Hier is het antwoord van president Bouterse op de oproep van Sandew Hira.
Geachte heer Sandew Hira,
Afgelopen week heb ik uw schrijven over waarheidsvinding gelezen over wat u noemt “een drama welk wij samen delen; de Decembermoorden van 1982”. Net als u noem ook ik het een drama. Ik zeg wel, dat daar vele gebeurtenissen zijn, vanaf 1980, en zelfs al daarvoor, die uiteindelijk hebben geleid tot dit drama.
Daarom noem ik het de “December-gebeurtenissen.” Net als u heb ik dit drama bij verschillende gelegenheden in het verleden een “zwarte bladzijde in onze geschiedenis” genoemd.
Ik weet niet of u het op dit moment wil horen, maar weet dat ik uw pijn en verdriet en dat van uw ouders, het hele gezin, alsook van andere nabestaanden begrijp. Wij zijn allen mens en geen van ons zou deze pijn en dit verdriet willen ondergaan, geen van ons gunt een ander deze pijn. Ik ook niet. En toch heeft het kunnen gebeuren.
Toen de “Groep van 16” in februari 1980 de staatsmacht overnam, had ik nimmer kunnen bevroeden hoe gevaarlijk het was om aan de macht te zijn. Er waren veel entiteiten in ons land die hun macht, en daarmee hun invloed, voor hun gezicht zagen wegglippen. Ik was mij toentertijd nog niet bewust van deze (verborgen) belangen en de verstrekkende reacties die daarop zouden volgen. De periode van euforie over de revolutie en de verandering die dit zou brengen, was nog niet eens over, of deze reacties kwamen reeds – vaak achter de schermen – op gang. Keer op keer werden kwade plannen, tegencoups, inmenging van buitenlandse inlichtingendiensten , onheilspellende geweldscenario’s, aanslagen door huurmoordenaars en infiltranten van buiten, tegen mij en getrouwen beraamd en sommige ook in uitvoering gebracht. Maar niet alleen van buiten, zelfs tot binnen in de “Groep van 16”, werden sommigen omgekocht door het aan hun aanbieden van visa en giften, met als doel het ingezette vernieuwingsproces ongedaan te maken.
U spreekt zelf over Chin-A-Sen en zijn verzoek aan u op het Ministerie van Binnenlandse Zaken van Nederland, om uw steun uit te spreken over een te ondernemen militaire operatie met de CIA in Suriname. U weigerde, want u gaat vanwege uw politieke principes niet met de CIA in zee. U weigerde, want onschuldigen zouden dood gaan. U bent voorstander van geweldloze actie. Ik noem u in deze een patriot.
Anderen hebben op hun beurt toen een andere keuze gemaakt. Surinamers werden verwikkeld in een strijd tegen Surinamers en dat door toedoen en met behulp van buitenlandse machten . Stelselmatige destabilisatie. Verhevigde machtsstrijd. De spanning was te snijden. De sfeer van angst in ons land was alom. Ik wist dat we Suriname voor de Surinamers moesten behouden en beschermen. Een zwarte bladzijde ontstond tegen wil en dank. Ik heb het mogen overleven. Maar de kosten voor Suriname waren hoog.
Ik zeg u eerlijk, ik begreep het niet, wij begrepen het niet, noch minder onze vrouwen, kinderen en ouders die wisten dat onze plannen altijd vóór Suriname
waren. Ik had nimmer andere intenties dan alleen een beter Suriname te scheppen. Hoe, wist ik nog niet helemaal. Ik wist wel dat het moest! Wij waren allen militairen en hebben ons verdedigd waar het moest en waar het niet anders kon, vaak met dezelfde middelen als zij die ons coûte que coûte wilden verwijderen. Reeds op mijn jonge leeftijd (34 jaar), was mijn leven radicaal veranderd: ik leefde continue tussen dood en leven. Moest ik doorgaan? Moest ik mijn volk in de steek laten? Moest ik dan toch kiezen voor een ander, zorgeloos leven? Nee, er was geen weg terug. Als militair en volksleider, is er maar één weg en dat is verdediging van land en volk, dus bleef ik volharden in mijn strijd voor een betere toekomst voor het volk van Suriname. Dit zou mijn leven blijven tot de dood met alle gevaren van dien.
Ik heb de afgelopen 35 jaar veel ervaring en veel inzicht mogen opdoen over hoe onmenselijk en meedogenloos de werking van macht kan zijn. En ik heb het vele malen aan den lijve ondervonden. Ik ben door de diepste dalen, nederlagen en aanslagen gegaan, maar ik heb ook successen geboekt door de steun van het volk.
Nu ik President ben, hoor ik er te zijn voor de hele samenleving. Ik kan me nauwelijks een voorstelling maken hoe het voor de nabestaanden moet zijn om mij in deze positie te zien. Tegelijkertijd hoor ik als President, maar ook als medemens, er te zijn wanneer mijn volk of delen daarvan problemen heeft, pijn en verdriet ondergaat. Ik wil er zijn om deze problemen en emoties te helpen oplossen en/of te verlichten. Ook ik heb in mijn leven fouten gemaakt, meerdere zelfs, met steeds andere helingsprocessen. Uw voorstel is evenwichtig, gericht op oplossing om samen als volk verder en beter te kunnen leven naar de toekomst. Een dergelijk voorstel om mee te werken aan waarheidsvinding, kwam niet eerder in deze vorm. Helaas. Ook niet van mij. Zal het waar zijn dat niets voor zijn tijd komt? Misschien is dit dan het moment.
Bij deze wil ik u zeggen dat ik uw voorstel accepteer om door waarheidsvinding deze zwarte bladzijde in onze geschiedenis om te slaan. Net als voor u zal dit ook voor mij een emotionele tocht zijn. Maar Suriname heeft recht op de waarheid, recht op afsluiting en verwerking, zodat we samen als natie verder kunnen.
Met respect en waardering,
D.D. Bouterse
25 juli 2015, Paramaribo