8 juli 2016
Pravini Baboeram
In 2012 werd Rishi Chandrikasing vermoord door de politie. Hij was 17 jaar, ongewapend en Hindostaans. Maar de Hindostaanse gemeenschap bleef angstvallig stil. Er was geen protest tegen politiegeweld. Er was geen oproep aan de politiek om etnisch profileren aan te pakken en de politieagent die de dodelijke kogel had gelost werd uiteindelijk vrijgesproken. De Hindostaanse gemeenschap werd geraakt door racisme, maar deed niets.
In 2015 werd Mitch Henriquez vermoord door de politie en in 2016 viel nog een dodelijk slachtoffer, Mitchell Winters. Hoewel de mainstream media dit aan zich voorbij probeerden te laten gaan, zorgde de Afro-Caribische gemeenschap ervoor dat het nieuws via social media gehoord werd en organiseerde protest tegen politiegeweld. De gemeenschap werd geraakt door racisme en stond op. Hoe komt dit?
Erfenis koloniaal verleden
De bewustwording over hoe institutioneel racisme de Hindostaanse gemeenschap raakt was in 2012 nog erg laag. Als je kijkt naar de beeldvorming over Hindostanen wordt dat snel verbonden met “braaf” en “geen problemen”. Dat willen veel Hindostanen graag zo houden en dus wordt iedere vorm van strijd of protest ontweken. Het is een erfenis van het koloniaal verleden dat laat zien dat een groot deel van de Hindostaanse gemeenschap nog gekoloniseerd is in de geest. We houden liever het beeld op van de succesvolle en goed geïntegreerde Hindostaan dan kritische vragen te stellen over racisme op de arbeidsmarkt en culturele kaping van Holi. Hoe breng je in deze context nu een dekoloniaal bewustwordingsproces op gang?
De eerste stap
Een reis van 1000 kilometers begint met de eerste stap. Mijn eerste stap was een masterclass Decolonizing the Mind (DTM) bijwonen gericht op de Afro-Caribische gemeenschap. Het was een eerste eye opener in hoe kolonisatie van de geest werkt en hoe je naar de wereld kunt kijken vanuit een dekoloniaal perspectief. Ik werd ervan bewust hoe ook ik koloniale denkbeelden had en hoe ik dingen die vroeger zo vanzelfsprekend leken nu vanuit een ander perspectief bekeek.
Ik besloot om een dergelijke masterclass voor Hindostaanse jongeren te organiseren. Als vrijwilliger van het Sarnámihuis, een online community gericht op behoud en ontwikkeling van de Hindostaans identiteit, kreeg ik de vrijheid om dergelijke initiatieven op te zetten. Uiteindelijk nam er een kleine groep deel die interesse toonde in deze kennis, maar voldoende om een netwerk te vormen van jongeren die maatschappelijk actief waren en het dekoloniale kader in hun werk een plek wilden geven.
Verborgen heldin: Tetary
Samen met deze jongeren wilde ik de dekoloniale kennis vertalen naar praktijk. Maar woorden zijn makkelijker uit te spreken dan het verrichten van daden. Bij concrete plannen lieten de meesten het afweten. Ik besloot de verbinding te zoeken met datgene waar mijn kracht ligt: kunst. Eén van de dingen die mij het meest was bijgebleven na de masterclass waren de verhalen van verborgen helden en heldinnen. Ik had nog nooit gehoord van de heldin Anacáona, een hoofd van de inheemse Taíno-stam in Hispaniola. Maar dankzij het nummer van Cheo Feliciano die haar levensverhaal bezong leerde ik haar verhaal kennen. Ik wilde hetzelfde doen voor een verborgen Hindostaanse heldin, Janey Tetary. Het idee leidde tot een samenwerking met verschillende Hindostaanse artiesten, onder wie 3wish die ook had deelgenomen aan de masterclass en geïnspireerd was geraakt door het verhaal van Tetary. Het muzikale eerbetoon ging gepaard met een videoclip, waarin beelden van de OHM documentaire over Tetary de teksten tot leven brachten.
Verborgen verhalen: Indian History Month
Maar één nummer over een verborgen heldin was niet voldoende om bewustwording op gang te brengen. De verborgen verhalen moesten ook op andere manieren de gemeenschap in gebracht worden. Naar model van Black History Month besloot ik Indian History Month op te zetten. Vol goede moed begon ik in 2015 met het organiseren van de eerste editie. Het idee was om gedurende de maand juni een reeks activiteiten te organiseren waarin verborgen helden centraal stonden. Maar er waren weinig podia die ruimte zagen voor een dergelijk concept. Ik besloot dan ook om een social media campagne te voeren via de facebookpagina van het Sarnámihuis. In de maand juni plaatsten we elke dag een verhaal van iemand uit de Indiase diaspora die een bijzondere bijdrage heeft geleverd aan kunst, cultuur, wetenschap, sociale strijd en sport. In 2016 stond de geschiedenis van Hindostaanse contractarbeid centraal.
Hoewel er weinig animo was in het eerste jaar, vond ik het wel belangrijk om het te continueren, wetende dat dergelijke initiatieven ook moeten groeien. In de tweede editie merkte ik de verandering in bewustwording. Hoewel ik niet van plan was activiteiten te organiseren en mij weer wilde richten op een social media campagne, kreeg ik naar aanleiding van mijn activisme verzoeken vanuit de gemeenschap om lezingen te houden. Dit leidde tot een agenda van vier lezingen in verschillende steden. Daarnaast merkte ik dat het aantal likes op de facebookpagina van het Sarnámihuis begon te stijgen. Waar we normaal weinig respons op onze posts kregen, begonnen mensen te reageren en de berichten te delen. De bewustwording kwam op gang dankzij de dagelijkse updates met een kant van de geschiedenis die niemand eerder had gehoord.
Single issue campagne: Holi is geen Houseparty
Een belangrijk onderdeel van dekolonisatie van de geest is om de verbanden te zien tussen koloniale geschiedenis en de impact ervan op het heden. De discussie over Zwarte Piet heeft bloot gelegd hoe het gebrek aan historisch besef bijdraagt aan het in stand houden van racistische stereotypes. De strijd voor afschaffing van Zwarte Piet heeft ook laten zien hoe publieke discussie bijdraagt aan bewustwording en emancipatie. Hoewel Zwarte Piet een symptoom is van een dieper liggend probleem, heeft de single issue campagne focus aangebracht in de strijd tegen institutioneel racisme.
Die focus voor de Hindostaanse gemeenschap kwam bij mij in beeld toen ik de aankondiging zag van het Holi Festival of Colors in de zomer. Het festival verandert het lentefeest Holi, één van de belangrijkste hoogtijdagen uit het Hindoeïsme, in een houseparty in de zomer. Het is een schaamteloze vorm van ´cultural appropriation´ en ik wist dat velen mijn bezwaren tegen culturele kaping van Holi deelden. Andere individuen hadden al geprobeerd met de organisatie in contact te treden en hun bezwaren te uiten. Maar die individuele bezwaren hadden weinig effect. We moesten die individuen verenigen en komen tot een gezamenlijke strategie. De vraag was waar die mensen te vinden waren.
Ik deed een oproep in mijn column over Holi housefeesten in de zomer en vroeg aan de lezers welke stappen konden worden ondernomen. Mijn column riep op Facebook veel reacties op en leidde tot een uitnodiging van OHM voor deelname aan de talkshow “Dialoog & Levensbeschouwing”. Tijdens de talkshow kwamen drie verschillende onderwerpen aan bod: de nieuwe generatie Hindostaanse jongeren, female empowerment en Holi. De discussie over Holi was mooi en pittig, er kwamen verschillende perspectieven aan bod en het leidde zelfs tot een discussie na de afronding van de opnames. Ik was hoopvol gestemd dat de uitzending van deze discussie op landelijke televisie veel mensen aan het denken zou denken en in ieder geval een basis zou bieden voor kijkers om zelf een mening te vormen.
Maar die hoop werd al snel de grond in geboord, toen ik een mail ontving van de redactie van OHM. De discussie over Holi was uit de talkshow geknipt. De gesprekken zouden te lang zijn voor de uitzending en de redactie vond het beter om twee onderwerpen volledig te behouden dan in alle drie de onderwerpen stukken te knippen. De discussie over Holi vonden ze het minst passen in het geheel, dus werd die geschrapt. Om het toch goed te maken en het publiek de discussie niet te onthouden werd beloofd het item over Holi op de website te plaatsen, zodat het in ieder geval online bekeken kon worden. Dit item is naar mijn weten nooit online gezet. Het was voor mij een eerste kennismaking met de angst die heerst om deze discussie publiekelijk te voeren en de rol van de media.
Op Facebook werd ondertussen het idee geopperd om een actiegroep op te zetten. In mei 2015 reageerden twee jongeren met een serieuze betrokkenheid om actief bij te dragen aan een daadwerkelijke protestcampagne: Shivani Jagroep en Triwish Hanoeman. Shivani was actief bij de New Urban Collective en Triwish was onderdeel van het eerbetoon aan Tetary. Interessant aan deze samenstelling is dat geen van ons diep religieus geworteld is. We hebben allemaal een band met het geloof en zijn enorm trots op onze identiteit en geschiedenis, maar hadden geen banden met mandirs (Hindoetempel) of religieuze organisaties. Wij vonden de kwestie van culturele kaping belangrijk vanuit een sociaal-culturele identiteit en benaderden het vanuit een dekoloniaal kader. Bezwaren van anderen kwamen vooral voort uit een religieuze identiteit. De uitdaging hierin was om die religieuze identiteit te verbinden met empowerment en educatie. Een moeilijk proces, omdat het religieuze aspect soms gepaard gaat met conservatieve ideeën en koloniale denkbeelden. Onze campagne moest dus stapsgewijs strijdvaardigheid aanwakkeren en daadwerkelijke actie aanmoedigen.
We besloten een campagneplan op te zetten met de titel “Holi is geen Houseparty”. We formuleerden de eis dat de Holi housefeesten in de zomer Holi uit hun naam en communicatie moesten halen, omdat Holi een religieus lentefeest is. We eisten respect voor die religieus-cultureel-historische context en het spirituele gedachtegoed van Holi. We zetten een Facebook-pagina op, www.facebook.com/actiegroepholi, en hoopten op een paar honderd likes om een eerste achterban op te bouwen. Binnen twee weken hadden we al meer dan 1000 likes bereikt, onze mond viel open van verbazing. Ons protest bleek veel meer draagvlak te hebben dan we dachten. Identiteit was diepgeworteld en mensen wilden wel hun stem laten horen.
House negro
De grote steun voor onze actie riep ook een tegenreactie op uit onze eigen gemeenschap. In juni 2015 verscheen een artikel op Nieuwwij met de titel “niet-Hindoes mogen ook Holi vieren”. In het artikel kwamen de klassieke koloniale argumenten aan bod: reverse racism, blaming the victim, bagatelliseren van het protest, karaktermoord en dankbaarheid voor de onderdrukking. Het was een duidelijke poging tot framing, waarbij wij werden gepositioneerd als conservatieve Hindoes die de vrijheid van anderen ontnamen. We zagen dit als een mooie kans om de koloniale argumenten te analyseren vanuit een dekoloniaal kader. In onze conclusie verwezen we naar de analyse van Malcolm X over de rol van de “house negro” en beargumenteerden waarom dit artikel de Hindostaanse versie ervan weerspiegelde, de “house koelie”. Hiermee werd de discussie naar het publieke domein gebracht en ontstond er een verhit debat over de protestactie. Sommigen vonden dat we de schrijfster van het artikel niet zo mochten positioneren en meenden dat je concepten uit de slavernijgeschiedenis niet kon toepassen op de Hindostaanse gemeenschap van nu.
Met onze kritiek op het artikel stond het vraagstuk over Holi meteen op de agenda. Het dwong mensen een standpunt in te nemen en met argumentatie te komen. Ook bood het artikel de aanknopingspunten voor onze verdere dekoloniale empowerment en educatiecampagne. Een eerste stap was om de dekoloniale argumentatie op een rij te zetten, dus ontwikkelden we een discussie toolkit, waarmee we voor ieder argument tegen ons protest een tegenargument voor onze actie formuleerden. Op deze wijze kregen mensen handvatten om zelfstandig in hun eigen kring de discussie te voeren.
Tussen conservatief en gekoloniseerd
Een tweede stap was om de religieuze autoriteiten te raadplegen. In het artikel werd verwezen naar wijsheden uit de geschriften, die werden vervolgens door de schrijfster geïnterpreteerd en koloniaal ingekaderd. Het bracht ons op het idee om degenen te raadplegen die daadwerkelijk de geschriften hadden bestudeerd en konden interpreteren vanuit een religieus kader: de (Hindoe priesters). We kwamen in een netwerk terecht van mandirs en pandits die vanuit de waarden van het Hindoeïsme beargumenteerden dat ons protest een goede zaak was en in het belang van de gemeenschap. We publiceerden interviews met pandits die de betekenis van Holi en het belang van de verbinding met de lente uitlegden. We ontvingen uitnodigingen van mandirs om mensen na religieuze diensten toe te spreken en op te roepen tot steun en actie.
Ook dit was een interessante ervaring, omdat we moesten navigeren tussen conservatieve en koloniale perspectieven. De conservatieve hoek vond dat Holi door veel Hindoes zelf geweld wordt aangedaan door vlees en alcohol te nuttigen. De koloniale visie was dat we dankbaar moesten zijn dat witte mensen Holi bekend maken onder een breder publiek. Wij moesten hierin een duidelijk standpunt nemen en dit ook onderbouwen in de discussie. Ook hierin bleek focus een belangrijk onderdeel van de campagne: wij houden vast aan de context van de lente. Iedereen mag voor zichzelf bepalen of hij/zij wel of geen vlees of alcohol nuttigt, maar alle Hindoes blijven trouw aan Holi in de lente, dus haal Holi uit de naam van de zomerfeesten. In dit proces bleek dat ondanks de verschillende perspectieven op de invulling van Holi door Hindoes en de uitdagingen in de eigen gemeenschap, de meeste partijen ons wel steunden in het gezamenlijke doel. Omdat wij als enige actiegroep een heldere eis hadden geformuleerd en een duidelijke strategie, was het makkelijk voor hen om zich achter ons te scharen.
Gezichten van de beweging
Een derde stap was om een gezicht te geven aan de beweging. Waar de weerstand zich richtte op de drie kernleden en daarmee het protest wilde reduceren tot een kleine groep, benaderden wij mensen uit de gemeenschap die actief hun steun wilden betuigen. We zetten de fotocampagne Respect My Culture #holiisgeenhouseparty op om de steun van deze mensen zichtbaar te maken. De campagne leverde meer dan 100 foto´s op, onder andere van keyfigures uit de Hindoegemeenschap en bezoekers van mandirs.
Dekoloniale concepten voor de massa
Eén van de grootste uitdagingen in dit hele proces was om dekoloniale concepten uit te leggen aan een massa die nog niet bekend is met dekoloniale theorie. Onwetendheid kan frustrerend zijn en ertoe leiden dat we de moeite niet meer nemen om het gesprek aan te gaan. Maar in de gesprekken vindt juist het leerproces plaats. En dat leerproces kost tijd, gesprekken die we voeren zijn zaadjes die we planten en pas later tot bloei komen. Dit is niet alleen een leerproces voor de ander, maar ook voor ons. Het biedt inzichten in de belevingswereld en behoeften, soms zelfs aanknopingspunten voor verfijning van de DTM concepten.
Een goed voorbeeld hiervan is hoe we het verschijnsel van ‘cultural appropriation’ hebben geprobeerd uit te leggen aan een publiek dat nog niet ermee bekend was. De letterlijke vertaling van culturele toe-eigening was te abstract en moeilijk in simpele termen samen te vatten. In eerste instantie hebben we in de campagne de invalshoek van “minachting” en “cultuurverkrachting” genomen. Hierbij boden we een tegenhanger voor de zogenaamde culturele waardering die de festivals claimden uit te dragen voor Holi. Door het tegenovergestelde van waardering te pakken als concept en dit te onderbouwen met feitelijke argumenten, werd voor het onwetende publiek het probleem duidelijk. We bleven echter worstelen met de terminologie, totdat we een interview tegen kwamen met iemand uit de Hindostaanse gemeenschap die in zijn gepassioneerde betoog zei dat het Holi Fusion Festival culturele kaping pleegt van Holi. Hiermee werd in één klap duidelijk wat de kern was van het gevoel.
Dankzij dat interview hebben we de uitleg van ‘cultural appropriation’ ontwikkeld tot het concept van culturele kaping, waarbij we vijf punten formuleerden waaraan je culturele kaping kunt toetsen. Vervolgens beargumenteerden we waarom de Holi housefestivals hieraan voldeden. Ook vertaalden we ieder punt naar een visuele flyer waarin de tegenstellingen visueel zichtbaar waren, bijvoorbeeld pandits die bidden versus een house DJ.
De dreiging van protest
In juli 2015 wisten we een gesprek te organiseren met de initiatiefnemer van het Holi Festival of Colors, Maxim Derenko, een Duitse ondernemer. Hij reageerde naar aanleiding van de protestbrief die we namens 15 Hindoe-organisaties hadden gestuurd. In de brief dreigden we met demonstraties bij hun festivals als ze geen gesprek met ons wilden aangaan. In een Skype gesprek van een half uur werden grote meningsverschillen duidelijk over respect voor de Hindoe cultuur. Derenko was van mening dat er van belediging geen sprake was, omdat dat niet de bedoeling is van het festival. Toen wij hem duidelijk maakten dat veel Hindoes het festival wel als belediging ervaren, schoof hij dat terzijde als niet relevant. Op ons argument dat hij de waarden van Holi verdraait door een lentefeest als een zomerfeest te presenteren, had hij geen antwoord. Ons concreet voorstel aan Derenko was om de verbinding met Holi in de communicatie en naam te verbreken en het festival gewoon als een Festival of Colors te presenteren. Hij weigerde. Wat hij wel toegaf, was dat het festival in Nederland niet meer zou plaats vinden. Hoewel hij dit niet met zoveel woorden zei, konden we tussen de regels door lezen dat hij de dreiging van demonstraties bij hun festival niet als risico wilde nemen en geen negatieve publiciteit wilde. We hadden ons eerste succes behaald.
Religie en politiek
In de zomer van 2015 ontving ik een uitnodiging om deel te nemen aan een pilot talkshow van Pauw Academy. In de talkshow mocht ik in discussie gaan met een pandit die zich expliciet had uitgesproken tegen onze actie. De discussie tijdens de uitzending was opmerkelijk, de pandit reageerde nergens inhoudelijk op en leek als enige doel te hebben mensen aan te sporen ons niet te steunen. Na de opnames heb ik de pandit aangesproken om hem uit te nodigen voor een dialooggesprek. Ik gaf aan dat iedereen recht heeft op zijn/haar mening en dat het niet erg is om verschillende perspectieven te hebben. Wat wel belangrijk is, is dat de meningen gebaseerd zijn op feiten en niet op aannames. Dat kan alleen als we in gesprek gaan en in dialoog nagaan wat oplossingen kunnen zijn. De pandit antwoordde met een glimlach dat hij het hier helemaal mee eens was en graag met ons in gesprek ging. In de dagen daarna heb ik via verschillende kanalen geprobeerd contact met hem te leggen, maar tot de dag van vandaag nul respons ontvangen. Wat ik wel vernam uit mijn netwerken was dat de pandit met een actieve lobby bezig was tegen onze actiegroep. Het werd mij duidelijk dat ook hij een politieke agenda had.
Zijn pogingen waren echter niet succesvol. In het najaar van 2015 ontvingen we een uitnodiging van de voorzitter van Hindu Forum of Europe om te spreken op de General Assembly in november 2015 in Brussel. In het bijzijn van vertegenwoordigers van Hindoe-organisaties uit heel Europa deden we een oproep om krachten te bundelen op internationaal niveau en te protesteren tegen de Holi housefeesten. Dit was een belangrijke stap om internationale solidariteit en eenheid te bewerkstellingen.
Protestactie: Holi Flashmob
De online en mediacampagne hadden de basis gelegd voor een eerste bewustwordings- en empowerment slag. Nu was het tijd om die bewustwording om te zetten in actie. We wisten dat actie voeren niet gangbaar is in de Hindostaanse gemeenschap en er weinig animo zou zijn voor een confrontatie met het Holi Fusion Festival zelf. Daarom besloten we te zoeken naar een vorm die aansloot bij de belevingswereld van Hindostanen, maar waarmee tegelijkertijd een krachtig statement gemaakt kon worden. We kwamen op het idee van een flashmob. Met de flashmob wilden we iedereen binnen en buiten de Hindoe gemeenschap uitnodigen om samen Holi, in haar oorspronkelijke context, te vieren met respect voor het spiritueel erfgoed. Op deze wijze wilden we bijdragen aan meer zichtbaarheid van Holi vanuit de Hindoegemeenschap en een statement maken dat Holi in de zomer geen optie is.
Maar de aanmeldingen vielen tegen. We moesten zelfs een flashmob cancellen, omdat er geen aanmeldingen waren in Rotterdam. De werving was uitdagend met de nodige frustraties. Maar uiteindelijk wisten we een groep mensen te betrekken die enthousiast waren en ook wisten dat het niet zomaar een dans was, maar een optreden met een kritische boodschap. Op 23 maart 2016 deden we drie flashmobs in Den Haag en Amsterdam: om 12.15 op de Shri Vishnu School in Den Haag; om 16.15 op Holi Hungámá in Wijkpark Transvaal en om 19.00 op Outdoor Holi in Amsterdam Zuidoost. Met tientallen deelnemers die meededen maakten we gezamenlijk een statement maakten tegen Holi in de zomer. Hoewel de flashmob genegeerd werd door mainstream media, waren de beelden luid en duidelijk op social media.
Van bewustwording naar actie
Dat onze campagne effect had realiseerde ik me toen ik een bericht ontving via onze facebook pagina. Het was een attentie op het PhysiQ Holi Fest. De vrouw had op eigen initiatief al een bericht gestuurd naar de organisatie, maar wilde ons erop attenderen voor actie vanuit onze groep. We namen contact met haar op en stemden acties af. De vrouw had al een afspraak ingepland met de directrice van de organisatie en wij hadden via Facebook al een verzoek ingediend om de naam te wijzigen. Het bedrijf reageerde direct: “Zoals u wellicht gezien heeft hebben wij de naam uit respect, voor de Nederlandse Hindoegemeente, aangepast en hopen u hiermee tegemoet te komen.” De vrouw was blij en gaf aan dat ze zo´n snel succes niet had verwacht. Het laat zien dat ze ondanks het idee dat haar actie weinig effect zou hebben toch gemotiveerd genoeg was om actie te ondernemen en ons als steunpunt hierin zag.
DTM theorie en praktijk
Ik heb ontzettend veel geleerd van de campagne. Soms leek er geen beweging in de gemeenschap te komen en was de strijd frustrerend. Maar als je kijkt naar het groter geheel hebben we een belangrijke beweging in bewustwording op gang gebracht. Wat waren voor ons belangrijke lessen?
Les 1: Stap uit de activistische kring, stap de gemeenschap in
Het is veilig en comfortabel om in de activistische kringen te blijven die de terminologie en theoretische kaders kennen. Maar die mensen begrijpen de problematiek al en hoef je niet te overtuigen van de oplossing. Het gesprek moet plaats vinden in de gemeenschap, op plekken waar het gevoel van onrecht leefde, maar waar de mensen nog niet de taal en kaders hebben om de discussie te kunnen voeren. Voor deze campagne had ik nauwelijks een stap gezet in een mandir. Het idee om in een gebedstempel te spreken was redelijk intimiderend, omdat ik als spreker in een religieuze setting stapte zonder religieuze autoriteit te hebben. Voeg daaraan toe dat we complexe materie in simpele termen moesten kunnen overbrengen. Cruciaal hierin is geweest de discussie toolkit, omdat we daarmee een antwoord hadden geformuleerd op alle mogelijke vragen. Daarnaast hadden we de steun van de religieuze autoriteiten die in persoonlijke gesprekken met ons de deur openden naar hun achterban. Niet alle religieuze leiders stonden hiervoor open en sommige deuren bleven dan ook gesloten. Maar dat was een kleine minderheid.
Les 2: Spreek de mensen aan op hun waardigheid, niet op hun onwetendheid
In de discussies die we hebben gevoerd met mensen hebben we de trots op de Hindostaanse identiteit als uitgangspunt genomen. We deden een beroep op hun waardigheid als Hindoe met de slogan Respect My Culture en droegen van daaruit de dekoloniale argumenten aan. Sommigen reageerden meteen positief, omdat ze een kader aangereikt kregen die hun sentimenten onderbouwde. Anderen moesten uit het koloniale denkkader stappen en hadden nog nooit naar het vraagstuk gekeken vanuit een nieuw perspectief. Een handvol blijft in ontkenning of waait met de mainstream wind mee. Als je de wereld eenmaal door een dekoloniale bril bekijkt, zijn de onderdrukkingsmechanismen kraakhelder. Soms vergeten we dat dit niet voor iedereen zo is en is het makkelijk om mensen aan te spreken op hun onwetendheid. Maar dit kan intimiderend zijn en een averechts effect hebben: mensen voelen zich niet veilig en zullen zich daardoor niet open stellen voor een nieuw perspectief.
Les 3: Ken jouw doelgroep, volg de gebruiksaanwijzing
Iedere gemeenschap heeft haar eigen gebruiksaanwijzing. Hoewel we zelf uit de gemeenschap komen, was het voor de campagne ook een proces om die gebruiksaanwijzing beter te leren kennen. Op 20 augustus organiseren we een protestactie in Eindhoven bij het Holi Fusion Festival. In onze gesprekken met Hindoevertegenwoordigers kregen we een aantal keer de vraag: “is het protest vreedzaam?”. Dit is voor ons een vanzelfsprekendheid, maar we realiseerden ons dat er in onze gemeenschap een ander beeld bij protest bestond. Voeg daaraan toe dat Hindostanen niet gewend zijn middels protest zich in het publieke debat te laten horen. In onze communicatie moeten we dus constant benadrukken dat het protest vreedzaam is en gebaseerd is op ons recht als Nederlandse burgers. Daarbij is een Facebook evenement aanmaken en delen niet genoeg. We moeten proactief te werk gaan en persoonlijke belrondes doen om mensen aan te moedigen mee te gaan.
Les 4: In teaching, I’m learning
Bewustwording gaat gepaard met educatie en empowerment. Maar in dat proces hebben ook wij enorm veel geleerd. Hoewel we eerder hadden bijgedragen aan de anti-racisme beweging, was dit voor het eerst dat wij de lead namen in een campagne. We leerden dat er verschillen en overeenkomsten waren binnen verschillende gemeenschap in de strijd tegen institutioneel racisme. De verschillen dwongen ons om een strategie te bedenken die aansluit bij onze context. De overeenkomsten leerden ons wat de succesfactoren en valkuilen zijn. Daarnaast leerden we activisme te benaderen vanuit een religieuze hoek. In onze campagne maakten we kennis met de strijdbaarheid binnen de Arya Samaj stroming en de geschiedenis van strijdbaarheid waaruit de stroming is voortgekomen. Het bood ons handvaten om vanuit religieuze basis het protest te positioneren en onderbouwen. Hierin leerden ook wij veel van anderen uit de gemeenschap. Het concept van culturele kaping hebben we niet zelf bedacht, maar werd ons aangereikt door een sleutelfiguur uit de Hindoegemeenschap in Eindhoven. De term hebben we herkend als concept en verder uitgewerkt in onze campagne.
Maar we leerden niet alleen van mensen die ons steunden, we gebruikten de weerstand die we tegenkwamen in ons protest continu als leermoment om de campagne te verscherpen. Toen er een videoblog werd gepost waarin kritiek werd geuit op onze campagne, plaatsten we een video respons waarin de beelden en argumentatie van de blog werden getoond en visueel werden bekritiseerd en geanalyseerd. Toen mensen dankbaarheid toonden aan witte organisaties voor toegankelijk maken van Holi voor een groter publiek, publiceerden we een Holi agenda om aan te geven dat Hindoes zelf genoeg gelegenheid bieden om Holi te vieren.
Les 5: United we stand, divided we fall
In een context van een diversiteit aan perspectieven en meningen binnen de gemeenschap is het lastig om eenheid te creëren. Als we niet oppassen, vallen we zelf soms ook in de koloniale valkuil van verdeling door te focussen op verschillen in plaats van overeenkomsten. Toen we net begonnen met de campagne werden we beschuldigd door mensen uit onze gemeenschap van het zaaien van verdeeldheid. Ons antwoord was dat de discussie een verdeeldheid zichtbaar maakte die er al was en we met de campagne juist mensen bij elkaar brachten die één gezamenlijk doel nastreefden: culturele kaping van Holi tegen gaan. Toen we een protestbrief stuurden naar het “Holi” Festival of Colors hadden we 15 organisaties weten te verenigen. Toen we een jaar later een protestbrief stuurden naar het “Holi” Fusion Festival hadden bijna 30 organisaties de brief ondertekend. Nu we bezig zijn met de protesactie in Eindhoven hebben we inmiddels steun toegezegd gekregen van 41 organisaties. Intern voeren we discussie, maar we weten dat we een gezamenlijk doel hebben die we extern blijven uitdragen.
We blijven leren en we blijven strijden. Soms met frustraties, maar vaak met inspiratie door medeactivisten, gemotiveerde mensen uit de gemeenschap en de erfenis van degenen die ons voor zijn gegaan in de strijd voor gelijkheid en menswaardigheid.