Stellingen Sandew Hira Kleur de Kamer

Stelling 1

De toekomst van het slavernijverleden is een kwestie van beschaving. Het gaat niet alleen om individuele woede, pijn en verdriet van nazaten van totslaafgemaakten. Het gaat om de transformatie van de Europese beschaving van een koloniale naar een dekoloniale beschaving.

Onderbouwing

De huidige positionering van het slavernijverleden is gefocust op de woede, pijn en het verdriet van nazaten over het historisch onrecht dat het zwarte volk is aangedaan. Een toekomstige positionering zou moeten gaan om het plaatsen van dat onrecht in de context van de meest misdadige beschaving in de wereldgeschiedenis: de Europese beschaving. De beleidsimplicaties van die twee benaderingen zijn heel erg verschillend.

Laat mij beginnen met een definitie van beschaving. Een beschaving is een collectie van samenlevingen gebaseerd op een specifieke vorm van kennisproductie, die aangeeft hoe een samenleving economisch, sociaal, politiek en cultureel moet worden ingericht en welke normen en waarden de basisuitgangspunten zijn voor de maatschappij. De Europese beschaving is in de eerste 150 jaar gebaseerd op Christelijke theologie en daarna op de Witte Verlichting. Daarvoor leefde wit Europa in een intellectuele duisternis. Daarom heet het de Verlichting.

Het economisch fundament van de Europese beschaving is de koloniale wereldeconomie, die begon in de zestiende eeuw met het tot slaaf maken van de volkeren van Abya Yala, wier goud, zilver en andere mineralen werden gestolen en die gedwongen waren om gratis te werken voor Europeanen. Dat leidde tot een genocide van ongekende orde. Binnen een paar generaties is 95% van de bevolking van 75-150 miljoen mensen vermoord door bruut geweld en een systeem dat miljoenen mensen tot gratis arbeid heeft gedwongen. Dan volgt de Europese slavernij van Afrikanen, die ten onrecht de trans-Atlantische slavernij wordt genoemd. Je noemt een misdaad niet naar de route die de misdadiger heeft gelegd, maar naar de misdadiger zelf. Je noem Hitler’s genocide van de Joden de genocide van Hitler, en niet de Berlijn-Dachau route. Het was ook geen handel. Het was een misdaad en die is bekend. Noem de misdaad naar de misdadiger. Dat systeem liet vierhonderd miljoen Afrikanen drieënenhalve eeuw gratis hebben laten werken. De Europese slavernij heeft 20-50 miljoenen jonge Afrikanen vermoord in Afrika om het mogelijk te maken dat 12 miljoen levend aankwamen aan de Afrikaanse kust. Twee miljoen zijn overleden onderweg naar Abya Yala en hun kinderen en kindskinderen hebben 350 jaar gratis gewerkt voor Europeanen. Met deze miljarden gratis arbeidsuren en grondstoffenroof  is de internationale economische basis van Europa gelegd.

Als beleid uitsluitend gefocust is op pijn en verdriet, dan verlies je de economische dimensie uit het oog. Als je een beschavingsoptiek neemt, dan ligt de vraag levensgroot op tafel: Wat is de omvang van de schuld van Europa voor de gestolen mineralen en gestolen arbeid van honderden miljoenen mensen? Hoeveel ga je betalen voor de compensatie van menselijk leed? Je koppelt zwarte woede, pijn en verdriet aan het economische fundament van de Europese beschaving. Herstelbetalingen zijn voor veel mensen een ongemakkelijke discussie, net zoals Zwarte Piet dat decennialang was. Maar ongemak is geen reden om moeilijke discussie te vermijden. Als je over herstelbetalingen praat, dan moet je niet alleen praten over de schuld van westerse landen aan de slachtoffers van kolonialisme, maar ook om herstelbetalingen die door westerse landen afgedwongen zijn van de koloniën.

In twee oorlogen (1839-1842 en 1856-1860) dwongen Europese mogendheden het Chinese volk tot het betalen van herstelbetalingen aan drugsdealers die miljoenen Chinezen tot drugsverslaving hadden verleid in de opiumoorlogen.

In 1825 kwamen de Fransen met 14 oorlogsschepen en 528 kanonnen voor het eiland Haïti en stelden ze voor de keuze: 150 miljoen goudfranken betalen als herstelbetalingen en ervoor zorgen dat Haïti als een vrije natie erkend wordt door Frankrijk en andere Europese landen of te maken krijgen met een economische blokkade, hongersnood, oorlog en de herinvoering van de slavernij. Ze werden gedwongen het bedrag te lenen van Franse banken, die een rente van 6% rekenden. Haïti voltooide de herstelbetalingen aan Frankrijk in 1947.

Na de onafhankelijkheidsoorlog werd Indonesië onder druk van de Amerikanen gedwongen om 4,5 miljard gulden aan Nederland te betalen als compensatie van verloren goederen tijdens de oorlog. Dat is € 25 miljard nu. De discussie over herstelbetalingen gaat ook over het teruggeven van herstelbetalingen die Nederland heeft ontvangen.

Het sociale fundament van de Europese beschaving is ligt in racisme: het idee dat er superieure en inferieure sociale groepen zijn. De Europese beschaving kent drie vormen van racisme. In de eerste honderd vijftig jaar werd inferioriteit en superioriteit beargumenteerd vanuit de Christelijke theologie. Het beruchte debat van 1550 in de Spaanse universiteitsstad Valladolid tussen Bartholomé de Las Casas en Juan Gines Sepúlveda ging over de vraag of het volgens de Christelijke theologie gerechtvaardigd was om de Inheemsen volkeren van Abya Yala te onderwerpen omdat ze inferieur waren. Dat heet theologisch racisme.

De tweede vorm van racisme is biologisch racisme. Inferioriteit en superioriteit worden gekoppeld aan biologische kenmerken zoals huidskleur, gelaat en haar. De belangrijkste filosofen van de Verlichting waren dieharde racisten: Hume, Kant, Hegel, Montesquieu. Ik heb hun citaten verzameld in mijn boek Decolonizing The Mind. Dat vond plaats tussen 1650 en 1850. Dat is precies de periode van de Europese slavernij van Afrikanen.

Na de wettelijke afschaffing van de slavernij komt cultureel racisme op. Superioriteit en inferioriteit worden niet vanuit theologie of biologie beargumenteerd, maar vanuit cultuur. Er zijn inferieure en superieure culturen. Islam is volgens 2,5 miljoen Nederlanders die op de PVV hebben gestemd een achterlijke cultuur. De Westerse cultuur is een superieure cultuur. De opkomst van extreem rechts is nauw verbonden met het vraagstuk van identiteit van de Europese beschaving en daarmee met slavernij die de basis ervoor legde.

Als je uitsluitend uitgaat van woede, pijn en verdriet, dan zie je die verschillende vormen van racisme niet en blijf je gefocust op biologisch racisme, terwijl de erfenis van racisme nu vooral in de vorm van cultureel racisme is. Als je die verbinding niet kunt maken met cultureel racisme, dan kun je geen bijdrage leveren in de strijd tegen extreem-rechts die meer spreekt over cultuur dan over ras.

Het politieke fundament van de Europese beschaving is de politieke hegemonie van Westerse landen in de wereld en binnen de Westerse landen de politieke hegemonie van de witte bevolking. Dat komt op een groffe manier tot uiting in Wilders, maar is op minder groffe manieren te merken bij andere partijen. En die hegemonie is terug te voeren op het kolonialisme. De huidige wereldorde, die flink aan het veranderen is, is een orde gebaseerd op de westerse overheersing. Zowel op wereldschaal als op nationaal niveau treden er scheuren op in de heersende macht.

Als je uitsluitend uitgaat van woede, pijn en verdriet, dan zie je de relatie niet tussen kolonialisme, slavernij en politieke hegemonie. De strijd van de sociale bewegingen om die hegemonie te breken gaat helemaal aan je voorbij.

Het culturele fundament van de Europese beschaving is kennisproductie. De Westerse wetenschap uit de Verlichting heeft kennis geproduceerd om de geest te koloniseren. Ik zal daar niet uitgebreid op ingaan, omdat dat genoegzaam bekend is. Ik geef één voorbeeld. De economische wetenschap doet voorkomen alsof er geen alternatief is voor het kapitalistische economisch systeem en een sociaal rechtvaardige samenleving onwenselijk is omdat dat tegen economische wetten ingaat. Er zijn geen economische wetten. Er zijn ethische keuzes voor of tegen sociale rechtvaardigheid.

Als je uitsluitend uitgaat van woede, pijn en verdriet, dan zie je de relatie niet tussen de noodzaak om de geest te dekoloniseren en de Eurocentrische kennisproductie aan te pakken. Het is een strijd om die helemaal aan je voorbij.

Hoe zet je woede, pijn en verdriet om in een strategie gebaseerd op het concept van beschaving? Ik verwijs naar een interview van Dave Chappelle met Maya ​​Angelou in een documentaire serie getiteld Iconoclasts. In elke aflevering komen twee ‘creatieve visionairs’ – vaak uit verschillende vakgebieden – samen om hun leven, invloeden en kunst te bespreken. In de aflevering van 30 november 2006 bespreken ze invloed van de moorden van Martin Luther King en Malcolm X in de jaren zestig, die Angelou persoonlijk heeft meegemaakt.

Chapelle vraagt: “Wat doet dat met een generatie, als je dat hebt meegemaakt en die mensen hebt gekend? Als ik dit was, denk ik dat ik nog steeds boos zou zijn. Ik zou boos zijn op mijn land, ik zou boos zijn op iedereen die dit mijn vrienden laat overkomen.

Angelou: Als je niet boos bent, ben je ofwel een steen, ofwel te ziek om boos te zijn. Je zou boos moeten zijn.

Chappelle: Maar wat doe je dan…

Angelou: Let wel, er is een verschil. Je mag niet verbitterd zijn.

Chappelle: Dat is een moeilijke… (lacht)

Angelou: Laat me je nu uitleggen waarom. Verbittering is als kanker. Het vreet aan de gastheer. Het doet niets met het object van zijn ongenoegen. Dus gebruik die woede, ja, je schrijft het, je schildert het, je danst het, je marcheert ermee, je stemt ermee, je doet er alles aan. Je praat erover. Stop er nooit mee.

Ik vroeg er aan toe: gebruik de woede, pijn en verdriet om de samenleving te veranderen en voorkom dat je komt vast te zitten in verbittering.

Stelling 2

Het initiatief voor de toekomst van het slavernij moet in handen worden gelegd van de sociale beweging die excuses en een verandering in overheidsbeleid heeft afgedwongen en niet overgelaten worden aan de overheid of door overheid gefinancierde instituten.

Onderbouwing

De excuses van de regering en de koning komen niet uit de lucht vallen. Lange tijd is de geschiedenis van slavernij en kolonialisme geschreven door witte mensen en hun house negroes. Die hebben nooit geroepen om excuses. Integendeel. Ze hebben aan systematische geschiedvervalsing gedaan en hebben de autoriteit van de universiteit gebruikt om te voorkomen dat slavernij en kolonialisme gezien werden als een misdaad tegen de menselijkheid.

De ultieme house negro in Suriname is de historicus prof. R.A.J. van Lier. Dit is wat hij schrijft over slavernij: “Op de plantages werden dus twee economische werelden bij elkaar gebracht en geconfronteerd: de wereld van het kapitalistische West-Europa met zijn winststreven, vertegenwoordigd door de produktieleiding, de planter en zijn personeel, en de wereld van de stam-economie, gericht op onmiddellijke behoeftenbevrediging vertegenwoordigd door de zwarte en de gekleurde arbeiders. De verschillende gerichtheid van beide groepen deed ook een verschillend arbeidstempo ontstaan. De situatie waarin de leden uit de meer statistische culturen in aanraking kwamen met de dynamische economie van het Westen, verhinderde bovendien dat er zich bij hen een prikkel tot verhoogde produktie ontwikkelde. Zij waren arbeiders die geen initiatief konden ontwikkelen en zij ontvingen ook geen beloning. Waar twee zo verschillende werelden elkaar ontmoetten zo verschillend in streven, en waar de produktieleider genoodzaakt was zowel het arbeidstempo als de continuïteit van de arbeid te beheersen, ontstond vanzelf een dwangsysteem.

Dit is professorale geklets op hoog niveau.

Over Anton de Kom’s boek Wij slaven van Suriname schrijft hij dat deze “voornamelijk waarde heeft als document om de geestesgesteldheid van de Surinamer uit de lagere middenklasse te leren kennen. In zijn woorden is de herinnering aan het leed dat de voorouders van de slaven ondergingen, die nog onder het volk leeft, merkbaar. Maar deze herinnering werd een deel van een pathetische gegriefdheid en rancune die hoe verklaarbaar ook uit de situatie waarin de lagere bevolking verkeerde, het juiste inzicht in het verleden belemmeren.” Het juiste inzicht komt van de house negro Van Lier.

Jarenlang hebben activisten gepleit voor erkenning van slavernij en kolonialisme als misdaden tegen de menselijkheid. Die strijd is in een stroomversnelling gekomen met de beweging tegen Zwarte Piet en Black Lives Matters. Maar de bredere achtergrond is de val van het Westen als een culturele macht. Haar kennisproductie wordt op allerlei terreinen bekritiseerd.

Wat vandaag bereikt is met de excuses en middelen voor de herdenking van slavernij is bereikt dankzij strijd. Het is niet het resultaat van academisch werk van koloniale historici. Het is niet het resultaat een theekransje van lobbyisten en politici. Het gevaar ligt op de loer dat de toekomst van het slavernijverleden verkwanseld wordt door instituten die overheidsbeleid uitvoeren. De overheid gaat hun vertellen wat ze wel of niet mogen doen of zeggen. Praat niet over de misdaden tegen de menselijkheid die begaan zijn door het koningshuis. Praat niet over herstelbetalingen. Leg geen verbinding tussen extreem rechts, gematigd rechts en slavernij en kolonialisme. Focus je op pijn en verdriet.

Om dat gevaar te voorkomen, is het nodig om een onafhankelijk trainings- en vormingsinstituut in het leven te roepen dat geworteld is in de sociale beweging. Het moet een curriculum ontwikkelen voor de kaders van de sociale beweging op verschillende niveaus, van de middelbare school tot en met de universiteit. Het curriculum moet gebaseerd zijn op het werk dat door radicale denkers over kolonialisme is gedaan sinds 1492. Het gaat om oude denkers als Anacaona, Cuauhtémoc en Tupac Amaru uit Abya Yala. Het gaat ook om moderne denkers als Frantz Fanon, Aimé Cesaire en C.L.R. James. Er is een scala aan dekoloniale denkers, die het curriculum kunnen voeden. Het zou een instituut moeten zijn die online en face-to-face cursussen en trainingen aanbieden zodat activisten de discussie kunnen aangaan op school, op hun werk, in de buurten en in de media over wat slavernij en kolonialisme zijn, hoe die doorwerken in de samenleving nu en in de toekomst en hoe een nieuwe beschaving op te bouwen. De trainingen hebben tot doel om activisten te trainen om de discussie aan te gaan met witte en zwarte mensen die gekoloniseerd zijn in hun geest over de doorwerking van het slavernij en koloniaal verleden.

De docenten moeten uit de sociale beweging komen.

Ik pleit voor de naam Toussaint L’Ouverture Instituut genoemd naar de man, die leiding heeft gegeven aan een revolutie die belangrijker was dan de Franse revolutie: de Haïtiaanse revolutie. Die heeft niet alleen Haïti bevrijd, maar ook Venezuela en de rest van Latijns-Amerika.

Dit instituut kan vanuit de sociale bewegingen een partner zijn van instituten die door de overheid gefinancierd en geloeid wordt. Ik pleit niet voor het afzetten tegen deze instituten, maar voor een samenwerking waarbij erkend wordt dat het bestaansrecht van die instituten te danken is aan de strijd van de sociale beweging.

Ik dank u voor uw aandacht.

Sandew Hira

2 juni 2025