Sandew Hira
5-6-2025
Inleiding
De verkiezingen van 2025 zijn aanleiding geweest voor mij om na te denken over de geschiedenis van Suriname, waar land en volk nu staan en de lange termijn toekomst in de komende 50 jaar, vooral met de komende gas en olie boom. Rudolf Elias, voormalig directeur van Staatsolie, heeft in een interessant interview aangegeven dat de inkomsten van de staat met een factor vijf tot zes zouden kunnen gaan groeien in de komende regeerperiode. Dat is enorm. Hoe moet Suriname, en de linkse beweging in het bijzonder, zich hierop voorbereiden? Dat is de vraag die mij bezig houdt. Daarvoor heb je een lange termijn visie nodig. Hoe zou Suriname er de komende vijftig jaar uit kunnen zien? Hoe zouden de economie, de sociale verhoudingen, de politiek en de cultuur zich kunnen ontwikkelen? Ik wil een diepgaand essay schrijven die een kleine bijdrage zou kunnen leveren aan deze discussie. Ik ben begonnen met een analyse van de uitgangspositie. Waar staat Suriname nu? Hoe moeten we de resultaten van de verkiezingen plaatsen in die toekomstvisie? Ik kwam tot een verrassende ontdekking die me deed twijfelen aan de uitgangspunten van mijn analyse. Ik concludeer dat etniciteit in de Surinaamse politiek naar de achtergrond wordt gedrongen. De strijd van de toekomst is een strijd om ideologie, niet om etniciteit. Die conclusie is gebaseerd op een analyse van de stemmen die de VHP heeft behaald. Die analyse wijst uit dat ongeveer de helft van de VHP-stemmen van niet Hindostaanse kiezers afkomstig. Omdat ik me afvraag of ik data wel goed heb geanalyseerd, heb ik besloten om dar deel van de analyse alvast te publiceren. Misschien heb ik iets over het hoofd gezien en kunnen andere analisten dat eruit halen. Ik ga dan verder met het langere essay over de toekomstvisie en zal bekijken of ik die moet bijstellen in de loop van het proces van denken en schrijven.
De historische betekenis van de verkiezingen
De verkiezingen van 2025 zijn van een historische betekenis om drie redenen.
De eerste vrouwelijke president
Jennifer Simons wordt de eerste vrouwelijk president van Suriname. En dat is al een historische gebeurtenis. Na het overlijden van Bouterse is zij gekozen tot de nieuwe partijleider van de NDP. Dat is niet zonder slag of stoot gegaan. Maar ze heeft in een korte tijd bewezen dat ze over strategisch inzicht en leiderschapsvaardigheden beschikt waarmee ze Suriname naar een nieuwe fase in haar geschiedenis kan leiden. Ze heeft ervoor gewaakt om de interne tegenstellingen in haar partij te laten exploderen. Ze heeft de eenheid weten te bewaren en heeft iedereen meegekregen in een nieuw beleid dat erkent dat de NDP in het verleden fouten heeft gemaakt en corruptiebestrijding tot een keerpunt maakt. Een tweede grote verdienste is dat zij snel en met grote voortvarendheid een coalitie heeft weten te smeden met partijen, die de potentie hebben om de historische verandering van Suriname te realiseren. Een coalitie met de VHP heeft minder mogelijkheden hier, zoals ik later zal laten zien.
De breuk met de 8 Decembergroep
De NPS gaat een coalitie aan met de NDP. De NPS onder leiding van Gregory Rusland heeft een historisch besluit genomen om afstand te nemen van de 8 December groep, die iedere samenwerking met de NDP van de hand wijst. Dat betekent een breuk met de kleine maar invloedrijke groep van 8 December mensen, die door Nederland ondersteund wordt. De Waterkant rapporteert over zijn speech op 31 mei 2025 in het partijcentrum: “Volgens Rusland zijn de mensen die betrokken zijn geweest bij de misdaden in 1982 (8 decembermoorden) allemaal veroordeeld terwijl een deel zelf is overleden. Hierdoor is er een andere situatie ontstaan en moet de samenwerking met de NDP geen probleem meer zijn. ‘En wanneer wij dat zien en een kans hebben om een bijdrage te leveren, dan gaat Suriname voor. Zet uw wrok aan een kant. Laten we kijken naar de toekomst van onze kinderen en kleinkinderen’, zei Rusland.”[1]
Het belang van dit besluit is heel groot. Rusland geeft aan dat in 2015 Desi Bouterse de NPS uitnodigde voor een samenwerking ondanks het feit dat de NDP toen met 26 zetels had gewonnen. De NPS had slechts twee zetels, maar mocht zelf bepalen welke posities zij wilde hebben. Rusland zegt: “En the sky is the limit. En ik kan u zeggen dat al die andere oppositionele partijen op dat moment zaten te springen om zo een offer. In eerste instantie heb ik gezegd dat ik terug moet naar mijn structuren. Maar ik kan u nu al zeggen dat als mijn partij zegt dat wij gaan meewerken, u dan niet moet verwachten dat ik een functie of positie ga innemen. Gaandeweg het gesprek kwam ik tot de conclusie en besluit: meneer Bouterse, de NPS is niet beschikbaar.”[2]
Tien jaren later is er veel veranderd. Bouterse is dood. Er staan nieuwe grote uitdagingen voor Suriname met de gas- en olieboom. De VHP is aan de macht geweest en heeft getoond niet in staat te zijn om het land op een goede manier te leiden. De 8 Decembergroep heeft van zich laten horen bij de coalitievorming, maar Rusland had zijn zaakjes op orde. Hij kreeg volledige steun van zijn partij voor de coalitie. Dat is historisch, omdat het Suriname in staat stelt om het 8 Decemberperiode af te sluiten.
De rol van etniciteit is verminderd ten gunste van de rol van ideologie
Ik heb me bezig gehouden met de rol van etniciteit in de Surinaamse. Veel analisten gaat ervan uit dat die rol allesbepalend is, maar ik trek die benadering in twijfel. In mijn analyse probeer ik de vraag te beantwoorden: hoeveel niet-Hindostanen hebben op de VHP gestemd? Als dat een grote groep is, dan roept het de vraag op: waarom stemmen niet-Hindostanen op de VHP? Ik zal eerst de analyse van de data hier voorleggen.
De verwachtingen
De VHP regering heeft veel kritiek gekregen vóór de verkiezingen. Het gecumuleerde koopkrachtverlies in de periode 2020-2025 is rond 500%.[1] De schandalen rond friends and family benoemingen zouden het vertrouwen in de regering behoorlijk hebben aangetast. Twee coalitiepartijen zijn uit de regering getreden: NPS en PL. De verhouding met ABOP was ook niet geweldig. Er zou sprake zijn van etnische polarisatie. De VHP richt zich alleen op Hindostanen. De VHP zou dramatisch gaan verliezen, zoals de NDP dramatisch had verloren in 2020.
Maar dat is niet zo gebleken. De VHP heeft de verkiezingen verloren, maar op niet een dramatische wijze. De NDP heeft gewonnen, maar het was geen eclatante overwinning.
De NDP ging in 2020 terug van 26 naar 16 zetels. Als het evenredigheidsstelsel zou hebben gegolden, dan zou het verlies nog groter zijn geweest, van 26 naar 12 zetels (54%).
Ik zou een dergelijk verlies ook voor de VHP verwachten gegeven de kritiek op de partij, en wel van 20 naar 10. Maar het verlies van de VHP is beperkt gebleven van 20 naar 17. De winst van de NDP was bescheiden, van 16 naar 18. Als je van het evenredigheidsstelsel zou uitgaan, dan was de winst groter, van 12 naar 18.
Hoe moet je het verkiezingsresultaat van de VHP verklaren en interpreteren? Daarvoor ben ik gaan duiken in de etnische achtergrond van de VHP stemmers.
De etnische achtergrond van de VHP stemmers
Ik maak een onderscheid tussen Hindostaanse en niet-Hindostaanse stemmen van de VHP. Ik probeer de vraag te beantwoorden: hoeveel Hindostanen en niet-Hindostanen hebben op de VHP gestemd?
Ik doe dat in zeven stappen.
Stap 1 is het vaststellen van het aandeel van Hindostanen in de Surinaamse bevolking in 2025. We hebben geen officieel percentage voor 2025. Volgens de volkstelling van 2012 was het aandeel 27%. Ik geloof dat dit aandeel alleen maar is gedaald en wel om de volgende redenen. Er is in het algemeen sprake van een dalende trend in het aandeel van Hindostanen in de bevolking. In 1980 was het aandeel van Hindostanen nog 37%. De bevolkingsgroei bij andere groepen, met name de Marrons and de “Gemengden”, is groot. Het aandeel van de Marrons is tussen 2004 en 2012 gegroeid van 15% naar 22%. Het aandeel van de “Gemengden” was in 1980 1-2% en in 2012 13,4%. Als ik in mijn berekningen het percentage van 27% van 2025 hanteer, dan is dat een maximumpercentage. Waarschijnlijk ligt het aandeel in 2025 lager.[2]
Stap 2: Ik maak een schatting van hoeveel Hindostanen überhaupt hebben gestemd in 2025. In 2025 hebben 272.218 mensen gestemd. Het aantal stemgerechtigden is 399.932. Het opkomstpercentage is 68%. Bij de analyse gaan we ervan uit dat het opkomstpercentage onder de diverse etnische groepen gelijk is aan 68%. Dat hoeft niet zo te zijn, maar we hebben geen data van de opkomst per etnische groep. Op basis van het aandeel van 27% en een opkomstpercentage van 68% is het maximale aantal Hindostanen dat gestemd heeft 73.688 (27% * 272.218). Als het aandeel lager is dan 27%, dan is het absolute aantal Hindostanen dat gestemd heeft lager dan 73.688.
Stap 3. Laten we eerst aannemen dat alle Hindostanen op de VHP hebben gestemd. De VHP heeft 86.788 stemmen gekregen. Er zijn in deze stap al 13.100 (86.788-73.688) niet-Hindostanen die op de VHP hebben gestemd. Dat is 15% van alle VHP stemmen. Dat is geen gering aandeel.
Stap 4. Op basis van een naamsanalyse probeer ik vast te stellen of een kandidaat een Hindostaan of niet-Hindostaan is. Misschien heb ik hier fouten gemaakt. Soms kan een niet-Hindostaan een Hindostaanse naam hebben en omgekeerd kan een Hindostaan een niet-Hindostaanse naam hebben. Maar dat betekent niet dat die methode waardeloos is. Adhin is een Hindostaan en Brunswijk niet. Dat is duidelijk. Tabel 1 bevat het resultaat van de naamsanalyse van de gepubliceerde voorkeurstemmen per kandidaat.[3]
Tabel 1: Kandidaten naar partij, voorkeurstemmen en Hindostaan zijn
Partij | Kandidaat | Aantal | Hindostaan |
VHP | Santhoki | 45.745 | Ja |
NDP | Simons | 41.610 | Nee |
NDP | Adhin | 19.173 | Ja |
ABOP | Brunswijk | 19.115 | Nee |
VHP | Mathoera | 10.571 | Ja |
VHP | Dasai | 9.190 | Nee |
NPS | Rusland | 8.537 | Nee |
NDP | Ingrid Bouterse | 6.880 | Nee |
NPS | Atompai | 6.530 | Nee |
NDP | Misiekaba | 4.194 | Nee |
PL | Bronto Somohardjo | 4.065 | Nee |
NPS | Etnel | 3.581 | Nee |
VHP | Jogi | 3.089 | Ja |
NDP | Lalbiharie | 2.797 | Ja |
NPS | Pawiroredjo | 2.784 | Nee |
NPS | Diana Pokie | 2.504 | Nee |
BEP | Asabina | 2.452 | Nee |
A20 | Reyme | 2.430 | Nee |
A20 | Baasaron | 2.319 | Nee |
ABOP | Bee | 2.247 | Nee |
PL | Ramsaran | 2.207 | Ja |
NDP | Akiemboto | 2.134 | Nee |
VHP | Sharman | 2.074 | Ja |
NDP | Noersalim | 1.878 | Nee |
NPS | Hellings | 1.837 | Nee |
ABOP | Vorswijk | 1.673 | Nee |
NDP | Sadi | 1.307 | Nee |
VHP | Gajadien | 1.262 | Ja |
VHP | Biharie | 1.230 | Ja |
NDP | Asodanoe | 1.136 | Nee |
ABOP | Abiamofo | 1.004 | Nee |
VHP | Kasdjo | 995 | Nee |
DA’91 | Del Castillio | 917 | Nee |
NDP | Afonsoewa | 910 | Nee |
NDP | Edwards | 786 | Nee |
VHP | Koendanlal | 778 | Ja |
OPTSU | Taus | 768 | Ja |
NDP | Marengo | 764 | Nee |
NDP | Baabo | 748 | Nee |
VHP | Thakoer | 732 | Ja |
NDP | Jones | 702 | Nee |
NPS | Jeffrey Lau | 640 | Nee |
VHP | Durga | 616 | Ja |
VHP | Lalmahomed | 603 | Ja |
ABOP | Amafo | 603 | Nee |
BEP | Tamin | 584 | Nee |
VHP | Amatmohamed | 571 | Nee |
NDP | Sapoen | 568 | Nee |
VHP | Raghoenandan | 565 | Ja |
VHP | Kandhai | 557 | Ja |
ABOP | Koniki | 553 | Ja |
BEP | Dikan | 545 | Nee |
A20 | Breeveld | 533 | Nee |
VHP | Abdul Mohamad | 511 | Ja |
NDP | Stephen Tsang | 507 | Nee |
VHP | Nagessar | 497 | Ja |
BEP | Winston Lame | 492 | Nee |
NDP | Cotino | 486 | Nee |
VHP | Sahadew-Lall | 473 | Ja |
VHP | Roy Mohan | 465 | Ja |
Het totaal aantal voorkeurstemmen van kandidaten waarvan vastgesteld is of ze wel of niet Hindostaan zijn is 236.024, dat is 86% van de uitgebrachte stemmen.
Stap 5: Ik ga voor de calculatie ervan uit dat de Hindostaanse kandidaten alleen Hindostaanse stemmen trekken en niet Hindostaaanse kandidaten alleen niet-Hindostaanse stemmen trekken. Dat is niet juist, maar we houden het als veronderstelling aan. Als we alle stemmen van de Hindostaanse kandidaten optellen, dan komen we uit op 95.266 stemmen, dat is 21.578 stemmen meer dan het maximaal aantal Hindostaanse stemmen van 73.688. Dat betekent dat 23% van de stemmen van de Hindostaanse kandidaten afkomstig is van niet-Hindostaanse stemmers.
Stap 6. De VHP had twee Javaanse kandidaten, Dasai en Kasdjo. Zij hebben samen 10.185 stemmen behaald. Die trekken we af van het totaal aantal van 86.788 VHP stemmen. Dan blijven er 76.603 VHP stemmen over van wie de etniciteit moet worden ingeschat.
Stap 7: De NDP had twee Hindostaanse kandidaten: Adhin en Lalbiharie. Zij hebben samen 21.970 stemmen behaald. Stel dat dit allemaal Hindostaanse stemmen zijn, dan moet je dat aftrekken van 76.603 VHP stemmen en blijven er 54.633 VHP stemmen, waarvan de etniciteit niet onduidelijk is. Als ze allemaal Hindostaanse stemmen zouden zijn, dan zou het betekenen dat 63% van alle VHP stemmen Hindostaans is en 37% niet Hindostaan. Dus ruim éénderde van de VHP stemmen komt van niet-Hindostanen.
Ik schat in dat Simons ook Hindostaanse stemmen getrokken heeft en Santhoki ook niet-Hindostaanse stemmen getrokken heeft. Dat betekent dat het aantal Hindostaanse stemmen voor de VHP veel minder kan zijn dan 63%. Ik acht het heel goed mogelijk dat de helft of meer VHP-stemmen van niet-Hindostanen afkomst is.
De berekening in de verschillende stappen is opgenomen in tabel 2.
Tabel 2: Calculatie van Hindostaanse en niet-Hindostaanse stemmen van de VHP
De implicaties
Wat zijn de implicaties van deze analyse? Ik vestig de aandacht op drie punten.
Het eerste punt betreft een verklaring van de feiten. Als de VHP een groot aantal niet-Hindostaanse stemmen getrokken, mogelijk de helft of meer, wat is dan de reden hiervoor? Veel analisten die zijn blijven steken in etnische analyses van sociale processen in Suriname doen dat niet op basis van feiten, maar op basis van impressies en oude oordelen. Het opleidingsniveau van de Surinaamse bevolking stijgt. De bronnen van informatie over wat er gebeurt in de wereld zijn door internet en sociale media enorm gegroeid. Etnische identiteit is een belangrijke bron voor waarden en normen, maar niet de enige bron. Mensen kijken niet alleen naar etnische identiteit. In onze analyse moeten we ons laten leiden door feiten. En die feiten geven aan dat de VHP, die gezien wordt als een Hindostaanse partij, een relatief groot electoraat heeft van niet-Hindostaanse kiezers. Die moet op andere gronden stemmen voor de VHP dan op grond van etniciteit. Ik denk dat het gaat om ideologie. De VHP staat voor een conservatieve ideologie. Ze is pro-Nederland en pro-Amerika. Ze staat voor neoliberale economische politiek. De NDP staat voor een progressieve ideologie, al is die ideologie niet volledig uitgewerkt. Dekolonisatie is een issue dat vaker voorkomt bij de NDP en afwezig is bij de VHP.
Er is een brede ideologische steun voor conservatisme in Suriname. De Vereniging van Economisten in Suriname propageert een neoliberale economische politiek en presenteert dat als deskundigheid in plaats van ideologie. De media zijn over het algemeen pro-Nederland en pro-Amerika. In tegenstelling tot andere landen is de universiteit niet het centrum van kritisch en dekoloniaal denken, maar onderdeel van de infrastructuur voor de promotie van Eurocentrische kennis. De VHP hoeft niet veel te doen om haar conservatieve ideologie in de samenleving te gronden. Het is er al.
De Surinaamse bevolking van 2025 is niet die van 1950. Het opleidingsniveau is gestegen. Het formele onderwijs is niet de enige toegang to educatie. Sociale media zijn een nieuwe belangrijke bron van educatie. Mensen lopen niet als een kip zonder kop achter politieke leiders aan en stemmen niet alleen meer op mensen op wie ze lijken en kijken ook naar mensen waar ze een ideologische verwantschap mee hebben.
Het tweede punt is de betekenis van deze conclusie voor politieke strijd. Politieke strijd zal in de toekomst in toenemende mate ideologische strijd zijn, een strijd om ideeën. Die strijd win je niet met scheldpartijen en verwijten. De liberaal-conservatieve ideologie moet een antwoordt krijgen in een progressieve ideologie. Vroeger was dat socialisme. Intussen is er veel veranderd in het progressieve spectrum met name door de val van het Soviet blok. Progressief stond gelijk aan seculier vanwege de scheiding van kerk en staat. Internationaal worden ook niet seculiere bewegingen die anti-imperialistisch zijn gerekend tot het progressieve kamp.
Een kernverschil tussen conservatieve en progressieve ideologieën is het vraagstuk van sociale rechtvaardigheid. In het liberalisme is dat geen aandachtspunt. In het socialisme werd gedacht dat staatseigendom van productiemiddelen en een planeconomie zou leiden tot sociale rechtvaardigheid. De ervaringen van de Sovjet Unie heeft laten zien dat dat niet zo is. Sociale rechtvaardigheid kan verschillende ideologische bronnen hebben zowel seculiere (socialisme) als niet-seculiere (Christendom, Islam, Afrikaanse Ubuntu filosofie, Hindoeïsme).
De regering van Jennifer Simons en Gregory Rusland heeft sociale rechtvaardigheid hoog in het vaandel staan. De intentieverklaring van de zes partijen stelt: “Wij kiezen voor een bestuur dat luistert, handelt en verenigt. Een bestuur dat zich inzet voor sociale rechtvaardigheid, duurzame groei en nationale eenheid. In een tijd van mondiale onzekerheid en lokale uitdagingen zijn transparantie, daadkracht en samenwerking onmisbaar.”
De komen jaren moet die intentie worden ontwikkeld naar een lange termijn visie over hoe de Surinaamse samenleving in te richten op basis van sociale rechtvaardigheid.
Mijn derde punt betreft de NDP. Zij kan in de toekomst een cruciale rol spelen in de ontwikkeling van een lange termijn visie gebaseerd op sociale rechtvaardigheid en dekolonisatie. De partij heeft zich hersteld van het verlies van 2015, maar dat herstel is niet volledig. In 2015 had ze 117.571 stemmen. In 2025 was dat gedaald tot 93.278, een verlies van 24.293 stemmen in tien jaar. De VHP heeft een vergelijkbaar verlies geleden in vijf jaar. In 2020 had ze 108.378 stemmen en vijf jaar later 86.788, een verlies van 21.590.
De komende jaren zal niet alleen een politieke strijd zijn tussen NDP en VHP, maar ook een ideologische strijd. De VHP is in het voordeel omdat de conservatieve ideologie sterkt geworteld is in het Surinaamse intellectuele klimaat. Het antwoord van de NDP zou moeten liggen in kadervorming en een Surinaamse uitwerking van de theorie van dekolonisatie.
Het is een grote uitdaging voor de komende jaren om dat op te bouwen.
Hoe verder
Ik werk aan een diepgaand essay dat dekoloniale theorie vertaalt naar een lange termijn visie voor Suriname en praktisch beleid. Het is gebaseerd op het theoretisch kader dat in ontwikkeld heb in mijn boek Decolonizing The Mind – a Guide to Decolonial Theory and Practice (Amrit Publishers, 2003).
Ik onderscheid drie invalshoeken om te komen tot een lange termijn visie voor de sociaal-economische ontwikkeling van een land:
- De theoretische invalshoek. Hoe hebben theoretici nagedacht over de lange ontwikkelingen van samenlevingen? Wat zijn hun opvattingen en in hoeverre zijn ze relevant voor Suriname?
- De ervaringen van anderen landen. Welke landen hebben met succes lange termijn visie geïmplementeerd en wat kunnen we daarvan leren?
- De ervaringen van Suriname. Hoe is er in Suriname nagedacht over een lange termijn visie?
Op basis van deze invalshoeken maak ik uitwerkingen voor een dekoloniale toekomstvisie voor Suriname. Ik baseer me niet alleen op literatuurstudie. Ik heb de waarde gezien van gesprekken met intellectuelen van andere landen uit de Global South, liefst face-to-face interacties.
Ik verkeer in de gelukkige omstandigheid dat ik als secretaris van Decolonial International Network Foundation (DIN) een internationaal netwerk heb opgebouwd van denkers over een nieuwe wereldbeschaving. Ze komen uit verschillende landen met verschillende ervaringen en visies. Daar leer ik veel van. Ik zou willen bevorderen dat denkers uit Suriname mee gaan doen in dit netwerk.
Een belangrijke discussie die daar plaats vindt, gaat over een lange termijn visie op de wereld. We zijn aan het eind van historische fase van vijf honderd jaar waarin het Westers kolonialisme de wereld heeft gedomineerd: economisch, sociaal, politiek, militaire cultureel. Er is een nieuwe wereld in opkomst met Rusland, China en Iran in de voorhoede, met BRICS als een nieuwe economische macht en dekolonisatie als een alternatieve ideologie. Een lange termijn visie voor Suriname zou ingebed moeten zijn in een lange termijn visie over een nieuwe wereldbeschaving. Dat is het meest effectieve antwoord op neoliberalisme en conservatisme. In het essay wil ik die verbinding maken.
Ik hoop het essay voor het eind van dit jaar nog te kunnen publiceren. In de maand juni zal ik door China reizen en twee lezingen in Beijing en één in Shanghai geven. Later in het jaar ben ik in Rusland en Qatar. In Rusland ben ik uitgenodigd door een denktank (Foundation for Development and Support of the Valdai Discussion Club) om deel te nemen aan een conferentie in Sochi dat gaat over de transitie naar een nieuwe wereld. In Qatar ga ik op uitnodiging van de Nortwestern University in Qatar in discussie met Arabische intellectuelen over hun visie op de toekomst van de wereld. Twee vakgroepen van de universiteit hebben mijn boek als leerstof voorgeschreven voor hun studenten.
Ik wil deze ervaringen meenemen in mijn essay. Ik hoop hiermee een kleine bijdrage te leveren aan de discussie waar over de lange termijn toekomst van Suriname.
[1] https://www.waterkant.net/suriname/2025/06/01/rusland-aan-npsers-suriname-gaat-voor-zet-uw-wrok-aan-een-kant/.
[2] Idem.
[1] https://surinamenieuwscentrale.com/gecumuleerde-inflatie-afgelopen-4-jaar-boven-de-400-procent.
[2] ABS (2013): Resultaten Achtste Volks- en Woningtelling in Suriname. Volume 1, Paramaribo, p. 23.
[3] De bron bestaat uit verschillende artikelen in Starnieuws.