Andere bronnen van kennis worden niet erkend als legitiem: gezond verstand, kennis uit sociale interactie, aangeboren kennis etc. Methoden en technieken die bronnen worden dan ook niet gebruikt.

Bovendien kent de Eurocentrische epistemologie niet het onderscheid tussen fouten en moedwillig leugens produceren. Ze gaat uit van de integriteit van de onderzoek. Daardoor zijn er geen mechanismen om leugen te onderscheiden van fouten.

Sandew Hira zal een presentatie houden over de epistemologie van Decolonizing The Mind en de gevolgen voor methoden en technieken van wetenschappelijk onderzoek.

De conferentie wordt gehouden op 28 en 29 november 2019.

 

De standup comedy van Cynthia McLeod

Sandew Hira, 4-10-2019

Cynthia McLeod heeft een TED-talk gehouden die het karaker heeft van een standup comedy, maar ze bedoelt het niet zo. Ze is bloedserieus en ziet helemaal niet in hoe lachwekend haar verhaal is. En wat het nog hilarisch maakt, is het publiek dat naar haar luistert. Die heeft niet door dat het een standup comedy is en gaat enthousiast mee in haar verhaal. Wat is er aan de hand?

McLeod heeft het verhaal ontdekt van Elisabeth Samson (1715-1771). Haar echte Afrikaanse naam is onbekend, want Afrikanen heten geen Elisabeth of Samson. Samson leefde tijdens ergste tijden van slavernij in Suriname, de achttiende eeuw. Duizenden Afrikanen werden gekidnapt in Afrika en werden onder harde omstandigheden onder dwang tewerkgesteld op de plantages in Suriname. Ze moesten gratis werken van zonsopgang tot zonsondergang. De dag begon met een rappel van de opzichter over wie de vorige dag niet goed had gepresenteerd en zweepslagen verdiende. Na hun pak slaag moesten ze de meester bedanken, anders volgende nog meer mishandelingen. De achttiende eeuw was de eeuw van het felle gewapende verzet tegen onderdrukking en uitbuiting in Suriname. Het verhaal van de misdadigheid van slavernij is genoegzaam bekend zou je denken. De Verenigde Naties heeft de trans-Atlantische slavernij uitgeroepen tot een misdaad tegen de menselijkheid. De eigenaren van de plantages die rijk werden door gratis arbeid van Afrikanen, die ze in hun boekhouden noteerden als vee, zoals kippen varkens en ezels, waren misdadigers, criminelen die andere mensen tot slaaf maakten, hun vrijheid ontnamen en hen onder dwang gratis lieten werken.

Zo een crimineel zul je niet gauw als een rolmodel zien. Bij Cynthia McLeod is het anders. Samson was namelijk een zwarte vrouw, die miljonair is geworden met de misdaad van slavernij. Elisabeth was de dochter van Nanoe Samson, die een concubine was van een witte slavenmaker. Ze was vrijgekocht door haar kinderen die zichzelf hadden vrijgekocht. Elisabeth is als vrije zwarte geboren. Elisabeth groeide op in het huishouden van haar halfzuster Maria Jansz , die getrouwd was met Frederik Coenraad Bossé. Ze stond via haar zus en zwager in nauw contact met de blanke elite en leerde zo het zakenleven van nabij kennen. Zij leerde rekenen en schrijven en hielp Bossé’ de administratie. Ze kreeg een verhouding met een Duitse slavenmaker, Carl Otto Creutz, die zwarte mensen onderdrukte en uitbuitte op zijn plantages. Met Creutz bezat ze plantages in de districten en huizen in Paramaribo. Na diens dood in 1762 werd haar vermogen uitgebreid door de nalatenschap. Met haar halfzuster Nanette kocht ze meer plantages op en werd door haar zakentalent één van de rijkste vrouwen in Suriname. Haar vermogen werd in 1771 geschat op een miljoen gulden.

Na de dood van Creutz wilde ze trouwen met een andere witte man, Christoph Policarpus Braband, een koster en organist van de gereformeerde kerk en slavenmaker van een houtzagerij.  Het huwelijk werd verboden door de Raden van Politie, het hoogste bestuursorgaan van de kolonie, omdat vermenging van zwart en blank niet was toegestaan. In plaats van een zwarte man te zoeken, wendde Elisabeth zich rechtstreeks tot de eigenaar van de kolonie, het particulier bedrijf De Geoctroyeerde Societeit van Suriname. Die na drie jaar besloot dat er geen wet bestond die een huwelijk tussen een blanke man en vrije zwarte vrouw verbood. Maar de witte man was bij de uitspraak overleden. Elisabeth zocht weer naar een man, en weer niet naar een zwarte man, maar een veel jongere witte man, Hermanus Daniel Zobre.

Het verhaal is bijzonder: een zwarte vrouwelijke crimineel is miljonair geworden door slavenarbeid, wil niets weten van zwarte mannen en probeerde op alle mogelijke manieren een witte crimineel aan de haak te slaan. Bijzonder, maar geen reden voor een normaal mens om trots op te zijn. Tenzij je geest volledig gekoloniseerd is, zoals die van McLeod. Zij heeft haar levenswerk gemaakt van het bombarderen van de crimineel Samson tot een rolmodel voor zwarte mensen. En niet bij wijze van grap. Ze is doodserieus. Check de Ted Talk voor een enthousiast publiek.

Ze begint. “Neem een willekeurig geschiedenisboek, en je leest alleen maar over mannen. Zelden wordt een vrouw genoemd. Suriname is geen uitzondering” (Publiek lacht om te beamen).

Zo, die zit. Dit is feminisme van hoog niveau. Het is waar. Geschiedschrijving wordt gedomineerd door witte mannen.

McLeod: “In Suriname wordt in veel belangrijke geschiedenisboeken wel de naam genoemd van een vrouw: Elisabeth Samson. En waarom. Er moet iets merkwaardig zijn om haar persoon. En waarom wordt ze genoemd: omdat ze wilde trouwen met een witte man – ze was 100% zwart – en dat huwelijk werd in de kolonie verboden. Ze schreef een brief naar de eigenaar van de kolonie en het bestuur van de kolonie deed hetzelfde. In de brief van het bestuur werden 19 – negentien!! – argumenten tegen het huwelijk genoemd. Maar er was één argument dat ervoor zou kunnen pleiten. Ze was heel rijk en als ze een witte man zou trouwen, dan zou het bezit in witte handen blijven na haar dood.” (Publiek is verontwaardigd. Die hypocriete racisten!!).

McLeod: “De eigenaar verwees de zaak naar de Staten-Generaal, die aangaf dat er geen bezwaar was. Er was geen email of telefoon. Het antwoord heeft drie jaar geduurd voordat het Samson bereikt, maar de beoogde bruidegom was al overleden.” (McLeod lacht, publiek roept “Ahh wat erg”).

McLeod: “Roep niet ‘Ahh’, want ze vond al gauw een andere man, die twintig jaar jongere was dan zij. En daarmee trouwde ze. Dat staat in de geschiedenisboeken. Maar waar hielden historici zich mee bezig. Met de vraag: Hoe is ze zo rijk geworden? Hun verhaal is dan zo: ze moet een slavin zijn geweest, die de concubine was van een plantage-eigenaar, die na zijn dood haar bezittingen aan haar heeft overgelaten. Hoe kwam een zwarte vrouw rijk geworden zijn, anders dan doorzat een witte man haar rijk gemaakt heeft.” (Ze is niet alleen feministisch, maar nu ook anti-racistisch. Ze geniet).

McLeod: “Op één of andere manier hield de vraag me bezig: hoe is zo rijk geworden. Ik moet het antwoord weten. Ik dook de archieven in. Ik heb twaalf jaar onderzoek gevonden. Ik wilde weten: is ze echt getrouwd geweest. JAAA! Ik heb de trouwacte gevonden. Yeah!!! ” (Ze is extatisch)

McLeod leest de trouwacte voor: ” Hermanus Daniel Zobre, leeftijd 30 jaar. De bruid: Elisabeth Samson. Leeftijd: 52! Ze was 22 jaar ouder!” (Publiek is hilarisch, oudere zwarte vrouw slaat witte jonge man aan de haak).

McLeod had zoveel informatie gevonden: “Ik kon met veel feiten laten zien dat de historici de geschiedenis hadden vervalst. Ze heeft haar rijkdom niet door erfenis vergaard, maar door ondernemerskracht.” McLeod zwijgt over het misdadig karakter van haar onderneming.

Nu gaat de anti-racistische sentimenten naar de hoogste versnelling: “Wat vertelt dit ons over Elisabet Samson? Niets. Het vertelt ons alles over de mensen die geschiedenis schrijven: Witte mannen!” (Die zit!)

McLeod over haar rolmodel Samson, de ondernemer: “Ik werd helemaal in beslag genomen door haar levensverhaal. Ik kon nergens ander over praten. Samson stierf drie jaar na het huwelijk en haar witte echtgenoot erfde alles. Haar vermogen was meer dan een miljoen. Jaah!” (Publiek: Waaw!)

McLeod over hoe ze Elisabeth wil promoten als rolmode: “Ik was in New York om te praten voor zakenvrouwen. Ze dachten dat de eerste zwarte miljonair in 1906 was i Amerika. Nee, nee, nee! Het was 250 jaar geleden in Suriname.” (Publiek met een waanzinnig applaus.) McLeod: “Ja!!”

McLeod: “Ze heeft haar geld zelfstandig verdiend. Ze was een excellente zakenvrouw.” (Ze meldt niet: met een misdaad tegen de menselijkheid).

McLeod over de emancipatorische kracht van Samson: “Waarom wilde zij met een witte man trouwen. Ze had alles was met geld te kopen was, maar dat was het enige wat ze niet had: een witte man. Het was een statement: Ik kan dit ook doen. Ze moest veel obstakels overwinnen en ze heeft ze ook allemaal overwinnen. Daarom kan ze een rolmodel zijn voor ons vandaag. Als je iets wil bereiken, ga ervoor. Laat niet je stoppen. Dat is de les die we van Elisabeth kunnen leren.” (Wild applaus en gejoel van het publiek)

McLeod wordt nu heel serieus. Haar man was niet zo blij dat ze volledig in beslag genomen werd door het onderzoek naar Samson. Zij antwoord heel theatraal: “Ik moet dit doen. Het Surinaamse volk wil dat ik dit doe. Ik doe dit voor het volk van Suriname.”

Ze meent het heel serieus: als je een crimineel wil worden, ga ervoor. Drugsdealer, slavenmaker? Laat je niet stoppen. Je kun ook een slavenmaker worden, net als witte mensen. Een zwarte vrouw kan ook uitbuiten en onderdrukken. Je zou denken dit is standup comedy. Dat is het echt niet. Ze is bloedserieus en haar publiek ook.

McLeod brengt feminisme en anti-racisme in haar verhaal om te verhullen wat ze doet: een schandalig betoog om een crimineel as rolmodel voor Suriname te presenteren. Hoe erg moet je geest gekoloniseerd zijn om dat te beweren en als publiek te ondersteunen.

Anton de Kom

Hoe verschillend is dat van  de benadering van een andere Surinamer: Anton de Kom. De Kom kende het verhaal van Samson. Hij had het boek van Julien Wolbers over de geschiedenis van Surname zorgvuldig bestudeerd. En daarin op was pagina 325 het verhaal van Samson in een voetnoot verteld. De Kom was niet onder de indruk en laat Samson waar ze hoort, in de voetnoot van de geschiedenis.  Hij realiseert zich heel goed dat ze haar rijkdom door een misdaad had vergaard.

De Kom heeft uit Wolbers een ander verhaal over zwarte vrouwen naar voren gehaald in zijn boek: het verhaal van Sery en Flora.

Wolbers had in de notulen van de Gouverneur en Raden, die het bestuur vormden van de Nederlandse bezetting van Suriname, een uittreksel gevonden van een dagverhaal van een militaire expeditie van onder leiding vaandrig van de militie, Pieter Molinay, en Vaandrig van de Joodse Compagnie. De militie was een militaire eenheid. De Joodse Compagnie was een militaire eenheid van de Joodse slavenhouders, Vaandrig was de laagste militaire rang.

De expeditie vertrok op zondag 26 november 1711 naar de Boven-Suriname rivier om de ontsnapte vrijheidsstrijders op te sporen. Ze hadden een klein kamp ontdekt en probeerde de mensen in hun slaap te overrompelen. Door oplettendheid van de kampbewoners mislukte dat en het kamp was ontruimd voordat de actie kon plaatsvinden. Wel was men er in geslaagd om een vrouw Sery met haar kind Patienta en een andere vrouw Flora gevangen te nemen. Dit zijn de namen uit het rapport, maar we weten niet wat hun echte Afrikaanse namen waren.

Het rapport van de expeditie vertelt dat de vrouwen verhoord werden met als doel te achterhalen waar andere mogelijke kampen waren van de vrijheidsstrijders, hoe ze met elkaar communiceerden, welke banden ze hadden met de totslaafgemaakten op de plantages, hoeveel vrijheidsstrijders ontsnapt waren, van welke plantages zij ontsnapt waren, hoe lang geleden ze ontsnapt waren, en hun ze in hun kampen leefden. Het was een uitgebreid verhoord, waarbij ze werden gemarteld en hun huid met vuur gebrand. Het rapport vermeld dan ondanks de marteling ze weigerden iets los te laten. Ze wezen met hun vingers naar de hemel, namen een lang stuk haar van hun hoofd en maakten het gebaar dat ze onthoofd konden worden, maar toch niets zouden zeggen. Ze sloegen met hun vingers op hun mond om aan te geven dat ze hun mensen nooit zouden verraden. Ze besloten om de vrouwen naar de stad te brengen voor verder verhoor, maar ze weigerden om mee te gaan. Ze weigerden te staan of te lopen. Gezien de lange tocht over bergen, kreken en andere moeilijk begaanbare paden zag de expeditie er geen heil in om de vrouwen te dragen. Sery was door de marteling en een pijl die door haar lichaam was gegaan dusdanig verwond – ze had veel bloed verloren – dat ze amper tegenstand bood. Flora was sterker en die weigerde op te staan. De militairen besloten ze dood te schieten en te onthoofden. Ze hebben de hoofden meegenomen naar Paramaribo als bewijs van hun misdaad, die ze als een heldendaad beschouwden. Voordat ze vertrokken vernietigden ze de woningen en kostgronden van het kamp.

Het verslag vertelt niet wat met Patienta is gebeurd, maar waarschijnlijk is ze meegenomen en tot slaaf gemaakt.

Anton de Kom laat zien hoe je dekoloniale geschiedenis schrijft. Je kunt als nazaat van de vrijheidsstrijders tegen slavernij deze episode niet beschrijven zonder te duiken in de gevoelens van de mensen die daarin een rol speelden. De Kom richt is op Séry, een moeder, en haar kind en probeert zich voor te stellen wat in die vrouw zou zijn omgegaan.

De Kom beschrijft de gevoelens van een zwarte moeder in deze onmenselijke situatie: “Men kan zich onmogelijk menselijke wezens voorstellen, meer hulpeloos en verlaten dan deze Séry met haar kind Patienta, en Flora. De nood van het kindje vermengde zich in de gedachten van de moeder met het verbijsterende bedwelmende gevoel van hetgeen zij zelve zal moeten doorstaan. Daarbij kwam het verlies van de vrijheid, die zo heel kort is geweest, het scheiden van de plaats war zij met haar kind zo’n korte poos het geluk gekend had, Alles wat voor haar lag was een puinhoop, alles was geruïneerd en vernield.

Séry voelde nog sterker dan alles de moederliefde, door het vreselijk reigend gevaar tot een aan waanzinningheid grenzende overspaning gedreven. Haar kindje was nog zo jong en de gedachte slechts, dat straks ruwe blanke handen haar Patienta uit haar armen zou rukken, deed haar huiveren. Zij drukte het, terwijl zij met angstige blikken naar de troep blanke soldaten keek, met stuipachtige kracht aan haar borst.

Iedere stap die de blanke Molinay nader tot haar bracht deed haar beven. Zij trilde als een blaadje, het bloed dreef naar haar hart terug. En toch was Séry een dapper vrouwtje. Zij drukte de zachte armpjes van haar kind om haar hals en kuste het nogmaals, terwijl met de kleine Patienta ruw uit haar armen losrukte.”

Maar die moeder was hulpeloos, maar niet zwak: “Geen gil kwam van haar lippen, ze keek slechts met fonkelende ogen de vaandrig Molinay aan, stond vervolgens op en monsterde de blanke soldaten fier, zonder de minste vrees hen allen uitdagend. Ze was zelf vevrbaasd over de kracht, die haar scheen gegeven te worden. want ze wist wel, nu haar kind in de handen der soldaten was, adt geen mens zich erover zou ontfermen. En toch, trots dit alles was ze onbevreesd. Elke vlaag van angst scheen door een macht verdreven te worden. De zwakke vrouw was een heldin geworden. Het was alsof stromen van kracht door haar lichaam liepen.”

Hij beschrijft de martelingen die ze moet doorstaan en haar ongelooflijke moed om desondanks haar eigen mensen niet te verraden: “Na een poos greep de bende ruwe soldaten Séry vast, bond haar de handen en voeten, smeet de arme vrouw op de grond en begon haar te geselen met scherpe roeden, om hierdoor te trachten haar tot verraad van haar landgenoten te brengen. Na deze bloedige kastijding scheen Séry halfdood te zijn. Toch trachtte men haar in deze toestand te ondervragen. Maar het gelukte de blanken niet iets uit haar te krijgen. Zo ging men in woede ertoe over om de arme Séry met vuur en tangen te bewerken. In weerwil van al deze pijnigingen, die voor een vrouw haast onverdragelijk waren, bleef ze zich toch halsstarrig verzetten om haar broeders en zusters te verraden.

Haar vriendin Flora toonde zich niet minder standvastig. Séry moest het aanzien hoe zij voor haar ogen vermoord en onthalsd werd.”

De Kom vergelijkt het gedrag van de blanke militairen met het bedrag van de zwarte vrijheidsstrijders en trekt conclusies over hun beschavingsniveau tijdens de inval van Cassard.

De Europese kolonisatoren waren in het begin onderlinge concurrenten van elkaar. Ze voerden oorlog en vielen elkaars koloniën aan om de goederen te stelen die geproduceerd werden. Zo viel in 1712 een Franse militaire macht onder leiding van Jean Cassard Suriname binnen, die toen bezet was door Nederland. De mannen op de plantages trokken naar Paramaribo om Fort Zeelandia te verdedigen. Hun vrouwen en kinderen vluchtten de bossen in onder begeleiding van totslaafgemaakten. Wolbers schrijft hierover: “Zoo waren deze vrouwen dan aan de genade van hare slaven overgeleverd; hoe gemakkelijk zou het dezen geweest zijn, zich over de wreede behandeling, die zij zoo vaak op last hunner meesteressen ondergingen, thans op deze hulp- en weêrlooze vrouwen te wreken. Men vindt hiervan echter in de geschiedenis niets aangeteekend; maar wel, dat verscheidene dezer slaven van deze gelegenheid gebruik maakten, om hunne vrijheid te verkrijgen, door in de bosschen te vlugten en zich bij de andere wegloopers te voegen.”

En De Kom’s commentaar was: “Toen indertijd, tijdens de inval van Cassard, de weerloze blanke vrouwen in handen waren van zogenaamde bosnegers, toen hadden zij niets van deze zwarten te duchten. Maar nu vielen weerloze Surinaamse vrouwen in handen van zogenaamde beschaafde Hollanders die hen vermoordden.”

Hij eindigt het verhaal van Séry en Flora met een belofte: “Dappere Séry. Dappere Flora. Wij zullen uw namen steeds in eerbied gedenken.”

Het is het verhaal van verzet en opoffering dat we moeten vertellen aan het Surinaamse volk. Het verhaal van McLeod is een verhaal van schande, niet van trots.

The Uprising discussies: een lokaal perspectief op globale strijd

In april 2019 ging de muzikale documentaire The Uprising in première, een verhaal van verzet tegen institutioneel racisme door muzikant en activist Pravini Baboeram. Sindsdien is de film vertoond in binnen- en buitenland, onder andere in: Filmhuis Den Haag (Den Haag, NL),  Seminar on Reparations for slavery and colonization (Caracas, Venezuela), UCLA (Los Angeles, VS), UC Berkeley (Berkeley, VS), Centro Cultural de la Raza (San Diego, VS), Museum of African Diaspora (Smithsonian Affiliate, San Francisco, VS) en IWPS Convergence (Pine Ridge Reservation, South Dakota, VS). Veel screenings gingen gepaard met nagesprekken en discussies. Gesprekken die een interessante kijk geven in een globale strijd vanuit lokale perspectieven. In deze bijdrage deelt Pravini een aantal ervaringen.

Sinds de première van de film heb ik verschillende plekken bezocht en met mensen uit verschillende gemeenschappen gesproken. Iedere gemeenschap heeft een eigen verhaal en eigen invalshoek op koloniale geschiedenis en de impact ervan op hun realiteit in het heden. Hun verhalen hebben diepe indruk op mij gemaakt. Lees hier aan aantal van die indrukken.

Inheemsen van de Amerika’s

In San Diego bezocht ik Centro Cultural de la Raza, een community centrum geleid door mensen uit de Inheemse gemeenschap van Amerika. Eén van de trekkers van dit centrum is Roberto D. Hernández, die ook in de film zijn analyse deelt van koloniale erfenis en strategieën voor de strijd hiertegen.

Wat ik bijzonder vond was om een Inheems perspectief te krijgen uit Amerika op de strijd van mensen van kleur in Europa. Eén bezoeker deelde dat hoewel zij de oorspronkelijke bewoners van de Amerika’s zijn, zij door het systeem van institutioneel racisme toch iedere keer als de “immigrant” en “de ander” worden gezien. In dat opzicht zagen veel mensen in het publiek, ondanks het verschil in context, toch overeenkomsten in de beleving van mensen van kleur.

De film werd ook op De Haagse Hogeschool vertoond voor een groep Amerikaanse studenten, onder wie studenten van Mexicaanse komaf. Zij legden uit hoe ze onbewust de Spaanse kant van hun identiteit benadrukten, door bijvoorbeeld alleen Spaans te spreken en hun Spaanse naam te gebruiken. De inheemse kant lieten zij op de achtergrond, vanuit het idee dat die inheemse identiteit minder waard was. Nu ze in een proces van reflectie en persoonlijke ontwikkeling zitten, realiseerden velen van hen dat hierdoor een belangrijk stuk van hun familiegeschiedenis verloren dreigt te gaan.

Zwarte studenten uit Jamaica

In Amsterdam trad ik naar aanleiding van de film in gesprek met zwarte studenten uit Jamaica. Ook zij boden mij weer een frisse blik vanuit een context, waarin zij als mensen van kleur niet de minderheid, maar de meerderheid zijn. Interessant in deze setting was hoe institutioneel racisme werd beleefd door de studenten. Sommigen vonden dat het niet aan de orde was, omdat racisme specifiek gerelateerd werd aan witte superioriteit en er weinig witte mensen in Jamaica zijn. In plaats daarvan werd vooral de focus gelegd op het concept van “colourism”, het idee dat mensen van kleur andere mensen van kleur die donkerder zijn discrimineren. Anderen zagen colourism als onderdeel van institutioneel racisme, waarbij het idee van “hoe lichter, hoe beter” een vorm is van “internalized oppression” of kolonisatie van de geest, gericht op het verdelen van de gemeenschap. Het leidde tot een interessante discussie wat dit vervolgens betekent voor strategie om dit idee te overwinnen. De analyse van colourism betekent een strategie gericht op het bekritiseren van mensen van kleur, zonder witte superioriteit aan te pakken. De analyse van kolonisatie van de geest betekent een strategie gericht op het bekritiseren van witte superioriteit en het overwinnen van verdeel en heers.

Anarchisten in Nederland

Soms kom je op plekken terecht die je zelf niet had kunnen bedenken. Zo werd ik uitgenodigd voor de Pinksterlanddagen in Appelscha waar ik na de filmvertoning in gesprek trad met witte anarchisten. Ook zij hadden vanuit hun filosofie specifieke ideeën over bevrijding. Eén van die ideeën is gebaseerd op het idee dat het huidige politieke systeem niet werkt. Omdat ik in de film de strategie van invloed in het parlement behandel, stelden veel mensen in de zaal vragen over in hoeverre stemmen daadwerkelijk zin heeft.

Wat ik boeiend vond was dat ik aan de ene kant in een ruimte zat vol witte mensen die vanuit het anti-racisme perspectief veel steun betuigden naar aanleiding van de film, en aan de andere diezelfde mensen ook weer onbewust bevestigden hoe makkelijk het kan zijn om niet te stemmen in een land dat mensen van kleur via het politiek systeem onderdrukt. Mijn reactie was dan ook dat hoewel ik het idee van niet stemmen begrijp, de realiteit is dat mensen van kleur het zich niet kunnen veroorloven om niet te stemmen, omdat wij representatie nodig in het parlement dat beleid en wetgeving maakt dat ons raakt. Voor sommigen in de zaal een blinde vlek die in dit gesprek besproken werd.

Met ieder nagesprek leer ik van de vragen en perspectieven van mensen. Vanaf oktober zal ik reizen naar Engeland, Schotland, België en Italië voor filmvertoningen daar. Ik kijk uit naar de nagesprekken die zullen volgen en deel die graag in een vervolgbijdrage. Wil je ook een filmvertoning bijwonen? Klik hier voor de agenda.

De Irakese Gemeenschap in Nederland

De Vereniging Irakese Gemeenschap Nederland (IGN)organiseert op 5 oktober een bijeenkomst over de geschiedenis van de Irakezen in Nederland. Daarin zal worden ingegaan op de verschillende uitdagingen van de eerste en tweede generatie van deze groep. Eén van de sprekers is Sandew Hira.

Hira zal in zijn inleiding ingaan op de vraag welke factoren het historische karakter van de gemeenschappen van kleur in multicultureel Nederland bepalen? Dat doet hij door een analyse te geven van hoe Nederland er 50 jaar geleden uitzag en welke factoren het karakter van de huidige samenleving hebben bepaald. Ook geeft hij vanuit een dekoloniale theorie over  het concept van een nieuwe wereldbeschaving aan, hoe Nederland en de wereld mogelijk over 50 jaar eruit zou kunnen zien en welke factoren het karakter van de toekomstige samenleving zouden kunnen bepalen, wat identiteit is hoe die zich zou kunnen ontwikkelen?

Locatie: Stichting Argan

Adres: Jan Tooropstraat 6A, 1062 BM Amsterdam

Tijd: 16:00 – 19:00 uur.

Toegang: gratis

FB: https://www.facebook.com/events/2438398636442755/

The Uprising geselecteerd voor internationaal filmfestival

Het filmdebuut van DIN-activist Pravini Baboeram, The Uprising, is geselecteerd voor het internationaal filmfestival DocuDonna, dat van 25 t/m 27 oktober plaats vindt in Massa Marittima, Italië. Het filmfestival richt zich op vrouwelijke filmmakers en sociaal-maatschappelijke issues.

The Uprising ging eerder dit jaar in première in Pakhuis de Zwijger en is sindsdien vertoond op verschillende plekken binnen en buiten Nederland: Filmhuis Den Haag (Den Haag, NL),  Hiphophuis (Rotterdam, NL), Seminar on Reparations for slavery and colonization (Caracas, Venezuela), UCLA (Los Angeles, VS), UC Berkeley (Berkeley, VS), Centro Cultural de la Raza (San Diego, VS), Museum of African Diaspora (Smithsonian Affiliate, San Francisco, VS) en IWPS Convergence (Pine Ridge Reservation, South Dakota, VS).

 

Ook in het najaar is The Uprising op verschillende plekken te zien:

  • 13 september 2019 in Studio/K, Amsterdam (NL)
  • 23 september 2019 op The Lighthouse Festival (Haagse Hogeschool) in Den Haag (NL)
  • 14 oktober 2019 op de Universiteit Utrecht (NL)
  • 19 oktober 2019 bij Islamic Human Rights Commission in Londen (VK)
  • 21 oktober 2019 op de University of Sussex (VK)
  • 22 oktober 2019 op de University of Sunderland (VK)
  • 23 oktober 2019 bij Impact Hub in Birmingham (VK)
  • 26 oktober 2019 op DocuDonna filmfestival in Massa Marittima (Italië)
  • 28 oktober 2019 op John Cabot University in Rome (Italië)
  • 6 december 2019 op de Universiteit Hasselt (België)

In oktober vertrekt Pravini naar Engeland voor een tour langs verschillende onderwijsinstellingen en maatschappelijke organisaties. Daarna vervolgt ze haar reis naar Italië, waar ze zal deelnemen aan het filmfestival DocuDonna, waar The Uprising wordt vertoond.

The Uprising is gebaseerd op het gelijknamige album van Pravini, waarbij de negen nummers van het album van Pravini als rode draad fungeren in de film. In deze zelfgeschreven nummers verbindt Pravini de strijd tegen Zwarte Piet, de strijd voor de erkenning van koloniale misdaden die Nederland heeft begaan in Indonesië, de strijd voor de bevrijding van Palestina en de strijd in het politieke veld voor een inclusieve samenleving. The Uprising biedt hiermee een unieke kijk op het verzet tegen racisme in Europa door de ogen van mensen van kleur.

Meer info over The Uprising is beschikbaar op: www.pravinimusic.com

Bekijk hier de trailer: https://vimeo.com/329425921

 

 

 

Criminaliseringscampagne tegen Sandew Hira is mislukt

Extreem-rechtse krachten in Suriname hadden een campagne opgezet om Sandew Hira monddood te maken. Die campagne is volledig mislukt en in haar tegendeel omgeslagen.

Sandew Hira kreeg een uitnodiging van NiNsee om de keynote speech te houden geven op 29 juni 2019 over zwarte filosofen, spiritualiteit en slavernij in het Scheepvaartmuseum. Extreem-rechtse krachten in de Surinaamse gemeenschap hebben druk uitgeoefend op NiNsee om de uitnodiging in te trekken via radioprogramma’s, emails, persoonlijke druk op de zaalverhuurder en NiNsee. Vanuit de Surinaamse gemeenschap kwam er een tegenbeweging op gang om Hira een podium te geven om zijn mening te uiten. Het is afgesloten met een bijeenkomst op 6 juli 2019 waarin Hira alsnog zijn keynote speech heeft kunnen houden.

Het is allemaal goed gedocumenteerd:

  1. De volledige bijeenkomst is te zien op YouTube (met dank aan Djehuti en Randy Piankhi).
  2. Hira geeft zijn evaluatie hier.
  3. Glenn Codfried, voorzitter van het Comité voor de Waarheid, hield een gepassioneerde inleiding waarin hij het verhaal vertelde van zijn dochter die empowered werd door DTM-lezingen.
  4. Codfried had ook een interessante bijdrage over slavernijgeschiedenis en etniciteit: https://www.facebook.com/watch/?v=470124973802890
  5. De focus van extreem-rechts lag op het werk van Hira over dialoog en verzoening in Surinam. Riyaz Akhtar heeft een samenvatting gemaakt van de conferentie in 2017 die een stem gaf aan hen die geen stem hebben gehad, de 450 slachtoffers van politiek geweld in Suriname.
Eervolle huldiging van Hira door het Comite voor de Waarheid bestaande uit Glenn Codfried, Martha Koenders en Perez Jong Loi

Straatnaam in Amsterdam vernoemd naar Janey Tetary

De Hindostaanse gemeenschap heeft een overwinning geboekt in de strijd voor erkenning van het verzet tegen het kolonialisme. Eén van de leiders van dat verzet, een jonge vrouw genaamd Janey Tetary, wordt nu geëerd met een straatnaam in Amsterdam.

Standbeeld Janey Tetary in Suriname

Het verhaal van die strijd is hier gedocumenteerd:.

Een videoverslag van de strijd is hier.