Analyse van de definitieve uitslag van de Surinaamse verkiezingen van 2025

 

Sandew Hira
1 juni 2025

Wijzigingen in de analyse

Mijn vorige analyse was gebaseerd op de door Starnieuws gepubliceerde verkiezingscijfers. De definitieve cijfers zijn nu binnen.

Ik heb ze in onderstaande tabel verwerkt.

Qua analyse verandert er niet veel. De grootste verandering is in de opkomst. Er moesten nog 39.006 stemmen worden toegevoegd, waardoor het opkomstpercentage van 58% in de vorige versie naar 68% is gegaan. Er is nog steeds sprake van een daling van de opkomst, maar met 5% i.p.v. 15%. Het aantal kiesgerechtigden is met 16.737 (4%) toegenomen ten opzicht van 2020, maar het aantal mensen dat daadwerkelijk is gaan stemmen is met 6.297 afgenomen (-2%). De conclusie blijft staan: Het Surinaamse volk is moe van polarisatie en gekissebis en laat de politiek links en rechts liggen. Dat is heel zorgelijk.

De analyse per partij is min of meer hetzelfde gebleven.

De VHP heeft 21.590 stemmen verloren, maar als de partij uitsluitend het van Hindostanen had moeten hebben (27% van de bevolking), dan hadden ze 73.688 stemmen moeten krijgen in plaats van 86.788. Dat betekent dat er minimaal 13.100 niet-Hindostanen op de VHP hebben gestemd. Minimaal, omdat niet alle Hindostanen op de VHP hebben gestemd. Dat is een indicatie dat de VHP de etnische barrière nog steeds weet te breken en mensen steeds meer om ideologische redenen stemmen.

De NDP is gegroeid met 27.416 stemmen, maar in 2015 had ze 117.571 stemmen. Ze heeft nog steeds 24.293 (20%) niet kunnen terughalen.

Coalitievorming

Ik ben aangenaam verrast door de snelheid en doortastendheid waarmee Jenny Simons de zaken aanpakt. Ze is in staat geweest om de eenheid binnen de NDP te bewaren door het beëindigen van een strijd om het presidentschap. Ze heeft een intentieverklaring tot stand weten te brengen met NPS, ABOB, PL, A20 en BEP, daardoor ze een tweederde meerderheid in het parlement heeft voor de verkiezing van het presidentschap.

In mijn vorige analyse pleitte ik nog voor een coalitie tussen NDP en VHP, omdat dat de meest brede basis zou zijn voor een regering. Ik heb me vergist. Een andere brede basis is mogelijk en bied zelfs nog meer mogelijkheden om de problemen van de toekomst aan te pakken.

Het argument van etnische vertegenwoordiging in de regering kan gemakkelijk worden opgevangen door een etnische samenstelling van de regering die recht doet aan etnische diversiteit. Bovendien zien we dat ideologie in toenemende mate een belangrijke rol speelt in de politiek, en daar zal het in de toekomst ook om gaan. Als de regering een beleid voert die merkbare verbetering brengt in het leven van alle Surinamers, dan maakt de etnische samenstelling van de regering niet veel uit.

Visie op lange termijn

Daarom blijft de grootste uitdaging hoe de economie zodanig in te richten dat grote delen van de bevolking de vruchten van de gas- en olie boom gaan plukken. Rudolf Elias, voormalig directeur van Staatsolie, heeft in een zeer interessant interview aangegeven dat de inkomsten van de staat met een factor vijf tot zes zouden kunnen gaan groeien in deze regeerperiode. Dat is enorm. Elias maakt een belangrijk punt. Hij zegt: “We moeten een brede maatschappelijke discussie houden want, en dat kan ik je garanderen, geen enkel plan hoe mooi het ook is werkt als het niet breed gedragen wordt. Dus we moeten eerst ervoor zorgen dat we scenario’s draaien, dat we naar de partijen toe gaan, dat we naar het bedrijfsleven gaan, dat we naar de vakbonden gaan, dat we naar de sociale gemeenschappen gaan en naar de politieke partijen en dat we een soort consensusmodel vinden over waar we naartoe willen met het land… Als we niet een plan hebben waar iedereen achter staat dan betekent dat automatisch dat de wetten die daaruit voortvloeien op zichzelf staan en dat die misschien wel niet werken in de toestand waarin je het wil hebben.”

Hij heeft gelijk. De grootste uitdaging voor de progressieve beweging is niet af te wachten totdat “deskundigen” met een plan komen. Ze moet een eigen lange termijn visie ontwikkelen op de economie en samenleving voor de komende vijftig jaar op basis waarvan beleidsplannen voor de komende jaren worden ingevuld. Die visie brengt ze in in de maatschappelijke discussie die gaat komen.