Alle berichten van Dew

Van zwarte voorhoede naar zwarte onderbuik

Sandew Hira 2-6-2023

Tragisch

Er doet zich een tragische ontwikkeling voor in de Afro-Surinaamse gemeenschap. Een groep zwarte activisten die jarenlang in de voorhoede hebben gestaan in de strijd voor erkenning van het leed dat het Nederlands kolonialisme heeft veroorzaakt met de geschiedenis van de trans-Atlantische slavernij is bezig om haar eigen erfenis te gronde te richten. En dat gaat heel snel. Ze is hard op weg om van haar voorhoederol over te gaan naar de rol van de vertegenwoordiging van de onderbuik van de Afro-Surinaamse gemeenschap.

De onderbuik

Iedere gemeenschap heeft een groep mensen die reageren op maatschappelijke ontwikkelingen vanuit hun onderbuik: gevoelens van wrok, haat, jaloezie, woede, een negatief zelfbeeld en negativiteit in het algemeen. In de Nederlandse witte gemeenschap wordt die vertolkt door Geert Wilders en gevoed door de voortdurende erfenis van het kolonialisme met haar waanbeelden van witte superioriteit en gekleurde inferioriteit. In de gekoloniseerde gemeenschap wordt de onderbuik gevoegd door verdeel-en-heers. De negatieve sentimenten richten zich op andere gekoloniseerde gemeenschappen: haat, wrok, jaloezie, woede. Iedereen met een basiskennis van wat kolonialisme is en hoe het werkt, weet dit. Het is geen hogere wiskunde. Het is basiskennis.

Een deel van de zwarte gemeenschap die vroeger in de voorhoede van de sociale strijd was is nu bezig om naar de achterhoede te gaan, of sterker nog, naar de onderbuik. Ze roeren in de emoties van haat, wrok en nijd en creëren verdeeldheid in de strijd tegen racisme en dekolonisatie. Ze mobiliseren deze sentimenten tegen de Hindostaanse gemeenschap, die nu ontwaakt en haar bijdrage levert in de strijd tegen racisme en voor dekolonisatie. Daarmee richten ze schade aan voor zichzelf en de sociale strijd als geheel. Het is een teken van hun falend leiderschap.

De sociale strijd en leiderschap

De zwarte gemeenschappen in Suriname en Nederland hebben een belangrijke rol gespeeld in het proces van dekolonisatie. De misdaad van slavernij, als onderdeel van kolonialisme, is op de politieke agenda gezet. Het is een succesvolle strijd geweest. Dat blijkt uit de excuses van Rutte en het beleid dat daaruit volgt. En zoals bij alle sociale strijd is het effect veel breder dan de specifieke strijd zelf. In de jaren zeventig van de vorige eeuw was een katalysator in de dekoloniale beweging het verzet tegen de oorlog in Vietnam en de anti-imperialistische strijd in Afrika, Azië en Latijns Abya Yala. Die beweging was nauw verbonden met de civil-rights movement in Amerika, de studentenbeweging in Europa en de feministische beweging in het algemeen.

En zoals bij alle sociale bewegingen is leiderschap van cruciaal belang voor de vraag hoe de beweging zich verder ontwikkelt. Leiderschap van sociale bewegingen is niet vastgelegd bij één persoon of één groep. Het wordt niet bepaald door verkiezingen in de sociale strijd. Het wordt bepaald door initiatief (wie neemt initiatieven) en door de vraag in hoeverre het initiatief de strijd naar een volgende fase brengt. Is het initiatief een antwoord op de behoefte van een sociale beweging?

Jarenlang heeft een groep zwarte activisten gestreden voor erkenning van het leed dat Nederlandse slavernij aan de zwarte gemeenschap heeft gebracht. Die strijd resulteerde o.a. in de oprichting van het NiNsee, het slavernij monument in het Oosterpark in Amsterdam en de instelling van een fonds door het Ministerie van Sociale Zaken voor de Decade for the People of African Descent 2015-2024. Maar de grote doorbraak kwam met de sociale beweging tegen Zwarte Piet, die geresulteerd heeft in de excuses van Rutte en de verkiezing van BIJ1 In de Tweede Kamer en verschillende gemeenteraden. Die doorbraak is geleid door een nieuwe groep van zwarte jongeren. Activisten uit andere sociale gemeenschappen hebben daaraan een bijdrage geleverd.

In welke fase van de strijd zitten we?

Een belangrijk kenmerk van goed leiderschap is het vermogen om te begrijpen in welke fase van de strijd een gemeenschap zit en het vermogen om lijnen te kunnen uitzetten om de strijd naar een andere, een hoger niveau, te brengen. In mijn analyse zit de sociale beweging in de strijd tegen racisme en voor dekolonisatie in een fase van consolidatie. Consolidatie betekent dat je beseft dat je een overwinning hebt behaald en dat het tijd is om de vruchten van die overwinning te plukken.

Als je dat niet beseft, dan ga je domme dingen doen. Toen Rutte aankondigde dat hij excuses zou aanbieden en een fonds van 200 miljoen zou oprichten, is een deel van de voormalige zwarte voorhoede een campagne begonnen tegen Rutte. Ze snappen niet dat ze gewonnen hebben en zijn een campagne gaan voeren tegen hun eigen winst! Dat is falend leiderschap. Je begrijpt niet in welke fase van de strijd je bent en wat nodig is om naar de volgende fase te gaan.

Nu is diezelfde voorhoede, of beter gezegd, de onderbuik, met een campagne begonnen tegen de herdenking van 150 jaar Hindostaanse dwangarbeid in Suriname. Hun argument: het leidt de aandacht af van de herdenking van 160 jaar afschaffing van legale slavernij. Anton de Kom zou zich in zijn graf omdraaien als hij dit hoort. Daarvoor gebruiken ze nogal wat drogredeneringen. Hindostanen zouden niet begrijpen wat de verschillen zijn tussen slavernij en Hindostaanse dwangarbeid. Hindostanen zouden aanspraak willen maken op herstelbetalingen waarvan de strijd door Afro-Surinamers is gevoerd. Het Sarnámihuis, de belangrijke vertegenwoordiger van de Hindostaanse gemeenschap op het gebied van geschiedenis en cultuur in Nederland, heeft in een verklaring gereageerd op deze drogredenen en hun koloniale aard blootgelegd.

De harde lessen uit de geschiedenis

De geschiedenis van sociale strijd is een harde geschiedenis. Het laat zien wat het lot is van falend leiderschap, van mensen die niet in staat zijn om te begrijpen wat sociale strijd is, in welke fase van de strijd ze zitten en wat hun historische rol daarin is. Goed leiderschap houdt in dat je een goede analyse hebt van de sociale strijd en op basis daarvan een beleid kan formuleren dat de strijd naar een hoger niveau kan brengen. In alle dekoloniale strijd staat eenheid voorop. De oude slogan geldt nog onverbiddelijk: eenheid maakt macht en verdeeldheid breekt kracht. Ons antwoord op etnische spanningen is niet concurrentie, maar solidariteit. Op 1 juli 1863 werden de ketenen niet verbroken, maar overgedragen. Ze werden overgedragen aan de kleine zwarte boeren, aan de zogenaamde vrije Afro-Surinamers, aan de Aziatische dwangarbeiders. De oude zwarte voorhoede, die nu naar de onderbuik is gekropen, heeft dit niet begrepen. Om hun campagne van haat en wrok tegen Hindostanen te kunnen voeren, moeten ze de geschiedenis vervalsen en terugvallen op koloniale geschiedschrijvers van de racistische professor Pieter Emmer. Aziatische dwangarbeid wordt door Emmer beschreven als een verlossing uit de armoede van India en als een verlossing van Hindostaanse vrouwen van onderdrukking door Hindostaanse mannen. Op dezelfde wijze is de zwarte onderbuik bezig om de geschiedenis van Hindostaanse dwangarbeid weg te herschrijven en de onderdrukking en uitbuiting weg te wissen. Het feit dat het sterftepercentage onder slavernij min of meer hetzelfde was als het sterftecijfer tijdens Hindostaanse dwangarbeid wordt weggewist. In Hindostaanse kringen wordt gekscherend gezegd dat volgens de Afro-Surinaamse onderbuik het eerste schip dat Hindostaanse dwangarbeiders uit India bracht, niet de Lalla Rookh was, maar de Titanic. Dit is om te illustreren wat het onstellende gebrek aan historische kennis is bij de zwarte onderbuik.

De harde les uit de geschiedenis is dat een voorhoede niet altijd een voorhoede zal blijven. En dat is nu het geval met de zwarte onderbuik. Ze is bezig haar voorhoede rol te vernietigen. De respect en waardering die ze ooit kreeg, verandert in afkeer en minachting voor de bijdrage die ze levert aan koloniale verdeel-en-heers. Voor hen geldt nu: de honden blaffen en de karavaan trekt verder. Het maakt niet uit wat hoe ze schreeuwen, de geschiedenis laat zien dat dat geschreeuw de vooruitgang in de sociale strijd niet zal tegenhouden. Dat blijkt uit deze cijfers. Op 15 maart organiseerde Pakhuis de Zwijger een dialoogbijeenkomst over de spanningen tussen Afro-Surinamers en Hindostanen. Op 17 maart 2023 had het 23.451 views, een ongekend hoog aantal. De meeste mensen zijn op zoek naar dialoog, naar eenheid, niet naar haat en verdeeldheid. Dat is les uit de geschiedenis van sociale strijd. Die haat en verdeeldheid zaait zal belanden op de vuilnisbelt van de geschiedenis.

Een nieuwe fase in de ontwikkeling van de wereldwijde dekoloniale beweging

Sandew Hira, 1-6-2023

Invoering

Van 1 t/m 26 mei heb ik negen universiteiten in Zuid-Afrika en Zambia bezocht in mijn hoedanigheid van secretaris van Stichting DIN en als auteur van het boek Decolonizing The Mind . De reis heeft me veel geleerd over waar we nu staan in de wereldwijde dekoloniale beweging en waar we heen moeten.

Hier een overzicht van de reis.

 

  1. Zuid-Afrika – Universiteit van Kaapstad (UCT)

Ik begon op 2 mei in Kaapstad met een lezing over hoe wiskunde en exacte wetenschappen werden gekoloniseerd en hoe ze te dekoloniseren. Frank Kronenberg en Dr. Tiri Chinyoka waren de organisatoren van het evenement.

  1. Zuid-Afrika – Universiteit van West-Kaap (UWC)

Bassey Antia, een toegepaste taalkundige van UWC, nam contact met me op na een Zoom-lezing die ik gaf aan de Pennsylvania State University die hij bijwoonde. Hij wilde met mij samenwerken om het DTM-theoretisch kader toe te passen op het gebied van de toegepaste taalwetenschap. Op 2 en 3 mei organiseerde hij een miniconferentie met vier van zijn promovendi uit Ghana en Kameroen over dit onderwerp. Op 4 mei organiseerde hij een openbare lezing bij UWC.

  1. Zuid-Afrika – Universiteit van Pretoria

Op 8 mei gaf ik een boekpresentatie aan de Universiteit van Pretoria. Dit werd georganiseerd door Adekeye Adebayo. Hij is een productieve schrijver en een expert op het gebied van internationale aangelegenheden.

  1. Zuid-Afrika – UNISA in Pretoria

Op 9 mei sprak ik op de University of South Africa (UNISA) in Johannesburg. Professor Grace Khunou en haar team waren zo aardig om mij te ontvangen bij UNISA. Nokuthula Hlabangane heeft een belangrijke rol gespeeld bij het koppelen van mij aan Grace. UNISA was het centrum van de dekoloniale beweging in Zuid-Afrika.

  1. Zambia – Kwame Nkrumah Universiteit in Kabwe

Op 10 mei vloog ik naar Zambia waar ik een diner had met Jive Lubbungu in Kabwe, 140 km van Lusaka. Jive heeft via een MOU de weg geëffend voor een samenwerking tussen DIN en de Kwame Nkrumah-universiteit. Op 11 mei heb ik de VC, de plaatsvervangend VC en de decaan bezocht. Jive organiseerde ook een bijeenkomst met medewerkers voor een presentatie over DTM. Zij zijn de mensen die gaan werken met het DTM Center of Excellence.

  1. Zambia – Universiteit van Zambia in Lusaka

Op 11 mei heb ik een diner gehad met Yvonne Kabombwe en Ferdinand Chipindi in Lusaka. Maandenlang hebben Yvonne Kabombwe en Ferdinand Chipindi de voorbereidingen getroffen voor een Memorandum of Understanding tussen DIN en de Universiteit van Zambia in Lusaka. De MOU houdt de oprichting in van een DTM centre of Excellence (Chipindi bedacht de term).

Op 12 mei gaf ik een openbare lezing aan de Universiteit van Zambia in Lusaka. Daarna had ik een lunchbijeenkomst met het bestuur van de Education Research Association of Zambia (ERAZ) onder leiding van Sitwe Benson. Dit was een zeer belangrijke bijeenkomst. ERAZ is een organisatie van ongeveer 100 leden (onderzoekers) aan verschillende universiteiten van Zambia. Het is een landelijk netwerk.

  1. Zuid-Afrika – Universiteit van Kwazulu Natal in Durban

Op 16 mei Ik sprak op de Universiteit van Kwazulu Natal in Durban over het dekoloniseren van wiskunde en de exacte wetenschappen. Na de lezing nodigde de organisator me uit om met 10 stafleden te praten over wat het betekent om de exacte wetenschappen te dekoloniseren en hoe zij daarbij betrokken kunnen raken.

  1. Zuid-Afrika – Universiteit van de Vrijstaat Bloemfontein

Op 22 mei organiseerden het Centre for Gender and Africa Studies (CGAS), The International Office en de University of the Free State Library de presentatie van mijn boek. Twee dagen later woonde ik de Africa Day Memorial Lecture bij van prof. M. Thabane. Africa Day is een groot evenement bij UFS.

Op 26 mei nam ik als spreker deel aan de 2023 UFS Africa Month Dialogue. Munyaradzi Mushonga was de gastheer en MC. Het thema van de Dialoog is Bevorderen en waarderen van kennis in en uit Afrika. Ik sprak over het onderwerp “Het belang van scheppers en medescheppers van kennis (in en uit Afrika”) . Prof. Francis Peterson, de rector en vice-kanselier van UFS, nam deel aan de dialoog.

  1. Zuid-Afrika – Centrale Technische Universiteit Bloemfontein

Op 25 mei was ik uitgenodigd als keynote speaker op de Afrikadag georganiseerd door de Central University of Technology. In Zuid-Afrika wordt de oprichting van de Afrikaanse Unie gevierd als de Dag van Afrika. Blijkbaar is het een groot evenement op veel universiteiten. De communicatie werd gedaan door Sekoele Ramajoe , coördinator internationale zaken bij Home Projects. Ik had een lunchbijeenkomst op 24 mei met zijn collega’s. Leolyn Jackson, hoofddocent, hoofd studenteninschrijving, directeur van het Southern African-Nordic Centre (SANORD) en directeur van het International Relations Office is een sleutelfiguur bij CUT. Hij wil graag met ons samenwerken.

De lessen

De centrale vraag die keer op keer opkwam is: waar gaat dekoloniale theorie over en wat is de praktische relevantie ervan? Wat betekent het om de universiteit, en daarmee de samenleving en de wereld, te dekoloniseren?

In mijn interactie met veel mensen in Afrika heb ik betoogd dat we van het huidige stadium van algemene dekoloniale kritiek op het eurocentrisme moeten overstappen naar specifieke kritiek en alternatieven per discipline. De overgang van algemene kritiek naar specifieke kritiek per discipline maakt de overgang van theorie naar praktijk gemakkelijker. Als je de economische theorie dekoloniseert, ben je gedwongen ook het economisch beleid te dekoloniseren.

Deze transitie vraagt om een ander type dekoloniale denkers en activisten. We hebben meer experts nodig uit de verschillende betrokken disciplines om de kritiek en het alternatief per discipline te produceren.

Het is geen gemakkelijke overgang. Neem de kwestie van dekoloniale economische theorie en beleid. De Europese Verlichting heeft twee economische scholen voortgebracht: het liberalisme dat pleit voor een economisch systeem gebaseerd op privé-eigendom en markten en het marxisme dat strijdt voor een planeconomie en de afschaffing van privé-eigendom en markten. Het eerste systeem heet kapitalisme en het tweede socialisme. Veel dekoloniale activisten zijn tegen het kapitalisme. Betekent dat dat ze voor het socialisme zijn? Wat is er zo dekoloniaal aan het socialisme? Als de enige categorieën die je kent kapitalisme en socialisme zijn, dan wordt de dekoloniale theorie uiteindelijk onderdeel van het marxisme en is het doel socialisme. Maar we hebben al tientallen jaren ervaring met planeconomie en de resultaten zijn twijfelachtig.

Ik betoog dat er naast kapitalisme en socialisme andere economische systemen mogelijk zijn. Islam en het boeddhisme, maar ook de Chinese filosofie hebben systemen voortgebracht die succesvoller zijn en een beter beroep doen op sociale rechtvaardigheid dan kapitalisme en socialisme. Dekoloniale economische theorie kijkt verder dan de tweedeling die de Europese Verlichting heeft voortgebracht om oplossingen te vinden voor praktische economische problemen van vandaag.

Op een vergelijkbare manier richtte ik me in mijn colleges en discussies op het dekoloniseren van de harde wetenschappen, omdat men vaak denkt dat dit niet kan: wiskunde, natuurkunde, biologie. Met gezond verstand kan men begrijpen dat dit mogelijk is, zoals ik uitleg in mijn boek.

Als de dekoloniale beweging deze overgang niet maakt, wordt ze een overblijfsel uit het verleden, een mode die komt en gaat zoals alle modes.

Het organisatorische probleem

Afrika leerde me ook over een organisatiemodel dat zou kunnen werken voor de dekoloniale beweging in de academische wereld. Met dat model moeten we experimenteren. Dr. Ferdinand Chipindi van de Universiteit van Zambia kwam met het idee van een DTM Centre of Excellence. Het richt zich op Decolonizing The Mind, maar op zo’n manier dat het bijdraagt aan de verbetering van excellentie. Zo’n centrum is gebaseerd op concrete projecten.

Enkele ideeën over projecten die aan bod kwamen zijn:

  1. Een nieuw systeem van prestatiebeoordeling voor het hoger onderwijs, inclusief monitoring van de mate waarin een universiteit is gedekoloniseerd en een nieuwe meting van excellentie in het hoger onderwijs.
  2. Een dekoloniaal wiskundeboek voor het basis- en voortgezet onderwijs.
  3. De dekoloniale geschiedenis app .
  4. Een onderzoeksdatabase over herstelbetalingen die activiteiten op het gebied van herstelbetalingen over de hele wereld in verschillende talen documenteert.
  5. Een database met maatregelen van economische boycots en hoe de effecten kunnen worden vermeden.
  6. Reconstructie van de rechtsdiscipline.

 

De projecten moeten worden uitgevoerd door studenten en medewerkers in een bepaalde discipline. En ze moeten gaan samenwerken met andere centra en mensen van andere universiteiten. Er zijn veel problemen die moeten worden aangepakt, niet in de laatste plaats het probleem van de financiering. Maar er zijn veel ideeën om deze projecten op gang te krijgen.

In dat proces zullen we oplossingen vinden en ermee experimenteren, zodat we kunnen zien wat werkt en wat niet werkt.

De weg vooruit

Na mijn terugkeer uit Afrika raakte ik meteen betrokken bij een Zoom-panel over eurocentrisme, georganiseerd door het Pakistan Institute for Development Economics (PIDE), een universiteit in Pakistan die zich richt op economische theorie en beleid. Prof Asad Zaman stelde me voor aan PIDE. Hij studeerde wiskunde aan het MIT in de VS en economie en statistiek aan Stanford University. Hij is ook een specialist in islamitisch denken. Hij is voormalig vice-kanselier van PIDE. Hij is een productief schrijver en heeft een brede interesse en kennis. Ik was verbaasd over de mate waarin hij een breed scala aan disciplines kon combineren met islamitisch denken. Asad stelde voor om een cursus te ontwikkelen over de geschiedenis van de westerse filosofie vanuit het perspectief van de islam en DTM. Ik denk dat dit een waardevolle suggestie is.

De ervaring in Afrika en het gesprek met Asad wijzen me de weg vooruit.

We moeten een nieuwe generatie academic en activisten trainen die vanuit een pruiverseel perspectief en vanuit verschillende beschavingsachtergronden problemen analyseren en oplossen. We moeten de academische wereld dekoloniseren vanuit de onderscheidende disciplines en verder gaan dan algemene theorieën. Dit zijn allemaal stappen in de richting van het bouwen van een nieuwe wereldbeschaving.

 

 

Decoloniale Reparations Conferentie 22-23 April

Op 22 en 23 april 2023 organiseren Aralez en Decolonial International Network (DIN) een dekoloniale reparatie conferentie in Ru Paré, Amsterdam. Tijdens deze 2-daagse bijeenkomst worden community organizers uitgenodigd om eisen en acties te formuleren gericht op reparatie van koloniale schade. De eerste dag is gericht op het maken van een analyse en inventarisatie van de schade die 500 jaar kolonisatie heeft aangericht. De tweede dag wordt gewerkt aan het formuleren van concrete eisen, acties en strategieën om reparatie te bewerkstelligen. De conferentie zal de eerste editie zijn van een jaarlijks terugkerende bijeenkomst in april waarbij we specifiek coalities en acties willen laten ontstaan voor herstel van koloniale schade in solidariteit met het mondiale zuiden.

Waarom deze conferentie?

Deze conferentie heeft twee beoogde opbrengsten. De eerste is een collectief manifest met concrete eisen die in het publiek debat geïntroduceerd kunnen worden als het gaat om reparatie en herstel van koloniale schade. De tweede is concept plannen voor concrete campagnes om de reparatie-eisen die zijn geformuleerd te bewerkstelligen. De conferentie richt zich op grassroots organisaties en individuen die willen bijdragen aan de dekoloniale beweging en/of concrete initiatieven hebben gericht op reparatie van koloniale schade in Nederland en/of in solidariteit met initiatieven uit het Globale Zuiden.

De conferentie vindt plaats op 22 en 23 april 2023. Deze data zijn bewust gekozen in de geest van de Bandung conferentie, die van 18-24 april 1955 plaatsvond in Bandung, Indonesië. Het was de eerste conferentie die voormalig gekoloniseerde landen uit Afrika en Azië verenigde om tot een strategie en visie te komen voor een nieuwe dekoloniale wereldbeschaving.

Met de HERSTEL dekoloniale reparatie conferentie beogen we een jaarlijks terugkerende conferentie te organiseren om de reparatie-initiatieven die in 2023 worden geformuleerd te blijven volgen en doorontwikkelen.

Wil je meer weten over het programma? Zie deze link.

Ben je enthousiast en wil je meedoen? Aanmelden kan via deze link.

Praktische informatie

Datum: zaterdag 22 april en zondag 23 april 2023

Tijd: 10.00-17.00 op 22 april en 11.00-17.00 op 23 april (met optioneel aansluitend diner)

Locatie: Ru Paré

Adres: Chris Lebeaustraat 4, 1062 DC Amsterdam

Entree: € 15,- per dag

 

Internationale boek tour Sandew Hira

Sandew Hira heeft de eerste fase van zijn internationale boektour achter de rug. Op 15 maart was hij in London. Op 18 en 19 maart was in Schotland, respectievelijk in Edinburgh en Glasgow. Op 27 maart was hij in Birmingham. Informatie over alle bijeenkomsten is hier te vinden.

De bijeenkomst in Birmingham heeft geleid tot een nieuwe uitnodiging. De Business School van de University of Birmingham gaat op 29 juli een ééndaagse conferentie organiseren naar aanleiding van de publicatie van Hira’s book. Hij houdt een keynote speech, waarna verschillende werkgroepen dieper ingaan op de diverse onderwerpen uit het boek.

Op 15 april is hij in Parijs waar zijn boek wordt gepresenteerd met twee milieu-organisaties: L’Observatoire Terre-Monde en Verdragon, Maison de l’Ecologie Populaire.

Van 1 tot en met 27 mei is hij op reis in Afrika, met name Zuid-Afrika en Zambia.

Tweede druk van boek Decolonizing The Mind

Op 15 januari presenteerde Sandew Hira, secretaris van de DIN Foundation, zijn boek Decolonizing The Mind – a guide to decolonial theory and practice. Het boek was binnen twee weken uitverkocht. Daarom konden lezers in de VS geen boeken krijgen. Er is een tweede run. Hopelijk kunnen lezers in de VS binnen drie tot vier maanden een exemplaar bemachtigen.

Programma boekpresentatie 15 januari

Het programma is van 14.00-17.00 uur. Het begint  met een gesprek tussen artiest/activist Pravini Baboeram en Hira over de relatie tussen zijn  ontwikkeling van Marxist naar dekoloniaal denker en zijn praktijk als revolutionair en activist. Hij legt het verband met het eerste boek dat hij geschreven heeft: Van Priary tot en met De Kom – de geschiedenis van het verzet in Suriname 1630-1904 dat precies veertig jaar geleden is gepubliceerd. Hij was toen 27 jaar. Het was een Marxistische analyse van de Surinaamse geschiedenis. Zijn nieuwe boek  is het resultaat van veertig jaar strijd en denken.

In het gesprek gaan ze in op zijn studententijd, de strijd tegen racisme en voor internationale solidariteit in de jaren zeventig en tachtig, 8 december en de impact op zijn leven inclusief zijn werk voor dialoog en verzoening in Suriname. Maar ook de strijd tegen Zwarte Piet, de kwestie van herstelbetalingen en de excuses van Rutte, feminisme en intersectionaliteit. Tot slot zal hij ook ingaan op de neergang van het Westen en de opkomst van de rest, Iran, Venezuela, China, Rusland, Ukraine en de opkomst van een multipolaire wereld en het streven om een nieuwe wereldbeschaving op te bouwen. Dit alles doet hij steeds met referentie naar hoe de verschillende hoofdstukken op de verschillende onderwerpen terugkomen. Na dit gesprek en een korte pauze is er ruimte voor discussie met het publiek. Je kunt je aanmelden voor de bijeenkomst via https://www.ticketview.nl/shop?account=4286.

Datum: zondag 15 januari aanvang 14.00 uur, inloop: 13.00 uur.

Locatie: Theater Ru Paré, Chris Lebeaustraat 4, 1062 DC Amsterdam

Entree: € 10.

 

 

 

 

Let’s start decolonizing our minds: over strijd, strategie en solidariteit

Eindelijk, na twaalf jaar hard werken, gaat Sandew Hira zijn boek getiteld Decolonizing The Mind – a guide to decolonial theory and practice presenteren in Amsterdam op Genocide Memorial Day op 15 januari 2023. De bijeenkomst wrd georganiseerd door Decolonial International Network (DIN) and Aralez.

Zijn boek gaat over de opkomst van de koloniale wereldbeschaving die gebaseerd is op genocide. Genocide Memorial Day (GMD) is een dag gericht op het herdenken van de onmenselijkheid van de mens tegenover de mens. Het vindt elk jaar plaats op de derde zondag van januari en wordt geïnitieerd door de Islamic Human Rights Commission, een van de oprichters van de Decolonial International Network Foundation.

Het thema van de presentatie van het boek is: Laten we beginnen met het dekoloniseren van onze geest. In een interactieve sessie met het publiek worden de mechanismen om de geest te koloniseren behandeld. Ook wordt gekeken naar de manieren waarop deze mechanismen bestreden kunnen worden in sociale strijd, de wijze waarop dekoloniseren van de geest de strategie van sociale strijd beïnvloedt en hoe het de vraagstukken van solidariteit beïnvloedt.

Meer informatie over het boek (inhoudsopgave en inleidend hoofstuk) is te vinden op: www.sandewhira.com.

Datum: zondag 15 januari aanvang 14.00 uur, inloop: 13.00 uur.

Locatie: Theater Ru Paré, Chris Lebeaustraat 4, 1062 DC Amsterdam

Entree: € 10.

Aanmelden: https://www.ticketview.nl/shop?account=4286.

Het boek Decolonizing The Mind kost € 35, maar is op die dag te verkrijgen voor € 25,-. De auteur zal aanwezig zijn om te signeren.

 

Nederland uit de NAVO: stop alle economische boycot

De achtergronden

Nederland zit net als de rest van Europa in een diepe economische en politieke crisis. Dat is niet de schuld van Rusland. Het is een crisis van eigen makelij. Het begon met de val van de Sovjet Unie in 1990. Dat was het formele einde van de Koude Oorlog. In 1989 beloofd president Bush aan president Gorbachev dat in ruil voor vreedzame hereniging van Oost en West Duitsland de NAVO niet meer zou uitbreiden naar het oosten. Die belofte heeft de VS aan haar laars gelapt.

De militaire alliantie geleid door de Sovjet Uie – het Warsaw pact – was ontbonden. Het zou logisch zijn geweest om die andere militaire alliantie – de NAVO – te ontbinden. Daarmee zou de wereldgemeenschap het pad van vrede en ontwikkeling zijn opgegaan. Zo is het niet gegaan.

De val van de Sovjet Unie leidde tot een euforie: de VS heeft nu de alleenheerschappij van de wereld die militair ondersteund wordt door de NAVO. De wereld dient te dansen naar de pijpen van de VS. In 1999 begon de NAVO uitbreiding naar het Oosten met de toetreding van Hongarije, Polen en Tsjechië in de militaire alliantie. In 2004 volgde de toetreding van Bulgarije, Estland, Letland, Litouwen, Roemenië, Slowakije, Slovenië en in 2009 van Albanië en Kroatië. Bij elke uitbreiding bouwde de NAVO een militaire infrastructuur die Rusland ging omcirkelen. Het doel van die omcirkeling is een situatie creëren waarin Rusland onder druk kon worden gezet als zij tegen de wensen van de VS zou ingaan en een eigen koers zou gaan varen. Dat gebeurde onder Putin. De val van de Sovjet Unie had geleid tot een diepe economische en politieke crisis in Rusland en een enorme armoede onder grote delen van de bevolking. Putin heeft het tij weten te keren. De economie werd hersteld. De welvaart nam toe. Rusland werd een nieuwe wereldmacht naast China. Rusland wilde graag de banden van de Europese Unie aanhalen. Goedkope Russische olie en gas werd het fundament waarop de Europese welvaart werd gebouwd. Dat was tegen de zin van de VS, die dat zag als een bedreiging van haar alleenheerschappij van de wereld. Vanuit de VS werd een plan in werking gesteld om Rusland te vernietiging door Tsjetsjeense separatisten aan te moedigen om zich Tsjetsjenië van de Russische Federatie af te splitsen. Het leidde tot een bloedige oorlog. De separatisten werden verslagen, maar Rusland heeft een zware economische en humanitaire prijs betaald.

Vervolgens werd in 2014 een pro-Russische regering in Oekraine via een coup ten val gebracht. Djehuti-Ank-Kheru heeft dit proces uitvoerig geanalyseerd. Zie zijn artikelen hier. Een regering met veel Nazi-invloed ging vervolgens wetgeving invoeren die de Russiche bevolking van Oekraïne verbood om haar eigen taal en cultuur te kunnen gebruiken. Die regering ging de regio’s in de Donbas militair aanvallen. Tussen 2014 en 2021 zijn 14.000 mensen in de Donbas regio vermoord, maar het Westen zweeg over deze genocide. De overwegend Russische bevolking van de Krim stemde in 2014 een referendum voor aansluiting bij Rusland.

Toen Zelensky aan de macht kwam, wilde hij Oekraïne lid maken van de NAVO en een militaire campagne starten om de Krim te heroveren, desnoods met nucleaire wapens. Dat is de achtergrond van de Russische invasie van Oekraïne die in Februari van dit jaar begon. Het was bedoeld om een einde te maken aan de genocide in de Donbas, te voorkomen dat er een nucleaire aanval op Rusland zou worden uitgevoerd en te zorgen dan de macht van de Nazi’s werd gebroken.

Toen de oorlog begon in februari 2022 gingen Europa en de VS onmiddellijk over tot algehele mobilisatie: alle militaire faciliteiten werden ter beschikking gesteld van Oekraïne en een strategie van een algehele economische boycot in combinatie met aan grote media-campagne om de geest van hun bevolking te koloniseren werden ingezet om te zorgen dat Rusland deze oorlog zou verliezen. Het heeft averechts gewerkt. Rusland heeft nu de Donbas – 20% van het grondgebied van Oekraïne – geannexeerd. De Russische roebel is sterker dan ooit. De Russische economie heeft de klappen van de economische boycot goed weten op te vangen door de samenwerking met Azië, Afrika en Latijns-Amerika te versterken. Europa en vooral Oekraïne moeten de klappen incasseren. Oekraïne heeft in acht maanden 100.000 mensen verloren en nog een veelvoud is gewond geraakt. Miljoenen Oekraïners zijn hun land ontvlucht. De economische boycot heeft vooral Europa getroffen. Ze heeft zichzelf in de voet geschoten. Goedkope Russische olie en gas wordt met moeite vervangen door dure olie en gas van de VS. De prijzen in de winkel vliegen de pan uit. De prijzen voor elektriciteit treffen particulieren en bedrijven diep in hun portemonnaie.

Hoe verder?

Vroeger was het de linkse beweging (socialisten, anti-imperialisten) die de bevolking tegen oorlog mobiliseerden. Nu is het de linkse beweging die imperialistische oorlogen steunt. In het Nederlandse parlement steunen de linkse partijen – inclusief BIJ1 en DENK – de NAVO politiek in Oekraïne. Deze politiek kan leiden tot een nucleaire oorlog. Het leidt in ieder geval tot een diepe economische crisis die vooral de werkende klasse treft. En toch blijven de linkse partijen de NAVO steunen. Het is tijd dat activisten een duidelijk standpunt innemen in deze oorlog: Nederland uit de NAVO en stop alle economische boycot. Zie een uitgebreide argumentatie voor dit standpunt hier. Als het niet vanuit de top van die partijen komt, dan moet het van de basis komen.

 

Sandew Hira

Den Haag

4-11-2022

Herstelbetalingen: Geen woorden, maar daden

Sandew Hira 2-9-2022

In februari 2022 kondigt Klaas Knot, president van De Nederlandse Bank, bij de presentatie van het rapport van Karwan Fatah-Black over het slavernijverleden van DNB dat de bank een aantal stappen zal ondernemen. Knot: “De eerste stap is openbaren en erkennen. Ik vind het belangrijk dat alle Nederlanders en iedereen in het Caribisch gebied en Suriname kennis kunnen nemen van het onderzoek en onze reactie daarop, omdat we heel duidelijk zien hoezeer het slavernijverleden nog altijd een open wond is en doorwerkt in het heden. We kunnen het aangedane leed niet ongedaan maken. Maar we kunnen als DNB wel proberen bij te dragen aan de verwerking van het leed door deze geschiedenis zichtbaar te maken en de feiten en het leed te erkennen. Dat zien we als DNB-directie als onze blijvende opdracht…. Ten tweede gaan we binnenkort in gesprek met medewerkers en vertegenwoordigers van maatschappelijke organisaties. In het bijzonder met mensen die geraakt zijn door deze geschiedenis…. Samen gaan we een passende manier uitwerken om invulling te geven aan onze opdracht. Wat we willen is een gebaar maken dat blijvende waarde heeft voor de betrokkenen en de Nederlandse samenleving. We kiezen voor een zorgvuldige aanpak en daar is enige tijd voor nodig. Uit de dialoog moet blijken welke vervolgstappen we nemen, die we dan later in het jaar met u zullen delen.”

In april 2022 komt de ABN AMRO met excuses over haar slavernijverleden. CEO Robert Swaak zegt bij de presentatie van het rapport van Pepijn Brandon c.s. over ABN AMRO: “In de meer dan 300 jaar geschiedenis van ABN AMRO heeft de bank veel om trots op te zijn. We erkennen dat dit verleden ook zijn schaduwkanten heeft. Het huidige ABN AMRO kan deze periode uit haar geschiedenis niet ongedaan maken. We beseffen dat dit onrecht uit het verleden ook na de officiële afschaffing van de slavernij heeft voortgeduurd. ABN AMRO biedt haar excuses aan voor het handelen en de pijn die deze voorgangers in het verleden hebben veroorzaakt.”

Op 1 juli biedt Klaas Knot namens DNB excuses aan. Knot: “Namens De Nederlandsche Bank bied ik vandaag excuses aan. Excuses aan alle nazaten van slaafgemaakten in Nederland, in Suriname, in Bonaire, Sint Eustatius en Saba, in Aruba, Curaçao en Sint Maarten. Excuses aan alle mensen die door de persoonlijke keuzes van ook mijn voorgangers herleid werden tot hun huidskleur. Excuses aan alle mensen die vandaag nog steeds de gevolgen hiervan dragen.”

Hij kondigt de volgende stappen aan.

DNB richt een fonds op waarmee ze maatschappelijke projecten zullen financieren – rond educatie, gezondheidszorg, werk, en meer. Projecten in Nederland, in het Caribisch gebied, en in Suriname. Met dit fonds zal over de komende tien jaar vijf miljoen euro verdeeld kunnen worden.

Naast dit fonds draagt DNB – ook voor vijf miljoen euro – eenmalig bij aan enkele grotere projecten, zoals het Nationaal Slavernijmuseum en Kenniscentrum.

De Nederlandsche Bank moet diverser en inclusiever worden via werving en selectie, via stages, via het traineeship en bij promoties.

Het gebouw op het Frederiksplein zal dit in alle openheid een plek krijgen. En dit zal ook steeds een uitnodiging tot gesprek zijn. Daarna is het stil geworden.

En dat is het. Vergelijk dat met de vele miljarden die elders betaald zijn voor het slavernijverleden. Sommige mensen dachten dat dit het begin was van een traject van herstelbetalingen in plaats van het eind. Nu weten we beter. Het was een grote poppenkast. Excuses zijn gebakken lucht met een onaangename geur als woorden niet gepaard gaan met daden.

De auteurs van de rapporten hebben hun Eurocentrisch werk gedaan. Hun opdrachtgevers hebben gekregen waarvoor ze betaald hebben. Zowel Pepijn Brandon als Karwan Fatah-Black zwijgen over de miserabele response op hun rapporten. Maar daar worden ze ook voor betaald.

 

Lezingen Sandew Hira over herstelbetalingen en slavernij en dwangcontractarbeid

Op 1 juli heeft Sandew Hira in het Oosterpark tijdens het Keti Koti Festival in Amsterdam een lezing gehouden over herstelbetalingen. Daarin is hij ingegaan op elf tradities in de strijd tegen racisme en voor herstelbetalingen.

Later op de dag heeft hij een lezing gehouden in Den Haag over slavernij en dwangcontractarbeid. Hij heef de internationale context van beide vormen van dwangarbeid behandeld.

Beide lezingen zijn als volgt te downloaden.

  • Klik hier voor de lezing over herstelbetalingen.
  • Klik hier voor de lezing over slavernij en dwangcontractarbeid.