Categorie archieven: 2025-05

Analyse van de Surinaamse verkiezingen

Sandew Hira

26 mei 2025

Inleiding

De Surinaamse verkiezingen van 2025 zijn om meerdere redenen historisch te noemen. Het is de eerste keer dat verkiezingen worden gehouden op basis van nationale evenredigheid en niet meer op basis van het districtenstelsel. Het is de eerste keer dan Bouterse niet meedoet bij de verkiezingen. Het is de eerste keer dat een vrouw kans maakte om de vrouwelijke president van Suriname te worden.

Als we een vergelijking met voorgaande jaren willen maken, dan moeten niet uitsluitend op het aantal zetels afgaan, omdat in het districtenstelsel het aantal zetels geen afspiegeling was van de wil van de bevolking.

De betekenis van de uitslag

1. De opkomst en het vertrouwen in de politiek

Het vertrouwen van het Surinaamse volk in de politiek is flink afgenomen. Dat moet een zorgelijk signaal zijn voor alle politici. In 2015 was het opkomstpercentage 75%, in 73% en in 2025 58%. Het aantal kiesgerechtigden is met 17.000 toegenomen (4%), maar het aantal mensen dat daadwerkelijk is gaan stemmen is met 45.000 afgenomen (-16%).

Het Surinaamse volk is moe van polarisatie en gekissebis en laat de politiek links en rechts liggen. Dat is heel zorgelijk. Apathie kan op den duur omslaan in radicalisme. Een extremistische groep die zich afzet tegen het hele politieke establishment kan in korte tijd in kracht toenemen, zoals we hebben kunnen zien in veel delen van de wereld inclusief Brazilië en Argentinië. Het is voor alle politieke leiders van belang dat het vertrouwen in de politiek weer toeneemt.

2. VHP

De VHP heeft 3 zetels verloren. Ze is van 20 naar 17 zetels gegaan. Dat is niet slecht voor een regeringspartij die een economische crisis moet managen. Maar als we naar het stemmenverlies kijken, dan is de situatie dramatischer. De VHP heeft 30.000 stemmen verloren. In 2020 had ze 108.378 stemmen en nu 75.852. Dat is een afname van 30%, bijna eenderde. Maar 17 zetels is niet slecht binnen de Surinaamse machtsverhoudingen.

3. NDP

De NDP heeft het goed gedaan, maar niet geweldig. Ze heeft twee zetels gewonnen (van 16 naar 18) en is gegroeid van 65.862 naar 79.309 stemmen, een toename van  13.447 stemmen (20%). Op basis van evenredigheid zou ze in 2020 niet 16, maar 12 zetels hebben behaald. Haar stijging in zetels zou dan van 12 naar 18 zijn gegaan. Maar vergeleken met 2015 toen ze 117.571 in stemmen kreeg, is er nog steeds sprake van een afname met 38.262 stemmen. De NDP heeft in tien jaar tijd bijna 40.000 stemmen verloren. Ze heeft éénderde van haar oorspronkelijke steun uit 2015 niet in 2025 weten te behouden.

3. NPS

Ogenschijnlijk heeft de NPS flink gewonnen, van 3 naar 6 zetels. Maar dat is een optisch bedrog. In 2020 waren de verkiezingen gebaseerd op het districtenstelsel. Als er toen evenredigheid was gehanteerd, dan had de NPS 6 zetels gehad. Op basis van evenredigheid is de partij niet vooruit- of achteruitgegaan. Als we naar het aantal stemmen kijken, dan ziet het er slechter uit. In 2020 had ze 32.394 stemmen en in 2025 26.142, een afname met 6.252 stemmen (19%).

4. ABOP

ABOP heeft het goed gedaan. In aantal zetels is ze gelijk gebleven (6), maar in aantal stemmen is ze vooruit gegaan, van 24.956 naar 26.390 stemmen, een toename van 1.434 (6%). Dat is goed, als je ervan uitgaat dat ze regeringsverantwoordelijkheid draagt en de andere regeringpartij VHP een verlies van 30% heeft moeten incasseren.

5. PL

PL heeft het heel slecht gedaan, hoewel ze in zetelaantal gelijk gebleven is (2). In 2020 had ze 16.263 stemmen en in 2025 9.265, een afname met bijna de helft (44%), namelijk 7.358. Ze had korte tijd regeringsverantwoordelijkheid gedragen, maar haar uittreding heeft niet geleid tot meer steun bij de bevolking, integendeel.

6. BEP

BEP heeft het goed gedaan. Vanwege het districtenstelsel had ze in 2020 2 zetels, terwijl ze er 1 zou krijgen op basis van evenredigheid. In 2020 had ze 6.835 stemmen en in 2025 6.237. Haar aanhang en zetelaantal is redelijk stabiel.

7. A20

A20 had in 2020 4.501 stemmen en in 2025 6.233, een toename van 1.732 (38%). Dat is niet slecht. Ze heeft nu 1 zetel binnengehaald, terwijl ze de vorige keer 0 had.

8. Overige partijen

In 2020 hadden de overige partijen die samen goed zouden zijn geweest voor 4 zetels bij een evenredig stelsel 19.666 stemmen gehaald. Door hun versplintering en het districtenstelsel hebben ze 0 zetels behaald. In 2025 hebben ze samen 4.490 stemmen gehaald, dat is 15.176 minder (-77%). Dat heeft te maken met de toegenomen apathie bij de stemmers. Als mensen betrokken zijn bij de politiek, zullen er meer van deze partijen komen die meer stemmen trekken.

Analyse

De etnische factor

Veel traditionele analyses van de Surinaamse politiek blijven steken in een etnische analyse van de verkiezingen. Etniciteit speelt ongetwijfeld nog een factor in de politiek, maar de cijfers van de afgelopen tien jaar laten zien dat die factor in betekenis afneemt.

Het aandeel van Hindostanen in de Surinaamse bevolking is 27% (op basis van de volkstelling van 2004). In 2020 waren er 274.714 uitgebrachte geldige stemmen. Als alle Hindostanen op de VHP zouden hebben gestemd en ze geen enkele stem uit andere bevolkingsgroep zou hebben gehad, dan zou de VHP 74.173 i.p.v. 108.378 stemmen gehad hebben. Er hebben minimaal 34.205 niet-Hindostanen op de VHP gestemd. Dat is minimal éénderde van alle VHP stemmen (32%). Ik schrijf “minimaal’, omdat niet alle Hindostanen op de VHP hebben gestemd. In 2025 had de VHP 75.852 stemmen. Niet alle Hindostanen hebben op de VHP gestemd, dus heeft de VHP toch nog niet-Hindostaanse stemmen kunnen trekken.

De VHP heeft in 2020 de etnische barrière doorbroken, zoals de NDP dat al sinds haar oprichting heeft gedaan. Maar in 2025 heeft ze een belangrijk deel van die stemmen weer verloren. ABOP en BEP hebben de Marron stemmen weten te behouden. PL heeft flink verloren. Waar zijn die Javaanse stemmen naar toe gegaan? Een deel zal thuis gebleven zijn en een andere deel is naar de andere partijen gegaan.

Coalitievorming

Geen enkele partij heeft de absolute meerderheid, dus moet er een coalitie regering worden gevormd. Toen Bouterse nog leefde, was er – mede gestimuleerd door Nederland – een sterke anti-Bouterse druk op de coalitievorming. Dat is nu anders.

Op basis van zetelaantallen is de meest stabiele coalitie een regering van NDP/VHP. Samen hebben ze een royale meerderheid in het parlement (35). Alle andere coalities zijn instabieler. Een VHP/NPS/ABOP regering zou wel een royale meerderheid hebben, maar is ongeloofwaardig gegeven de recente historie. Een NDP/ABOP/NPS regering heeft ook een royale meerderheid. Dus dat is zeker een optie.

In de NDP is er een sterke stroming tegen samenwerking met de VHP. In de hitte van de verkiezingsstrijd zeggen partijen allerlei nare dingen over elkaar inclusief de weigering om met elkaar na de verkiezingen samen te werken. Toch pleit ik voor een samenwerking tussen VHP en NDP, en wel op de volgende gronden.

Ten eerste, politiek moet gebaseerd op rationele visie en beleid, en niet op emoties van de dag. Als er overeenstemming bereikt kan worden op basis van visie en beleid, dan mogen emoties geen hindernis zijn in de vorming van een coalitie. De ideologische verschillen tussen NDP enerzijds en NPS/ABOP anderzijds is net zo groot als de ideologische verschillen tussen de NDP en de VHP. In iedere coalitie zal er een ideologisch compromis moeten worden gevonden ten aanzien van visie en beleid.

Ten tweede, hoewel etniciteit een minder belangrijke rol speelt in de politiek vergeleken met enkele decennia geleden, geldt dat in een multiculturele samenleving het goed is om alle etnische groepen vertegenwoordigd te zien in het bestuur van het land. Dat is een les die Lachmon en Pengel ons hebben geleerd, en die nog relevant is vandaag de dag.

Ten derde, een NDP/VHP regering biedt de beste kansen om een historische fase in de Surinaamse geschiedenis op een goede manier af te ronden.

Ten vierde, een NDP/VHP regering, mits goed voorbereid, biedt de meest stabiele basis om de uitdagingen van de nieuwe olie-economie het hoofd te bieden.

De afronding van de historische fase van Desi Bouterse

Met de dood van Desi Bouterse is een historische tijdperk in de Surinaamse geschiedenis ten einde gekomen. Bouterse heeft zijn stempel op die geschiedenis gedrukt en historici zullen komende generaties nog discussiëren over de betekenis daarvan.

Maar dat tijdperk moet nog op een goede manier afgesloten worden. Vanuit Nederland en sommige groepen in Suriname die leven van polarisatie en Suriname en haar bevolking geen vrede en welvaart gunnen, worden steeds pogingen gedaan om de erfenis van de persoon van Bouterse te gebruiken om de samenleving te verdelen.

Met de nieuwe olie-economie staat Suriname enorme uitdagingen te wachten en kan een fase van vrede, welvaart en welzijn kan aanbreken die we nooit eerder gekend hebben. Maar verstandige politici moeten over tal van zaken besluiten nemen die gebaseerd zijn  op de toekomst en niet op het verleden.

Eén besluit heeft betrekking op de erfenis van Bouterse. Het proces van dialoog en verzoening m.b.t. 8 December en de Binnenlandse Oorlog moet voortvarend worden opgepakt en afgerond met waarheidsvinding, postume gratieverlening en de acceptatie van het feit dat er verschillende visies bestaan op hoe met politiek geweld moet worden omgegaan. Wordt dat besluit niet opgepakt, dan zal dat nog jaren blijven zeuren in de Surinaamse samenleving en voor verdeeldheid zorgen en zullen er grote kansen worden gemist om een goed bestaan op te bouwen voor alle Surinamers.

Een overeenstemming tussen NDP en VHP kan de basis leggen om de verdeeldheid, die Suriname decennia geteisterd, heeft te boven te komen.

De uitdagingen van de nieuwe olie-economie

De toekomst van Suriname is niet uitsluitend een toekomst van olie. Hoe kan het land de olie-inkomsten gebruiken om de economische basis van het land te versterken. Het sleutelwoord is infrastructuur. Stop het geld direct in de ontwikkeling van de fysieke, sociale, technologische, economische en politieke infrastructuur. Bouterse heeft het voorbeeld gegeven met de bruggen en wegen die de districten heeft ontsloten. De fysieke infrastructuur omvat wegen, bruggen, treinen, havens en vliegvelden. De sociale infrastructuur omvat bevolkingspolitiek (binnen en buitenlandse migratie) en educatieve infrastructuur. De technologische infrastructuur omvat internet G5 en G6 basisstations, technologische centra voor Artificial Intelligence en technische opleidingen. De economische infrastructuur omvat een infrastructuur voor het stimuleren van ondernemerschap (begeleiding van startende ondernemer, zeker in culturen waar ondernemerschap zwak ontwikkeld is, bedrijfshuisvesting, coaching en financieringsfaciliteiten). De politieke infrastructuur gaat om instrumenten voor corruptiebestrijding, versterking van lokaal bestuur, versterking van media, een cultuur van samenwerking en overleg in plaats van polarisatie.

Er is veel kennis en deskundigheid aanwezig in Suriname. Het idee van de PALU van een nieuwe stad die een economisch centrum kan vormen is een goed idee. Dat kan een compleet nieuwe stad zijn of het kan bestaande plaatsen upgraden naar een stadsniveau. China heeft 600 nieuwe steden in de afgelopen vier decennia volledig van de grond af gebouwd gebaseerd op een enorme investering in infrastructuur.

Een nieuwe regering zal een coalitie regering zijn. Als die coalitie gebaseerd is op een overeenkomst in grote lijnen over hoe een toekomstvisie te ontwikkelen, dan kan het de loop van de Surinaamse geschiedenis veranderen. Een toekomstvisie ontwikkel je niet in een paar maanden, maar een overeenkomst om dat gezamenlijk te doen kan wel op korte termijn.

De uitdagingen voor de NDP

De NDP staat voor een grote uitdaging: hoe maak je de overgang van de periode Bouterse naar iets anders? De dood van Bouterse was een eerste uitdaging. Zou de partij uit elkaar vallen voor de verkiezingen omdat verantwoordelijke mensen niet in staat zijn om hun meningsverschillen te overbruggen? Dat is niet gebeurd en dat is een compliment voor alle betrokkenen. De partij heeft een nieuwe voorzitter gekozen en is daarmee de verkiezingen ingegaan. Ik heb mijn steun uitgesproken voor Jennifer Simons en ben niet teleurgesteld. Ze heeft een geweldige campagne gevoerd met rust, integriteit en inhoud.

Bouterse had sterke en zwakke punten. Eén van zijn zwakke punten is dat hij het vraagstuk over leiderschap opvolging niet goed heeft aangepakt. De NDP moet dat zelf oplossen. Als zij in staat is om via kadervorming nieuw leiderschap te ontwikkelen, dan zal zij een historische rol vervullen in de toekomst. Als ze in verdeeldheid gaat opereren, dan zal ze vroeg of laat link of rechts worden ingehaald door krachten die beter inspelen op de uitdagingen voor de toekomst.

De NDP zal ook een keuze moeten maken over het soort partij dat ze in de toekomst wil zijn. Ze moet een ideologische basis ontwikkelen. Bouterse heeft in de gedachte van dekolonisatie geprobeerd die basis te ontwikkelen. De NDP heeft hier nog veel werk op te verrichten om kaders te kweken die op basis van ideologie politiek gaan bedrijven.

De NDP zal de leiding nemen in de vorming van een regering zonder de aanwezigheid van Bouterse. Als zij erin slaagt een nieuwe stabiele regering te vormen, kan zij misschien het vertrouwen in de politiek terugbrengen.

Naschrift

Ik ben aangenaam verrast door de snelheid en doortastendheid waarmee Jenny Simons de zaken aanpakt. Ze is in staat geweest om de eenheid binnen de NDP te bewaren door het beëindigen van een strijd om het presidentschap. Ze heeft een intentieverklaring tot stand weten te brengen met NPS, ABOM, PL, A20 en BEP, daardoor ze een tweederde meerderheid in het parlement heeft voor de verkiezing van het presidentschap.

In mijn analyse van de verkiezingen pleitte ik nog voor een coalitie tussen NDP en VHP, omdat dat de meest brede basis zou zijn voor een regering. Ik heb me vergist. Een andere brede basis is mogelijk en bied zelfs nog meer mogelijkheden om de problemen van de toekomst aan te pakken. Ik wens haar het beste als de eerste vrouwelijke president van Suriname. Dat is iets waar alle Surinamers trots op zouden moeten zijn.

De toekomst van ons slavernijverleden

Kleur de Kamer is terug!
… en deze keer met een ‘komma’ die harder werkt dan een uitroepteken!
Met, onder andere, Robbert Dijkgraaf, Sandew Hira, Rabin Baldewsingh, Wendeline Flores en vele anderen praten we over De Toekomst van Ons Slavernijverleden.

En nee, “ik heb al excuses aangeboden” telt niet als reden om thuis te blijven. Dit is je kans om te laten zien dat je die komma, Kleur de Kamer én jezelf serieus neemt – en om te ontdekken hoe we samen van een spreekwoordelijke punt een doorlopende zin maken.

Dus: trek je stoute schoenen aan (of je comfortabele sneakers, ik discrimineer niet), en kom naar De Rode Hoed. Kaarten zijn er net zo beperkt als het geduld voor halfslachtige oplossingen. Snel zijn = geen spijt hebben. Tenzij je die avond liever naar een herhaling van Wie is de Mol? kijkt – maar dan mis je wél de échte mol: het systeem.

De avond wordt geleid door Andrew Makkinga.

Tot daar! … of eigenlijk: tot hier, want die komma wacht op niemand. 🤗

Bestel je kaartje hier en kom met iemand die dit ook interessant zou kunnen vinden:
https://rodehoed.nl/programma/slavernijverleden/

Hoe verder met 3 mei?

Sandew Hira, 6 mei 2025

Op 3 mei heeft Sandew Hira een toespraak gehouden bij het evenement van de Stichting 3 mei – Een liefdevol verzoek naar aanleiding van hun vijfjarig bestaan. Hieronder is de tekst van zijn toespraak opgenomen. Deze stichting wordt geleid door Rishma Khubsing.

In zijn toespraak legt Hira uit dat het verhaal van 3 mei een radicaal verhaal is, een revolutionair verhaal. Op 4 mei herdenkt Nederland haar slachtoffers van het Nazisme en de Tweede Wereldoorlog hier op De Dam. Op 5 mei viert Nederland de bevrijding van het Nazisme. En nu op 3 mei komen mensen op De Dam voor een herdenking met de boodschap: jullie waren niet alleen slachtoffers van Nazisme. Jullie waren ook daders. Vandaag herdenken we de slachtoffers van de Nederlandse misdaden tegen de menselijkheid, van het Nederlands Nazisme.

Er is een ander initiatief op 3 mei die in 2012 is begonnen: de dag van empathie. Op haar website beschrijft ze haar doel: “Om 3 mei uit te roepen tot de de Dag van Empathie – de dag voorafgaand aan de Nationale Herdenking en Bevrijdingsdag. De Dag van Empathie is een pleidooi om de empathie in de samenleving te vergroten en om de tijdens de herdenking getoonde empathie niet alleen dan te voelen – maar op alle dagen van het jaar, voor elke medemens. Uiteindelijk streven we naar een nationale dag op 3 mei waarop we elkaar (opnieuw) leren kennen, waarna we op 4 mei samen herdenken, op 5 mei samen onze vrijheid vieren en vanaf 6 mei met elkaar in gesprek blijven.” Dit initiatief wordt geleid door Jerry Afriyie.

De kracht van beide initiatieven is dat ze de nationale herdenking van 4 mei gebruiken als een manier om het verleden met het heden te verbinden. De eerste doet het via rituelen en herdenking van de voorouders. De tweede door gespreksbijeenkomsten en culturele evenementen.

Ik ben betrokken geweest bij de oprichting van het eerste initiatief. Bij de vijfjarige herdenking heb ik mijn evaluatie gemaakt van de uitdagingen voor de toekomst.

Stichting 3 mei opereert in een veranderende politieke omgeving. De Nederlandse regering en de koning hebben excuses gemaakt voor het slavernij verleden. Ik verwacht dat niet onder deze regering, maar ergens in de toekomst 1 juli een nationale vrije dag wordt. De Antillianen herdenken 17 augustus en niet 1 juli. De Indonesiërs vieren op 17 augustus hun onafhankelijkheid. Officieel hanteerde Nederland de datum van 27 december 1949 als de onafhankelijkheidsdatum. Pas in 2023, 78 jaar later, heeft Nederland officieel 17 augustus als onafhankelijkheidsdatum erkend.

Een strategisch vraagstuk voor beide initiatieven op 3 mei is: hoe verhoudingen deze ontwikkelingen zich tot 3 mei en wat voor beleid ontwikkelt je naar wat gaat komen: een officiële erkenning van Nederland dat haar koloniaal verleden verwerpelijk is en dat koppelen aan activiteiten op bijzondere dagen. Wat gaat je eis zijn naar het overheidsbeleid toe? Is 3 mei de dag voor heling en voorouder herdenking? Is het een kwestie van empathei. Is dat voldoende om op lange termijn te kunnen blijven bestaan?

Een tweede daarmee samenhangend vraagstuk is: hoe landelijk is de 3 mei? Bij de slavernijherdenking is er nadrukkelijk voor gekozen om naast de landelijke herdenking een plaatselijk netwerk op te bouwen voor de 1 juli herdenkingen. NiNsee heeft dat getrokken en nu heeft de regering een nieuwe commissie in het leven geroepen en veel geld gegeven om een regionaal netwerk van herdenkingen op te zetten.

Een soortgelijke ontwikkeling hebben we bij de anti Zwarte Piet beweging gezien. Die beweging richtte zich eerst op de landelijke intocht. Dat was al krachtig. Maar haar kracht groeide in veelvoud toen ze zich regionaal ging organiseren. En dat heeft er uiteindelijk toe geleid dat die beweging daadwerkelijke een landelijk beweging is geworden en succesvol is geweest met de afschaffing van Zwarte Piet.

Wat is het lange termijn beleid van Stichting 3 mei m.b.t. het landelijk karakter van de herdenking en hoe verhoudt het zich tot de regionale netwerken van 1 juli? De dag van de empathie is al bezig met een regionale worteling.

Een derde vraagstuk is het vraagstuk van organisatie-opbouw. Het is al een hele klus om het evenement in Amsterdam te organiseren. Wat is de organisatorische implicatie van een lange termijn strategie die daadwerkelijk naar een landelijke herdenking gaat? Hoe ga je om met vraagstukken van leiderschap en kadervorming? Dat zijn lastige vragen waar iedere sociale beweging mee te maken krijgt.

Een vierde strategisch vraagstuk is hoe het koloniaal verleden zich verhoudt tot het koloniaal heden. Die discussie zie je bij de 4 mei herdenking, waar een groep uit de samenleving de oorlog en genocide in Gaza nadrukkelijk verbindt met de Tweede Wereld Oorlog en de Holocaust. Sommige mensen uit de conservatieve hoek van de samenleving vinden dat onterecht. Veel progressieve mensen vinden dat moreel juist heel correct.

Een vijfde vraagstuk is het vraagstuk van eenheid. Waarom twee initiatieven op 3 mei. Waarom niet geduldig werken aan het bouwen van een eenheid tussen de beide initiatieven. Is het een kwestie van strategische inzichten. Die zou je kunnen oplossen met discussies. Is het een kwestie van ego’s. Dat is niet oplosbaar.

 

Hieronder is de tekst van mijn toespraak.

 

Lieve, moedige mensen,

 

Ik wil beginnen met Rishma Khubsing en het team van 3 mei – een liefdevol verzoek, van harte te feliciteren met haar vijfjarig bestaan. Het is een enorme prestatie om dit initiatief van de grond te krijgen en ieder jaar weer verder te ontwikkelen.

Vijf jaar geleden hadden Rishma en ik een gesprek over het initiatief? Wat wilde ze ermee bereiken? Hoe wilde ze dat bereiken? Moet je een online community worden? Moet je een plek veroveren in de publieke ruimte, zoals nu op De Dam in Amsterdam. Dat laatste vereist moed. Online kun je van alles en nog wat roepen en je verschuilen achter je laptop of mobiele telefoon. Maar de stap om je in de publieke ruimte dit specifieke verhaal neer te zetten vereist moed. Waarom?

Het verhaal van 3 mei is een radicaal verhaal, een revolutionair verhaal. Op 4 mei herdenkt Nederland haar slachtoffers van het Nazisme en de Tweede Wereldoorlog hier op De Dam. Op 5 mei viert Nederland de bevrijding van het Nazisme. En nu op 3 mei komen mensen op De Dam voor een herdenking met de boodschap: jullie waren niet alleen slachtoffers van Nazisme. Jullie waren ook daders. Vandaag herdenken we de slachtoffers van de Nederlandse misdaden tegen de menselijkheid, van het Nederlands Nazisme. Zoals Frantz Fanon zei: kolonialisme was Nazisme in de koloniën. Dat is een keiharde boodschap.

Je kunt het net zo liefdevol brengen als je wilt, maar de boodschap is snoeihard.

Rishma noemt het een liefdevol verzoek om erkenning, heling en verbondenheid. Haar boodschap is vanuit licht en liefde, niet vanuit boosheid en strijd. Ik respecteer dat. Maar ik kijk er iets anders naar.

Het is strijd en het vereist een enorme moed om die boodschap te brengen en hier te staan, vooral in dit politieke klimaat met de opkomst van extreem rechts en een wereld die lijdt onder genocide in Palestina, een oorlog in Ukraïne en de dreiging van een nucleaire oorlog.

Laat mij dieper ingaan op die boodschap. Hoe zag het Nederlands Nazisme in de koloniën er uit? Het Duits Nazisme voerde voor de Joden de Jodenster in. Dat was een gele lap stof in de vorm van een zeshoekige Davidster , met het woord “Jood” in zwarte letters erop gedrukt. Vanaf 1941-1942 verplichtten de nazi’s in Nederland de Joodse mensen om deze ster zichtbaar op hun kleding te naaien, meestal op de linkerborst. Het was bedoeld om Joden in het dagelijks leven direct herkenbaar te maken. Het was een vorm van menselijke vernedering.

In de Nederlandse koloniën werd de totslaafgemaakten gebrandmerkt met een brandijzer dat roodgloeiend was. Het hete ijzer werd gedrukt schouder, borst, rug, arm en soms ook het gezicht. De totslaafgemaakte werd door de Nederlandse Nazi’s gezien als een dier dat eigendom was van de mens. Het merk gaf aan wie de eigenaar was van dit menselijk dier. De Duitse Nazi’s hebben de Joden nooit als dieren beschouwd, die ze in eigendom konden hebben. Daarom gebruikten ze geen brandmerk, maar een lap stof.

Het verhaal van het Nederlands Nazisme in de koloniën is het verhaal van dehumanisering van de gekoloniseerde. Het verhaal van Duits Nazisme in Nederland is het verhaal van dehumanisering van de Joden. Op 4 mei wordt die dehumanisering bestreden door de verhalen te vertellen van het menselijk lijden van het Joods volk. Daar kunnen wij wat van leren. Het verhaal dat we op 3 mei vertellen is het verhaal van het menselijk lijden van de door Nederland gekoloniseerde volkeren.

Ik wil stil staan bij een aantal van die verhalen. In mijn boek Van Priary tot en met De Kom staat het verhaal van het eerste contact van Nederlanders met Inheemsen. In 1613 was Stoffel Alberts bij een handelspost in Paramaribo. De schipper Jan Jacobs Benz was getuige van twee voorvallen en vertelt hierover. Op een kwade dag nam Stoffel Alberts een geweer en liep naar een Inheemse jongeman, die als tolk werkte op de handelspost. Zonder enige aanleiding schoot hij op de jongen, die dood neerviel. Waarom? Gewoon. Hij had er zin in. Wie was die jongen? Wat waren zijn dromen? Wie was zijn familie? We weten het niet, maar we weten wel dat Stoffel Alberts een mens heeft vermoord. Jan Jacobs Bens vertelt dat twee jaar later Albert Stoffel samen met zijn neef Jeuriaen en ene Claes de Fries een Inheemse vrouw en later nog een Inheemse jongen zomaar zonder reden heeft vermoord. Vandaag moeten onze gedachten bij deze naamloze Inheemsen zijn. Ze waren kinderen van een vader en een moeder. Ze zijn leden van een gemeenschap. Ze zijn mensen, die vermoord zijn omdat een Nederlandse Nazi dat leuk vond.

Een ander verhaal wordt verteld door Anton de Kom in zijn boek Wij Slaven van Suriname, het verhaal van Flora, Sery en Patienta. Zij waren ontsnapt uit de concentratiekampen van die tijd, die toen plantages werden genoemd. Op zondag 26 november 1711 vertrok een militaire expeditie naar de Boven-Suriname rivier om de ontsnapte vrijheidsstrijders op te sporen. Ze hadden een klein kamp ontdekt en probeerde de mensen in hun slaap te overrompelen. Door oplettendheid van de kampbewoners mislukte dat en het kamp was ontruimd voordat de actie kon plaatsvinden. Wel was men er in geslaagd om een vrouw Sery met haar kind Patienta en een andere vrouw Flora gevangen te nemen. Het rapport van de expeditie vertelt dat de vrouwen verhoord werden met als doel informatie te achterhalen over de andere vrijheidsstrijders. Het was een uitgebreid verhoor, waarbij ze werden gemarteld en hun huid met vuur gebrand. Ondanks de marteling weigerden ze iets los te laten. Ze wezen met hun vingers naar de hemel, namen een lang stuk haar van hun hoofd en maakten het gebaar dat ze onthoofd konden worden, maar toch niets zouden zeggen. Ze sloegen met hun vingers op hun mond om aan te geven dat ze hun mensen nooit zouden verraden. De militairen besloten om de vrouwen naar de stad te brengen voor verder verhoor, maar ze weigerden om mee te gaan. Ze weigerden te staan of te lopen. Sery was door de marteling en een pijl die door haar lichaam was gegaan dusdanig verwond dat ze amper tegenstand bood. Flora was sterker en die weigerde op te staan. De militairen besloten ze dood te schieten en te onthoofden. Ze hebben de hoofden meegenomen naar Paramaribo als bewijs van hun misdaad, die ze als een heldendaad beschouwden. Het verslag vertelt niet wat met Patienta is gebeurd, maar waarschijnlijk is ze meegenomen en tot slaaf gemaakt.

De Kom probeert zich in te beelden wat ze hebben meegemaakt. Hij schrijft: “Men kan zich onmogelijk menselijke wezens voorstellen, meer hulpeloos en verlaten dan deze Séry met haar kind Patienta, en Flora. De nood van het kindje vermengde zich in de gedachten van de moeder met het verbijsterende bedwelmende gevoel van hetgeen zij zelve zal moeten doorstaan. Daarbij kwam het verlies van de vrijheid, die zo heel kort is geweest, het scheiden van de plaats waar zij met haar kind zo’n korte poos het geluk gekend had.

Séry voelde nog sterker dan alles de moederliefde, door het vreselijk dreigend gevaar tot een aan waanzinningheid grenzende overspanning gedreven. Haar kindje was nog zo jong en de gedachte slechts, dat straks ruwe blanke handen haar Patienta uit haar armen zou rukken, deed haar huiveren. Zij drukte het, terwijl zij met angstige blikken naar de troep blanke soldaten keek, met stuipachtige kracht aan haar borst.

Iedere stap die de blanke soldaat nader tot haar bracht deed haar beven. Zij trilde als een blaadje, het bloed dreef naar haar hart terug. En toch was Séry een dapper vrouwtje. Zij drukte de zachte armpjes van haar kind om haar hals en kuste het nogmaals, terwijl men de kleine Patienta ruw uit haar armen losrukte.”

Volgens De Kom was die moeder hulpeloos, maar niet zwak: “Geen gil kwam van haar lippen, ze keek slechts met fonkelende ogen de militair aan, stond vervolgens op en monsterde de blanke soldaten fier, zonder de minste vrees hen allen uitdagend. Ze was zelf verbaasd over de kracht, die haar scheen gegeven te worden. want ze wist wel, nu haar kind in de handen der soldaten was, dat geen mens zich erover zou ontfermen. En toch, trots dit alles was ze onbevreesd. Elke vlaag van angst scheen door een macht verdreven te worden. De zwakke vrouw was een heldin geworden. Het was alsof stromen van kracht door haar lichaam liepen.”

De Kom beschrijft de martelingen die ze moet doorstaan en haar ongelooflijke moed om desondanks haar eigen mensen niet te verraden: “Na een poos greep de bende ruwe soldaten Séry vast, bond haar de handen en voeten, smeet de arme vrouw op de grond en begon haar te geselen met scherpe roeden, om hierdoor te trachten haar tot verraad van haar landgenoten te brengen. Na deze bloedige kastijding scheen Séry halfdood te zijn. Toch trachtte men haar in deze toestand te ondervragen. Maar het gelukte de blanken niet iets uit haar te krijgen. Zo ging men in woede ertoe over om de arme Séry met vuur en tangen te bewerken. In weerwil van al deze pijnigingen, die voor een vrouw haast onverdragelijk waren, bleef ze zich toch halsstarrig verzetten om haar broeders en zusters te verraden.

Haar vriendin Flora toonde zich niet minder standvastig. Séry moest het aanzien hoe zij voor haar ogen vermoord en onthalsd werd.”

Hij eindigt het verhaal van Séry en Flora met een belofte: “Dappere Séry. Dappere Flora. Wij zullen uw namen steeds in eerbied gedenken.”

En dat is wat wij vandaag, 3 mei 2025, 314 jaar later doen: Wij gedenken in eerbied de namen van dapper Séry, dappere Flora en baby Patienta.

En daarmee leggen we de vraag op het bord van het geweten van het Nederlandse volk. Jullie weten hoe het is de dehumanisering van het Duitz Nazisme te ervaren. De Duitsers zijn in het reine gekomen met hun Nazistisch verleden. Ze vertellen de verhalen over dehumanisering van Joden in musea, documentaires, monumenten en overheidsbeleid inclusief herstelbetalingen. Wanneer komen de Nederlanders in het reine met hun Nazistisch verleden tijdens kolonialisme? Wanneer wordt 3 mei een nationale herdenking van de slachtoffers van het Nederlands kolonialisme?

Ahmet Daskapan en Sandew Hira over de nieuwe vredesbeweging

Op 3 mei 2025 hebben Ahmet Daskapan en Sandew Hira een interview gegeven aan Sjoerd de Groot, woordvoerder van Volkeren voor Vrede. Daskapan en Hira kennen elkaar al vanaf de jaren tachtig van de vorige eeuw, toen ze samen streden tegen racisme en voor rechten van migranten. Hun bijdrage aan het interview is gebaseerd op het artikel dat Hira geschreven heeft over een nieuwe strategie voor sociale strijd in Nederland.

Het interview is op YouTube te zien: